Het was op en zondag morgen tijdens een wandeling in het
bos, toen ik een paar keien vond en deze opraapte. Ik had ergens op een poster
een stapeltje stenen gezien en ik besloot van deze keien zo’n stapeltje na te
maken. Wonderwel bleven die stenen op elkaar liggen ondanks dat ze grillig van
vorm waren en niet stevig op elkaar lagen. Het was weliswaar een kwetsbaar
geheel, maar bleef desondanks toch in tact. Ik maakte er een foto van met mijn
telefoon en ging verder en raapte nog wat keien op en maakte verderop nog zo’n
stapeltje. Het leek me toe dat het vast een spirituele betekenis zou hebben,
immers het gaat om balans, harmonie en vorm om deze stenen op elkaar te
stapelen. De kwetsbaarheid, een stevige wind zou het kunnen omblazen, een dikke
regendruppel het uit zijn evenwicht brengen, een nieuwsgierige natte neus van
een dier uit het bos zou het zonder moeite omdrukken. En dat was juist wat me
aan begon te spreken, stevige stenen in een formatie gebracht, die toch heel
kwetsbaar waren; het vergankelijke. Het bleek echter niet zo spiritueel te zijn
als ik bedacht had en de benaming ervoor was: steenmannetje, De bedoeling
daarvan is om een route te markeren of de hoogste punt van een berg aan te
geven. Hoewel ik de naam wel aansprekend vond, vond ik de betekenis wat
ontnuchterend. Maar alles heeft de betekenis die je er zelf aan geeft en ik
bleef deze steenmannetjes maken langs de route die ik ’s morgens met de hond
wandelde. Ik had ooit eens bedacht dat een kenmerk van een kunstenaar is om te
verrassen. En de steenmannetjes die ik langs mijn route maak, zijn plekken waar
anderen langs komen en die kunnen door mijn steenmannetjes verrast worden. Het
begon mij een groot genoegen te geven om met dit idee deze mannetjes te maken
en wonderwel vond ik telkens geschikte stenen om er weer ergens één te maken. Ik
zal niet weten wie ze vinden en kan niet zien hoe er op gereageerd wordt, maar
ik kan wel deze voorbijganger een knipoog geven en hem of haar groeten door
middel van mijn steenmannetje.
zondag 29 juni 2014
zondag 15 juni 2014
Schrijfsels
Een vriendschap die al meer dan dertig jaar standhoudt, kan duurzaam
genoemd worden. Binnen die dertig jaar hebben we ook nog samen deel uitgemaakt
met onze gezinnen van een leefgemeenschap. De gezinnen zijn uitgevlogen en
wonen we weer al een paar jaar op onszelf, maar dat betekende niet het eind van
een vriendschap. Elke zaterdag zoeken we elkaar op en gaan een eindje wandelen.
Een wandeling waar we onze gedachten uitwisselen en pas geleden hebben we een
oud idee weer eens toegepast. We nemen dan een blocnote mee en schrijven dan
ieder een stukje, die we daarna aan elkaar voorlezen. Om de beurt noemen we een
onderwerp voor die middag en schrijven dan elk daar een stukje op. Verleden
keer was het onderwerp ‘dromen’ en nu was het mijn beurt en ik gaf als
onderwerp ‘sporen’. Nieuw aan deze vorm is dat, als we elkaar ons stukje hebben
voorgelezen het ook aan elkaar geven. Zittend op een boomstam schrijven we ons
schrijfsel. Dit is het stukje dat mijn vriend op het onderwerp ‘sporen’ schreef, in dichtvorm:
SPOREN
Er staan veel beuken in dit bos
ook varens, dicht omringt door mos.
Het is hier stil, een koele plek
en een boomstam als onze stek.
ook varens, dicht omringt door mos.
Het is hier stil, een koele plek
en een boomstam als onze stek.
Ik hoor de vogels in het groen
het doet me denken aan muziek van toen
vol harmonie en toch bijzonder
want elke vogel is toch een wonder.
het doet me denken aan muziek van toen
vol harmonie en toch bijzonder
want elke vogel is toch een wonder.
Er loopt een pad, de heuvel af
je loopt er langzaam, of in een draf
omzoomd door alle schoonheid van het bos
hier lopen alle dieren los.
je loopt er langzaam, of in een draf
omzoomd door alle schoonheid van het bos
hier lopen alle dieren los.
Want herten, zwijnen en de das
waren hier al voor ik er was
je ziet ze niet in ’t dichte woud
want het is de mens die hen benauwd.
waren hier al voor ik er was
je ziet ze niet in ’t dichte woud
want het is de mens die hen benauwd.
Maar als je goed kijkt in het zand
dan lijkt het pad wel op een krant
met sporen die ons laten zien
dat zij hier wonen, ongezien.
Kleis, 7 juni 2014.
dan lijkt het pad wel op een krant
met sporen die ons laten zien
dat zij hier wonen, ongezien.
Kleis, 7 juni 2014.
Hij leest dit voor en ik lees voor hem het mijne en zo
hebben we een bijzonder moment dat ook letterlijk gedeeld wordt. Ik heb het van
hem in mijn map en hij heeft mijn verhaal in de zijne. En zo geven we aan onze wandeling
een extra.
zaterdag 7 juni 2014
Externe harde schijf.
Het eerste dagboek dat dateert uit 1966. Dat ging over een
kip, daarna ben ik mijn belevenissen met een zekere regelmaat gaan opschrijven.
Het thema was altijd; de natuur. Later kwamen er verhaaltjes uit mijn pen en
een periode heb ik sprookjes geschreven. Als ik weer eens de zolder opruimde
kwam ik hier en daar wat van die pennenvruchten tegen en was direct afgeleid.
Ik verdwaalde dan weer helemaal in de tijd en las dan weer de verhalen van
weleer terug. Dat schoot nooit zo op en van opruimen kwam dan nog maar
weinig. Foto albums, brieven en de
antwoorden op die brieven, aantekenboekjes vol met citaten uit de boeken die ik
ooit heb gelezen. Hier ligt wat en in een la ligt wat, boven op de kast liggen
een paar volgeschreven dagboeken, in een boekenkast staan wat notieboeken
geparkeerd. Door het hele huis ligt wel
iets wat ik heb volgeschreven, bewaard in mappen en in schriften.
Een paar weken geleden volgde ik een gesprek op TV en er
werd een kist op tafel gezet. Deze kist behoorde aan en schrijver en alles wat
hij geschreven had bewaarde hij in die kist. Die schrijver maakte niet zo’n
indruk op mij, maar het idee wel. Ik zou ook wel zo’n oude dekenkist willen, om
daar alles wat ik geschreven heb in te bewaren. En via een vriendin kwam ik in
het bezit van zo’n oude dekenkist. De kist een beetje opgeknapt, niet te veel
om hem een oude stoffige indruk te laten behouden en uit alle hoeken en gaten
mijn schrijfsels tevoorschijn gehaald. Als het allemaal verspreid llgt, ontgaat
het je hoeveel het zou kunnen zijn. De kist is groot en ik dacht dat een paar
stapeltjes en dat er dan nog een zee van ruimte in die kist zou zijn. Maar bij elkaar gebracht was het een
behoorlijke hoeveelheid en driekwart van de kist kon ik er mee vol krijgen. De
kist bevat nu mijn hele leven tot nu toe. Het doet me denken aan een schilderij
van Jopie Huisman, die van een oude vrouw haar eerste schoentjes en de schoenen die onder haar sterfbed
stonden op één schilderij samenbracht. Hij zei over dit schilderij: tussen die
twee paar schoenen ligt haar hele leven. Nu heb ik een kist waar mijn hele
leven ( tot nu toe ) qua schrijven in ligt. Maar het is nog werk in uitvoering.
Je zou deze dekenkist mijn externe harde schijf kunnen noemen.
Je zou deze dekenkist mijn externe harde schijf kunnen noemen.
Abonneren op:
Posts (Atom)