Het lopen
met krukken na de heupoperatie geeft me wat bewegingsvrijheid en de Fysio raadt
aan elke dag een klein stukje en elke keer een stukje verder buiten te gaan
lopen. Al met al ben ik misschien een half jaar niet in het bos geweest. Op
mijn stappenteller kwam ik niet verder dan rond de 500 stappen per dag, die
voorheen de 10.000 stappen per dag regelmatig aan tikte. Nu heb ik het
voornemen om elke dag een paar honderd stappen toe te voegen en dat brengt me
weer op de bospaden die me zo vertrouwd zijn. Nu ik weer, al krukkend lopend en
daarbij het tempo wat daarbij hoort, loop , besef ik hoe ik dit bos
gemist heb. Paden die me zo vertrouwd waren en dagelijks, toen ik er met de hond liep, waren zo vertrouwd geworden dat ik het misschien niet meer besefte, hoe
belangrijk ze voor me zijn.
Landschaps heimwee, dat waar ik dagelijks was en waar mijn ogen elke hoek en elk pad kende en
nu ik er weer ben, het toch is alsof ik
het weer voor het eerst zie. Ook mede door de wisseling van jaargetijde en
weersomstandigheden is het telkens weer waarom ik er graag even ben, regen,
mist of zelfs de enkele keer dat er sneeuw ligt geeft een andere aanblik, op dezelfde plekken in andere sferen.
Schoonheid verandert door het licht, in al zijn schakeringen zie ik elke dag er
weer iets nieuws in, zo subtiel dat het haast niet tot je besef doordringt,
tenzij je er aandacht aan geeft. De
paden zijn betreden door duizenden voetstappen die ik er in de loop van de tijd
op heb achtergelaten. Het geeft mij het recht om het “mijn bos” te noemen, zonder er rechten op te hebben. Dat blijkt wel uit het
beleid waarmee dit bos te maken heeft, rigoureuze houtkap veranderen het bos en
ik kan daar niets tegen doen, dan me alleen aan te passen hoe het is en rekenen
op de veerkracht van de natuur, dat de schade tijdelijk is, maar desondanks de
landschapspijn te ervaren bij de aanblik van een zulk lomp aangerichte schade. Gelukkig
sluimeren de varens in de grond die straks met lange groene stengels de rommel en
de beschadigingen van de ruwe bosarbeid ,een beetje verdoezelen. Een seizoen
lang zal een groen dikke ondergroei van varens het bos weer wat meer aanzien
geven.
In mijn
revalidatie loop ik elke dag een stapje dichter naar de lente toe en als het
zover is kan ik het misschien weer zonder de krukken. De Zanglijster heeft zijn
zangpost al ingenomen en samen met de Roodborst zingen en bejubelen ze de
komende lente. Spechten zitten elkaar achterna en wijzen elkaar de plek waar ze
willen nestelen en dulden de anderen dan niet in de buurt. Mezen zijn opgewonden over het komende seizoen en raken
er niet over uitgepraat met elkaar. Ieder heeft zo zijn eigen taal die begrepen
wordt, vooral door de soortgenoten. Ik loop daar tussendoor als een onhandige
kluns die het allemaal maar half begrijpt. Alles met elkaar weer een gezellige boel. Het
is buiten en binnen, de drempel van het huis is als de versmalling in de
zandloper, dat als je de naar buiten gaat de zandloper omdraait en bij terugkomst
weer terugdraait, en alles wat je aan indrukken hebt opgedaan door de smalle
opening laat terugstromen, je huis in, je dromen in en je herinneringen weer de
energie geeft om een poosje op te teren, tot ik weer de behoefte voel, de jas
aantrek en ga wandelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten