zondag 18 augustus 2019

Hoofdstukken


De hei staat er boven verwachting mooi bij. Door de droge weken en warmte leek het er niet op. Tegen de verdrukking in heeft elk stengeltje weer tientallen bloemetjes de ruimte gegeven en al die tienduizenden stengeltjes kleuren de hei weer mooi paars en het is nu nog niet eens op zijn hoogtepunt. Iets wat een paar weken geleden er niet op leek en ik had me al ingesteld op een kleurloze heide deze Augustus. De veerkracht van de natuur bewijst zich weer en heeft van haar pallet met mogelijkheden  er weer het beste van gemaakt. De buien regen van afgelopen weken die er overheen gespoeld zijn hebben ook hun bijdrage gegeven. Het is sowieso wonderlijk dat zo’n plant op deze arme grond elk jaar weer elk bloemetje zijn kleur geeft terwijl de ingrediënten zo sober zijn. De arbeidsvoorwaarde van dit plantje zijn ronduit slecht en dit jaar door de droogte nog eens verslechterd, maar dan toch, weet het te presteren. Menig werkgever zou zo’n toewijding bij zijn personeel willen zien. Het wil weer gezien en gevonden worden door het leger van bijen die deze bloemen bezoeken als ze volop in bloei staan.  Je zou bussen vol bewonderaars verwachten, zoals bij de  Keukenhof, maar de hei trekt weinig extra bezoekers op haar hoogtepunt. Het zijn de honden uitlaters, die elke dag hier al lopen en nu misschien met hun telefoon een extra fotootje maken. Maar gezien of niet bekeken, de hei heeft dit jaar weer zijn best gedaan om goed voor de dag te komen.



Een enthousiaste vlogger op You tube, laat zijn top vijf van boeken zien die hij gelezen heeft en hij houdt één van die boeken in zijn hand en verteld waarom hij zo graag leest. Dit boek, zegt hij en houdt het boek omhoog, heeft de schrijver minstens een jaar over gedaan om het te schrijven. Hij heeft iets belangrijks genoeg gevonden om het op te schrijven en er dag na dag aan te werken, niet alleen om het te schrijven, maar ook de nodige research te doen, met mensen erover te spreken, ideeën op te doen, of anderen weer los te laten. Hij heeft gewogen, afgewogen, er over nagedacht, geschreven en geschrapt. Vind maar een uitgever die het wil publiceren, dit en meer heeft de schrijver allemaal moeten doen om jou het boek in handen te geven. Een werk dat gecondenseerd op de bladzijde is geschreven om jou deelgenoot te maken van een verhaal. Zo lees ik momenteel het boek “ Benedenwereld” van Robert Macfarlane. Het gedeelte wat ik nu lees gaat over zijn trektocht over een gletsjer op Groenland. Een plek waar ik zelf misschien nooit zal komen, maar door de bladzijde met de schrijver meeloop, zonder de ontberingen te ondergaan die de schrijver wel ondervindt, aan lage temperaturen en gevaarlijke spleten in het ijs. Het moment dat ze de gletsjer opstappen, schrijft hij: “ Wanneer je over een gletsjer loopt, betreed je zijn territorium. Het geluid verandert, de temperatuur daalt, het gevaar groeit. De kou komt niet in de vorm van tastende vingers op je af, maar als een nevel, een aura die je omgeeft en zich in je nestelt, en daarmee zegt: “Je bevind je nu in mijn gebied. “  De schrijver heeft langere tijd in die barre omstandigheden doorgebracht en maakt mij deelgenoot van zijn belevenissen. Over zijn schouder kijk ik diepe afgronden in, hoor ik het geluid van een spuitende walvis op zee, maak ik mee hoe hij gastvrij wordt ontvangen in de huizen van de Groenlanders en door zijn oren lees ik ook hun verhalen en geschiedenissen. Als ik het boek dichtsla en besluit later verder te lezen, kan ik zo de draad weer oppakken. Met de schrijver verder op pad te gaan, op paden waar ik zelf misschien nooit zal komen, maar waar ik door een boek wel een indruk van heb kunnen maken.

Dat brengt me weer terug op de hei die op dit moment aan het bloeien is. Het zijn ook bladzijde in het boek van de jaargetijden, nu ligt het boek open op Augustus en als afgesproken breken de kleine knopjes van de hei open en al die kleine bloemetjes kleuren het veld paars. Straks is het weer uitgebloeid en slaat de bladzijde om, naar een andere episode en hoofdstuk van het jaargetijde, de vogeltrek, de bronst van het Edelhert, de paddenstoelen, de gekleurde herfstbladeren, de eerste nachtvorst, het korten van de dagen met het verlangen naar het steeds weer lengen van de dagen na de kortste dag, het nieuwe jaar, met weer vier jaargetijden en rond Augustus weer de bloeiende hei.





zondag 11 augustus 2019

Strand


In het radioprogramma “Vroege Vogels” werd een boekje besproken. Het interview vond plaats op het strand, waar het boekje ook over gaat. Het boekje heet  “Zoekbeeld “ en gaat over de vindsels op het strand, aan schelpen, krabben, wieren en wat er zo bij elke vloed weer aanspoelt op het strand. De sfeer die uit het interview, door de bijgeluiden van de wind, de golven, de verre roepende stem van iemand die zijn hond roept en spelende kinderen, die het strand zo kenmerken, geluiden die op het strand zijn en zo bij het strand horen, Holle geluiden die door de wind verwaaien. Geluid dat ver weg weg is aan komt aanwaaien en geluiden dichtbij van je af waaien met op de achtergrond het constante geruis van de branding.  Het geheel brengt mij ook weer terug op de zeldzame momenten dat ik op het strand was. Vroeger ging ik met mijn ouders jaarlijks naar de kust en heb daar heel wat kilometers afgelegd over het strand, op zoek naar schelpen. Door die jaren heen heb ik een verzameling schelpen en krabbearmpjes en rugstukken van inktvissen gevonden en verzameld. Thuis gerangschikt op naam en in een speciaal daarvoor geschikt gemaakt kastje uitgestald. Ik oefende thuis om op blote voeten op de straat te lopen, zodat ik op het strand als een strandjutter over de schelpenbanken kon lopen. De wind, de branding, de zilte lucht van het strand, de geluiden, ze maken allemaal onderdeel uit van een jeugdherinnering, die ik op de achtergrond van het radio-interview hoor.
Vreemd genoeg kom ik niet vaak op het strand. Mijn schelpenverzameling is tijdens de verhuizingen in de loop van de tijd verdwenen, eerst in dozen en later,…ik weet niet meer waar het gebleven is. Een paar jaar gelden hebben we een strandhuisje gehuurd, dat op het strand ons gelegenheid gaf een paar dagen op het strand te kunnen zijn. Te slapen met het geluid van de ruisende branding voor de deur, het weidse uitzicht, dat we vanaf de veranda van het huisje de kop van een zeehond en de rugvin van een Bruinvis verderop in de zee voorbij zagen komen. De golfbrekers die als lange armen de zee in steken, kwamen bij eb helemaal droog te liggen en werden bevolkt door meeuwen en steltlopers. De meeuwen wachten daar het moment af dat de vissersboten op zee hun netten ophaalde en hoe ze het weten, weet ik niet, maar als afgesproken steeg de hele club meeuwen dan op en haastte zich naar de boot om zich te goed te doen aan de bijvangst die over boord werd gegooid. De steltlopers wisten in de kieren en spleten van het basalt het nodige te vinden wat de vloed voor hen tussen de rotsen had gebracht. 

Elke morgen maakte ik in alle vroegte een wandeling langs de vloedlijn. Het huisje staat geen huisdieren toe en ik miste mijn hond op die ochtenden. Volgende keer toch iets uitzoeken waar ze mee kan. Door het vroege uur dat ik er was, had ik bijna het hele strand voor mezelf, tuurde met de kijker de golfbrekers af of er nog een bijzondere vogelsoort te zien was, liep met blote voeten door het water, ging ergens zitten en liet zo de dag heel rustig op me af komen. Op de scheiding van land en de zee. 

Het interview verhaalde over de Heremietkreeft, dat zichzelf een schelp uitzoekt om daar in te kruipen. In de poeltjes op het strand wachtten deze kreeftjes de volgende vloed weer af en zolang zijn ze te vinden als vindsels op het strand, waar tussen de bladzijde van het boek hun naam en hun gewoonte worden beschreven. Want als je zoekt zie je meer en heb je kans om deze schatten van de zee te kunnen vinden, iets waar het boekje je bij kan helpen. Het boekje, of het interview erover hielp mij de herinneringen op te halen die ik over het strand en de zee heb, die staan niet in dat boekje maar ik las ze tussen de regels in.