zaterdag 12 augustus 2023

Bomenroute

 

De begraafplaats, niet bepaald een doel van een wandeling. De keren dat we er komen is om het graf van mijn ouders te bezoeken en dan is het op en neer naar het graf en verder kom ik er niet. Pas geleden maakte iemand me erop attent dat er een bomenroute  is van meer dan 100 verschillende bomen  die op de begraafplaats staan. Op internet vond ik de plattegrond met de route en de bomenlijst. De bomen worden met nummers aangegeven en zo kan er een route gevolgd worden langs de verschillende bomen. Dat ging ik vanmorgen eens doen, een route van twee en een halve kilometer, met overal bankjes om even te pauzeren voor de nog steeds opspelende rug. Ik zit  op een bankje bij boom nummer 6; een Weymoutden, met daar vlak in de buurt nummer 7 en 8 de Blauwe Douglasspar en de Douglasspar. Het is een plek met een aparte sfeer, zo’n kerkhof. Een bubbel in het leven dat zich buiten het hek van de begraafplaats afspeelt, daarvandaan komen de geluiden van een voorbij rijdende motor, zijn er de werkgeluiden van een bouw te horen, binnendringende geluiden op een plek waar niets en niemand soortgelijk lawaai maakt, er heerst een serene stilte, buiten is het leven hier staat het in het teken van de dood. Een Boomklever kwettert en een andere kwettert terug, een duif koert en vanuit de blauwe lucht schijnt de zon. Het is warm en ik doe mijn trui uit. Mijn ouderlijk huis was tegenover de begraafplaats. Dit oude gedeelte van de begraafplaats was de plek waar ik als jongen liep en de vogels opzocht die in het vogelboek stonden. Hier zag ik de eerste Bonte specht, hoorde ik de Groene specht, zag de eerste Gekraagde Roodstaart. We klommen in de boom waar een nestkastje aan hing en keken naar de eitjes en later naar de pas uitgekomen jongen. Ik had nog geen verrekijker en wilde ik de vogels van dichtbij zien, dan moest ik naar ze toe sluipen en gebruikte de grafzerken als dekking. Dit alles voordat de hovenier aan het werk ging, want die stuurde me altijd weg.


Ik had nooit gedacht dat er zoveel verschillende boomsoorten hier stonden, bomen met mooie namen, zoals de Levensboom, Hartjesboom en Honingboom, Mispel, de Goudbeuk, allemaal te vinden als de route gevolg wordt en de nummers op de lijst vertellen welke boom het is. Er komen zo zachtjes aan wolkjes door het blauw die de zon  belemmeren, twee witte vlinders dansen over het pad, een Specht tjikt. Een verscheidenheid aan vorm en grote van grafzerken, stenen die verweert zijn en waar een dikke laag korstmossen op groeien, het gladde marmer dat er staat alsof het er gisteren is neer gezet, maar toch een jaartal van sterven aangeeft van 1950. Het * dat de geboortedatum aangeeft, een streepje  en dan een kruisje dat het overlijden aangeeft. Duizenden mensen die hier liggen begraven, waarvan hun leven is gedaan. Wat overblijft zijn dorre beenderen in de grond, een schedel met holle oogkassen en een lege hersenpan. De namen op de Zerken hebben hun gedachtenis nog, maar velen zullen ook weer vergeten zijn.

 Een Boomkruiper kruipt tegen de stam van een  berk omhoog. In een cirkel van graven staat in het midden een Honingboom en overschaduwd de zerken. Een stemmige plek, met in het centrum zo’n mooie boom. Mensen waarom getreurd is, hun leven zit erop, het is gedaan. Ze verblijven nu op deze mooie sfeervolle begraafplaats, met tal van bomen en vogels die hier ongetwijfeld hun nesten in de dichte begroeiing maken. Van de week las ik de vraag: Wie ben ik ?  Het antwoord zou duidelijk aan je worden door vast te stellen wat je niet bent. Vanaf deze plek bedacht ik, ik ben niet dood, ik leef. Dat zeg ik niet triomfantelijk, want het leven is kwetsbaar en eindig, te zien aan al die graven hier.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten