Op de oude
schoolplaten waarop een natuurtafelreel staat afgebeeld, zijn zoveel mogelijk
dieren, insecten en planten ingetekend
in een natuurlijke omgeving. In het hoekje van de plaat ligt een blad
van een waterlelie met een helder witte bloem ernaast. Op het blad zit een Groene kikker, verderop staat een Reiger aan de slootkant en op een stengel in
het riet zit een Karekiet te zingen, twee Wilde eenden en een paar Meerkoeten
drijven op het water en op het weiland staan een paar Kieviten. Als je blijft kijken
ontdek je de Libelle die op de stengel van een Lis zit en in de blauwe lucht
vliegt een Kokmeeuw. Allemaal in één afbeelding gevat en als je blijft kijken
ontdek je ook nog de Purperreiger die zich in het riet verstopt houdt. Het is
tegelijk een overzichtsplaatje en een zoekplaatje. Je zou denken dat zulk een
schoolse opvoeding ons een besef voor de natuur heeft meegegeven. In mijn geval
is dat wel zo en ik hoop van harte dat het bij jou ook zo is.
Des te meer
is het nieuws van de week dat er in Barneveld een kippenschuur in vlammen is
opgegaan zo schokkend. Een schuur waar 20.000 kippen waren gehuisvest, zo’n
beetje het bewonersaantal van ons dorp. Een schril contrast met die
nostalgische wandplaten. Waar op de ene plek dieren ruimte van leven hebben, zitten
anderen opgepropt in schuren. Op de radio hoorde ik een item waarin een nieuw
apparaat werd aangekondigd, die in het ei al het geslacht van de kip kon
bepalen. Waar eerder al de eieren uitgebroed moeten worden, om daarna de
kuikens te seksen op geslacht, waar de haantjes eruit werden gehaald en vergast
werden, kan dat nu vroegtijdig gebeuren met behulp van dit nieuwe apparaat. Wel
te bedenken dat het jaarlijks om 2,3 miljard kuikens ging die vergast werden.
De hennen groeide op, om in hun leven toch een kleine 350 eieren per kip te
leggen. Getallen waar we geen weet van hebben en die daar op de radio als
gewoon werden vermeld.
Die
nostalgische wandplaten doen vermoeden dat het idyllisch boerenland is, waar de
kikker in de sloot en de Karekiet in het riet zijn plekje heeft, maar net
buiten het beeld van deze idylle staat een megaschuur, waar duizenden dieren
opgepakt zitten, waar een enorme berg vergaste hanenkuikens liggen, allemaal
voor onze consumptie behoeften. Vroeger bij de slager ( daar kom ik al lang
niet meer) vroeg hij dikwijls; “mag het een onsje meer zijn?” Zouden we ons nu
inmiddels eens moeten afvragen of het misschien wat minder kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten