De poten
werden uitgezet en er ontstond een klein comfortabel stoeltje uit die stapel
stangen en grijze stof. Op een schaduwplek langs het bospad, met uitzicht op
een licht glooiende open plek in het bos, krijgt het stoeltje een plek. Het is een heerlijke warme lome dag en een
zacht briesje doet de pluimen van het gras heen en weer wiegen. Tegenover me
strijk een Buizerd neer op een dode tak in een Dennenboom. Als een vorst zit
hij daar en kijkt vanaf zijn zitplaats over het veld. In de bosrand ratelt een
Winterkoninkje zijn herhalende zang, een korte riedel, even pauze en dan nog
eens en nog eens en blijft maar door gaan. In zijn pauzes antwoord een andere
aan de andere kant van het veld zijn roep en doet hetzelfde. Onvermoeibaar
geven ze elkaar antwoord met hetzelfde liedje van een paar noten. Inmiddels
vliegt de Buizerd op en met trage vleugelslagen verdwijnt hij tussen de bomen
door uit het zicht. De hond strekt zich lekker uit als ze begrijpt dat we hier voorlopig
wel even blijven. Ik giet voor haar wat water in een bakje en schenk mezelf een
kop koffie uit de thermosfles in. Het was een onverwachte vrije dag vandaag en
ik wist eerst niet goed wat te doen. Maar nu ik hier zit is het een prima keuze
het zo te besteden. Een Vink slaat zijn slag en een Roodborst neemt zijn plek
in en maakt zijn aanwezigheid kenbaar door zijn lied ook toe te voegen,
Kuifmees en Goudhaantje onderhouden met contactgeluidjes hun banden met hun soortgenoten
tussen de takken van de sparren. Verderop zingt twijfelend een merel, die zijn
zang even onderbreekt om een soortgenoot uit zijn territorium te verjagen.
Op die
vechtende merels en de Buizerd na, neem ik met mijn oren de omgeving waar. Het
veldje ligt er op de deinende grashalmen na bewegingloos bij. Toch vermoed ik
dat daar in het veld menig hartje klopt van dieren die zich daar ophouden maar
er voor waken gezien te worden, muizen en hagedissen die zich op een zonnig
plekje koesteren, torren, spinnetjes en wellicht verschillende soorten mieren,
rupsen die aan het blad knagen en zich voorbereiden op hun bestaan als vlinder,
allemaal trotse bezitters van een kloppend hart. Ik leun wat dieper in mijn
stoeltje en ik voel me helemaal opgenomen door deze plek. De hond meent daar
het sein in te zien dat we weer verder gaan en met een zucht gaat ze weer liggen.
Ik stel haar gerust dat we straks weer verder gaan, maar nu nog even deze plek
op me laten inwerken. Het is een tijdloos moment, het zou zomaar een dag in
1960 kunnen zijn of misschien wel een dag in de toekomst, maar het is vandaag.
Een vliegtuig komt hoog over, verderop klinken wat bouwgeluiden, maar ver weg
genoeg om het te negeren. De tijd dat ik daar zit, van ruim een uur, rek ik nog
wat en stel het weggaan nog even uit. In het onhoorbaar geruis van kloppende
harten heb ik samen met de hond onze harten afgestemd op deze plek. Wellicht
heeft het af en toe even in harmonie geklopt met al die andere harten. Dan stop
ik alles weer in mijn rugtas, klap het stoeltje weer op en we gaan op ons
gemakje weer terug naar de auto en de idylle lost zich op in een herinnering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten