donderdag 6 november 2014

Hengelen


Op de radio is een discussie gaande over een verbod op sportvissen. Daar spits ik direct mijn oren bij, want ik vind het onbegrijpelijk dat deze bezigheid als een sport wordt aangemerkt. Uiteindelijk laat je een dier met een haak in zijn bek aan een lijn trekken om het daarna uit het water te halen. Ooit heb ik als kind met een zelfgemaakte hengel mijn eerste vissen gevangen. Toen ik eens een kleine karper aan de lijn had, lukte het me niet om de haak uit de lip van de vis te wurmen. Met de vis in de hand vroeg ik de hulp in van andere hengelaars die verderop zaten. O ja, die man wilde me wel even helpen en nam de vis van mij over en met een stevige ruk aan de lijn, trok hij de bek van de vis kapot. Aan de haak nog de lip van de vis en de arme spartelende vis bracht ik weer terug in het water. Maar er was iets gebroken in het kleine kinderhartje van mij. Ik pakte de spullen bij elkaar en heb niet meer gevist, het is te wreed. De beschadigde vis die door mijn toedoen zonder lip zwom, was een beeld dat ik maar niet uit mijn kleine hoofdje kon krijgen. Nu na al die jaren denk ik er nog steeds met afschuw aan terug denk.

Nu gaat de discussie over het wel of geen gevoel beleven van een vis. De hengelaar komt zelfs met wetenschappelijk bewijs dat de vis geen gevoel heeft.
Geloofwaardig is dat niet, het is eerder de vraag of de hengelaar gevoel heeft en door zijn handelswijze en zijn beweringen zou je haast denken dat daar het probleem ligt; ...de visser heeft geen gevoel.  
In de middeleeuwen dachten ze dat de vrouw geen ziel zou hebben. Dat maakte het stukken eenvoudiger om willekeurig met de vrouw om te gaan. Religieuzen van die tijd lieten geen kans voorbij gaan om vrouwen op de brandstapel te krijgen. Zo was de vermeende ziel-loosheid, en nu de gevoel-loosheid een denkfout met vreselijke gevolgen.

 Nu ik dit schrijf staat de TV op Nat Geo Wild, en het gaat over de vissen in het  Groot Barrièrerif. De poestvissen halen bij andere vissen parasieten en schilfers weg. De vissen wachtten op hun beurt en de poetsvissen mogen zelfs in de bek van de vissen komen om daar schoon te maken. De poetsvissen hebben geen enkel gevaar te duchten van hun klanten. Wanneer een vis geen beleving  heeft van wat  wij gevoel noemen, hadden ze ook geen hinder hoeven hebben van parasieten en dergelijke. Maar dat hebben ze blijkbaar wel en deze poetsvissen vervullen  een behoefte van allerlei vissen, van haaien tot zeebaarzen, grote en kleine vissen, om ze te ontdoen van wat ze als hinder ervaren. Als vissen in een rij wachten om een parasiet verwijdert te krijgen, dan gaat het er bij mij niet in dat een vis geen hinder heeft van een haak in zijn bek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten