Vannacht en vanmorgen heeft het geregend. Een mals regentje dat rustig en aanhoudend zijn zegenrijke vocht met de aarde deelt. Zo welkom om het frisse groen en de groeikracht van de planten en bomen een boost te geven. Als het water dat uit een bron opwelt, zo welt het groen op uit de bermen. Het Bleeksporige Bosviooltjes, Gele- en witte dovenetel, Look zonder Look, Fluitenkruid allemaal al in bloei of dik in de knop. Een lentesensatie.
Het geeft me toch wat zorgen als ik over de hei loop. Het is daar een lege plek in de lucht, waar een Torenvalk zou kunnen bidden. Ik heb hem hier al een tijd niet meer gezien. De lege plek in de lucht waar de Veldleeuwerik zou kunnen zingen, is een gapend gat in de weidsheid van de hei. Zou de Koekoek zich dit jaar nog laten horen op dit stukje hei? Zulke gedachte stemmen mij somber, …maar, de ochtendwandeling met de hond over de hei, de regenjas aan, wandelend over de stemmige iets nevelige hei, had een verassing voor mij. Er vloog een Veldleeuwerik zingend de lucht in en jubelde zijn heerlijke tonen over de hei, vanuit zijn steeds hogere zangplek in de lucht. Prachtig en tegelijk ook weer zorgelijk, omdat het er maar één is die daar zingt, is dat genoeg om een soort in stand te houden? Toch was er ook wel weer iets, dat de Boompieper over de hele hei op verschillende plekken zangposten heeft en dat zijn er weer meer dan verleden jaar. Ik hoor hier en daar de Grasmus… of de Braamsluiper. Waarschijnlijk beide op verschillende plekken. Wat ik wel weinig en minder dan vorige jaren zie en hoor zijn de Roodborsttapuiten. De Fitis heeft ook maar een paar zangplekken. En de meesterzanger, de Merel, waar is hij? Ik zie en hoor hem maar zelden, was er een week of wat geleden de Zanglijster nog luidruchtig van de partij was, zijn zang lijkt nu ook verstomd te zijn. Nu hoorde ik op “Vroege Vogels” gisteren een item had over de Zanglijster dat hij een zangpauze heeft als de eieren bebroed worden. Het boek “Silent Spring” dat waarschuwde dat het ooit een stille lente zal kunnen worden. Het ging toen over het veelvuldige gebruik van DDT, dat de natuur de das om zal doen, als daarmee werd doorgegaan. Dat de insecten en daarmee de vogels zouden verdwijnen, een schrikbeeld dat er een lente zou kunnen komen, waar er geen vogels meer zingen. Naar die noodkreet is toen geluisterd en het gif werd verboden. Nu is het geen stille lente, maar ik weet dat door het huidige gebruik van pesticide er een herhaling dreigt op een stille lente. Het is nu in ieder geval stiller dan het zou moeten zijn.