Een gele
vlinder fladdert door de tuin, terwijl er een stevige bries staat. Met het
geringe gewicht van misschien net een gram en met een groot oppervlak aan
vleugels maakt de vlinder toch de wendingen die het in zijn kleine koppetje
heeft. Vogels hebben de stroomlijn die hun de snelheid en de wendbaarheid
geven. De puntige vleugels, het torpedo achtige lijf, breken de luchtweerstand,
maar de vlinder moet het doen met zijn tere ronde vleugels, waarvan je zou
verwachten dat elke bries hem uit zijn koers zou drukken. Het gefladder doet
vrolijk aan en een vlinder zal bij de meeste van ons toch geassocieerd worden
met iets prettigs, zoals we een prettig ( verliefd ) gevoel benoemen met het
hebben van vlinders in de buik. Het
vlindertje fladderde over de schutting de tuin van de buren in en hij liet me
alleen in de tuin, ik keek hem na en hoopte dat hij weer terug zou komen.
De zon beschijnt
een stukje van de vijver, waar in het ondiepe gedeelte de Goudvissen zich even
komen koesteren in het licht en wellicht wat warmere water. De Gele Lis die zo
uitbundig bloeit, wordt vermenigvuldigt door
de weerspiegeling op het wateroppervlak.
De beweging van de vissen in dat zon beschenen stukje vijver, nodigde me uit het van dichterbij te komen bekijken en ik ging op mijn buik bij de vijver liggen. in het heldere water zweefde de vissen voorbij als vlogen ze in slow motion. Zonder enige inspanning aan hun lijven te zien schoten ze van stilstand naar verderop. Hoe lomp en toch sierlijk de vlinder was die zonet mijn tuin uit vloog, zo gestroomlijnd zijn de vissenlijven. Ik keek naar de details, de borstvinnen, waarvan je het vermoeden hebt dat die voor de aandrijving zorgen, de rugvin, de vinnen achter bij de staart en de sierlijke iets sluierende staart, beweegt daar in het water als één geheel van schoonheid. Wat een mooie dieren, die ik, zo besef ik me nu, niet eerder zo goed bekeken heb als ik nu doe. Een wereld apart dan die van mij en toch met elkaar verweven, zoals die vlinder van daarnet, een heel andere levensvorm is, die zomaar mijn wereldje in fladderde. Twee bevindingen van een moment in de tuin toen ik daar zat te ontbijten.
De beweging van de vissen in dat zon beschenen stukje vijver, nodigde me uit het van dichterbij te komen bekijken en ik ging op mijn buik bij de vijver liggen. in het heldere water zweefde de vissen voorbij als vlogen ze in slow motion. Zonder enige inspanning aan hun lijven te zien schoten ze van stilstand naar verderop. Hoe lomp en toch sierlijk de vlinder was die zonet mijn tuin uit vloog, zo gestroomlijnd zijn de vissenlijven. Ik keek naar de details, de borstvinnen, waarvan je het vermoeden hebt dat die voor de aandrijving zorgen, de rugvin, de vinnen achter bij de staart en de sierlijke iets sluierende staart, beweegt daar in het water als één geheel van schoonheid. Wat een mooie dieren, die ik, zo besef ik me nu, niet eerder zo goed bekeken heb als ik nu doe. Een wereld apart dan die van mij en toch met elkaar verweven, zoals die vlinder van daarnet, een heel andere levensvorm is, die zomaar mijn wereldje in fladderde. Twee bevindingen van een moment in de tuin toen ik daar zat te ontbijten.
Toen de
Voyager, de ruimte sonde diep in de ruimte bij een planeet zich richting Aarde
keerde, maakte het een foto, met in die onmetelijke zwarte ruimte gespikkeld
met sterren die oneindig ver weg staan, waar een klein blauw stipje op te zien
was. The blue pale dote werd dat stipje genoemd, onze Aarde. In al dat zwart
tollen enorme planeten en sterren rond, die stuk voor stuk fascinerend zijn in
omvang, maar zo dood als een pier. Zo ver we weten is daar nergens een vlinder
die daar vliegt, of een vis die door het water schiet. Wat niet wil zeggen dat
er nergens een planeet is dat leven bevat, waarschijnlijk wel, maar we weten
het niet. Wat we wel weten is dat op dat kleine blauwe bolletje, vlinders
vliegen en vissen zwemmen, dat is ons adres, daar wonen wij, daar kan de post
heen die voor ons bestemd is. Dat besefte ik me op een mooie zonnige
zondagmorgen op mijn buik aan de rand van de vijver en dat lied van
Louise Armstrong kwam in me op: What a wonderful world.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten