zaterdag 25 november 2023

Poldergoud

 

Onderweg naar de polder kom ik langs een akker, waar bieten in staan, maar overwoekert is door (on)kruiden. Lange stengels zwiepen boven het gewas uit en ik ben benieuwd hoe ze dit gaan oogsten. Groepjes Vinken en Ringmussen, waarvan opvallend veel mannetjes Ringmussen die daar met zijn allen in de stengels hingen. De witte wangen van de Ringmus lieten me het onderscheid met de Huismus herkennen. Telkens vlogen er groepjes uit om verderop weer tussen de planten te verdwijnen. Er zaten er tientallen, wellicht meer dan honderd of meer, die daar rondvlogen en neerstreken. Ik moest denken aan het verhaal uit het boek “Tien vogels die de wereld veranderden”, van Stephen Moss, dat ik onlangs gelezen heb. Waar een hoofdstuk aan de mus gewijd was. Mao Zedong had bedacht dat als een mus per jaar 4,5 kilo graan eet, vermenigvuldigd met het aantal mussen, dan zouden de mussen voor 60.000 mensen het brood uit de mond stoten. De mus moest worden uitgeroeid en vol overgave zette de Chinezen zich aan die taak. Ze werden uitgeroeid en dat is beschreven in het bovengenoemde boek en na te lezen hoe ze dat deden, en ze waren succesvol. Al hoewel…?  Wat Mao in zijn berekening vergeten was mee te nemen dat al die mussen hun jongen voeren met rupsen en larve van de sprinkhaan, die  nu vrij spel kregen toen de mus verdwenen was en de insecten zich te goed deden aan de gewassen. Oogsten mislukte en er was drie jaar een hongersnood, omdat de mussen er niet waren, die uiteraard hun deel van het graan namen, maar ook de insecten bestreden. Nu ik zo’n akker overwoekert zie met onkruiden, die vol zitten met zaden, daar had die Chinese meneer  ook niet aan gedacht, dat de mussen ook heel wat onkruidzaden eten. Dat bedacht ik me vanmiddag toen ik grote groepen daar in het veld bezig zag. Zaden die anders ook uitgezaaid worden en nog meer gewassen het volgende jaar kunnen overwoekeren. Ieder zaad gegeten komt straks niet meer op en de Mussen en de Vinken doen daarvoor hun best.

Er staat een stevige wind die ik recht in mijn snuitje heb en ik verkneukel me er nu al op dat ik hem straks in de rug heb. Maar eerst tegen de wind de polder in. Ik neem op de heenweg de weg door de weilanden en draai straks de dijk op en vanaf dat moment zal ik de wind in de rug hebben.  Op de weilanden groepen ganzen, Kolganzen, te herkennen aan de witte snavelbasis, Grauwe-, Canadese- en Brandganzen, over verschillende weilanden verspreid. Parmantig met hoog opgeheven kop loopt er een Grote Zilverreiger tussen door. Boven een akker waar het mais vanaf geoogst is en de karresporen vol regenwater staat, vliegt op brede wieken en trage slagen een Buizerd, die belaagd wordt door een Torenvalk die schijnaanvallen op hem doet. Een citaat van Wigman dat bij me opkwam toen ik vanaf de dijk om me heen keek. “Hoe statig varen de wolkenschepen als naar zelfbewust doel langs de hemel…,” Dikke wolken, wit gerand laten gaten open waar de Zon haar stralen door heenzendt en als een zoeklicht over het grauwe landschap beweegt. Als de bundel over de rietkraag gaat kleurt het geel op. De kale bomen krijgen het licht over zich heen en onverwachte kleuren lichten op, voor zolang de lichtbundel er over trekt om daarna weer ik het grauw te vervallen. De wind beweegt het riet en laat het ruizen en het zonlicht beweegt het landschap door de kleurwisselingen. De Rietpluimen weerkaatsen een zilveren glans. Mocht er dan niet veel gebeuren, dit gebeurt er wel en kan niet genegeerd worden. Het is één en al  beleving. Alles lijkt zich gedeisd te houden en de beschutting te zoeken, met de snavel in de veren, het af te wachten tot de wind wat gaat liggen, de Zilverreiger houdt zich ook op in de beschutting van het riet. De wind in de rug, zo rij ik de dijk weer af.

vrijdag 17 november 2023

Lispelde

 

Het woud lispelde, daar moest ik aan denken toen ik vanmorgen in de Haspel een rondje maakte. Het komt uit een boek dat ik jaren her eens gelezen heb over koning Arthur en de ridders. Het verhaalt over Parcival als kind, die samen met zijn vader op een paard een tocht door de wouden maakte en  daar in dat oude boek met legendes stond het:

                                                  “Het woud lispelde. “

 Zonder dat je weet wat het woord letterlijk betekent, weet je wel wat het met je doet. Woorden die een geheimzinnige klank hebben en daardoor zo’n herkenning geven… als het woud lispelt. Het lispelt als het iets blauw nevelig is, als de zonnestralen in bundels door de stammen schijnen, als er een stilte is, die je bijna kunt horen. Als het herfstblad kleurt, als paddenstoelen boven de grond uitsteken. Paddenstoelen als broze bloemen, vastgekleefd aan boomstronken,  uitsteeksels als Elfenbankje en Tonderzwammen aan dode boomstammen, tussen het dorre blad Vliegenzwammen, Eekhoorntjesbrood, Zwavelkopjes en Russula’s, in verschillende kleuren, vormen en maten, langs en tussen de kussens van het groene mos staan ze mooi te wezen. Ja, dan, dan lispelt het woud.



donderdag 9 november 2023

Conclusie

 

Een mat zonnetje  en een koude bries overal en op de dijk van de Arkemheen in het bijzonder. Toch niet onaangenaam, maar wel nodig de rits van de jas tot boven aan dicht te hebben en handschoenen aan. De wind ribbelt het water als matglas, alleen op de windluwe plekken is het glad. Het water kleurt blauw maar zit tegen het grijs aan. Hier en daar kleine groepjes eenden, daar een groepje Bergeenden, verderop een groep Slobeenden, in de rietkraag een paar Wilde eenden en nog wat Grauwe ganzen, maar de grote plekken op het water zijn leeg, ook geen Zilver van de reiger in de rietkraag. Het is stil op het water en op de weilanden met de plassen. Vanuit het riet klinkt af en toe een piepje, maar de pieper blijft onzichtbaar tussen de beschutting van de stengels. In de lucht is er weinig beweging. Het dichtstbijzijnde van een vogel is op dit ogenblijk het gebakken ei waarmee ik de boterham heb belegd, met een plak kaas en vega ham. Uit Putten halen we Waldcorn blond brood, een half bruinig brood met een lekker knapperige korst. Een warme kop koffie erbij en zo zit ik op een bankje mijn boterhammen te genieten. Niets mis mee om met pensioen te zijn en dit zomaar op  voorheen een werkdag, dit nu te kunnen doen. 

  Van de week had ik een oud collega op bezoek en dan gaat het al weer snel over het werk. De veranderingen die er zijn geweest de laatste tijd doen me bedenken dat ik blij ben dat ik er weg ben, ik ben er klaar mee. Het is er allemaal niet leuker op geworden en dat is niet zo omdat ik er niet meer ben. Nu hoef ik daar geen rekening meer mee te houden en me er druk over te maken. Ver weg zie ik het verkeer over de snelweg, een stroom waar ik nu alleen uit keuze aan kan deelnemen en dan nog op de tijdstippen dat de filekans het kleinst is.

Ik zit hier op dit stukje wereld en dit is nu gereserveerd voor mij. Een bankje op de dijk met vergezichten en ruisend riet. Een Grote Zilver reiger landt verderop het weiland  en een paar ganzen vliegen over. Mooi vliegbeeld. Op de tweede boterham zit pindakaas, ook lekker op dit brood. De conclusie is dat ik op dit moment het goed naar mijn zin heb, het is wel wat frisjes, maar ja, je moet er wel wat voor over hebben om tevreden te zijn.