maandag 30 januari 2023

Tuin

 

Al jaren organiseert de Vogelbescherming eind januari een Tuinvogeltelling. Met pen en papier, de kijker bij de hand, zit ik achter het raam en tel een half uur lang de vogels die in de tuin komen. Gelokt door wat voer is het wel verzekerd dat de vogels de tuin aandoen. De pinda bol is gevuld en de voertafels liggen vol. Voor de Eksters heb ik een handje hondenbrokken en voor de merel een handje rozijnen op de grond gegooid. De Eksters komen er al snel op af en de merel vind het hoopje rozijnen. De mussen bezetten de voercylinder, de duiven de voertafels en zo is er veel beweging in de tuin, die nu in aantallen worden omgezet. Van de Eksters tel ik er zeven, lastig te tellen, want ze vliegen af en aan, pikken een brokje op en vliegen ermee weg. Zullen ongetwijfeld meerdere keren terug komen, maar omdat ze even uit beeld zijn is het totaal aan Eksters lastig te tellen, maar ik hou het op zeven, want die zag ik op een gegeven moment op het gras en in de struiken in één beeld. De merels bij de rozijnen zag ik voor dat ik begon te tellen en ik hoop dat ze nog terug komen om ze ook aan de lijst toe te voegen. De mussen zijn ook lastig te tellen, die vliegen door elkaar en af en aan, en daar doe ik een ruwe schatting die eerder naar onder dan boven gewaardeerd is.  Ik hou het op 20 mussen. Een paar Vinken, een Roodborst, Pimpel en Koolmezen en niet te vergeten de Grote Bonte specht die regelmatig aan de pindabol hangt. Een groepje Kauwtjes komt even aan als een stel onruststokers en blijft maar kort, ook een telwinst van acht vogels. Twee houtduiven en zeven tortels en zo vult de lijst, tot het half uur vol is. De merels hebben het laten afweten en staan niet op de lijst vermeld. De getelde vogels ingevoerd en opgestuurd. Van de 1.964.560 die geteld zijn door 135.591 deelnemers die hebben meegedaan met de telling, sta ik er ook ergens tussen en heb daarmee onze tuin ook op de kaart gezet, met als trots van de tuin de vogels die er komen.



 

zaterdag 21 januari 2023

Voorbeeld

 

Jonge eendjes leren uit voorbeeld van hun moeder, en zo zullen meer jonge dieren de kunst van het leven afkijken van hun ouders. Toen we het eenden gezinnetje in onze tuin en vijver zagen groot groeien, liet moeder eend ze hun gang gaan, want de kuikens zoeken zelf hun eigen voedsel  onder het nauwlettend oogje van moedereend, ze keerde ook regelmatig haar blik naar omhoog, waar ook gevaar was te duchten. Met een kwaakje, riep ze de kuikens bij elkaar bij het minste of geringste vermoeden. Als moeder eend haar veren begon te poesten, zaten de kuikens op het randje van de vijver en poetsten met hun kleine snaveltjes, hun donspakje. Hun zelfstandigheid groeide in de mate dat hun veren doorkwamen, waren ze als donsbolletjes nog afhankelijk van de warmte onder moeders vleugels, dan lagen ze nu in een groepje naast moedereend en waren al meer bestand tegen de wereld.  Als moeder haar veren poetste, volgde de kuikens het voorbeeld en streken ze hun nieuwe veren, net zo glad als ze in het voorbeeld hun moeder zagen doen. Elke dag een lesje in verenonderhoud, is van levensbelang. Als ik zo’n gelukkig compleet gezinnetje bekijk, heb ik het te doen met al die wezentjes die uit het ei gekropen naar de moeder piepen, maar alleen het gezoem van de broedmachine als antwoord krijgen. Een warme lamp als surrogaat voor de beschermede vleugels, wie geeft hen het voorbeeld?  Ach, dat is misschien ook niet nodig, want als hun veren doorkomen, is hun leven al beslist. Dat is te zeggen als je een hennetje bent, de haantjes zijn als kuiken al vergast, overbodig, te veel, afval. Ik heb het wel eens in een getal gezien om hoeveel diertjes dit gaat en dat overtreft de Holocaust meerdere keren en dat jaarlijks weer. 

Vroeger ben ik veel mee geweest met jagers, zij waren voor mij het voorbeeld en ik droomde ervan ooit zelf een jachtveld en een geweer te hebben. Kun je je het voorstellen, … nee, ik ook niet meer. Dat voorbeeld heb ik niet langer nagevolgd, maar geeft toch wel aan hoe belangrijk een voorbeeld is. Want eenmaal in een wereld van denken verstrikt kom je daar niet zo makkelijk weer van los. De kuikens hoefde zich niet af te vragen of het een goed voorbeeld was dat hun moeder hun gaf, voor ons is het raadzaam daar wat zorgvuldiger mee om te gaan en elk voorbeeld af te wegen, maar ook te beseffen in hoeverre wij een voorbeeld voor anderen zijn.

 

vrijdag 13 januari 2023

Trouw

 

De afkeer om geen goede voornemens te hebben is elk jaar weer opvallend. Waarom zou ik goede voornemens moeten hebben aan het begin van het jaar, werd me terug geslingerd, een haast felle weerstand tegen het idee als je een GOED voornemen overweegt. De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens wist iemand anders me te vertellen, een weg die toch niemand wil inslaan, en als je op weg gaat met een voornemen naar de hel, ja,… dan zou ik het ook niet doen. Door nog eens goed te luisteren wat je zegt, kun je toch wel tot een beter besluit komen dan dat. Een goed voornemen is juist dat, iets goeds, en als je dat als het asfalt gebruikt naar de hel, dan ben je niet goed bezig. Het wordt misschien lichtvaardig gedaan; in een impuls zeggen dat we iets niet meer doen vanaf 1 januari.  We hebben zelfs een excuusmoment bedacht door de derde maandag van januari uit te roepen als Blue Monday, de dag dat je faalt in je voornemen en afhaakt. Een voornemen heeft wat voorbereiding nodig. Als het goede voornemen bedacht wordt is datgene wat je je voorneemt op dit ogenblijk dus niet goed. Iemand zei eens dat het openlijk uiten van een voornemen het toegeven van een falen is.

Een voornemen is iets wat voor verbetering vatbaar is. Ben jij dat ook? Dan is een voornemen een goed stap in die richting. Het is je navigatie voor dit jaar op een bestemming te zetten. Zaak is dan wel de instructies te volgen en niet bij de eerste de beste afslag van de route af te gaan en de navigatie te negeren die telkens zegt je om te draaien. Zijn we zo gehecht geraakt aan het idee dat wat we ons voornemen dat het toch uiteindelijk niet haalbaar is? Iemand die begint met hardlopen is ook niet de volgende dag al klaar om een marathon te lopen. Maar door een schema van hardlopen te maken en wekelijks een paar keer te trainen, zou je aan het eind van het jaar een marathon kunnen lopen. Als je dat zo zou voornemen, zou het je wel eens kunnen lukken.

 Voor mij is het voornemen van verleden jaar ook weer het voornemen van dit jaar. Verleden jaar heb ik me voorgenomen een flink aantal boeken te lezen en heb een lijst gemaakt van boeken die ik wilde lezen. In een schrift schreef ik de titels van de boeken die ik wilde lezen en herlezen. Het herlezen van boeken viel ook onder een voornemen, iets wat ik eerder niet deed, omdat ik het boek die ik gelezen had, beschouwde als afgesloten en dus gelezen. Maar er zijn zoveel boeken langsgekomen en van sommige kan ik de inhoud maar gedeeltelijk herinneren. En dan nu als een oefening in geheugen, herlees ik nu elk jaar een aantal boeken die ik voorgaande jaren heb gelezen. Die boeken, naast nieuwe boeken kwamen afgelopen jaar op de lijst. Ik heb ze allemaal kunnen afstrepen en er zelfs in de loop van de tijd boeken bij aangevuld, die ook gelezen zijn en aan het eind van het jaar heb ik in totaal vier boeken meer gelezen dan ik me had voorgenomen. Die lijst hield me bij de les en stimuleerde me om dagelijks te lezen. Het heeft me een schat aan boeken opgeleverd en de voldoening om trouw te zijn aan een voornemen en daardoor aan mezelf.

zaterdag 7 januari 2023

Vergane glorie

 

Begin januari is niet de beste tijd om het bos op zijn mooist te zien, vooral als sombere grauwe dagen zich aaneenrijgen, daarvoor moeten we een paar maanden verder zijn in het jaar als het groen en de vogelzang weer kleur en sfeer brengen.  Nu staan de bomen er met kale takken en door de regen die er is gevallen, zijn de paden modderig en staat de beek hoog tussen zijn oevers. Zo hoog dat het overvloeit naar de overstroomgebieden, die glinsteren van de overdaad aan water die daar wordt bewaard. Bomen staan met hun wortels in het water en vele zijn al bezweken en omgevallen. Die in de beek zijn terecht gekomen zorgen voor stuwing en dat is wat het beheer voor ogen heeft. Het is het Leuvenumse bos waar ik als kind al zo regelmatig kwam, dat ik het als mijn bos ben gaan beschouwen. Kende de paden en had er mijn voorkeuren waar ik graag kwam, ja, kwam, verleden tijd, want sinds de hetse tegen exoten is de samenhang van het bos verandert, de loop van de beek moest omgelegd, paden werden afgesloten en wat ik beschouwde als de charme van het bos, werd door een strak beheer op de schop genomen. Op sommige plekken liggen zoveel omgevallen bomen en worden zelfs bomen moedwillig omgetrokken, zoals de Thuja’s rondom het oude Hoeve Beekhuizen, als zouden die door een storm geveld zijn. Het geeft door de puinhoopachtige sfeer, een indruk van een achterstandsbuurt, waar vuilnis in grote hopen en kapotte auto’s en afgedankt meubilair langs de stoepen staan. Een onaangename en naargeestige plek.

De beek waar ik als jongen vanaf het bruggetje zat te kijken naar een ribbelige zandige bodem waar het water traag over heen kabbelde, in de oevers stond het vol met groene Bekervarens en andere kruiden, nu kan ik niet eens op het bruggetje zitten met de benen naar beneden bungelen, daar is het te vies en te laag voor. Het water oogt zwart en de modder aan de oevers zijn net zo zwart als het water. Wat Natuurmonumenten ooit als een natuurmonument aankocht, is nu als een beeld in een vervallen park waarvan het beeld begroeid is met mos en korstmossen. Je loopt erlangs, maar staat er niet meer bij stil. Het is vergane glorie.