Een geweldige herfstdag, blauwe lucht, met vannacht en vanmorgen een vleug nachtvorst. Een prikkelende kou die het blad uit de bomen doet dwarrelen, daar is geen zucht voor nodig, in die windstilte laat de Zon mistige stralen in bundels door de stammen schijnen. Een moment waar je bij wilt zijn en als je dat voorrecht hebt, zal het je niet ontgaan, een ansichtkaart waar je zo in kan wandelen. Het vallende blad tikkelt tegen de takken onderweg naar de grond waar nog meer blad ligt waar mijn voeten en de pootjes van de hond, de ritselde bladeren onder onze stappen laat knisperen. De uitgebloeide Distels en de Guldenroede, met op de verdorde stengels de verdorde bloemen, vol met zaden te wachten tot een vogel die rijkdom komt opeisen en wellicht genoeg van de zaden morst om uit te zaaien. Een toegift van de zomerse bloei, nu als fiere bruingrijze skeletten rechtopstaand, weer op een heel andere manier mooi te wezen. Het is stil en het zou stiller kunnen zijn, als de schooljeugd die fietsend, over het brede bospad op weg naar school, af en toe met vuurwerk in de weer zijn, met oorverdovende knallen.
Wat ook onder vuurwerk zou kunnen vallen, is het geruisloze stille
werk, van de paddenstoelen.
Met spetterende namen en kleuren, zoals de Goudvliesbundelzwam, die aan de bast
van een Beuk tevoorschijn komt, de Bleekgele Mycena, piepkleine paddenstoeltjes
tussen het gras, de Groene anijstrechterzwam, de Nevelzwam die in grote cirkels
onder de Beuken staan. Hoe ik al die paddenstoelen
namen ken? Een prachtige App op de telefoon vertelt me in no time met welke
paddenstoel ik van doen heb, één fotootje ervan en de app verteld me de
wonderlijke en prachtige namen. Waar ik gisteren langsliep en nog niets te zien
was, staat vandaag een heuse heksenkring, want zo heet een cirkel met Nevelzwammen.
Heksenkring, wat het dan weer tegelijk sprookjesachtig maakt. Zoals ook de paddenstoelen
aan kabouters doet denken. Ik vraag me dikwijls af als de hond ergens staat te
snuffelen wat ze ruikt, misschien ruikt ze het spoor van een kabouter die daarlangs
is gekomen. Zeg niet te snel dat dat flauwekul is, want je weet het
uiteindelijk toch niet echt. En wat je niet weet kan je ook niet ontkennen.
Elke dag schuift de Zon iets eerder achter de horizon en tovert in
de lucht soms mooie avondluchten met tinten oranje, geel en wit, purper, licht
en donkerblauw. De afkoelende heidegrond maakt nevels los die een mistige laag
boven de hei vormt. Het donker wordende bos maakt de Bosuil wakker die in deze
tijd van het jaar de lente al in het hoofd krijgt door zijn mysterieuze roep
vanuit de donkere bosrand te laten klinken. De roep om weer een nest te bouwen
met daarin de vroegste eieren van het volgende jaar uit te broeden. Deze mooie dag is weer voorbij en wie weet is
het morgen nog mooier, gewoon verwachten dat het zo is. Als het niet zo is, dan weten we wel, door
vandaag, hoe mooi het kan zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten