Als het ’s
morgens nog zo donker is, lokt het niet om er vroeg uit te blijven komen. Het is
bijna een tijdverschil van anderhalf uur van de zomer toen bij het licht worden
ik al buiten liep en nu als ik dan in het donker om zes uur, een klein rondje
maak om de hond uit te laten. De Bosuil roept in de bosrand zijn mysterieuze geluid
die het donkere silhouet van de bomen aan de rand van de hei benadrukken. Het
is een andere wereld die van de uilen die het donker juist verkiezen, ik ben
een mens die het liefst in het licht leeft. De levenswijze van de uil en die
van mij raken even verweven als ik daar ik het donker op de hei naar de roep
van de uil luister.
Het boek dat nu open ligt gaat over een Engelse vrouw die haar tuin en huis voor de vogels die daar komen, heeft opengesteld en waarmee ze een vertrouwensband mee heeft opgebouwd. Ze observeert de vogels en trekt haar conclusies, ze praat met ze en heeft fysiek contact met ze, niet door ze in de hand te nemen, maar door ze op haar hand en schouders te laten landen. Ik krijg altijd de kriebels als vogels in het veld gevangen worden, een ring omgeschoven krijgen, wat nog niet eens het grootste bezwaar is, maar dan moeten er allerlei metingen aan de lengte van de snavel, de slagpennen die gemeten worden, daarna gewogen en al die tijd gaat het hartje van het vogeltje daar tekeer en wil weer weg. Schiet toch een beetje op, schreeuw ik haast naar het scherm, maar de onderzoeker moet de kijker nog het één en ander uitleggen met de vogel nog in de hand. Eindelijk laat hij dan de vogel weer vliegen… Vogels die het symbool zijn van vrijheid, vliegen in een patroon en om aandachtig dit patroon te bestuderen en open staat voor ideeën en gedachte die wetenschappelijk niet erkend worden, komen er toch dingen aan het licht die de starheid van vooringenomen ideeën, kunnen verhelderen.. Vaak herkennen we een dier als soort en leggen het een vast patroon van gedragingen op. Maar de schrijfster Len Howard van het boek, “ Vogels als huisgenoten “, deed wat Jane Goodall ook deed, zocht de persoonlijkheid van een individu op en leerde zo de individuen van elkaar te onderscheiden en gaf ze namen. Iets waar wetenschap wars van is, omdat onderzoeksobjecten met cijfers moeten worden aangegeven. Ze zijn erg huiverig voor het dier te vermenselijken en houden afstand. Daar is een woord voor dat door de onuitsprekelijkheid al erg wetenschappelijk klinkt: antropomorfisme, een woord waar ik eerst mijn tong voor moet scherpen om het uit te kunnen spreken, maar wat betekent dat het niet kan, dieren menselijke eigenschappen toe te kennen en dat waar wij onze intelligentie gebruiken, een dier het heeft te doen met een instinct, een automatisch voorgeprogrammeerd gedrag.
Daarom ben ik blij met mensen
als Frans de Waal, Jane Goodall, Cesar Milan, Monty Robbins en nu dan ook Len Howard
en zo zijn er meer namen te noemen die door hun afwijkende boodschap ons leren
zien dat het anders kan. Soms komt het
besef door de ogen van iemand anders, die hun bevindingen opgeschreven hebben
en toegankelijk maken door de prachtige verhalen die ze erover op schrijven. Ik
lees graag hun boeken en leer meer over de dieren kennen, zo tot een beter
besef te komen van de levens die ons omringen en wellicht niet zoveel van ons
verschillen. In onze tuin heb ik ook een plekje gereserveerd waar ik de vogels
uitnodig met een handje voer op de voerplank en zo de tuin vol leven te laten
zijn.