woensdag 24 november 2010

Petje af…

In de winkelstraat van ons dorp staat een pand al geruime tijd te huur. Toen ik erlangs liep viel het aparte stoepje op dat ervoor was aangelegd. Een mooi in patroon gelegd tegelpaadje en ik bekeek het goed om het thuis met potlood en papier er een schets van te maken. Eenmaal thuis lukte het me niet het patroon vanuit de herinnering, van wat ik daar zag te kopiëren. De volgende dag met de camera er naar toe en een paar foto’s genomen van dat mooie stoepje. Een print gemaakt en toen de tegel uitgeknipt, uitgemeten en vergroot.
Met de sjabloon die ik ervan maakte dacht ik aan de gang te kunnen gaan, maar na de tegel keer op keer te hebben nagemeten en na vijf keer een nieuwe sjabloon gemaakt te hebben, kreeg ik nog steeds niet het gewenste resultaat.
De andere dag weer met de camera erheen, ik had blijkbaar de foto schuin genomen, en nu dan de foto recht boven de stoep genomen en weer aan de slag. Uiteindelijk kreeg ik het passend en bracht het over op een paneel. Een geploeter om met een penseel rechte lijnen te schilderen en daarna de vlakken grijs/zwart/wit  in te vullen. Kleuren tussen de lijntjes, ik ben er even zoet mee geweest. En dan te bedenken dat iemand dit stoepje zo verzonnen heeft en een kunstige stratenmaker deze stenen zo perfect heeft neergelegd. Petje Af.

zaterdag 13 november 2010

Mus.


De handgemaakte voertafel die afgelopen jaren in de tuin stond , is vervangen door een gekochte voertafel uit een tuincentrum. Vogels doen zich te goed aan de zaden de pinda’s en straks als het wat kouder wordt, de vetbollen. De turkse tortel, de merel, kool-  en andere mezen, heggemus, roodborst, groenlingen, vinken en een vogeltje dat een warm plekje in mijn hart heeft, de huismus.
Een rondtrekkend groepje mussen doet zo nu en dan ook mijn voerplek aan en maken dan in de struiken het nodige gezellige kabaal die een groepje mussen zo eigen is.
Waarom heeft de mus dat extra plekje in mijn hart ?  Ik denk dat het uit mijn jeugd komt. Het was dat ik met een vriendje in de tuin speelde en de buurman was aan het schieten met een windbuks.
Nieuwsgierig gingen we bij hem kijken en hij schoot een mus dood, we renden naar het dode vogeltje om het op te halen om het bij de buurman te brengen, maar tot mijn verbazing had hij helemaal geen aandacht voor dat nog warme dode musje. Hij begon alleen maar te pochen dat hij met gemak een pepermuntje van een paaltje kon schieten. In mijn kleine kinderhoofdje brak iets, ik stond daar met het dode vogeltje en hij had het over een pepermuntje…   Als ik nu die oude buurman nog  tegen kom, denk ik nog altijd met afschuw terug aan dat moment. Een andere buurman peurde de nesten van de mussen onder zijn dakpannen vandaan. Die rotbeesten maakte te veel kabaal en hij scheen er ook nog genoegen in te beleven om het te doen als ik in de buurt was. Hoe boos ik ook werd op de buurman hij lachte er alleen maar om. Een boerenzwaluw die elk jaar een nest had in zijn garage kreeg meer respect van hem. Hij zette zelfs de auto buiten zijn garage neer om de zwaluw de ruimte te geven, want zo zei hij met een ernstig gezicht :
“Als je een zwaluw verstoord, overkomt je ongeluk “
Een gunstig bijgeloof dat de zwaluw beschermde en ik zou willen dat er over de mussen bij hem ook zoiets te bedenken viel.
Nu de mussen op mijn voertafel neerstrijken, voel ik door deze geschiedenis extra warmte voor ze en ik gun ze het voer van harte, ondertussen haal ik een pepermuntje uit de trommel en steek het in mijn mond.

woensdag 10 november 2010

Gekleurde wolken,

Nu de wintertijd weer is ingegaan is mijn rondje met de honden over de hei na het eten, verschoven voor het eten. Tussen half vijf en vijf nog even de hei op de benen strekken. Het was een regenachtige dag geweest, maar in de loop van de middag klaarde het wat op. Nu hangen er dikke wollige wolken en heeft de wind slierten wolken uiteen geblazen, met daarachter het blauw, het zo mooie hemels blauw van een warme zomerdag. Ganzen trekken zo nu en dan langs en zojuist kwam er en vlucht recht over me heen en daar nog één voor langs die wolk met verschillende tinten grijs.
Ze vliegen hoog maar hun gegak maakt me dat ik omhoog kijk en naar ze op zoek ga. Toch kijk ik in eerste instantie achter de vlucht omdat mijn oog naar de plek gaat waar het geluid vandaan komt.
Tussen de grijze dikke wolken vormen zich aan de horizon dunnen lange wolken die op een gegeven moment door de zon beschenen oranje oplichten. Tussen al dat grijs opeens zo’n heldere kleur als een afscheid van de zon die op deze wijze naar de aarde zwaait. Een paar tellen later is het weer voorbij en dat wat oranje was is nu weer grijs en het word schemerig. “Kom jongens, we gaan naar huis “ De boerenkool die ik opzette voor we van huis gingen zal zo onderhand wel gaar zijn.