woensdag 30 mei 2018

Kinderen


Vandaag is de hond er nog niet veel uit geweest en vanavond maken we een extra rondje door het bos. Bij het kleine weitje hoor ik bedelende spechten en als ik het spoor van het geluid volg kom ik uit bij een holte in de boom. Achter wat varens en met uitzicht op de holle boom ga ik zitten en wacht op de ouder vogel die vast druk in de weer is met voedsel te zoeken voor deze schreeuwerige jongen, die zich vanuit de boom constant laten horen. Houden andere vogels zich gedeisd om geen aandacht op hun nest te vestigen, de spechten hebben dat blijkbaar niet nodig  en roepen constant om meer, meer, breng ons meer. Ik wacht drie voertochten af en telkens als de ouderspecht tegen de boom opklimt naar de holte, verhogen de jongen hun herrie. Wat bezield die vogels om kinderen te willen hebben. Als onze kinderen zo tekeer gaan rennen we naar de dokter die er een diagnose van vaststelt en een buisje Ritalin meegeeft. Menig huishouden lijkt misschien wel op zo’n spechtennest, maar dan het hele jaar en jaren door. De spechten zijn er met een paar weken klaar mee en dan vliegen de jongen uit. Je hoort zo’n ouderspecht denken als het laatste jong door het vlieggat naar buiten komt om op eigen vleugels verder te gaan: Dat doe ik nooit meer! Maar als het volgend voorjaar de stoere spechtenmannen weer roffelen, zwichten de spechtendames wel weer en gaat het weer van voren af aan. Zo gaat dat.

zaterdag 19 mei 2018

Stoom afblazen


De Acacia staat volop in bloei. Trossen  witte bloemen hangen aan de takken en je waant je in aanwezigheid van een mooie vrouw, geurend naar parfum, als je onder zo’n boom staat. Elk bloemetje scheidt een geur af die de omgeving van de boom als met een geur-aura omhult. Een geur, als die in een flesje te vangen was een perfect Moederdag cadeau zou zijn. Meerdere bloesembomen en struiken lijken dit jaar meer hun best te doen dan anders en staan ook met hun kleurige bloesems volop te bloeien. In de tuin lijken de planten er opeens ook haast mee te maken om hun plek in de tuin in te nemen. In een week tijd zijn de varens tot wel een halve meter hoog gegroeid, bloeit en groeit het er in een veelheid van kleuren en vormen weer het één en ander en is er een verwachting naar meer. Wacht maar als de Dahlia weer gaat schitteren, als de Engelentrompet zijn gele kelken opent. Onhoorbaar klingenlen de belletjes van de Fuchsia’s en dat kunnen ze de hele zomer volhouden. Ik wil er niets van missen en daarom gaan we pas in het najaar op vakantie.

In mijn wereldje is het allemaal goed uit te houden, maar in de grote wereld zijn er conflicten die door het nieuws en mijn beeldbuis tot in mijn paradijsje doordringen. Conflicten in Israël waar demonstranten worden doodgeschoten en vele gewonden vallen. En dat op een plek waar de hele dag het “Shalom”: vrede! wordt  gezegd als groet.  Een vrede die ver te zoeken is. Met wapengeweld wordt nog steeds bedacht en gedacht oplossingen te vinden. Net zo ondoordacht als het bedrijf dat op de hei met een gifspuit de bramen te lijf gaat. Terwijl onderhand bekender en bekender wordt dat bestrijdingsmiddelen het insecten leven heeft geschaad en dat gif in welke vorm dan ook, niet meer kan.  Om de drommel, het kan echt niet meer. Zelfs het meest milde gif is gif en is schadelijk, welke ‘gunstige “ uitwerking het voor het moment ook lijkt te hebben. De BBQ’s staan weer te dampen, om een overdaad aan vleesconsumptie te roosteren en menig supermarkt wil je wel helpen aan de producten en doet het in de reclame. Laatst zag ik een speenvarken op zo’n offeraltaar liggen, waar feestgangers dan een stuk van af konden snijden. Een pin in zijn kont die er bij zijn strot weer uitkwam en zo geroosterd werd boven de hete kolen. Een bizarre vertoning, dat zelfs een dood dier nog gemarteld moet worden.

Zo heb ik in een kwartiertje Journaal kijken en de reclameblokken waar je doorheen moet om de uitzending te zien waar je voor bent gaan zitten, me hardhandig uit mijn vredige wereldje laten rukken. De actualiteiten programma’s kondigen nog meer problemen aan die we elkaar aan doen. De knop gaat op uit en ik ga natrillend van al dat nieuws in de tuin  zitten. Even stoom afblazen.   Zou het een oplossing zijn dat iedereen een tuintje aanlegt, kan die soldaat zijn geweer even neerleggen en wie weet raakt hij bedwelmd door de geur van de Acacia. Dan pak je van je lang zal ze leven dat geweer toch nooit meer op.  

zondag 13 mei 2018

Het mooiste blauw


De tuin staat vol dingen die uit een tuincentrum komen, maar er zijn een paar dingen in mijn tuintje die het centrum me niet kan leveren. Het is een wolkeloze dag en de zon schijnt op alles waar ze bij kan met haar stralen. De rest is een weldadige schaduw die dan bij zoveel warmte ook weer gewaardeerd wordt. De lucht is strakblauw in de kleur blauw die mijn favoriete kleur blauw is, omdat Ceruleumblauw zo lastig uit te spreken is kies ik voor de kleuraanduiding: Skyblue of nog mooier, Deepskyblue. Dat is het, dat is mijn favoriete kleur blauw. De zonnepanelen op het dak snoepen al de hele morgen van het gulle licht en zetten het om in stroom, geruisloos en schoon. De pomp in de vijver klatert en de motor wordt nu aangedreven door de stroom van de panelen, watergeklater op
zonne-energie.

 De merel heeft een zonnige plek in de tuin uitgekozen en met wijd gespreide vleugels en het snaveltje open ligt het te zonnebaden. Het kan nu even, de eieren zijn nog niet uit en als het dan straks af en aan vliegen wordt om die hongerige snaveltjes te voeden, komt het er niet meer van om zo even lekker te luieren. Het opgedroogde zand geeft de mussen een plekje om een zandbad te nemen. Zo is de tuin en een vrije dag een paradijsje geworden. Net als de merel moet ik zo ook weer aan de bak, want ik zou de boodschappen doen. Ik stel het nog even uit. Een koolmees komt langs en inspecteert de kieren en de spleten, want hij heeft waarschijnlijk wel al jongen. De bladeren die in de houder van het zonnescherm liggen worden door hem even opgeruimd, wellicht ligt er wat onder of tussen en hij gooit de dorre bladeren naar beneden. Met zijn kraaloogjes ziet hij in de spleetjes en tussen het dorre blad meer dan ik er uit zou kunnen opvissen. Voor hem is dat de supermarkt en hij hoeft niet langs de kassa. Als ik het winkelwagentje heb gevuld met wat we vanavond gaan eten, moet ik wel de portemonnee trekken.

 
Maar dan lokt de tuinstoel me weer en zet ik de laptop op tafel om dit verhaaltje te schrijven. Het nestkastje dat aan de muur hangt voor de gierzwaluw is gevordert door een spreeuw die dus nu onze tijdelijke nieuwe luidruchtige buren worden. Ze vliegen af en aan met nestmateriaal en binnenkort zullen de eieren gelegd worden. Over een paar weken moet ik dan het zonnescherm weer schoonpoetsen, want ze gooien alle rommel zo hun deur uit, maar van sommige buren kan je dat wel hebben.

donderdag 10 mei 2018

Stoelendans


Een kring van lege stoelen, net één minder dan deelnemers. Wanneer de muziek stopt gaat iedereen snel op een stoel zitten. Dat wil zeggen bijna iedereen want er is één stoel te weinig. Telkens als de muziek weer begint wordt er een stoel weggehaald en zo herhaald het spelletje zich. Rent iedereen in het begin nog uitbundig en uitgelaten om de stoelen en ploffen ze neer op een stoel als de muziek stopt om de afvaller bedremmeld naar de kant te zien lopen. Hoe minder stoelen er over blijven, hoe grimmiger het wordt. Tot er nog maar één stoel staat en twee deelnemers.
Nu spant het erom, … wie gaat het winnen?

Het is rondom 30 april dat de gierzwaluwen weer terug komen. Die zwaluw die in groepjes met grote snelheid tussen de huizen door vliegt en daarbij af en toe een gierend geluid laten horen. Je kent ze vast wel. Ze zijn hier maar een paar maanden, want begin augustus vertrekken ze weer naar andere oorden. Maar wij mogen de zomermaanden van ze genieten.  Bij mij aan de muur hangt een speciale nestkast voor deze vogels  en ik hoop ieder jaar dat ze er gebruik van gaan maken. Het was al een paar dagen in mei en ik had ze nog steeds niet gezien. Ik zag op Facebook iemand die ze wel had gezien, maar in plaats van de ruim twintig zwaluwen die er verleden jaar nog rondvlogen, telde hij er nu maar vier. Eindelijk een week nadat ik ze verwacht had, zag ik ze ook en inderdaad er waren er maar vier. Zou er geen ‘stoel’ meer voor deze vogels zijn? Is de muziek voor hen afgelopen?  Hoe zonnig en strakblauw de lucht ook was waarin ik ze zag vliegen, ik zag het somber in. Dit gaat niet goed zo. In de Arkemener Polder was het voorheen een feest van geluiden, waar de Grutto een behoorlijk aandeel in had,… ja, had, want die lijkt zijn ‘stoel’ ook kwijt geraakt te zijn. Terwijl de muziek doorgaat vallen er steeds meer af, het gaat ook niet goed met de insecten, de bijen die belangrijk zijn voor veel van wat wij eten, verliezen ook langzaam hun ‘stoel’. 

Het wordt grimmig want hoe minder stoelen, hoe meer afvallers, hoe leger het wordt. Tot we bij die ene stoel uitkomen. Daar zit hij dan, de winnaar die alles verloren heeft. Er is niets meer dan die ene stoel,… ik vind het maar een stom spel.