zaterdag 20 november 2021

Niemandsland

 

Dieren willen we temmen, elementen trotseren, de natuur bedwingen, leggen grenzen aan , plaatsen hekken, stoppen dieren in hokken, schieten op ze vangen ze in netten. Onbetwistbaar stellen we ons op en bevechten de natuur in een voortdurende strijd die we telkens menen te winnen en niet door lijken te hebben wat er allemaal verloren raakt. In het boek van Romke van de Kaa: “De onderwereld van de tuin “ dat ik met veel genoegen heb gelezen en dat bommetje vol  staat over wat voor dieren en insecten er leven en in je tuin kunnen rondscharrelen en wat voor nut en soms ook wat voor schade ze aanrichten. Tal van insekten, wormen, schimmels, aaltjes, springstaartje die net als de  bacteriën zo klein zijn dat ook al komen ze veelvuldig voor in een vierkante meter grond niet met het blote oog te zien zijn. Voor al dat spul hebben we gif, schoffels scherpe spade , kunstmest en wat al niet meer om het bodemleven flinke slagen toe te bedelen, gewild, maar vaak ook onbedoeld.

 Laatst was ik bij mensen in de tuin en die wezen me op de mieren die tussen de tegels hun nest hadden en daar heen en weer liepen. Iemand had wel een goede tip, gooi kokend water in die gangen van de mieren en je bent er zo vanaf. Of azijn dat helpt ook prima. Ik stond met mijn oren te klapperen en kon bijna geen woord uitbrengen, dit kan niet waar zijn, dat we heet water over een dier gooien omdat het ongewenst is. Je begrijpt dat ik wel een woord van protest heb geuit. Temeer dat mieren samen met al het andere gespuis in je tuin, van pissebedden, duizend en miljoenpoten, oorwormen, je gratis tuinmannetjes zijn. Zelfs het Vergeet mijn nietje roept de hulp van de mier in om haar zaad te verspreiden, door het een coating van zoetigheid om het zaad, het mierenbrood, waardoor de mieren  er voor de verspreiding van het zaad zorgen . Het Lieve heersbeestje weet de luizen in toom te houden, kortom er wordt vierentwintig uur per dag zeven dagen in de week hard gewerkt in je tuintje.

 Toen de Engelsen Australië in pikte, noemde ze het arrogant genoeg het niemandsland, helemaal er aan voorbijgaand dat er al eeuwen een oorspronkelijke bewoners, de Aboriginals leefde, en die totaal negeerde en overheerste. Onze voorouders waren van mening dat als ze ergens voet aan wal zette dat ze dat land voor zichzelf en hun eigen natie konden claimen, met de gevolgen die we heden ten dage nog ondervinden, vooral de oorspronkelijke bewoners zoals in Amerika de indianen die in reservaten werden weggestopt.  Het was niemandsland en als het van niemand is konden ze het zichzelf toe-eigenen en naar eigen goeddunken mee omgaan. Zoals onze tuinen, het blijkt dat spitten, zoals mijn vader me toendertijd aanraadde om twee spade diep de tuin om te spitten, dat daardoor alles van twintig centimeter onder de grond leefde, naar de oppervlakte werd gewerkt, wormen werden door die noeste arbeid doormidden gekliefd, zoals de Engelsen Australië toe-eigende door er een vlag in de grond te steken, claimen wij ons recht op de grond door er een spa in te steken en gelijker tijd  het leven van de oorspronkelijke bewoners behoorlijk overhoop te halen. Zoals het boekje van Romke van de Kaa ook in mijn denken van alles overhoop haalt en me doet beseffen, dat niet strijden tegen de natuur ons handelen moet rechtvaardigen, maar juist dat samenwerken met de natuur ons en de tuin misschien verder helpt.

 

woensdag 10 november 2021

Hoop

Het nieuwe boek van Jane Goodall staat al weer gelezen en al in de boekenkast. 
“ Het boek van hoop” , waarin Jane Goodall geïnterviewd wordt en ondervraagd over van alles wat ze tot nu toe in haar kleurrijke leven heeft gedaan. Voor wie die niet direct weet wie Jane Goodall is: zij heeft onderzoek gedaan naar Chimpansees in het wild. Er een vertrouwensband mee op gebouwd en veel dingen ontdekt die het dierenleven dichter bij ons plaatst. Het idee dat een dier enkel vanuit zijn instinct leeft en dat een dier geen persoonlijkheid kan zijn, heeft zij met haar onderzoek doorbroken, door de dieren namen te gaan geven, tot ergernis van de wetenschap die vond dat je een dier niet mocht personaliseren en bij onderzoek van elkaar moest onderscheiden door ze nummers te geven. Zij was ook als eerste getuige dat de apen een gereedschap gebruikte om termieten te vangen en dat ze van elkaar kunnen leren… net zoals wij. Jane heeft zich later hardgemaakt tegen de laboratoriumproeven met chimpansees, iets ondierlijks en zeker van ons uit iets onmenselijks dat we dit ooit hebben gedaan. Zonder maar èèn aantoonbaar nuttig resultaat, van al die jaren dat dieren gekweld werden in die proeven. De zorg voor het leefgebied van de apen en de diersoorten in het wild werd steeds meer en meer bedreigt en daar gaat ze de wereld over om lezingen te geven dat dit moet stoppen. Een ontroerend filmpje dat Jane aanwezig was bij het terugzetten van een chimpansee in het wild. Die nadat hij uit zijn kooi was losgelaten terugkeert en Jane Goodall innig omhelst. Als je dit filmpje bekijkt hou het dan maar eens droog, mij lukte dat in ieder geval niet.  En waarschijnlijk ook de meer dan 18 miljoen mensen die het filmpje al bekeken hebben. https://youtu.be/bCVmfDuRpBc.

Er is nu een klimaatconferentie in Glasgow waar regeringsleiders van over de hele wereld het klimaat bespreken. Het Bla Bla Bla, wat we al zo vaak hoorde en niets of weinig zagen. De belangen zijn te groot en de onverschilligheid misschien nog groter. Toch heb ik vertrouwen in de klimaat top, omdat als het ergens moet beginnen dan is het dat we erover in gesprek zijn. Het lezen van een boek als dat van Jane Goodall die naast de verschrikkingen die er zijn ook nog telkens ergens hoop ziet gloren, is daarom een aanrader. Mannen als David Attenbourough , een meisje als Gretha Thunberg, ze hebben wat bij te dragen. Er is hoop, zoals in het begin van het boek al te lezen valt: “ Ze geeft ons vier redenen om hoop te houden: “  onze menselijke intelligentie, de veerkracht van de natuur, de kracht van jonge mensen en de ontembare menselijke geest.”  Hoop doet leven…. Het komt er nu echt op aan. 

 

maandag 1 november 2021

Kleur

Op de hei worden we de laatste tijd vaak aangesproken over de leeftijd van de hond. Lisa is inmiddels elf jaar en heeft wat grijs rondom de ogen en als we op de terug weg zijn van de wandeling, begint ze wat te sjokken. Dan krijgen we nog al eens de opmerking ” dat is al een oud beestje” en ik moet zeggen dat, dat me behoorlijk irriteert. Ze is oud en we zijn samen aan het oud worden, alleen gaat het bij haar wat sneller dan bij mij. Vanmorgen liep ik dan met mijn oude hondje te wandelen en bedacht dat er een ander woord voor  “ oud “moet zijn. Oud is grijs , gebruikt en bijna op,… oud brood,… oude fiets, alles wat oud is heeft het bijna afgedaan. Vroeger was je oud en dan was je er bijna, nu ben je oud en ben je er bijna geweest, wist Godfried Bomans zo mooi te verwoorden, doelende op dat je als je oud was in de wachtkamer van de hemel zat, je was er bijna, maar nu ben je er bijna geweest. Het oud worden komt met gebreken, willen we elkaar zo graag voorhouden. Bij al die gedachten kom ik in de weerstand.  Ik vind het zelfs wel aantrekkelijk om oud te worden, wordt het uiteindelijk maar eens. Maar ik weet nu wat te antwoorden, als mijn hond weer als oud wordt benoemd, dat zal ik zeggen dat ze niet zozeer oud is, maar dat ze wijs is. Mijn oude wijze hond. Wat zou dat een heerlijk associatie zijn, dat oud hetzelfde als wijs zou zijn en dat dan ook zo benoemen. In de Bijbel wordt wijs als veelkleurig gezien, dat is sowieso al beter dan grijs.