zondag 10 september 2017

Barst in de ziel

Twee buurmannen hebben zonder dat ze het wisten, mijn voorliefde voor vogels gevormd. Het getjilp van de mussen rondom het huis, was een zo’n vertrouwt gegeven, dat ik niet beter wist of het hoorde erbij. Mijn buurman had er hele andere gedachten bij, toen hij zijn ladder tegen het huis zette en vanonder de dakpannen de mussennesten wegtrok. Onverschillig of er eieren of jongen inzaten, gooide hij ze op de grond. Dat zou die rotbeesten leren om hem s ’morgens zo vroeg wakker te maken.  Hoe ik ook protesteerde , met de beperkte woordenschat van een zesjarige, wekte dat alleen maar de spot  van die buurman op en hij lachte om die kinderlijke beschermingsijver van zijn buurjongetje.  

Een andere buurman verderop had een andere belangstelling voor de mussen, hij schoot op ze. Zonder enige schroom nodigde hij ons buurjongens uit te komen kijken. Een goed gericht schot was fataal voor de huismus en ik haastte me als een jonge jachthond om de prooi voor hem te apporteren. Met het warme slappe lijkje in mijn kinderhandje stak ik mijn hand naar hem uit. Hij keek er niet eens naar en zei me het in de struiken te gooien, dan vind de kat hem wel. Ik keek hem stomverbaasd aan en op hetzelfde moment knapte er iets in mij en sprong er een barst in mijn kinderziel. Door die barst is de huismus naar binnen gevlogen en sindsdien heeft dit vogeltje zich in mijn hart genesteld. 

Vaak heeft de herinnering aan die twee buurmannen me boos gemaakt, maar dan toch, heeft het wel de belangstelling voor de natuur en vogels in het bijzonder, bij me wakker gemaakt. De beide buurmannen zijn er al lang niet meer en kunnen in die zin geen kwaad meer, maar de mussen komen me nog dagelijks bezoeken in mijn tuin, waar ik speciaal voor hen een voertafel heb staan en het hele jaar door, elke dag,   een handje zaad voor ze strooi. De barst in mijn ziel is weer genezen, maar de mus heb ik nog steeds in mijn hart gesloten.