zaterdag 30 juni 2018

Reeën bronst


De maan hangt als een grote bol net boven de bosrand, als ik vanmorgen vroeg met de hond op de hei wandel. Het hangt zo laag dat het de toppen van de bomen “aanraakt” en als ik mezelf nou in positie breng dat de maan en het topje van de Douglas samen komen, is het net of de maan op het topje van de Douglas balanceert. De lucht is strakblauw en het beloofd weer een zonnige warme dag te worden. Op het grote weiland in het bos staan drie Reeën, twee geiten en een bok. De geiten zijn uitbundig en maken wilde sprongen waar de bok op een afstandje naar staat te kijken, maar zo te zien niet weet wat hij daar nou weer mee aan moet. Binnenkort is het hun bronsttijd en dan weet hij er wel raad mee. Al dat gedoe met zo’n paring, maakt dat het blijkbaar iets is dat even moet gebeuren. Maar beseft een dier ook dat het zich aan het voortplanten is?  Vooral bij een Ree, dat wat er tijdens de paring plaatsvind, pas volgend jaar, eind april  er een kalf uit geboren gaat worden. De geit kan die link misschien nog wel leggen, maar kan de bok dat ook?  Zijn drang bij de paring is dat er iets in hem is dat in haar terecht moet komen. ( zo, dat is netjes gezegd zo )

 In natuurprogramma’s wordt vaak de indruk gewekt dat het dier doelbewust erop uit is om zijn genen te vermeerderen en  dat de jongen, die dan een halfjaar later geboren worden, van hem zijn. Ik heb niet de indruk dat dat zijn grootste drijfveer is, er gieren hormonen door zijn lijf die voor dat moment de les uitmaken. Wij zijn toch niet veel anders, toen we verliefd werden, dachten we echt niet in eerste plaats een partner te willen om ons nageslacht veilig te stellen. Om een gezin te willen stichten komt pas later aan de orde en daarvoor was het zaak om vooral veilig te vrijen. Als al ons vrijen gelijke tred zou houden met nakomelingen, zouden we zelfs aan Mars nog niet genoeg hebben om die te koloniseren, maar moeten we nog meer plekken in de ruimte inpolderen. Het is eigenlijk vreemd een gezinnetje te willen hebben, kijk eens wat een drukte dat geeft.

Zou een dier dat ook beseffen als het gehoor geeft en zich laat leiden door de hormonen die aansturen om dat te willen? Snappen doet het het wel, want het bouwt een nest, legt daarin eieren en gaat erop broeden. Terwijl er toch dagen en soms bij andere soorten; weken, niets gebeurt, blijven ze zitten.  Dat is nog maar het begin, want daarna vliegen ze zich het schompes om de wijd open gesperde snaveltjes te vullen, door af en aan te vliegen met voedsel. Terwijl pa nog af en toe even tijd neemt om in het topje van de boom een liedje te gaan zingen, trekt ma nog een worm uit de grond  om naar de jongen te brengen. Genen , we zijn er maar druk mee…

(foto Rene visser )


woensdag 27 juni 2018

Vergissen


Sodeju, dat gaat lekker. Ik moest er niets van hebben, maar nu ben ik om, we hebben elektrische fietsen gekocht. Het zonnetje lacht ons toe en wij lachen nu om de heuvels en tegenwind. Moeiteloos peddelde  wij de wijde wereld in op onze nieuwe “Tesla” fietsen. Zo kan je opeens van gedachten veranderen en een toegewijde bekeerling worden. Tegen een steile helling op de weg naar Drie, waar fietsers moeizaam tegen de berg op ploeteren, maan ik met mijn fietsbel ze achter elkaar te gaan fietsen, zodat ik haast met een irritant gemak de groep voorbij peddel. Een elektrische fiets, dat is niets voor mij, dacht ik. Ik heb me vergist, ze zijn, in ieder geval deze ene, speciaal voor mij gemaakt.

Van de week was ik met mijn oude fiets een rondje om in het Leuvenumse Bos. Het is al weer een tijd geleden dat ik daar was, en de rede was dat de werkzaamheden en veranderingen in het bos me tegenstonden. Het leek op een bouwplaats en deed op veel plekken erg rommelig aan. De Hierdense Beek, moest zo nodig gestuwd en omgelegd worden.
Er groeide Brandnetels waar eerder Bekervarens stonden, het water was op veel plekken troebel en er zat geen stroming in. Iets waar ik me behoorlijk kwaad om maakte en vond dat ze er met hun lompe poten vanaf moesten blijven. De veranderingen waar ik toen flinke bedenkingen tegen had, zijn nu wat gesetteld en zittende langs de rand van de beek  zag ik dat het toch goed had uitgepakt. De begroeiing langs de kant was weelderig en  de obstakels in de vorm van boomstammen en takken, veroorzaakte stromingen en in de luwte van die obstakels groeide Waterranonkel en andere waterplanten die rustig heen en weer deinen op de stroming.

 Als het door ontwikkelt naar de kant die het nu op gaat, ziet het er goed uit.  Terwijl ik dacht dat het daar allemaal kapot ging en waarover ik me zwaar zorgen maakte hoe dat allemaal verder moest gaan.
 Ik heb me vergist, het komt het landschap ten goede en de gedachte  erachter, begrijp ik nu beter, nu ik een deel van het resultaat ervan zie.



zondag 17 juni 2018

Vaderdag


Lag ik vanmorgen te wachten op mijn ontbijtje op bed, luisterde ik ondertussen naar het radioprogramma “Vroege Vogels “, waar toch wel een schokkende mededeling werd gedaan: “De ijskappen smelten sneller dan verwacht”.  Dat ze aan het smelten zijn was wel bekend, maar we rekende ons rijk dat het nog wel een tijdje zou duren voor we ons echt zorgen hoefde te maken. Ondertussen bracht de vrouw aan wie ik mijn vaderschap te danken heb een kopje koffie als alternatief voor het ontbijtje. Ook lekker en het radioprogramma ging verder met andere items die wat minder zorgwekkend waren, zoals een onderzoek op het gedrag van de Ruigpootbuizerd in Groningen. Terwijl de ijskappen aan alle kanten lekken, drink ik rustig mijn koffie in bed.

Wij zouden wel eens de generatie kunnen zijn die na duizenden jaren, of zo je wilt miljoenen jaren van het bestaan van de Aarde, het boek gaan sluiten.  Dat zouden de verzekeraars van de begrafenisondernemers wel leuk vinden. Hebben wij ons hele leven premie betaald voor een degelijke begrafenis, hoeven zij nooit uit te keren. Voor ons geen mooie uitvaarten meer, geen toespraken en voor de nabestaanden geen plak cake. Er zijn geen nabestaande meer, we liggen allemaal opgebaard. Wat nou een vervelende gedachte  op Vaderdag, zo lekker in mijn bed liggend. Ik bel morgen de redactie van “Vroege Vogels”, dat ze dat niet weer moeten flikken, om op één van de belangrijkste dagen van het jaar; Vaderdag, zulke nare dingen door de radio te moeten zeggen,… zijn ze nou helemaal gek geworden!!



woensdag 13 juni 2018

Groen


Elke kleur kan ik wel waarderen en als ik zoals vandaag, een vrije dag heb, met een strak blauwe lucht waar de zon ongehinderd schijnt, maar ook ons in zijn warmte doet koesteren, prijs ik me gelukkig dat ik vrij ben. Maar toch, mijn meest favoriete kleur is groen. Vanmorgen las ik  in een tijdschrift  er een artikel over: Vitamine G.  De ‘G’ staat uiteraard voor groen. Nu alle bomen zich weer volop tooien in hun mantels van bladeren en overal het groen uit de grond komt in een veelheid van vormen, is er weer volop vitamine G voorhanden. Het zijn stuk voor stuk zonnepanelen die geen elektriciteit, maar zuurstof produceren. Zuurstof dat de atmosfeer leefbaar maakt voor alles wat ademt. Mijn goede vriend zei van de week nog tegen me dat alles al aanwezig is. Toen God zei dat het goed was, bedoelde hij misschien dat wel. Of te wel, alles is er. En zo is het. We razen over onze snelwegen en laten het landschap aan ons voorbij gaan, letterlijk en figuurlijk. Turen op de snelheidsmeter om de afstand zo snel mogelijk af te leggen. We kennen de woorden wel, mindfulness en onthaasten, maar het is in het kader van  “eigenlijk”. We zeggen eigenlijk moet ik dit en dat, en zeggen daarmee dat we dat dus niet doen.

Ik heb nu zo’n nieuw horloge die je hele doen en laten registreert, van de stappen die ik  zet, mijn verbruikte calorieën, de afgelegde kilometers op de fiets, hardlopend of wandelend. Het piept als ik te lang stilstaat en zo laat ik me door mijn nieuwe speeltje opjagen. De doelen die ik erin geprogrammeerd heb, moeten behaald worden.  Gelukkig kan ik er ook nog op zien wat de tijd is en dat herinnert me eraan om de tijd te nemen. Daarom heb ik sinds kort een afspraakje met een bankje in het bos. Na het avondeten ga ik samen met de hond er naar toe. Het bankje staat aan een pad en geeft uitzicht over een lange laan. Het groen van de eiken en beuken overkoepelen de plek en het zonlicht dringt tussen de takken en bladerdek op de grond, waar de varens en vingerhoedskruid groeien. De zang van de merel klinkt als in een kathedraal tussen de boomstammen en voegt zich met een keur van andere geluiden van verschillende vogels. Mijn vriend heeft gelijk, alles is er, je moet er enkel even aandachtig voor zijn. Het is onthaasten en mindfulness in één.  Morgen heb ik weer afgesproken met het bankje.

woensdag 6 juni 2018

Muizenissen II


Als een dier zou willen veranderen in zijn gedrag, zou het daartoe dan in staat zijn? Eén van de vragen die we ons stelde, over de muizen die we blijkbaar in huis hebben. Kapotte kleding waarin gaten zijn geknaagd, overal kleine zwarte keutels die als hagelslagjes op de planken van de kasten verspreidt liggen en die scherpe muizengeur die diep in de kledingstukken doordringt en na meerdere keren wassen nog te ruiken is. De logeerkamer kreeg vandaag een schoonmaakbeurt, vanwege de muizen en menig ding belandde in de vuilnisbak omdat het kapot was, of dat het stonk. Van de winter hebben we de zakken vogelvoer en zonnebloempitten in die kamer bewaard, maar daar wisten dus de muizen ook wel weg mee.  Dat heeft ze waarschijnlijk naar hun paradijsje gelokt en met al dat wol en stukjes afgeknaagde kleding, konden ze mooi hun eigen huisjes bekleden.

Het internet werd geraadpleegd om te kijken hoe we deze dieren aan het verhuizen kunnen zetten. Gif en klemmetjes zijn uiteraard niet aan de orde, dat ze bij ons een plek om te wonen hebben gezocht is geen misdaad en daar staat zeker geen doodstraf op. Maar omdat ze geen huur betalen en ze ook niet uitgenodigd zijn willen we ze eruit hebben. Het blijkt dat muizen niet van de lucht van pepermuntolie houden. Een paar druppels op een watje moet voldoende zijn als een uitzettingsbevel. Op verschillende plekken in het huis een watje met een paar druppels pepermuntolie neergelegd dat moet het muizenvolk duidelijk maken dat ze moeten opkrassen. De schuur daar kunnen ze voorlopig wel terecht tot ze wat anders hebben.



zondag 3 juni 2018

Muizenissen


De voerplank in mijn tuin is driehonderdvijfenestig dagen per jaar open en tijdens een schrikkeljaar 366. De mussen hebben nu jongen en de uitgevlogen vogeltjes volgen hun ouders en met trillende vleugeltjes bedelen ze om voedsel. Voedsel dat voor hun poten ligt, maar door hun ouders opgepikt en in hun snaveltje wordt gedaan. Zo leren ze waar ze het moeten zoeken en komen zo op hun eigen benen te staan. Het is een drukte van jewelste met al die mussenfamilies. Toen ik vanmorgen de voeremmer pakte om daar een schep voer uit te scheppen, zat daar in de emmer een muisje me met grote kraalogen aan te kijken. De emmer is bijna leeg en de wanden zijn te hoog om er uit te kunnen klimmen. Ik liet hem eruit in de tuin en gaf de vogels hun voer op de voerplank en een handje in op het gazon.

De storende reactie van menigeen die muizen waarnemen is een hardgrondig “GADVERDAMME” te laten horen. Toegegeven, aanwezigheid van muizen is goed te ruiken en die kleine keuteltjes overal is niet prettig. Ik hoef ze ook niet in huis, maar zoals ik er vanmorgen één in de voeremmer had,  zijn het toch ook weer koddige beestjes, die hun plek hebben en nodig hebben. Uiteindelijk hebben wij al zoveel ruimte ingepikt en het als de onze beschouwt, dat we misschien wat schappelijker kunnen zijn en doen tegen zulke dieren en een “gadverdamme” is niet zo op zijn plaats. We passen het woord discriminatie niet zo toe op dieren, maar wat dat betreft discrimineren we wat af. Als we de aanwezigheid van een medemens met dit soort woorden uiten, worden we er ( terecht ) op aangesproken.
 Zet op de plek van de “a “ een “o “  en je staat ordinair te vloeken. Niet zo netjes.  Als we een muis zien doen we net alsof we getroffen worden door één van de tien plagen van Egypte. Toen was het om iets duidelijk te maken en als je een muis ziet en hysterisch begint te gillen, dan is er niets mis met die muis maar met jou. Een collega zag in onze werkruimte een muis creperen die van het gif had gegeten en daar stuiptrekkend van de pijn dood lag te gaan. Dat kan niet, dan gaan we te ver in onze onredelijke afkeer van dieren die we niet willen. Wat ik nu beoog met dit betoog is met dit alles, gif en klemmen te mijden.
We zijn inmiddels toch wel wijzer…toch??