Er is een reclame op TV die me ontroert, niet zozeer om het product dat ze met dit spotje me willen verkopen, maar om het verhaaltje dat ze erbij vertellen. Een oudere man komt een klein winkeltje uitgelopen en houdt een staatslot in zijn hand. Thuis haalt hij het weer uit zijn zak en bekijkt het nog eens en meld het aan Fritsie dat hij een lot heeft gekocht. Fritsie is het houten vogeltje in zijn koekoeksklok die bij het hele en het half uur even naar buiten komt, maar nu komt er een lusteloos vogeltje uit het luikje met een povere koekoek geluidje en al snel trekt het vogeltje zich weer terug in de klok en sluit de kleine luikjes achter hem. De oude man schrikt van Fritsie die het blijkbaar ergens moeilijk mee heeft en haast zich met de klok naar de klokkenmaker, die hoofdschuddend de klok weer teruggeeft en zegt dat hij niets kan doen. Vervolgens zit hij met de klok op schoot in de wachtkamer van de dierenarts, die ook met een lampje in de klok kijkt en de terneergeslagen Fritsie ziet zitten, maar ook hij kan verder niets doen. Bedrukt loopt de man met de klok onder zijn arm weer terug naar huis, maar gaat eerst een kopje koffie drinken in een restaurantje. De kelner zet de koffie op tafel en de koekoeksklok die daar aan de muur hangt, daar gaat het deurtje van open en vrolijk toetert het vogeltje zijn uren door de ruimte. Binnen in de klok van de man hoort Fritsie die vrolijke klanken en zijn luikje gaat open en beantwoordt met zijn Koekoeks geluidje. De dame achter het buffet ziet wat er gebeurt, haalt de klok van de muur en zet hem naast de kapotte klok en zegt: “ ik denk dat deze bij elkaar horen”. Dat was het dan,… het houten vogeltje was eenzaam en had behoefte aan gezelschap. Met beide klokken onder de arm loopt hij naar huis, op de tafel het bedrag voor de koffie en het lot wat hij voor de vrouw van het restaurant achterliet. “ Deel je geluk “ , is de boodschap en natuurlijk ook het idee dat daar het kopen van een staatslot bij hoort.
Het jaar loopt ten einde, eerst nog de kerstdagen, die er weer anders uitziet dan we ons voorstellen dat het moet zijn, door de aanhoudende pandemie en de daarvoor gestelde maatregelen. Gevolgd door het oud en nieuw waar toch wel een klein voordeel te vinden is in de maatregelen, dat het vuurwerk niet verkocht en afgestoken mag worden. Dat scheelt een behoorlijke ergernis waar we dit jaar misschien van bespaart blijven. Toch is het oud en nieuw een moment van overweging, de weemoed te voelen van het afgelopen jaar en al dan niet hardop te zeggen en te koesteren wat je verlangens zijn voor het nieuwe jaar. Hoe goed we het ook hebben, we hopen altijd op beter. We kijken naar de kalender aan de muur en denken: Dat was het dan. De volgende morgen hangen we een nieuwe kalender en beginnen we aan onze nieuwe agenda te schrijven.