zaterdag 28 april 2018

Circle of life



Een documentaire op Netflix over bijen trok direct mijn aandacht en ik klikte het aan.
 “More than Honey” een film over bijen en imkers. Het begint met gemoedelijke beelden van een bebaarde , bejaarde oude man die in de Alpen bezig is met zijn bijen. Het roept gevoelens van herkenning bij mij op van de tijd dat ik ook twee bijenkasten in de tuin had staan. Aangestoken door het enthousiasme van de buurman, besloot ik toen een kudde van die steekbeesten aan te schaffen. Het nam me helemaal in beslag, want dat leventje in de bijenkast is aan alle kanten fascinerend. Bij bijen horen bloemen en als je interesse voor bijen groeit, bekijk je het plantenleven ook weer met andere ogen.  De voor de bijen geschikte bloemen heten “drachtplanten” en zo begeef je ook in het jargon van de imker. In het voorjaar verhuizen de kasten naar de Wilgen die het broodnodige stuifmeel leveren om daarmee een nieuwe generatie bijen te voeden. Sta je onder zo’n bloeiende Wilg dan hoor je het gezoem en de bijen nemen aan de poten klonten stuifmeel uit de katjes van de Wilgen mee naar de kast. Daarna kunnen de kasten naar de fruitbomen, waar ze een belangrijke rol spelen in de bestuiving van het fruit. Ik vond de bloei van de Acaciaboom wel interessant, de heerlijke geurende bloesem moest naar mijn idee ook wel honing opleveren die overeenkwam met die zoetige geur van de bloemen.

k dwaal af, die documentaire, daar ging het over. Het begon heel idyllisch met een oude imker in de Alpen, waar mijn hart bij wegsmolt van de nostalgie. Maar, ja hoor daar heb je het weer,… een maar, het is niet alles rozengeur  en maneschijn. Er kleven nogal wat problemen aan het houden van bijen, ziekten en parasieten bedreigen hele volken en de pesticiden hebben ook de nodige schade teweeg gebracht. De arme imker in de Alpen verloor om die reden een aantal bijenvolken en de kasten moest hij verbranden om verdere besmetting tegen te gaan. De commerciële imker had het groots aangepakt. Hij stapte uit zijn vierwiel drive  in een enorme Amandelboomgaard in Amerika en stak zijn vinger omhoog, om ons attent te op het geluid van zoemende bijen waarbij hij zei: “het geluid van geld.” Iedere kast die hij er had staan  voor de bestuiving van de Amandelbloesem, leverde hem 150 dollar en vermenigvuldigd met het aantal kasten die hij daar had staan,  was dat een lieve som van 600.000 dollar voor veertien dagen bestuiving.
Big Business. Hij had twee trucks met opleggers rijden, zoveel man personeel en de kasten werden door heel Amerika gereden voor de bestuiving van gewassen. Het commerciële bracht ook verruwing en hoe zachtaardig de imker in de Alpen  met zijn kasten omging, zo ruw ging de Amerikaanse imker ermee om. Om de honing te oogsten waren  slimme machines gemaakt, maar die hielden weinig rekening met de bijen, die geplet werden tussen de draaiende kettingen en onder de harde schijven die over de raten geschoven werden. Zoveel respect de oude imker had voor zijn bijen, bij de commerciële imker was de bij een product, een bijproduct geworden waarvan het belang van de bij op de achtergrond raakte. Vind ik lastig om te zien, hoewel ik het wel begrijp dat als je met deze gevleugelde werknemers te maken hebt, ze veelal in de weg kunnen zitten als je bepaalde handelingen moet verrichten. 

Maar dan toch, wat meer respect zou toch wel op zijn plaats zijn.   Deze, maar ook andere insecten hebben een grote betekenis in de “circle of life”  een cirkel waar we zelf ook inzitten en gaat het hen goed dan gaat het ons ook goed.
Zo nauw luistert dat. 



zondag 22 april 2018

Opgeruimd staat netjes…


Een klein veldje in het bos met een bankje erbij was door jongeren uitverkoren tot een hangplek. Heel goed als ze in het bos willen zijn om met elkaar diepzinnige gesprekken te voeren in de entourage van de natuur. Maar dat was niet het geval, drank, sigaretten en weet ik wat meer voor weinig opbeurende spullen, sjouwde ze mee naar die plek. Met alle verpakkingen die links en rechts van hun af werden gesmeten.  Diepgang die ik in hun gesprekken vermoedde, bleek door hun gedrag uiterst oppervlakkig te zijn. Als ik er langs liep en de wazige blik in hun ogen zag, begreep ik dat er iets anders in het spel was. Het kreeg iets weg van een kleine vuilnisbelt en het beheer van het bos heeft erop ingegrepen, door het bankje te verwijderen en de rotzooi op te ruimen. De jeugd werd stevig toe gesproken en een tijdlang was het daar rustig. Ik mis het bankje wel, want het was een lekker plekje om even te zitten.  Tot van de week ik er weer langs liep en er weer een hoop rotzooi op het weitje zag liggen, sloeg de schrik me om het hart. Gaan we weer.

Ooit hebben onderzoekers een proef gedaan in hoeverre de omgeving invloed heeft op ons gedrag.  Bij een fietsenrek langs een lange muur, hingen ze aan het stuur van de fietsen een flyer van een niet-bestaande firma. Bij terugkomst zagen de onderzoekers dat de meeste flyers in de zak gestoken werden of in de fietstas gestopt. Vervolgens werd de muur volgespoten met graffiti en de proef herhaald. Nu werd meer dan de helft van de flyers op de grond gegooid. Dezelfde plek, maar door de graffiti kreeg het een andere sfeer en riep vervolgens op tot een meer onverschillige instelling.
Ooit las ik van een hotelschool die er de nadruk op legde dat alles er netjes en verzorgd moest uitzien. Een hotel had zelfs kleine bordje geplaatst onder de bedden met de tekst: “Zelfs hier hebben wij voor U schoongemaakt”. Het motto van de hotelschool was dan ook: “ In een correcte omgeving zullen mensen zich correct gedragen. “

Van de week was het een rommeltje in mijn hoofd en haalde ik allerlei gedachten door elkaar en merkte ik dat dat ook invloed had op mijn gedrag. Ik neigde behoorlijk chagrijnig te worden en dat is niet prettig voor je omgeving. Pas toen ik de boel weer wat op orde kreeg en het wat opruimde kwam de glimlach weer terug. Opgeruimd staat netjes…is netjes,… voelt netjes,…

zaterdag 14 april 2018

Aangespoeld


Een Potvis is aangespoeld met 25 kilo plastic in zijn maag. Het werd hem fataal en dit trotse enorme dier is er letterlijk aan kapot gegaan. De golven spoelde hem het strand op, alsof de zee ons hiermee wil vertellen dat het niet langer zo verder kan. De Potvis die met één ademtocht de diepte induikt en op een diepte op pijlinktvissen jaagt, daar wij door de druk van het water allang uit onze zwembroek zouden zijn geperst, daar peddelt de Potvis schijnbaar moeiteloos achter zijn prooi aan. Ondanks deze kwaliteit is het onze plastic dat zwevend in het water, wat  wel wat weg heeft van een pijlinktvis. Wat hap na hap fataal word voor de Potvis, die daar levenloos als een aanklacht aan ons op het strand ligt. Als ik aan het koken ben kijk ik er telkens weer van op hoeveel plastic er blijkbaar nodig is om de producten die ik in de winkel koop te moeten verpakken, tot zelfs de komkommer aan toe die in een plastic folie verpakt is. Dat afval komt niet allemaal in de zee terecht en we hebben nu ook goede manieren van scheiden en hergebruik die zich aan het ontwikkelen zijn, maar dan toch?

Een documentaire die te zien is op Netflix is een aanrader: “Mission Blue”,
waarin de zeebioloog  Sylvia Earl  ons meeneemt in haar leven als bioloog en de verschuiving die ze in haar levensspanne heeft waargenomen. Van weelderige koraalriffen, waar nu een dood wit koraal is en dat alles in een tijdspanne van enkele tientallen jaren. Het holt letterlijk achteruit. Het plastic probleem is al benoemd, maar heeft zo’n omvang dat het schrikbarend is. De primatoloog, Jane Goodall reist de wereld rond en op hoge leeftijd blijft ze onvermoeibaar de wereld waarschuwen hoe het gesteld is met de primaten en hun leefgebieden, de jungles en de oerwouden die door onze hebzucht slinken. Dit zijn er twee die een boodschap hebben van: stop en nu en niet verder, want vroeg of laat “spoelen wij zelf aan met 25 kilo plastic in de maag.”

De oorlogszuchtige leiders waar we heden ten dage mee “gezegend ”zijn en die heldhaftige taal twitteren, het er telkens op aan laten komen om conflicten uit te willen vechten, zij zijn het niet waar naar geluisterd moet worden. We kunnen ons geen oorlogen meer permitteren, er is niet veel meer over wat we verder nog kapot kunnen maken. Laten we stoppen naar deze dwazen te luisteren en ons oor neigen naar mensen als Sylvia, als Jane, die wat te zeggen hebben, wellicht hebben we daar meer aan en kan al dat geld en al die energie die in oorlogsindustrie en wapenwedloop gestopt wordt, benut worden in ontwikkelingen voor het behoud van onze kostbare planeet.
Wat Wubbo Ockels ons nageroepen heeft vanaf zijn sterfbed, “We hebben maar één Aarde, we kunnen nergens anders heen…”