De begraafplaats, niet bepaald een doel van een wandeling.
De keren dat we er komen is om het graf van mijn ouders te bezoeken en dan is
het op en neer naar het graf en verder kom ik er niet. Pas geleden maakte
iemand me erop attent dat er een bomenroute is van meer dan 100 verschillende bomen die op de begraafplaats staan. Op internet
vond ik de plattegrond met de route en de bomenlijst. De bomen worden met
nummers aangegeven en zo kan er een route gevolgd worden langs de verschillende
bomen. Dat ging ik vanmorgen eens doen, een route van twee en een halve
kilometer, met overal bankjes om even te pauzeren voor de nog steeds opspelende
rug. Ik zit op een bankje bij boom
nummer 6; een Weymoutden, met daar vlak in de buurt nummer 7 en 8 de Blauwe Douglasspar
en de Douglasspar. Het is een plek met een aparte sfeer, zo’n kerkhof. Een
bubbel in het leven dat zich buiten het hek van de begraafplaats afspeelt, daarvandaan
komen de geluiden van een voorbij rijdende motor, zijn er de werkgeluiden van
een bouw te horen, binnendringende geluiden op een plek waar niets en niemand
soortgelijk lawaai maakt, er heerst een serene stilte, buiten is het leven hier
staat het in het teken van de dood. Een Boomklever kwettert en een andere
kwettert terug, een duif koert en vanuit de blauwe lucht schijnt de zon. Het is
warm en ik doe mijn trui uit. Mijn ouderlijk huis was tegenover de
begraafplaats. Dit oude gedeelte van de begraafplaats was de plek waar ik als
jongen liep en de vogels opzocht die in het vogelboek stonden. Hier zag ik de
eerste Bonte specht, hoorde ik de Groene specht, zag de eerste Gekraagde
Roodstaart. We klommen in de boom waar een nestkastje aan hing en keken naar de
eitjes en later naar de pas uitgekomen jongen. Ik had nog geen verrekijker en
wilde ik de vogels van dichtbij zien, dan moest ik naar ze toe sluipen en
gebruikte de grafzerken als dekking. Dit alles voordat de hovenier aan het werk
ging, want die stuurde me altijd weg.
Ik had nooit gedacht dat er zoveel verschillende boomsoorten
hier stonden, bomen met mooie namen, zoals de Levensboom, Hartjesboom en
Honingboom, Mispel, de Goudbeuk, allemaal te vinden als de route gevolg wordt
en de nummers op de lijst vertellen welke boom het is. Er komen zo zachtjes aan
wolkjes door het blauw die de zon
belemmeren, twee witte vlinders dansen over het pad, een Specht tjikt.
Een verscheidenheid aan vorm en grote van grafzerken, stenen die verweert zijn
en waar een dikke laag korstmossen op groeien, het gladde marmer dat er staat
alsof het er gisteren is neer gezet, maar toch een jaartal van sterven aangeeft
van 1950. Het * dat de geboortedatum aangeeft, een streepje en dan een kruisje dat het overlijden aangeeft.
Duizenden mensen die hier liggen begraven, waarvan hun leven is gedaan. Wat
overblijft zijn dorre beenderen in de grond, een schedel met holle oogkassen en
een lege hersenpan. De namen op de Zerken hebben hun gedachtenis nog, maar
velen zullen ook weer vergeten zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten