Wanneer een astronaut vanuit de ruimte de Aarde ziet, kan het haast niet anders dat hij vol bewondering naar de planeet kijkt. Daar is het waar hij met heimwee naar verlangt om terug te komen, om in één oogopslag de hele wereld te zien, daar is hun moeder; moeder Aarde. De astronaut is een wetenschapper die de geheimen van het heelal wil ontrafelen, de plek die onze Aarde in het heelal inneemt is in het geheel gezien onbeduidend, maar voor het kloppende hart van de astronaut de enige plek waar hij naar terug verlangt. Ik hoorde iemand vertellen dat ze naar de Aarde wil kijken, als de plek om te willen zijn en daarbij naar de wereld te kijken met de ogen van een astronaut. Daarbij hoef je niet in de ruimte te zijn, om met de ogen van een astronaut met beide voeten op de aarde te staan, kan je je ook verwonderen.
Zo had ik me gisteren op een
stoel genesteld, met uitzicht op één van de nestkastjes die ik dit jaar nieuw
heb opgehangen. Dit kastje wordt bezet door een paartje Pimpelmezen. Ze hebben
jongen, want beide vogels vliegen af en aan en floepen door het kleine
vlieggatje met zo’n gemak, dat ze haast met volle snelheid erop aan kunnen
vliegen. Ik vraag me af hoe die vogels dit met elkaar hebben afgesproken, want
ze geven al hun tijd en energie om een aantal jongen te verzorgen, niet alleen
door ze constant voer te brengen, maar ook het nest schoon te houden. Elke keer
is er wel één van de jongen die zijn poep in een vliesje verpakt met het kontje
naar boven gericht aan één van de ouders aanbiedt en deze het aanpakt en naar
buiten brengt. Zo blijft het nestje schoon en de jongen worden goed gevoed. Wisselen
de oudervogeltjes elkaar ook uit waar ze het eten kunnen halen, want ik ze beide
telkens van de zelfde kant komen. Wat bezield een vogeltje om zoveel toewijding
gedurende ruim een maand aan zijn nageslacht te besteden. Een riskante onderneming,
want er loeren overal gevaren. Een bonte specht kan de jongen roven uit een
kastje door een gat te beitelen ter hoogte van het nestje en de jongen buit te
maken, de ouders zelf worden door de Sperwer gewild en die zal geen kans
voorbij laten gaan de drukke vogeltjes te overrompelen. Met dat alles doen de
vogel alles wat in hun vermogen ligt, met zo’n toewijding dat het haast wel met
wilskracht gedaan moet worden. Dat kunnen we niet enkel wegzetten als een instinct,
wat op zich een heel goed systeem is, maar waar wij toch de neiging bij hebben
er op neer te kijken. Ik houdt de mogelijkheid open dat de vogels van dit
kastje afspraken met elkaar hebben gemaakt en samen overeen gekomen zijn een
nestje groot te gaan brengen, zoals wij ook een gezin willen als we een partner
hebben gevonden. Zo zat ik op de stoel naar het kastje en de bewegingen van
deze Pimpels te kijken en besefte me weer dat van een afstand bekeken er vele
vragen opkomen en door onbekende te bevragen, op andere vragen kom en me dan op
wegen begeef die weer een ander uitzicht te bieden hebben. Zo leer ik deze week
iets van een astronaut en van een paartje Pimpelmezen.