zaterdag 19 december 2020

Naar zijn aard

 

De deurbel ging en de bezorger overhandigde mij een doos, een kerstpakket. Dat hadden we niet verwacht, want het gerucht ging dat we dit jaar geen kerst present zouden krijgen, maar dan toch. De inhoud van doos waren een potje jam en andere lekkernijen en er zat er ook een bluetooth speakertje bij. Een apparaat dat je draadloos kunt aansluiten op je telefoon of je iPad en daarmee muziek, of in mijn geval een luisterboek, kunt luisteren. Vroeger vergaapte ik me aan de op afstand bedienbare dingen die ik in “The Tunderbirds “ zag, waarmee met allerlei apparaten de mensheid gered werden, door de missies die ze met  “the  Thunderbirds” uitvoerde. Raketten die uit de bodem van een zwembad omhoog kwamen, een groen log voertuig dat naar buiten kwam, terwijl de Palmbomen weken, dat was sf in onze tijd, maar inmiddels zijn vergelijkbare dingen ons nu ter beschikking, we hebben bijna allemaal een telefoon op zak, die lijkt op waarmee de Thunderbirds werkte, maar nog veel geavanceerder is dan wat toen de schrijvers van die serie hadden bedacht. Alles wat we tot onze beschikking hebben zijn verbeteringen op wat er was en in de toekomst zullen er weer nieuwe uitvindingen zijn die gebaseerd zijn op wat we nu hebben. De evolutie der dingen. Scheppingen uit de menselijke geest.

 In het boek wat ik lees over Newton, verhaald een moment dat zijn nicht, die bij hem inwoont en door haar intelligentie die ze bij haar zelf heeft moeten ontwikkelen, want meisjes werden niet geacht te studeren, kon ze met haar oom discussiëren op het niveau van de hoogleraar die Newton was. Ze hadden het over de aard van de mensen, iets waar we het ook wel eens over hebben, maar het antwoord dat zei aan haar oom gaf, vat het toch wel heel treffend samen. Ze zei daarover: “God heeft de schepping onvoltooid gelaten, omdat hij de mens als gelijke had gecreëerd. Hij had de mens de geest van verbeelding, het geweten en de intelligentie gegeven. Met die eigenschappen kan ieder mens van zijn leven een kustwerk maken…om zelf schepper te worden, iemand die het verschil maakt, iemand die woekert met zijn/haar talenten die hem/haar gegeven zijn tot maximale ontplooiing te berengen. De werkelijkheid van vandaag zijn de dromen van gisteren en een moment van tegenslag kan ombuigen tot zijn kracht. “  Dit citaat spreekt me aan, omdat zoveel van wat we geloven te zijn, ons is ingegeven dat we nietig zijn, vooral in de ogen van God. Desondanks weten we als mensheid ons door verbeelding, intelligentie om een schepper te zijn.  Dat als God de schepping onvoltooid heeft gelaten, ons de ruimte geeft om zelf een schepper te worden , te zijn. Bouwend op de uitvindingen van anderen onze eigen scheppingen kunnen creëren. Dat is onze aard en zo kunnen we bouwen aan een mooie wereld…..

zondag 16 augustus 2020

Er is niets nieuws...

“ Wat er was, zal altijd weer zijn, wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan. Er is niets nieuws onder de zon.”
 Pred: 1:9.

Hoe zou het zijn als een hedendaagse schrijver een Bijbelboek zou schrijven, dat het geschikt zou worden bevonden dat het toegevoegd kon worden aan de Bijbel… wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan,… Het doet me denken aan het moment dat ik met iemand in een geestelijke boekwinkel stond, ze wees met haar vinger langs de boeken op de boekenplanken en zei:  “Harry,  bijbels, allemaal bijbels.” Die gedachte heeft me vanaf toen duidelijk gemaakt dat alles wat ik lees een boodschap en zelfs een boodschap van God kan bevatten. Zelfs films en muziek kunnen aan die voorwaarde voldoen. Het is wel zoeken, maar als er dan iets gevonden wordt kan het iets voor je gaan betekenen, net als Mary Lenox in het verhaal van de “Secret Garden”. De sleutel die ze in een nis van een muur  vond en in de zak van haar schort bewaarde, net zolang tot ze de deur gevonden had waar de sleutel op paste en haar toegang gaf tot de verborgen tuin. Een kinderverhaal met een Bijbelse strekking. Menig sleutel heb ik in de nissen van de boeken, fragmenten van films of documentaires gevonden, van veel deuren ben ik nog op zoek waar die sleutel op past, het is inmiddels een behoorlijke bos sleutels die ik bij me draag. Eén sleutel heb ik ruim dertig jaar bij me gedragen voor ik eindelijk het slot vond waar het op paste en de deur die daardoor open ging me veel dingen duidelijk maakte, maar ook dat ik zonder sleutel en zonder slot tot inzichten kan komen, … wat is gedaan, zal altijd weer worden gedaan,… Van de week stond ik bij een deur die ik open wilde doen en ik deed de klink naar beneden en duwde, er was geen beweging in te krijgen en ik duwde nog eens, tot ik er tot mijn schaamte er achter kwam dat deze deur niet open ging door te duwen, maar door te trekken. Zo lijkt een deur gesloten, maar moet je iets anders proberen om het te openen. Sluizen zijn ook een leuk iets, want gaat de ene deur vanzelf voor je open, de andere gaat pas open als de eerste weer gesloten is.

Het is stil en zondagochtend, via de hei lopen we het bos in. Bij het kleine akkertje in het bos is van de week het graan gemaaid dat daar stond en het zou nu wel eens kunnen dat een vos daar tussen de stoppels  naar muizen loopt te zoeken, of een Buizerd hetzelfde idee heeft, misschien een paar duiven die het overgeschoten graan komen oppikken. Ik zet mijn stoeltje uit en speur met de kijker over het veld en vooral ook de randen van het veld, naar wat zich daar kan roeren. Het blijft stil op het veld, ook zijn er bijna geen geluiden. Al wat melodie heeft, zoals de Merel, de Zanglijster en de Zwartkop, houden het voor gezien. Het is gedaan. Enkel nog wat contactgeluiden van mezen en een alarmroep van een Roodborst en het koeren van duiven. Het koeren klinkt nu in de stilte wat opvallender en doet warm aan. De duiven hebben misschien nog een nestje in gedachten, die houden zich niet zo strikt aan het voorjaar en hun lente gaat door tot aan de herfst… alles wat is gedaan, zal altijd weer worden gedaan….

Als we over het pad gaan dat aan beide zijde begroeid is met varens, dat pad dat parallel loopt met de verbindingsweg, waar anders doorlopend een stroom van verkeer over gaat, is het nu helemaal rustig. Het is ook zondagochtend… wat er is, zal altijd weer zijn….en de stilte is , ook door de afwezigheid van de wind, ongekend. Zelf het gebrom van een overvliegend vliegtuig die in mijn idee zondags lager lijken te vliegen, was er niet.

Na de wandeling gaan we nog een rondje fietsen, om de hond nog even te laten rennen. De zon komt net boven de bomen uit, de Teunisbloemen die langs het pad staan zijn vannacht open gegaan, kleuren de berm met hun felgele bloemen, in de bosrand klinkt de schallende lachende roep van een Groene Specht en als ik weer de tuin in kom zitten er vijf eenden op het gras bij de voerschaal, die in wilde vaart wegvliegen. Gisteren waren ze met hun negenen. Geïrriteerd kwakend dat ik ze stoor vliegen ze weg. Straks pruttelt de koffie en ga ik  weer een rondje met de hond over de hei, maar dat is voor later in de morgen.  Er is niets nieuws aan deze zondag….

 

 

 

 

 


maandag 15 juni 2020

Ogen tekort


Een blauwe lucht met een enkele vliegtuigstreep, met daaronder zinderende weilanden waar de warmte het van de oppervlakte doet ribbelen. Er loopt en laan van het kasteel Staverden naar de Leuvenemse bossen en ergens op die laan ligt een bruggetje over een zijstroom van de Hierdense Beek, daar wilde ik even zijn. Van de keren dat ik daar eerder was heb ik die plek uitgekozen om de thermosfles open te draaien en de meegebrachte boterhammen, zittend op dat bruggetje te nuttigen. Kijkend wat er in het water bewoog, de sfeer te ervaren die nu mijn herinnering zijn. Daarom wilde ik deze plek weer eens bezoeken, nu enkel met een appel in mijn zak die tot het klokhuis word afgekloven, zittend aan de begroeide waterkant van het beekje. Een stille plek, noemde iemand van de week deze plek, die er ook regelmatig komt. En het is er stil, als je in staat bent de motoren die verderop op de verbindingswegen langs knetteren, kunt negeren. Die maken geen deel uit van deze plek en dringen er tot door, op een ongevraagde en ongemanierde wijze.

 De wind doet het loof van de bomen ruizen, een Winterkoninkje en een Zwartkop zingen in het bos en verder is er de weidsheid van de weilanden, waarin  halverwege een bomengroep staat,  waar een huis in  verstopt staat. De boerderij aan de andere kant van de weilanden en het pad waar een paar wandelaars in de verte als kleine poppetjes lopen. Ik gooi het klokhuis in de berm, misschien heeft een muis er nog wat aan. Daar om me heen kijkend doe ik indrukken op, die niet spectaculair zijn en waar niet veel over te vertellen valt, maar de woordeloze indrukken, maken wel dat het me aangenaam overkomt. De herinnering is een zintuig die wat is gebeurt of beleeft weer voor de geest haalt. Het is er nu niet letterlijk dan enkel een flits in de gedachte, als vloog er een ijsvogel voorbij, dan toch, in die blauwe flits wordt de vogel herkend, het wendbare over het water, het is er en het is er niet meer, het bestaat even en in dat korte bestaan liggen meerdere verhalen opgeslagen die zich even helder voor de geest komen. Herinneren is iets uit de buitenwereld dat we in ons innerlijke meedragen en als het een aanleiding heeft, zoals het bezoeken van deze plek, kan het als een flits opkomen en je herkend het. Het is de route die ik gegaan ben en me heeft gebracht in het leven waar ik nu ben en me op koers zet waar ik heen ga. Het zijn de herinneringen van langgeleden die er opkomen, van de vos die langs de slootkant liep en steeds dichterbij kwam, de herten die daar liepen, toen één perceel vol gezet was met mais en waar het geknaag van de kaken van de herten wel raad mee wisten met die die overvloedige voedselrijkdom. De nestkastje die ik hier ooit hing, of tijdens een droge zomer toen dit stroompje droog dreigde te vallen, waar de stekelbaarsjes die in de meanderende bochten, waar het water het langst bleef staan en de visjes opgesloten raakte, met een net ving en ze  verhuisde ze naar veiliger water van de altijd stromende hoofdstroom van de beek. 

Zonder moeite komen de herinneringen die aan die plek verbonden zijn en glijden als het stroompje van een beekje door de bedding van de geest. Ik zit hier met diep onder mij de hete kern van de Aarde waaruit de korst van de wereld is gevormd waarop al dat prachtige leven zich kan afspelen en hoog in het heelal de zon waarvan de hete kern blootligt en miljarden jaren deze planeet leefbaar maakt, waar wij een passant op zijn, een druppel in de stroom van een snelstromende beek, die zich in een beschutting van de kant zich even gewaar kan zijn van het wonder van deze plek. Het leven dat zich in een verscheidenheid aan vormen,  kleuren en geuren zich voordoet, dat wanneer het oog er oog voor heeft, het ogen te kort komt.

donderdag 9 april 2020

Pulletjes

De moedereend kruipt uit de vijver gevolgd door 11 pulletjes. Moeders gaat uitgebreid haar veren poetsen en de kuikens om haar heen volgen haar voorbeeld. Met hun kleine snaveltjes poetsen ze hun dons, net zoals moeder dat doet. De kuikens die zodra ze uit hun ei kropen enkel de bescherming van hun moeder krijgen, voor elk hapje voer moeten ze het zelf zien te vergaren. Moe ziet toe dat er geen gevaar dreigt en speurt de lucht en de omgeving af en als er wat dreigt maakt ze een zacht geluidje en alle pullen verzamelen zich rondom haar. Toen ze afgelopen zaterdag uit het ei kropen schrok ik van de hoeveelheid, we waren in de veronderstelling dat het nest vijf eieren bevatte en dus hadden we gerekend op vijf jongen, maar het zijn er elf.  Ik was bezorgd of ze in de tuin genoeg voedsel zouden vinden en ik haastte me naar de winkel om geschikt voer voor ze te halen. Deels overbodig, want de schaal met voer gaat maar voor de helft op en verder foerageren de kuikens zo’n beetje de hele dag in en rond de vijver en haasten zich achter de muggetjes en ander eetbaar spul aan dat de kuikens zelf moeten vinden. Af en toe komt pa op bezoek, maar die heeft geen belangstelling voor de kuikens. Moeder eend, daar gaat zijn belangstelling naar uit  en misschien de kans nog eens met haar te paren … en dat waar de kinderen bij zijn!!!
 De kuikens klitten bij elkaar en wachten dit bezoek af en wanneer het weer voorbij is, lijkt het of er weer niets gebeurt is en gaan ze allemaal weer hun gang onder het toeziend oog van de moeder eend… vader eend is al weer gevlogen.


 Van de week las ik dat wanneer vogels niet in geslacht te onderscheiden zijn, zoals bij de Koolmees en de Bontbek Strandplevier, de beide ouders de broedzorg en de zorg voor de jongen op zich nemen. Het zijn de soorten waar de mannetjes met veel bombarie en verenpracht baltsen en pronken, die het na de paring voor gezien houden en verder de gevolgen van de paring aan het vrouwtje overlaten. Die maakt het nest op orde, broedt de eieren uit en heeft de zorg over de jongen. Een alleen staande moeder, die toegewijd op haar kroost let. De bedrijvigheid die die club eenden in de tuin geeft en toch ook wel de zorg erover, want nauwlettend houden we de Eksters en de Kauwen in de gaten en voor de katten is het ook verboden terrein. Daarbij helpen we moeder eend een beetje en daarbij niets ervan om de natuur maar zijn gang te laten gaan, … zo denken we er ook niet over als het over het Corona virus gaat.