Het woud lispelde, daar moest ik aan denken toen ik
vanmorgen in de Haspel een rondje maakte. Het komt uit een boek dat ik jaren
her eens gelezen heb over koning Arthur en de ridders. Het verhaalt over
Parcival als kind, die samen met zijn vader op een paard een tocht door de
wouden maakte en daar in dat oude boek met legendes stond het:
“Het woud lispelde. “
Zonder dat je weet
wat het woord letterlijk betekent, weet je wel wat het met je doet. Woorden die
een geheimzinnige klank hebben en daardoor zo’n herkenning geven… als het woud
lispelt. Het lispelt als het iets blauw nevelig is, als de zonnestralen in
bundels door de stammen schijnen, als er een stilte is, die je bijna kunt horen.
Als het herfstblad kleurt, als paddenstoelen boven de grond uitsteken. Paddenstoelen
als broze bloemen, vastgekleefd aan boomstronken, uitsteeksels als Elfenbankje en Tonderzwammen aan
dode boomstammen, tussen het dorre blad Vliegenzwammen, Eekhoorntjesbrood,
Zwavelkopjes en Russula’s, in verschillende kleuren, vormen en maten, langs en
tussen de kussens van het groene mos staan ze mooi te wezen. Ja, dan, dan
lispelt het woud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten