zaterdag 9 februari 2019

Schetsen

Een stevige wind huilt om het huis en dan is het nog goed toeven in bed. Nog even het opstaan en de wandeling met de hond uit te stellen. Luisterend naar de wind die door de takken en de naalden jaagt van de Douglas die voor ons slaapkamerraam staat, doezel ik stiekem weg  en val weer in slaap. Een half uur later wordt ik weer wakker van hetzelfde geluid dat me eerder in slaap had gewiegd. Het is al bijna acht uur, de hond wacht me op voor haar dagelijkse ochtendwandeling. In het bos zingt de Grote Lijster, de eerste die ik dit jaar weer hoor. Met krachtige stoten zingt hij en galmt hij zijn klanken vanaf een hoog punt in een Douglas over het bos. Van de week hoorde ik de eerste Merels al weer zingen en het zal nu ook niet lang meer op zich laten wachten dat de Zanglijster ook weer van zich laat horen. Met vlagen trekt de wind aan de takken en veroorzaakt bij elke boomsoort een ander geluid. Het fijnste geluid vind ik als de wind door de korte naalden van de Sparren en de Douglassen trekt. Het suizende geluid zwelt aan en neemt weer af in het ritme die de wind er aan geeft. Grover klinkt het geluid als de wind door de takken van de Beuken en de Eiken jaagt.  Het is droog en het bankje dat ik even nodig heb om te zitten om mijn zere rug even te ontspannen, is door de wind mooi droog gewaaid van de nattigheid die gisteren is gevallen. Allerlei geluidjes om me heen, van het roffelen van een Bonte Specht, mezen en vinkengeluidjes en het wat driftig aandoende gekwetter van de Boomklever. Verderop een tweede Grote Lijster die boven het gebulder van de wind weet uit te komen.

 Ik zit hier als een kunstschilder, zonder materiaal, zonder verf en penselen, maar doe hier indrukken op die ik thuis wel meen te kunnen vastleggen. De beelden zijn woorden die passen bij het moment en waarvan direct een schets zou moeten worden gemaakt. Je kunt je fototoestel ook niet thuislaten om thuis een foto te maken van de dingen die je daar zag. De beelden zijn fragiel en zo dun als een zeepbel. Eenmaal thuis en zittend achter het  schrijfschrift, zijn de zeepbellen al weer geknapt, die daar in het bos zo mooi in regenboogkleuren reflecteerde en tussen de stammen van de bomen door zweefde. Een schetsboekje, een notitieboekje, het zou net als de hondenriem en de verrekijker een standaard uitrustig moeten zijn op mijn wandelingen. Het bankje in het bos staat er al klaar voor.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten