De Varens in het bos beginnen alweer bruin en geel te kleuren. Het is de tijd van het jaar dat ze weer uitgegroeid zijn. Het gaf van de lente en de zomer een mooi dikke ondergroei, die de kapschade waarvan ons bos te leiden heeft gehad, wat bedekte. Straks trekken de planten zich weer helemaal terug in de wortels en vallen de eens zo mooie groeien stengels met waaierende bladeren weer op de grond. De Seizoenen zijn net een grote klok en nu staan de wijzers op deze fase in het jaar. Er ligt een veer van een Buizerd op het pad en die gaat mee naar huis. Vanuit de bosrand vliegt een Havik en een groep Staarmeesjes foerageert door de eiken en de berken. Als ik zo mijn ronde met de hond door het bos maak, komt het allemaal zeer vredig over en verloopt het in de orde van de tijd en de seizoenen.
Maar, een dikke maar, de afgelopen dagen is de zon iets gesluierd geweest door rook van de bosbranden die in Canada woeden. Verwoesting van Natuur en Milieu, het lijkt allemaal ver weg, maar toch heeft het hier ook zijn effect. Het liefst willen we er niets van weten en zeker niet dat we er verantwoordelijk voor zijn, een verantwoording die we al lange tijd weten en het negeren. Jongeren die een toekomst ingaan die in vooruitzichten niet zo rooskleurig is als mijn vroege wandeling in het bos vanmorgen. We doen kleine dingen, scheiden afval, als we het ons kunnen permitteren gaan we elektrisch rijden. Maar toch ik schrik er weer van, wat ik aan afval in de bermen en bij de bosbankjes zie liggen. Het lijkt erop dat die kleine dingen nog niet zijn doorgedrongen dat we de boel vervuilen en onze persoonlijke behoefte ver boven alles laten uitsteken. Ik denk ook vaak niet goed na, maar het is wel een vereiste voor deze tijd dit wel te doen. Die Varens moeten van het voorjaar weer uit de grond kunnen komen, de Staartmeesjes moeten genoeg voedsel kunnen vinden, die Havik en die Buizerd moeten kunnen rondvliegen, de seizoenen moeten hun schatten kunnen tonen. Waar ik mijn goede wil toon, door geen vlees en zeker geen vis te eten, vraag ik me af of het effect heeft. Eet ik het niet dan zie ik de BBQ dampen en grote hoeveelheden vlees, die ik denk uit te sparen in korte tijd genuttigd worden, overladen met zoveel sauzen dat het vlees er diep onder verstopt ligt.
Van
Zuivel wilde ik ook steeds minder weten en wie heeft niet op zijn netvlies het
beeld dat een pasgeboren kalf bij de koe wordt weggehaald, omdat de melk die
het kalf toebehoort, van ons is. Een loeiende koe in het weiland, doet ons landelijk
aan, maar het is misschien dat de koe haar kalf roept. Een goed initiatief dat
een aantal boeren het kalf bij de koe laat en daarmee een deel van de melkproductie
inlevert. De melk wat dan over is en gemolken wordt, wordt verkocht onder de
naam Kalverliefde en is bij een paar grote Supermarkten te koop. Dat initiatief
wil ik steunen en na jaren geen melk gekocht te hebben (maar havermelk daarvoor
in de plaats gebruiken) kocht ik het duurdere pak melk: Kalverliefde. Twee rijtjes
staan er in het schap, naast de tien rijen dik aangeboden sloopmelk, zoals Wakkerdier
in een aangrijpend spotje wereldkundig maakt, hoe een groot beroep op de
melkprestaties van een koe gedaan wordt, om die rijen dik met pakken melk in de
supermarkt te kunnen aanbieden. Dierenwelzijn, we kunnen een stap zetten en
geven het toch maar weinig ruimte in het schap: twee rijtjes. Het is een alternatief om te
bewijzen dat we het welzijn van het dier serieus nemen. De reclame van de
ketens richt zich liever op de BBQ, het vlees verslindende rokerige feestje. Het
rook dat net als de rook van de bosbranden in Canada geen goed teken zijn.