De regen heeft het alles nat gemaakt en in het bos moeten we om grote plassen heenlopen. Met de nattigheid is het alles mooi groen, het gras staat te pluimen, de Smalle Weegbree draagt op het topje een wit kroontje van meeldraden. De witte klaver bloeit ,gele bloempjes van het Klein Streepzaad , het gewoon Biggenkruid ,de rode stengeltjes van de zuring en alles lijkt verzadigd, volop in bloei. In het paradijs heeft het vast ook regelmatig geregend om alles zo paradijselijk fris groen en het fruit sappig te houden. Het is dit jaar beter, veel beter dan die verzengende droogte van verleden jaar dat het gras dor en geel maakte. Na een regendag komt de zon er weer door en warmt de aarde weer op, er stijgt een heerlijke geur uit de verwarmde vochtige aarde, in de blauwe lucht hier en daar wat witte wolken, die het zonlicht vrij doorlaten. Ik zit achter het raam, op tafel een boek, een oud boek dat ruim tachtig jaar geleden is geschreven. Ik vond het in een tweedehands boekwinkel. De bladzijde van het oude boek zijn vergeeld en hebben een eigenaardige oude geur. Een geur die me wel bevalt, een geur die opgeslagen is in de loop van de tijd en door de opengeslagen bladzijde opkomt. Maar nu het boek in het zonlicht ligt en ik de opengeslagen bladzijde voor me heb, dampt er door de zonnewarmte een poederachtige geur uit de bladzijde omhoog. Een geur die ik me van de eerste klas van de lagere school herinner, als we met overtrekpapier de letters leerde schrijven door ze over te trekken. Dat overtrekpapier had ook zo’n luchtje en dat komt zo nu en dan zomaar ergens oppoppen en nu dan uit die bladzijde van dat oude boek door de zon verwarmde bladzijde. De verhalen uit dat boek gaan over de vogels. Verhalen uit die tijd geschreven met een fijne pen die het door de schoonheid van woordgebruik de tijd overspant en het van de opengeslagen bladzijde, mijn hoofd binnen komt. Waardevol en een genot om te lezen, de vergeelde bladzijde dragen de woorden uit lang vervlogen tijd. De geur van het papier, maar... er is nog wat. Het boek heeft een Ex Libris van een schrijver die ik hoog heb zitten (een Ex Libris is een eigendomsbewijs), hij die me op het spoor heeft gebracht die oude boeken te gaan lezen. Eerst van die schrijver uit de jaren dertig en de jaren daarvoor, maar ook van zijn tijdgenoten, die veel over de natuur hebben geschreven. Er staan nu een paar boeken op mijn plank die ooit in de boekenkast van die schrijver hebben gestaan, die de sfeer van dat huis en die boekenkast tussen de kaften hebben. Wellicht iets van de tabaksgeur uit zijn pijp, waarmee hij vaak wordt afgebeeld. Ik heb de man nooit ontmoet, maar als ik nu de boeken lees die hij ook gelezen heeft, zijn ex libris op het schutblad heeft gezet, vind ik het eervol om nu mijn eigen Ex Libris ook op het schutblad te stempelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten