zaterdag 18 december 2021

Dat was het dan ….

Er is een reclame op TV die me ontroert, niet zozeer om het product dat ze met dit spotje me willen verkopen, maar om het verhaaltje dat ze erbij vertellen. Een oudere man komt een klein winkeltje uitgelopen en houdt een staatslot in zijn hand. Thuis haalt hij het weer uit zijn zak en bekijkt het nog eens en meld het aan Fritsie dat hij een lot heeft gekocht. Fritsie is het houten vogeltje in zijn koekoeksklok die bij het hele en het half uur even naar buiten komt, maar nu komt er een lusteloos vogeltje uit het luikje met een povere koekoek geluidje en al snel trekt het vogeltje zich weer terug in de klok en sluit de kleine luikjes achter hem. De oude man schrikt van Fritsie die het blijkbaar ergens moeilijk mee heeft en haast zich met de klok naar de klokkenmaker, die hoofdschuddend de klok weer teruggeeft en zegt dat hij niets kan doen. Vervolgens zit hij met de klok op schoot in de wachtkamer van de dierenarts, die ook met een lampje in de klok kijkt en de terneergeslagen Fritsie ziet zitten, maar ook hij kan verder niets doen. Bedrukt loopt de man met de klok onder zijn arm weer terug naar huis, maar gaat eerst een kopje koffie drinken in een restaurantje. De kelner zet de koffie op tafel en de koekoeksklok die daar aan de muur hangt, daar gaat het deurtje van open en vrolijk toetert het vogeltje zijn uren door de ruimte. Binnen in de klok van de man hoort Fritsie die vrolijke klanken en zijn luikje gaat open en beantwoordt met zijn Koekoeks geluidje. De dame achter het buffet ziet wat er gebeurt, haalt de klok van de muur en zet hem naast de kapotte klok en zegt: “ ik denk dat deze bij elkaar horen”. Dat was het dan,… het houten vogeltje was eenzaam en had behoefte aan gezelschap. Met beide klokken onder de arm loopt hij naar huis, op de tafel het bedrag voor de koffie en het lot wat hij voor de vrouw van het restaurant achterliet. “ Deel je geluk “ , is de boodschap en natuurlijk ook het idee dat daar het kopen van een staatslot bij hoort. 

Het jaar loopt ten einde, eerst nog de kerstdagen, die er weer anders uitziet dan we ons voorstellen dat het moet zijn, door de aanhoudende pandemie en de daarvoor gestelde maatregelen. Gevolgd door het oud en nieuw waar toch wel een klein voordeel te vinden is in de maatregelen, dat het vuurwerk niet verkocht en afgestoken mag worden. Dat scheelt een behoorlijke ergernis waar we dit jaar misschien van bespaart blijven. Toch is het oud en nieuw een moment van overweging, de weemoed te voelen van het afgelopen jaar en al dan niet hardop te zeggen en te koesteren wat je verlangens zijn voor het nieuwe jaar. Hoe goed we het ook hebben, we hopen altijd op beter. We kijken naar de kalender aan de muur en denken: Dat was het dan. De volgende morgen hangen we een nieuwe kalender en beginnen we aan onze nieuwe agenda te schrijven. 


 

zaterdag 4 december 2021

Tik tak

 

De tijd wordt in verschillende vormen weergegeven. Een dag bestaat uit tijdeenheden en er zitten 1440 minuten in een dag. Een uur telt 60 minuten en er zitten 24 uren in een dag, dat geeft het totaal van die 1440 minuten, de dag in minuten af te meten, zo had ik het niet eerder bekeken. De minuten tikken weg in seconde en zelfs deze zijn nog te verdelen in tienden en zelfs honderden van een seconde. In het Boek “De goede voorouder “ van Roman Krznaric, die schrijft over meer vormen van tijd. Een vlieg beleeft de tijd sneller en weet daarom onze trage hand te ontwijken als er naar hem geslagen wordt, de boom leeft trager en zijn bewegingen zijn zo langzaam dat ze niet makkelijk op te merken zijn. De groei is haast onzichtbaar maar gestaag. De boomtijd. De verleden tijd en de toekomstige tijd, maar wat nu telt is het nu op dit ogenblik. Daarin hebben wij een streepje voor,
( verbeelden we ons )op andere schepsels, want wij kunnen terugkijken in het verleden, wat we onze herinneringen noemen als het gaat over ons persoonlijk leven, maar ook de geschiedenis van de mens is voor een deel te achterhalen, zelfs uit de periode dat er nog geen schrift was. Aan de hand van fossielen en meer kunnen we opmaken wat er heeft plaatsgevonden ver voor onze tijd. We kunnen ook vooruit denken, en maken plannen voor een tijdstip dat nog niet is aangebroken. Dat is te verdelen in een kort termijn en een lang termijn en vooral het eerste is iets waar we het meest mee bezig zijn. Wat eten we vandaag, waar de vakantie heen gaat, welke boodschappen er moeten worden gedaan?  Het lange termijn denken gaat niet veel verder dan onze persoonlijk tijdspanne en levensverwachting. We willen wel herdacht worden en dat is toch iets voor mensen die iets met kunst te maken hebben die dat het beste is gelukt, er hangen schilderijen van schilders in de musea waarvan de schilders er allang niet meer zijn en toch zijn ze nog steeds gekend. Schrijvers en uitvinders laten ook iets na, maar de meeste van ons zullen vergeten worden. Zoals die oude foto bij mijn ouders op de vensterbank, een zwart wit foto, wat onscherp waar een oude man streng de lens van de camera inkeek. Mijn moeder zei me dat dat haar opa was en ik keek door die foto in dat fotolijstje recht in de ogen van een voorouder. Vreemd genoeg had ik niet eerder stilgestaan bij dat idee, mijn beleving gaat over de mensen die ik gekend heb, zoals mijn opa en oma in het Groningse plaatsje Bierum.

 Foto’s waren schaars en zoveel en zo vaak werd er geen foto van iemand genomen. Dat is nu wel anders, menig huishouden heeft dikke fotoboeken in huis, waarin allerlei gebeurtenissen zijn bewaard. Een achterkleinkind zou ooit eens met zo’n boek op schoot zitten en onze geschiedenis die wij het waard vonden te bewaren, door te bladeren en dan kijken mijn ogen in de ogen van iemand die nu nog niet geboren is. Wat ik ooit heb meegekregen aan  dezen en genen zat al in de oude man op die foto op de vensterbank, via de ouders, opa en oma van mijn ouders, breidde het netwerk zich uit en kwam ook bij mij terecht en als dat achterkleinkind door onze fotoalbums bladert heeft ze ook een indruk waar zij vandaan komt. Tik, tak,… de tijd gaat door en zal tik takken ook als we er niet meer zijn,…. of toch nog wel, in de vele plaatjes en praatjes die we nalieten, in een gedachte als deze die, door een mens die er ooit zal zijn omdat, wij er geweest zijn.