zaterdag 29 oktober 2022

Besef

 

Als het ’s morgens nog zo donker is, lokt het niet om er vroeg uit te blijven komen. Het is bijna een tijdverschil van anderhalf uur van de zomer toen bij het licht worden ik al buiten liep en nu als ik dan in het donker om zes uur, een klein rondje maak om de hond uit te laten. De Bosuil roept in de bosrand zijn mysterieuze geluid die het donkere silhouet van de bomen aan de rand van de hei benadrukken. Het is een andere wereld die van de uilen die het donker juist verkiezen, ik ben een mens die het liefst in het licht leeft. De levenswijze van de uil en die van mij raken even verweven als ik daar ik het donker op de hei naar de roep van de uil luister.

 Het boek dat nu open ligt gaat over een Engelse vrouw die haar tuin en huis voor de vogels die daar komen, heeft opengesteld en waarmee ze een vertrouwensband mee heeft opgebouwd. Ze observeert de vogels en trekt haar conclusies, ze praat met ze en heeft fysiek contact met ze, niet door ze in de hand te nemen, maar door ze op haar hand en schouders  te laten landen. Ik krijg altijd de kriebels als vogels in het veld gevangen worden, een ring omgeschoven krijgen, wat nog niet eens het grootste bezwaar is, maar dan moeten er allerlei metingen aan de lengte van de snavel, de slagpennen die gemeten worden, daarna gewogen en al die tijd gaat het hartje van het vogeltje daar tekeer en wil weer weg. Schiet toch een beetje op, schreeuw ik haast naar het scherm, maar de onderzoeker moet de kijker nog het één en ander uitleggen met de vogel nog in de hand. Eindelijk laat hij dan de vogel weer vliegen… Vogels die het symbool zijn van vrijheid, vliegen in een patroon en om aandachtig dit patroon te bestuderen en open staat voor ideeën en gedachte die wetenschappelijk niet erkend worden, komen er toch dingen aan het licht die de starheid van vooringenomen ideeën, kunnen verhelderen.. Vaak herkennen we een dier als soort en leggen het een vast patroon van gedragingen op. Maar  de schrijfster Len Howard van het boek, “ Vogels als huisgenoten “, deed wat Jane Goodall ook deed, zocht de persoonlijkheid van een individu op en leerde zo de individuen van elkaar te onderscheiden en gaf ze namen. Iets waar wetenschap wars van is, omdat onderzoeksobjecten met cijfers moeten worden aangegeven. Ze zijn erg huiverig voor het dier te vermenselijken en houden afstand. Daar is een woord voor dat door de onuitsprekelijkheid al erg wetenschappelijk klinkt: antropomorfisme, een woord waar ik eerst mijn tong voor moet scherpen om het uit te kunnen spreken, maar wat betekent dat het niet kan, dieren menselijke eigenschappen toe te kennen en dat waar wij onze intelligentie gebruiken, een dier het heeft te doen met een instinct, een automatisch voorgeprogrammeerd gedrag.

 Daarom ben ik blij met mensen als Frans de Waal, Jane Goodall, Cesar Milan, Monty Robbins en nu dan ook Len Howard en zo zijn er meer namen te noemen die door hun afwijkende boodschap ons leren zien dat het anders kan.  Soms komt het besef door de ogen van iemand anders, die hun bevindingen opgeschreven hebben en toegankelijk maken door de prachtige verhalen die ze erover op schrijven. Ik lees graag hun boeken en leer meer over de dieren kennen, zo tot een beter besef te komen van de levens die ons omringen en wellicht niet zoveel van ons verschillen. In onze tuin heb ik ook een plekje gereserveerd waar ik de vogels uitnodig met een handje voer op de voerplank en zo de tuin vol leven te laten zijn.

vrijdag 21 oktober 2022

Attentie, attentie

 

Het regent en de druppels op de ramen biggelen naar beneden, water waar we van de zomer zo’n behoefte aan hadden. Nu zijn bomen en struiken verdroogd en sommige lieten vroegtijdig hun blad vallen. Overal staan verdroogde bruine stuikjes op de hei die het te verduren hebben gekregen, omdat de regen van de zomer uitbleef. Gisteren zag ik de laatste, van een serie van vijf afleveringen “ Frozen Planet  2 “ op BBC1. Waren de vier ervoor nog met de prachtige beelden waar de BBC wel raad mee weet, geheimenissen hoe het dierenleven in de koude delen van de wereld leven en ons met verbazingwekkende beelden ervan getuige doet zijn. De laatste aflevering toonde de afschrikwekkende beelden van een pinguïn kolonie die doordat het niet sneeuwde, waar de kuikens van de pinguïn met hun dons kleed uitstekend tegen bestand waren, maar door de stijging van temperatuur, het nu in plaats daarvan regende en modder en het nat het dons doorweekte en de kuikens rilde en stierven van de kou. De onderzoeker die al jaren onderzoek deed aan deze vogels stond met tranen in de ogen en moest zijn betoog afbreken omdat zijn tranen zijn stem brak. Hij liep over een strand waar voorheen honderden van deze vogels broedde en er was er geen één meer. Gletsjers die in hoog tempo afkalven en langzaam het zeeniveau verhogen. IJsberen die hun toevlucht zoeken op vuilnisbelten omdat hun leefgebied, het ijszee, onder hun poten weg is gesmolten. Het stemt me droevig, temeer wij er mogelijk de oorzaak van zijn en ook al zou het niet zo zijn, zoals sommige beweren, dan nog kunnen we er niet omheen dat onze bijdrage eraan niet gering is. Zo galant zijn we niet omgegaan met de grondstoffen, de planten en de dieren.  We kunnen niet onverschillig zijn en al lijkt het maar weinig te helpen, doen wat we kunnen doen, want ergens is een kantelpunt en eenmaal daaroverheen is er misschien geen weg meer terug.

Er zijn er die er erg nonchalant over kunnen doen en het als een gegeven beschouwen
“ dat we eraan gaan “ , een onverschilligheid waar ik van huiver, temeer dat ik kinderen om me heen zie spelen, waarvan wij hun toekomst afnemen door ons zelfzuchtig gedrag. Onze ouders hadden het beste met ons voor, hebben we dat ook met onze kinderen? Het is onze generatie die de zee volgegooid heeft met plastic, leeggevist, dieren in erbarmelijke omstandigheden laten opgroeien voor een overdaad aan vlees te consumeren. Sturen vliegtuigen in de lucht die enorme uitstoot geven voor een vakantie aan het strand en scheuren met auto’s rond in wedstrijdjes waarvan we de coureurs als helden eren. Boeren en bedrijven die meer dan alleen een product produceren, maar wat er uit de uitlaat komt de atmosfeer besmetten. Het moet allemaal kunnen, maar het zou verstandiger moeten gaan. Een besef dat langzamer gaat dan de gletsjers smelten.  De documentaire roept ons op, blijf bij de les. We kunnen het ons niet meer permitteren oorlog te voeren, doorgeslagen politici aan het woord te laten, voetbalwedstrijden boven elk menselijk belang te stellen. Onze aandacht is kapot, zei iemand op TV, en als dat zo is laten we dat herstellen. Aandacht te hebben voor de dingen waar het echt om gaat. Misschien loopt het niet zo’n vaart als we in onze slechtste scenario’s kunnen bedenken, maar als het allemaal meevalt is het toch een teken aan de wand dat het zo kan gaan als voorspelt wordt en dat ziet er niet best uit. De Aarde is te prachtig, om pinguïns te laten verkommeren en ijsberen hun leefgebied te laten wegsmelten. Wie rommel maakt, moet het ook opruimen.

 

 

donderdag 13 oktober 2022

Geestdrift

Nog steeds is het engelenboekje mijn metgezel op de wandeling. De bladzijde slaan maar langzaam om en de woorden laten zich in een traag tempo lezen. Het geeft niet, het is een aangenaam gezelschap, en vanwaar de haast. Maar het boekje nadert zijn laatste bladzijde en daarom keer ik nog eens terug naar de  onderstreepte gedeeltes, onthoud, dat het een gesprek is van een engel met de schrijver van het boekje.  Het is juist door de woorden die niet alledaags klinken is het in een setting die het bijzonder maakt. Ik zou het hele boekje willen onderstrepen, maar toch, wat zou daar de meerwaarde van zijn. Het zijn juist de hoogtepunten in een zin die het hele verhaal zo doet glanzen. Ergens in het begin staat een regel : “ Wat jij van de dingen en de levende wezens ziet, is slechts de waarneembare oppervlakte van die diepte, een soort deksel die maar zelden wordt opgelicht,…”, is dat iets wat we altijd hopen, dat er meer is om te doorgronden en dat ons leven rijker maakt?  Er is meer tussen Hemel en Aarde, stellen we dan vast, maar blijven daarbij toch op afstand, onthullen deze gedachte maar oppervlakkig en voorkomen de diepte ervan. We hebben misschien de indruk dat er speciale toestemming voor nodig is om voorbij het oppervlak te gaan, zoals Mozes zijn schoenen uitdeed, omdat hij op heilige grond stond. De schaapskudde die hij hoedde, zijn dagelijkse bezigheden, leidde hem naar de plek waar hij een ontmoeting had,  een brandende braamstruik, op een niet gangbare maar direct herkenbare manier.  Een ander citaat, dat daar op aansluit:  “Die God in jou wacht erop dat jij hem met je voetsporen doorkruist “ en verderop:  “Ik weet ook dat, hoe verder ik doordring in het mysterie van de mens en God, hoe meer ik terugdeins, maar ik troost mezelf met de gedachte dat ik terwijl ik terugdeinsde het gevoel had verder te zijn gekomen. “

Zo is dit boekje, dat ik speciaal reserveerde om op een bankje in het bos te lezen en wat ik alleen daar las, de slechts 104  bladzijde tellende boekje, waar ik toch een paar weken mee bezig was, heb ik nu uit. Het bankje, mijn plekje in het bos, de brandende braamstruik waar een engel aan mij verscheen door dit bescheiden boekje, is gedaan, voorbij en toch ook weer niet, de schatten die ik erin heb opgedaan zijn nu een deel van mij geworden en om dit verhaal met nog één citaat af te sluiten: “Ik werd oud van wijsheid en jong van geestdrift. 

zaterdag 1 oktober 2022

Tafereel

 

Gisterenmiddag kwamen twee vrouwen langs het bankje waarop ik zat te lezen, Lisa lag voor me om haar heen te kijken, één van de vrouwen stond stil en keek naar Lisa, glimlachte en maakte met haar handen een wijds gebaar, alsof ze het geheel omvatte in een onzichtbare lijst eromheen en zei: “een mooi tafereel jullie zo te zien.” Mooie vriendelijke woorden en ik bedankte haar ervoor, ze liepen weer door en ik gloeide nog wat na van dat vriendelijke moment. Ik lees nog steeds in het engelenboekje en lees aandachtig om me de mooie momenten uit dat boekje me niet te laten ontgaan. Net als die vrouw met een ronde handgebaar te zeggen dat het een mooi tafereel  is, waar de engel en de schrijver weer een bladzijde vullen. Het boekje bevat net iets meer dan honderd bladzijden, maar de kleinheid van de omvang van het boekje, wordt overtroffen door een rijke inhoud, die het zoveel groter maakt. En daar getuige van te zijn van de engel en de schrijver. Ik las over schoonheid:
“ De schoonheid is de stuwkracht van het leven in alle dingen. Men kan de schoonheid slechts zien en aanbidden met het licht van de ziel. “     
… een mooi tafereel.

Schoonheid die de liefde in je openbaart. Iets wat je aandacht op een speciale manier vraagt. De kleur en de geur van een bloem die nog in de knop droomt, te herkennen en bijna klaar is dat het zich opent, wacht tot het zich openbaart in een toekomstig tijdstip waar je hoopt getuige van te zijn. En wanneer het dan schittert in kleur en bedwelmt met geur, je alles zo subtiel en aanwezig voor je ontvouwt, dat de ziel daarvoor nodig is om het werkelijk te zien.  Als je ooit twijfelt aan de ziel, op zulke momenten is die er dan.
Tegenover schoonheid staat lelijkheid, maar toch als de bloem is uitgebloeid, de kleuren zijn vervaagt en de geur is vervluchtigd, de bloem lelijk wordt en uitgeleefd, dan is er in die dorre verwelkte bloem, een andere schoonheid die zich ontvouwt tussen die dorre kelkbladeren.  In het liefdesspel tussen de bloem en het insect is het zaad bevrucht en sluimert daarin een nieuwe plant met nieuwe bloemen. Geconcentreerde schoonheid, die zich onzichtbaar ophoudt in het zaad. Om in een ander seizoen uit de kiemkracht gedreven een nieuw voorjaar, of een nieuwe zomer tevoorschijn kan komen.
 … een mooi tafereel.

Alles lijkt een moeiteloos proces en toch zijn er vele dingen voor nodig het tot stand te brengen. Zoals die vriendelijk mevrouw, die de hond en mij, de omgeving en de plek, de vogels, de bomen, de wolken in de lucht, als één plaatje gezien, een plaatje waarin ik en de hond zitten en de schoonheid ervan in een rond handgebaar omvat,
… een mooi tafereel.