woensdag 26 januari 2022

Een gebakje

Mocht ik eerder wel eens een kleine hut bouwen bij een drinkvijver in het bos om de vogels te bekijken die daar kwamen drinken en badderen, ik zit er nu wat beter voor en zeker comfortabeler.  Een vaste plek aan de eettafel, achter het raam dat uitzicht geeft op de achtertuin, altijd uit de wind en in de aangenaamheid van de verwarmde woonkamer en als de zon van die kant naar binnen schijnt in de koestering van de zonnegloed.  Op de tafel de attributen in de vorm van boeken en schriften, een computer, waar ik wat kan schrijven zowel digitaal als met pen en papier op de vertrouwde manier en in handschrift, lastig na te lezen voor anderen, maar voor mezelf een manier om uitdrukking te geven aan de gedachten. Niet zelden dwaalt mijn blik naar de tuin, waar meerdere voedertafels staan, de nodige voerapparaten hangen met vetbollen, pinda’s zonnebloempitten en graan, een voeraanbod dat ik met gulle hand elke dag aanvul en waar dankbaar gebruik van gemaakt wordt. Duiven, Eksters, Mussen, Vinken, Kool- en Pimpelmees, Kauwtjes, Roodborst, Heggemus, Grote Bonte Specht en ‘s morgensvroeg steevast het bezoek van een stel wilde eenden, die met zijn allen voor heel wat beweging en afleiding zorgen in mijn kleine achtertuintje. Als ik tussen de middag een plak kaas afsnij, bewaar ik de korst en peuter er eerst het plastic laagje af, breek het in kleine stukje en strooi het over het tuinpad uit. Ik ben nog niet binnen of een mus heeft al een stukje kaas te pakken, gevolgd door een Ekster die me ook al in de gaten had. Het kleine extra is zo weer op en een Ekster komt nog even kijken of echt alles op is gegaan. De eenden zitten op het dak van de carport met lange nek te kijken of er iets voor hen op het gazon is gelegd, wat uiteraard zo is, want deze eenden kunnen wel eens de kuikens zijn die in onze tuin, bij onze vijver zijn uitgebroed en opgegroeid, waar ik toen de nodige zorgen om had, maar die ondertussen de tuin aan gort liepen met die kleine platvoetjes en de vijver besmeurde dat de vissen, waar ik ook zo op gesteld was, het leven lieten. Nog steeds is de vijver vis loos, maar de eenden kunnen nog steeds rekenen op wat voer, elke ochtend weer. Dat weten ze en reken erop. Drie mannetjes en drie vrouwtjes, die onderling niet zo verdraagzaam zijn en elkaar het voer niet gunnen, daarom is het verdeeld over verschillende hoopje in de tuin, zodat iedere eend aan zijn trekken komt.  

De mussen krakelen de hele dag en verdringen elkaar bij de voerapparaten en drommen samen op de voerplanken, soms wel met meer dan 50 tegelijk in de tuin. Wanneer de buikjes gevuld zijn, blijven ze in de Hulst nog wat met elkaar napraten en tjilpen om het hardst zoals in een druk winkelcentrum het geroezemoes van stemmen en kreten samenballen tot één blok geluid. Wat ze elkaar daar allemaal te vertellen hebben tussen de hulstbladeren is voor ons een raadsel, maar waarschijnlijk weten de mussen het wel en raken daar maar niet uit getjilpt. Laatst kwam een Sperwer en deed een mislukte uitval naar de voertafel vol met mussen, die hun toevlucht namen tussen de stekelige hulstbladeren, onderwijl uiten ze kreetjes die mij overkomen als waarschuwing naar elkaar voor het gevaar van de nog aanwezige Sperwer, die rondjes vliegt rondom de hulst in de verwachting, toch nog een prooi te kunnen pakken. Een waarschuwingsgeluid dat waarschijnlijk niet alleen door de mussen serieus genomen wordt, maar ook door de vinken en koolmezen, die net zo goed tot prooi van die geduchte roofvogel kunnen worden. Als de kauwen de tuin bezetten maken de mussen ook plaats en wachten in de struiken rondom af, het is het opdringerige van de kauwen die de mussen doet wijken. Toen vanmorgen maar liefst negen Houtduiven in de tuin kwamen ging het hard met het voer, temeer dat deze duiven ook graag de voertafel voor henzelf houden en zelfs de kauwen weten te weren. Hun eigen soort staan ze nog wel toe maar de rest moet aan de kant voor ze, zelfs hun neefje de Turkse tortel gedogen ze niet naast hen aan hun eettafeltje. 

De vetbollen zijn meer in trek als het koud is, de houder gevuld met pinda’s vinden meer aftrek en de mussen en de mezen trekken er regelmatig een pindaatje uit, de Grote Bonte Specht hangt er vaak aan, zowel het mannetje als het vrouwtje. Ze lijken in hun verenkleed veel op elkaar maar het mannetje heeft een kleine vierkante rode vlek op zijn nek daar waar het vrouwtje een zwarte nek heeft. De vinken scharrelen tussen de mussen op het gras en op de voerplanken en zelfs heel af en toe komt de Goudvink bij de vijver, voor een slokje en al is dat zeldzaam, zeldzamer, maar het gebeurt zo nu en dan, komen er een paartje Appelvinken op de voertafel. Ach het lijkt allemaal heel gewoon en elke dag verschilt niet veel van vorige en waarschijnlijk niet veel van de opvolgende dagen, maar net als een collega die een lekker gebakje op had zei: Ik was vergeten hoe het smaakte, maar nu weet ik het weer. Voor het geval dat ik het zou vergeten hoe veel ik om de vogels geef, als ik ze dagelijks zo bezig zie in de tuin, in het bos of waar dan ook, …dan weet ik het weer. 

 

zaterdag 22 januari 2022

Donuts

De januari maand heeft zich tot nu toe niet erg aanlokkelijk getoond om buiten te zijn, grauwe dagen die weinig uitnodigend daarvoor zijn. Toch kwam de gedachte op om op de Paalberg te gaan kijken of daar misschien deze winter weer de Klapekster zit. Het was rond het middaguur en ik smeerde me een paar boterhammen, die ik zou gaan eten op een bankje die ik daarvoor in gedachte had, een bankje waarvan ik ruim uitzicht zou hebben over een groot deel van de glooiende hei. De Klapekster heeft als kenmerk dat hij de bovenste rand van een struik of een boom uitzoekt en daar een uitkijkpost maakt. De leigrijze kleine ekster met lange zwarte staart laat zich door dit gedrag goed herkennen. Bij het bankje opende ik de broodtrommel, maar eerst tuurde ik met de kijker de hei af, of de vogel waar ik naar op zoek ben ergens zit. Niets, maar ook geen enkele beweging op de hei, dan alleen twee Mountainbikers en verderop een eenzame wandelaar, maar die loopt de andere kant op. Een kraai komt over, maar die wiekt ook naar de bosrand en heeft de troosteloze hei wel weer gezien. Het is toch wat aan de kille kant voor mijn ingelaste picknick en ik bewaar de boterhammen die nog over zijn voor thuis. Verkleumd stap ik weer op de fiets en vervolg de route die ik van tevoren bedacht had, de berg van de Postweg af en zo in een boog langs het verlaten vliegveldje en de kazerne weer naar huis. Als het fietspad door een groep eiken gaat, dat daar als een groot eiland op de hei staat, zie ik boven in de top van een boom iets grijs zitten. Het zou toch niet waar zijn, maar dat is het wel, …waarachtig de Klapekster. Ik stop de fiets, breng de kijker naar de ogen en juist op dat ogenblik vliegt het op, vliegt over me heen en land verderop in een lagere struik, waar ik hem beter kan zien tegen een achtergrond van bomen, dan zonet toen hij tegen de lucht zat en dan toch meer een silhouet van hem zag. Hij spreidt zijn staart en plukt wat in de veren. Daar is die dan, waar ik voor vandaag mijn zinnen op had gezet en het bijna opgegeven had, omdat ik alweer bijna van de hei af was. 

Onderweg naar Putten, twee dagen later, in de fietstas een doosje Donuts om de kleinkinderen mee te verassen, reed ik weer op de hei, maar dan de hei voor ons huis. De eerste jaren dat we hier woonde, waren er ook een paar winters dat de Klapekster hier op de hei zat, maar de laatste jaren heb ik hem hier niet meer gezien. Nu reed ik op het fietspad en ik zag een oude bekende die ik ook al een poosje niet meer gezien had: de Torenvalk. Naast het fietspad boven de hei wiekelde hij en al rijdende erlangs, keek ik ernaar, maar hij volgde het fietspad en daar was dan het moment dat hij recht boven mij hing. Deze prachtige vogel vloog boven mij en het silhouet van de wijdgeopende staart en wiekelende vleugels, op zo’ kleine twintig meter boven mij. Ik ben blij dat ik geen muis ben, want dan had ik hem wel van heel dichtbij gezien, maar was dat ook het laatste wat ik gezien zou hebben. 

De jongens waren verast en het duurde niet lang of deksel van de doos met donuts ging open en werd er gesmikkeld, er was er ook nog één voor mij bij. 

 

dinsdag 11 januari 2022

Gewone mensen

Op het gevaar dat ik juist reclame maak voor een tv-programma dat ik je aanraad niet te gaan zien, moet ik het er toch even over hebben. Het enige wat ik ervan gezien heb is de trailer van het programma, wat me genoeg redenen gaf om dit niet te willen zien.  Het spotje begint dat ( let op ! ) gewone burgers opgeleid worden tot special forces. Dat die stakkers die daar in een clubje op het scherm komen aanlopen, “gewone” en die in opleiding gaan om “special “ te worden gemaakt. Niet voor watjes maar voor doorzetters, zoals de instructeur met een kaalgeschoren hoofd en blijkbaar al jaren “special “Is, met een half schreeuwend stem de nu nog gewone toespreekt : “ Je zult jezelf tegenkomen op een manier zoals je jezelf niet eerder tegengekomen bent”  Stoere taal in een stoere omgeving waar eerst van kleding gewisseld moet worden, in uniformen en gevechtskleding, want dat is het eerste kenmerk van het special worden. Toen de kinderen op de lagere school zaten, was het een rage om kinderen zo’n camouflage pakje aan te trekken, tot de schoolleiding die aanloop en waarschijnlijk ook het wat agressieve gedrag dat het met zich meebracht, zat waren en het de ouders verbood de kinderen, nog langer in die kledij naar school te sturen, want zo zeiden ze, we staan ook niet toe dat de kinderen als clown verkleed naar school zouden komen. Hoe treffend kan een vergelijk zijn. 

Zitten we echt te wachten op nog meer geweld op tv?  Helpt het om mensen met oorlogstuig en handelingen, om zichzelf te vinden. Begeleid door een schreeuwende instructeur die al eerder deze hersenspoeling heeft ondergaan. Veel films die aangekondigd worden en die een trailer hebben, geven ook veel aandacht aan hun geweldige scenes, alsof wij dat als een aanbeveling zien om de film te gaan bekijken. Het mooie van film on- demand te kijken is die schuifbalk onder aan het scherm, als het gewelddadig wordt en wat we in de maatschappij zouden aanduiden met zinloos geweld, zet ik de cursor op de balk en spoel de film voorbij de geweldsscène. Scheelt me een hoop ergernis, en kan de film inhoudelijk beter volgen, zonder afgeleid te zijn door een dosis geweld.  Het is toch behoorlijk gênant twee kerels te zien vechten en elkaar op het gezicht te zien slaan, en dat bij jezelf te vergoelijken dat dat spannend is, wacht dan maar tot iemand jou zo behandelt of dat leuk is om naar te kijken.  Een kleine jongen die al een telefoon was toevertrouwd zat ook de hele dag filmpjes op zijn telefoon te bekijken. Het was bijna onmogelijk hem niet te zien dat hij niet naar zijn schermpje zat te staren. Ik zat naast hem en hij schoot in de lach en ik vroeg hem wat er leuk was. Hij liet mij een stukje zien en wat ik daar zag vulde me met afschuw, zo’n explosie van geweld dat bij deze twaalfjarige het op de lachspieren werkte en hij verklaarde daarbij dat : “ Hij er zo van kon genieten om mensen pijn te zien lijden. “ 

Eén van de voornemens van een nieuw jaar is: ik stel voor dat we onze dosis behoefte aan geweld op TV gaan minderen, dan wordt het nieuwe tv-programma dat zich zo special aankondigt een gewone flop. 

 

 

zaterdag 1 januari 2022

Beste gelukkige wensen

 

De ganzen vliegen rusteloos in groepen door de lucht. Ik heb het met ze te doen, het vuurwerk geweld heeft ze opgeschrikt en nu vliegen ze misschien al de hele nacht rond. Terwijl wij op onze oliebollen kauwen en ons vergapen aan de vuurpijlen, zijn deze prachtige vogels opgeschrikt en vliegen ervan weg, maar waarheen? Overal schieten de pijlen het luchtruim in en dreunen de harde klappen van het vuurwerk door de omgeving. Ook al is het dit jaar minder dan anders, de onrust bij deze vogels is er niet minder om. Ach, ik loop te chagrijnen omdat deze vogels het zwaar hebben door ons gedrag. Toen de hond gisteren bij me kwam zitten omdat achter het huis iemand een lawinepijl afstak, keek ze me aan en als ik haar goed begreep vroeg ze haar af wat ons toch bezield. Vervolgens wensen we elkaar “ Gelukkig Nieuwjaar “ en toen ik daar vanmorgen tijdens de wandeling aan dacht, bedacht ik dat die een vreemde manier is om elkaar in een nieuw jaar te begroeten. Het suggereert dat je niet gelukkig bent en dat ik als het ware, een toverspreuk over je uit moet spreken. Zoals Obelix  vaak verzuchte “ Rare jongens die Romeinen”. Een andere manier is elkaar “ De beste wensen “ toe te mompelen, terwijl ik in menig boek, die ik afgelopen jaar gelezen heb,  tegenkom dat niet het wensen, maar juist dankbaarheid je verder helpt. Ik merk dat ik mijn mopperhoed op heb, en ik ga nu wat vrolijker tegen de dingen aankijken. Van een collega kreeg ik een boekje met verhalen van Winnie de Poeh en daar las ik een fragment dat op zijn kop in het boek staat afgedrukt met een tekening ernaast van de beer die op zijn kop staat. 

“ Als beneden boven is en boven beneden

   Is een glimlach naar een frons gegleden

  Ga dus bij boosheid op je hoofd staan

Dan kijk je de mensen weer lachend aan.

 

Zo dat helpt, dat voelt al beter om een nieuwjaar mee te beginnen.