maandag 30 mei 2016

Alles in de natuur zoekt de beste omstandigheden op, alles groeit naar het licht…

Uit een kier van het luikje van de compostmaker komt een loot van een aardappel plant. Er moet een dik stuk schil of misschien een hele aardappel in de compostmaker terecht zijn gekomen en de kiemkracht en de warmte van het omzettende compost heeft dat aangezet te wortelen en een loot uit te zenden naar het licht. Normaal gesproken zoekt zo’n loot zich een weg door de aarde naar de oppervlakte, eenmaal daar aangekomen vormen zich de eerste groene blaadjes en het licht kan nu ook zijn aandeel geven aan de verdere ontwikkeling van de plant. Hoe zo’n zaad of in dit geval een knol dat allemaal regelt, dat die loot daarheen moet groeien waar hij het licht verwacht, aan de oppervlakte van de aarde, in het geval van mijn compost aardappelplant, een kier in het luikje. Het groeit naar het licht en de intelligentie van de plant, weet, ondanks het harde omhulsel van de bak, toch een kier te vinden om daar de loot heen te sturen.  De aarde en de grond waarin een geheim spel wordt gespeeld door de planten. Wat wij zien is als het spreekwoordelijke topje van de ijsberg, maar het leven roert zich blijkbaar het best of alleen in het ongeziene. Ik las eens dat om een plant te verzorgen het vaak genoeg is als we de wortels verzorgen. Dan zorgt het verder voor zichzelf. Het strekt zich uit naar het licht, maar de wortels geven de aanzet en ontvangen daardoor de energie die de plant opvangt in het licht. Een energie die zijn hoogtepunt in de lente heeft.




“De meimaand is een kus, die de hemel aan de aarde geeft, opdat ze thans zijn bruid en weldra moeder worde.” Een citaat van een Duitse dichter (  Frederich von Lageau ). De lente in al haar levenskracht en levensvreugde, één grote uiting van aaneengeschakelde wonderen, een kus die de hemel aan de aarde geeft. Het kleurenpallet waarmee de verschillende bloemen zich tooien, de geuren de er verspreidt worden. De talloze schakeringen groen en dan hebben we het nog alleen maar over de planten. Ook de vogels meten in de hoeveelheid licht, ze komen terug uit verre oorden om hier te broeden en dat vindt plaats als de dagen lengen. Als dat plaats vindt weten de vogels ook dat het tijd is om hun lied te zingen. En hoeveel kleur krijgt het leven weer als we de kortste dag hebben gehad. Hoewel alles nog grauw en grijs is, kunnen we aan het lengen van de dagen afmeten dat we “weer de goede kant op gaan”.
De kans dat de aardappelplant in de compostbak ooit tot een volle plant wordt acht ik gering, maar toch laat ik het zitten, al was het om mezelf te herinneren dat het leven elke kier benut om zich tot uitdrukking te brengen en voor het aardappelplantje wellicht genoeg energie te verzamelen om een paar aardappeltjes te vormen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten