De regen brengt ook kou mee, maar toch is dat meer normaal dan de afgelopen droge weken, die warm en droog waren. Het was aangenaam toeven op mijn leesbankje in het bos. Korte broek en T-shirt, blote voeten in de teenslippers en daar dagelijks op dat bankje een aantal bladzijde lezen in het boek “ De dialoog met de Natuur “ van Irene van Lippe- Biesterfeld, die ik speciaal gereserveerd heb om op dat bankje te lezen en daar dagelijks met de hond heenloop. Kan de hond even uithijgen van het rennen achter de bal en ligt ze voor mijn voeten lekker om haar heen te kijken. De verrekijker bij de hand, om de vogels die zich om me heen roeren, maar zich moeilijk laten zien, eventueel met de kijker toch even in beeld te krijgen. Het half uur, soms drie kwartier dat ik daar doorbreng is een dagelijks ritueel en waar af en toe een groet aan iemand die langsloopt en een heel enkele keer een praatje met iemand die stopt. De zon dringt niet door tot die plek door het bladerdek van de Beuk waar het bankje onder staat en dat was tijdens die warme dagen wel aangenaam. Maar gisteren zat ik er ook weer, het was rond de 15 graden, strakke wind en het regende af en toe. Toen gaf het bladerdek genoeg afscherming om er droog onder te blijven en kan doorlezen. Ik had mijn trui en mijn schoenen weer aan en toch had ik het koud, zo stil te zitten. De volgende keer toch maar weer de jas erbij aan.
Ik las het gedeelte dat Irene met de Dolfijnen zwom in de
Oceaan en haar indrukken ervan deelde in het boek. Ooit heb ik de gelegenheid
gehad om achter de schermen bij het Dolfinarium dicht bij de Dolfijnen te zijn.
Met een duikpak in het water waar we moesten wachten tot de dolfijnen bij je kwamen,
maar het was ondiep water, zwemmen met de Dolfijnen, waarover ik las in het
boek van Irene, werd door het Dolfinarium niet toegestaan. Op een flodder
staand, riep de trainer een Dolfijn en liet het langszij liggen, zodat we de
Dolfijn konden aanraken. Om beurten legde we voorzichtig de hand op de Dolfijn
en toen ik aan de beurt was keek ik in het oog van dat prachtige dier en ze
keek terug, iets wat de trainer opmerkte en zei dat ze mij zo doordringend aankeek.
Een moment van contact huiverde door me heen. Toch ook met wat weemoed, want
het dier hoort thuis in de Oceaan, daar waar Irene met ze zwom en die op eigen
beweging naar haar toe kwam en niet op een fluitsignaal gehoorzaamde om op de
zij te gaan liggen om aangeraakt te worden. Desalniettemin was het wel
bijzonder om zo dichtbij zo’n mooi dier te komen is hoe dan ook zeldzaam. Daarom
grijp ik de gelegenheden aan om naar de vogels te kijken in mijn omgeving en
het contact met ze te onderhouden. Zo voer ik mijn dialoog met de natuur. Door met
de kijker ze dichterbij te halen. Door niet met mijn handen, maar het met de
ogen zachtjes aan te raken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten