Als je iets dagelijks doet, is het misschien niet meer zo bijzonder,
maar als je het op Hemelvaartsdag doet kan je er een andere naam aan geven.
Elke morgen is het tijd voor mijn “ninety minute walk “; anderhalf uur wandelen. Zo ook op Hemelvaartsdag, maar dan heet het dauwtrappen. Deze ochtend had ik het Leuvenumse Bos als doel en loop een behoorlijke ronde. Halverwege de wandeling lees ik ergens een stukje om mijn gedachte wat aanleiding tot denken te geven en kom een bijzonder gedicht tegen. Een gedicht van de zestiende-eeuwse mysticus Sint Jan van het Kruis, getiteld: “Een konijn merkte mijn toestand.”
Elke morgen is het tijd voor mijn “ninety minute walk “; anderhalf uur wandelen. Zo ook op Hemelvaartsdag, maar dan heet het dauwtrappen. Deze ochtend had ik het Leuvenumse Bos als doel en loop een behoorlijke ronde. Halverwege de wandeling lees ik ergens een stukje om mijn gedachte wat aanleiding tot denken te geven en kom een bijzonder gedicht tegen. Een gedicht van de zestiende-eeuwse mysticus Sint Jan van het Kruis, getiteld: “Een konijn merkte mijn toestand.”
Ik
was triest op een dag en ging wandelen;
ik zat neer in een wei,
ik zat neer in een wei,
Een konijn merkte mijn toestand en
kwam naderbij.
Dikwijls is er niet meer nodig dan dit-
zo dicht bij schepselen te verkeren
die zo vol weten,
die zo vol liefde zijn
dat zij niet redeneren,
ze staren slechts met hun
geweldige begrip.
Dat gedicht kreeg een betekenis,toen ik met uitzicht op een groot veld
even ging zitten , nu niet door een konijn, maar een
boomleeuwerik. Hij vloog op en begon hoog rondvliegend aan zijn zang en voegde
daarmee een extra toe aan het veld. De vrolijke zang van deze vogel klonk
aanhoudend en het was merkbaar dat de sfeer die deze vogel bracht, overging op
mij. Daar waar het konijn staarde, zong deze vogel voor mij met een “geweldig
begrip”.