Het is heiig en het bos tikkelt van de vallende druppels uit
de bomen. Ik heb mijn driepoot uitgeklapt en zit nu op een kruispunt met ruim
uitzicht op twee paden, één schuin voor me en één schuin rechts van me. Toen ik
op deze plek aankwam, maakten een paar Vlaamse Gaaien veel misbaar in het bos,
dat zou kunnen duiden dat daar iets loopt wat hen niet bevalt en het zou dan
zomaar kunnen dat er iets op het pad verschijnt wat die herrie wil ontlopen. Ik
hoop op een vos. De Gaaien zijn weer stil en nu is het een Winterkoninkje dat
alarm slaat tussen de varens, maar zwijgt ook al weer. De kaarsrechte stammen roepen
de sfeer van het sprookje van de Bramenplukker bij me op. De Bramenplukker die
in het bos woonde en zich in een paleis waande
met hoge pilaren die het bewegende plafond van wolken ondersteunde. ( Sprookjes van Godfried Bomans )
Het decor staat klaar en het ( éénmans ) publiek wacht. De Boomkruiper en het Winterkoninkje laten even van zich horen, verder is er alleen het gestaag getik van vallende druppels te horen. Het is stil zowel voor het oog als het oor. Een aangenaam moment en ik stel het opstappen nog even uit. De paddenstoelen toveren zich uit de grond en op sommige plekken zijn ze al weer aanwezig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten