In augustus houden we het niet droog. De weersverwachting op het Journaal kondigde aan dat het vannacht zou gaan regenen; een sterrenregen. Het zal vannacht op zijn hoogtepunt zijn met in één uur wel 50-60 vallende sterren die er te zien zullen zijn aan de Noordoostelijke hemel: zo stelde de weerman. Die uitnodiging laat ik niet aan mij voorbijgaan en de achtertuin geeft juist uitzicht op de Noordoostelijke hemel en ik ging er vannacht maar eens goed voor zitten op de tuinstoel. Glaasje sap en een knabbeltje en laat het spektakel maar beginnen. Het was warm in bed en ik lag half boven het dekbedje, maar hier in de tuin waait er af en toe een fris windje over mijn benen. Ik ben blijkbaar te vroeg, want de nachtelijke hemel laat op het gespikkelde van de sterren, geen beweging zien van ook maar één vallende ster. Vliegtuigen komen hoog langs en ik volg ze een stukje hoe ze langs de donkere lucht komen, met hun knipperlichtjes en brommend geluid. Een paar satellieten trekken nog hoger hun baan en gaan behoorlijk snel. Allemaal leuk, maar daarvoor zit ik hier niet, en dan opeens in minder dan een seconde flitst er een ster met een staart door het zwart. Het is er en voor je het beseft is het weer verdwenen. Er volgt een hele dunne streep waar ik aan twijfel of dat er één was. Ik hoop dat dat het startschot is op de regenbui die voorspeld was, 50 vallende sterren in een uur. Als een visser op zijn dobber houd ik mijn blik op de weidse hemel gericht. Ze willen niet bijten, om in de slecht gekozen metafoor te blijven, maar ik laat me niet ontmoedigen.
Een kat springt op de voertafel in de tuin en de hond die in de
benche ligt in de keuken ziet het gebeuren, waarop ze een luide blaf laat
horen. Kat weer weg en de hond tot stilte gemaand, het is immers midden in de
nacht. De hond draait zich om en vraagt zichzelf waarschijnlijk af wat ik daar buiten doe. Ik
begin het me inmiddels ook af te vragen, hoe geconcentreerd ik ook blijf om in de
ruimtelijke oneindigheid te staren, het universum laat het afweten. Als ik dan
toch zit te wachten en te kijken, zou het dan misschien aardig zijn als een UFO
zich liet zien. Vallende sterren heb ik wel eens gezien, maar een UFO heb ik
nog niet op een waarnemingslijstje kunnen zetten. Twee heldere strepen van een vallende
ster verlichten de lucht en scherpen mijn verwachtingen weer aan, ah… nu gaat
het beginnen en ik ga er weer eens goed
voor zitten.
Een slak probeert mijn blote voet op te klimmen. Er splast iets in de vijver, een
zachte bries ruist door het blad van de bomen, stemmen van voorbijgangers op de
hei. Na vijf kwartier en vier vallende
sterren geteld te hebben voel ik me toch wat bedrogen uitkomen. Hoezo
sterrenregen, het heeft wat gedruppeld. Terug naar bed, want de belofte dat ik
daar lekker kan slapen, wordt vast wel vervuld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten