vrijdag 17 maart 2017

Badge

De verkiezingen zijn weer achter de rug. Het circus en het spel van debatten en campagnes is weer gespeeld. De verkiesbaren hebben zich op straat en via de media van zich laten horen. Tachtig procent van de stembevoegden neemt zijn gang naar de stembus en maakt uit het woud van namen en partijen een keuze en kleurt dat vakje rood. Ooit waren vrouwen verstoken van dat voorrecht, om de één of andere reden was bedacht dat het een mannenaangelegenheid was, maar nu niet alleen de vrouwen ook mogen stemmen er kan ook op ze gestemd worden. Toch is het nog een stropdassen aangelegenheid, in het grote slotdebat op TV liep er maar één jurkje rond tussen al die stropdassen en in het pak gegoten heren.  Elk van die mannetjes en ook de vrouw staat voor een partij die in hun programma duidelijk maakt hoe de komende vier er uit moet zien. Ieder heeft maar een beperkte tijd en er is van te voren goed nagedacht het zo spitsvondig mogelijk te zeggen en ondertussen ook nog reageren op de weerwoorden die gegeven worden. Het lijkt erop dat vooral de ander wordt aangesproken op zijn/haar programma en wat daaraan niet zou deugen. Zo verdedigt een ieder het zelf opgeplakte etiketje, van de politieke partij die ze vertegenwoordigen, waar de één opkomt voor de zorg, de ander de nadruk wil leggen op veiligheid, weer een ander het gevaar ziet en grenzen daarom wil sluiten en die mevrouw vooral begaan is om het welzijn van dieren.

Wat zijn al die etiketten waard, want we weten allemaal dat er van de verkiezingspraat weinig terecht komt. Doet me denken aan het verhaaltje van de politieagent en de boer.
Op een dag meldt een agent zich op de boerderij van Jan Janssen. Hij laat zijn badge zien en zegt “Ik kom je land inspecteren. Er gaan geruchten dat je meer verbouwt dan alleen aardappelen.” “Dat is goed “,zegt de boer, u kunt overal rondkijken, behalve op dat veldje achter die appelboom.” Smalend zegt de agent: “Zie je deze badge? “ De agent zwaait met zijn politie penning voor de neus van de boer, “Die geeft mij het recht om te gaan en te staan waar ik wil”. De boer haalt zijn schouders op en gaat aan het werk, maar even later hoort hij een geschreeuw uit de richting van het verboden veldje. Hij ziet daar, dat een dolle stier de agent opjaagt door het veld. Het ziet er niet naar uit dat de agent het hek op tijd zal halen en de boer roept hem toe: “Je badge! Laat hem je badge zien!”


De dames en heren gaan binnenkort weer op de blauwe stoeltjes in de tweede kamer zitten. Met het rood gekleurde vakje hebben we een volksvertegenwoordiging gekozen. Eerlijk gezegd voel ik me een beetje onnozel om daarbij te denken dat ik er dan ook echt invloed op heb gehad, maar dan toch is door mij één zo’n vakje ingekeurd en meegeteld in het geheel. Min of meer heb ik daarmee, mede,  een bevoegdheid gegeven, een badge uitgedeeld, nu maar hopen dat er beter mee omgegaan wordt dan dat die agent deed.