In het
radioprogramma “Vroege Vogels” werd een boekje besproken. Het interview vond
plaats op het strand, waar het boekje ook over gaat. Het boekje heet “Zoekbeeld “ en gaat over de vindsels op het
strand, aan schelpen, krabben, wieren en wat er zo bij elke vloed weer
aanspoelt op het strand. De sfeer die uit het interview, door de bijgeluiden
van de wind, de golven, de verre roepende stem van iemand die zijn
hond roept en spelende kinderen, die het strand zo kenmerken, geluiden die op het strand zijn en zo bij het strand horen, Holle geluiden die door de wind verwaaien. Geluid dat ver weg weg is aan komt aanwaaien en geluiden dichtbij van je af waaien met op de achtergrond het constante geruis van de branding. Het geheel brengt mij ook weer terug op de
zeldzame momenten dat ik op het strand was. Vroeger ging ik met mijn ouders
jaarlijks naar de kust en heb daar heel wat kilometers afgelegd over het
strand, op zoek naar schelpen. Door die jaren heen heb ik een verzameling
schelpen en krabbearmpjes en rugstukken van inktvissen gevonden en verzameld.
Thuis gerangschikt op naam en in een speciaal daarvoor geschikt gemaakt kastje
uitgestald. Ik oefende thuis om op blote voeten op de straat te lopen, zodat ik
op het strand als een strandjutter over de schelpenbanken kon lopen. De wind,
de branding, de zilte lucht van het strand, de geluiden, ze maken allemaal
onderdeel uit van een jeugdherinnering, die ik op de achtergrond van het
radio-interview hoor.
Vreemd
genoeg kom ik niet vaak op het strand. Mijn schelpenverzameling is tijdens de
verhuizingen in de loop van de tijd verdwenen, eerst in dozen en later,…ik weet
niet meer waar het gebleven is. Een paar jaar gelden hebben we een strandhuisje
gehuurd, dat op het strand ons gelegenheid gaf een paar dagen op het strand te
kunnen zijn. Te slapen met het geluid van de ruisende branding voor de deur, het
weidse uitzicht, dat we vanaf de veranda van het huisje de kop van een zeehond
en de rugvin van een Bruinvis verderop in de zee voorbij zagen komen. De
golfbrekers die als lange armen de zee in steken, kwamen bij eb helemaal droog
te liggen en werden bevolkt door meeuwen en steltlopers. De meeuwen wachten
daar het moment af dat de vissersboten op zee hun netten ophaalde en hoe ze het weten, weet ik niet, maar als afgesproken steeg de hele club meeuwen dan op en haastte
zich naar de boot om zich te goed te doen aan de bijvangst die over boord werd
gegooid. De steltlopers wisten in de kieren en spleten van het basalt het nodige
te vinden wat de vloed voor hen tussen de rotsen had gebracht.
Elke morgen
maakte ik in alle vroegte een wandeling langs de vloedlijn. Het huisje staat
geen huisdieren toe en ik miste mijn hond op die ochtenden. Volgende keer toch
iets uitzoeken waar ze mee kan. Door het vroege uur dat ik er was, had ik bijna
het hele strand voor mezelf, tuurde met de kijker de golfbrekers af of er nog
een bijzondere vogelsoort te zien was, liep met blote voeten door het water, ging
ergens zitten en liet zo de dag heel rustig op me af komen. Op de scheiding van
land en de zee.
Het
interview verhaalde over de Heremietkreeft, dat zichzelf een schelp uitzoekt om
daar in te kruipen. In de poeltjes op het strand wachtten deze kreeftjes de
volgende vloed weer af en zolang zijn ze te vinden als vindsels op het strand,
waar tussen de bladzijde van het boek hun naam en hun gewoonte worden
beschreven. Want als je zoekt zie je meer en heb je kans om deze schatten van
de zee te kunnen vinden, iets waar het boekje je bij kan helpen. Het boekje, of
het interview erover hielp mij de herinneringen op te halen die ik over het strand
en de zee heb, die staan niet in dat boekje maar ik las ze tussen de regels in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten