zondag 26 juni 2022

Monsters

 

Als kind was ik van één ding overtuigd, er zat s ‘nachts een monster onder mijn bed. En monsters, zoals bekend hebben niets veel goeds van zins, met kleine kinderen. Eerder werd je door vader of moeder naar bed gebracht en dan durfde de monsters niet in je kamer te komen, maar als je groot genoeg was om alleen naar bed te gaan, dan kwamen ze stiekem in je kamer en verstopte zich onder je bed, in afwachting dat je in slaap bent gevallen. Maar zover liet ik het niet komen, ik zou hem betrappen en hem onder het bed wegjagen. Ik heb hem nooit gezien, maar toch werd het een ritueel om ’s avonds eerst onder het bed te kijken.

Een poppenkast met Jan Klaassen heeft me een ander jeugdtrauma bezorgd. Een krokodil kwam telkens uit een holle boom, terwijl Jan Klaassen net de andere kant op keek en de krokodil zijn kaken wijd opensperde. Wij als kinderpubliek, gilde het uit om Jan te waarschuwen en telkens als hij omkeek verschool de krokodil zich snel in de holle boom. Dat ging zo op en af en de gemoederen van de zaal liepen hoog op. Welke pedagoog dit verzonnen heeft…?  Het is allemaal goed gekomen met Jan Klaassen, maar niet met mij, want die krokodil in bij ons in de WC pot gaan wonen. Daar wachtte hij op mij, dat ik een grote boodschap kwam doen en dan zou hij toehappen. Als ik dan nodig moest, na het eerst lang op te houden, liet ik de Wc-deur op een kier staan, om eventueel snel weg te kunnen, hing boven de pot en plonsde de boodschap in de WC pot, snel, zeer snel om die krokodil voor te zijn. Veegde snel de billen schoon met in de andere hand de deurkruk vast en trok dan door. Toch heb ik een monster ontmoet zittende op de WC, daar stak ik stiekem mijn eerste sigaret op… en dat bleek een waar monster te zijn, die me nog jaren heeft achtervolgt. Met die eerste sigaret heeft zijn kaken diep in mijn vastgebeten en ik kon er voorlopig niet meer van af komen. Terwijl de eerste sigaret me best misselijk maakte, liet het monster me die waarschuwing negeren en beloofde dat als ik meer rookte er gewend aan zou raken en dat het dan ook lekker werd. Ik heb misschien wel tien jaar in die klauwen vast gezeten, voor ik me na veel moeite eruit los kon maken. Het monster in de WC en onder mijn bed zat waren kinderfantasieën, maar dat rookmonster, dat was wel een werkelijk monster.

 

donderdag 23 juni 2022

Een mooie dag

Een strakblauwe lucht, waar de zon ongehinderd straalt en waar de plukjes wolken verdampen voordat ze in de buurt van de zon komen. Een zomerse dag zoals een zomerse dag, eruit behoort te zien. Ik zit op een lommerrijk pad in het bos; ik weet niet precies wat lommerrijk *) betekent, maar het lijkt me wel passend bij de sfeer hier in het bos. Ik zit in de schaduw van een Eik op mijn meegebrachte opklapstoeltje en de hond ligt genoeglijk op het pad en kijk wat in het rond. Vanaf dat ik hier zit, zingt er een Roodborst en dat is nu al bijna drie kwartier en hij zingt nog steeds. In de omgeving zitten er nog twee die zingen en af en toe laat een Vink zijn vinkenslag horen, dichtbij en ook verderop. Geristel aan de andere kant van het pad trekt mijn aandacht en ik pak de verrekijker erbij. Uit het geritsel steekt een Eekhoorntje zijn kop tussen het blad  op en klimt weer in de boom ernaast. De hond die wel van wat reuring maken houdt als ze een kat of een Eekhoorntje ziet, kijkt er nu loom naar, maar heeft geen zin er verder aandacht aan te besteden, ze geloofd het nu wel. Ik kijk naar het bewegelijke dier door de kijker en zo snel hij er was, zo snel is hij ook weer vertrokken. Verderop zie ik hem nog het pad oversteken. Een rustige windvlaag ruist door de bladeren en de overrijpe dennenappels die nog aan een dun steeltje aan de takken hangen, vallen door die zucht wind naar beneden en ploffen om me heen uit de dennenbomen.

Als ik na vijf kwartier het stoeltje weer opklap en verder ga, zingt dezelfde Roodborst nog steeds. Het doet me denken aan een fragment uit één van de verhalen van Winnie de Pooh toen hij de radio uitzette waar het nieuws op te horen was. Een ramp hier een ongeluk daar, …klik de radio ging uit. Janneman Robinson vroeg aan Pooh of hij niet op de hoogte van het nieuws gehouden wilde worden. “O Jawel “, zei Pooh, “ daarom zit ik hier en luister naar de vogels. “Wat zeggen die dan? “ wilde Janneman weten. “Ze zeggen dat het een mooie dag is vandaag”: zei Pooh. Volgens mij zegt de Roodborst al die tijd dat ook tegen mij en ik ben het helemaal met hem eens.

*) Lommerrijk zegt het woordenboek, betekent schaduwrijk en daar zat ik dan met mijn stoeltje door de zon omgegeven op een lommerrijke plek. 

dinsdag 21 juni 2022

Wolken

 

De wolken luchten zie ik maar dikwijls kijk ik er onderdoor en heb er weinig besef van, hoewel ze aanwezig zijn en haast niet over het hoofd te zien zijn. Het is net als een schilderij aan de muur, als het nieuw is valt het oog erop, maar op den duur zie je het niet meer. Zo heb ik in een lange gang, waar ik dagelijks langskwam voor mijn werk, daar op een middag een paar schilderijen op z’n kop gehangen en die hebben een paar dagen zo gehangen, voor dat het werd opgemerkt en weer recht gehangen werden.  

Langs het fietspad bij een groot veld zat een man die zijn camera ergens op gericht had en hijzelf zat er een paar meter vanaf.  Ik vroeg hem of hij wat bijzonders zag en hij vertelde dat hij een timelaps maakte van de wolkenlucht, grote witte wolken hingen in de blauwe lucht en de beweging maakte hij door zijn opnames zichtbaar door om de zoveel tijd een opname te maken. Ik had die wolken al die tijd ook wel gezien, maar door de belangstelling van die man voor de wolken, werden ze me ook bewust. Soms heb je iemand nodig die het tegen je zegt.

 Net als de Nachtzwaluw op de hei die ik elke avond even een bezoekje breng om even naar zijn zang te luisteren. Zang is een groot woord, want het houdt niet veel meer in, dan een ratelend gesnor, wat wel iets weg heeft van gekwaak van kikkers. Naast dat ik hem beluister zou ik hem ook graag zien en daar ga ik dan met de fiets in het donker de hei op. Zolang hij zingt vliegt hij niet, het is juist wanneer hij stil is, dat de kans bestaat dat hij rondvliegt. Dan kijk ik de horizon af of daar zijn silhouet misschien zichtbaar wordt. De klagende roep van een uilenjong klinkt verderop en het vliegbeeld van een uil door de donkere lucht te zien zou ook bijzonder zijn, maar beide laten ze het afweten. De man die zijn hond uitliet had geen idee dat de Nachtzwaluw daar riep, tot ik het hem vertelde. Net als die wolkenluchten, je ziet ze of in dit geval hoor je een apart geluid en dringt het toch blijkbaar niet door omdat het niet een geluid is dat te plaatsen is en lijken we het dan niet te horen. Dan heb je iemand nodig die je erop wijst, net als die man dat deed die de wolken aan het fotograferen was, bij mij.

  

 

zaterdag 18 juni 2022

Boodschap

 

Als je zo vroeg als ik in het bos ben, heb je het idee dat wat er plaats vindt aan beweging het een uitvoering is voor mijn genoegen. Van de week was ik op zowel het Kroondomein als op het Nationaal Park de Hoge Veluwe, grote gebieden die ooit een particulier, Kröller heeft aangekocht om daar zijn jachtgeweer leeg te kunnen schieten en voor het Kroondomein was dat gereserveerd voor het koningshuis die daar hun jachtterrein hebben. Zij hebben misschien ook het idee gehad dat het er allemaal voor hun genoegen en vermaak bestond. Ik ken die arrogantie ook wel maar dan met wat meer terughoudendheid. Als ik het over mijn bos heb, wordt ik al snel gecorrigeerd dat het niet “mijn bos “ is. Daar hebben anderen zeggenschap over en de Natuurorganisaties doen goed werk om te behouden wat anders verloren dreigt te gaan. Zij zijn nu de grootgrondbezitters en stellen de belangen van de natuur voorop.

Maar ik dwaal af, ik sta op een vroege ochtend op een pad en hoor de Zwartkop zingen, een helder druk liedje, een beetje een rap maar dan niet met zo’n rauwe stem, maar in zuivere tonen gevat en waarschijnlijk ook niet zo agressief in taalgebruik. Alhoewel ik zou wel willen weten wat hij zegt als het in woorden te vatten was. Wat ik hoor die ochtend daar in het bos, kwam het me haast overweldigend over, alsof in je gehoor een extra deurtje is geopend om het beter te horen. De tonen kwamen zo zuiver en helder over dat ik me bevoorrecht voelde en alleen al dat, zou het idee geven dat hij daar voor mij zit te zingen. Ik was er ook alleen en wat de hond ervan vind weet ik ook al niet, maar toen hoorde ik verderop een tweede Zwartkop zingen en drong het tot me door dat hij niet voor mij zingt, maar waarschijnlijk voor die andere Zwartkop, maar dan toch met een wat minder vriendelijke boodschap als dan die ik hem zou toedichten; hij zingt zo helder om de ander duidelijk te maken, dat dit zijn gebied is en dat die ander het maar niet moet wagen deze kant op te komen. Laat dat duidelijk zijn en dat gevat in zo’n mooi helder lied. Het is maar net hoe je  het zegt, dat de boodschap overkomt. Dan is de boodschap wel niet voor mij, maar ik geniet er wel van.

  

zaterdag 11 juni 2022

Pinda’s

 

De pindahouder die aan de carport hangt wordt regelmatig door de Grote Bonte Specht bezocht, maar afgelopen weken was hij er niet zo vaak. Waarschijnlijk had hij het te druk met zijn kroost die in een holle boom door de oudervogels met insecten gevoerd worden, die kuikens hebben niet veel aan pinda’s als ze opgroeien. Er was een rijk aanbod van rupsen die gezonder voeding voor de snelgroeiende jonge spechten zijn. Net als de mezen weten deze vogels hun nestgedrag zo af te stemmen dat als de kuikens uit de eieren breken, het hoogseizoen is aan rupsen. Hoe ze dat weten en hoe ze dat afstemmen, weet ik niet, maar het is een goede timing. Uilen schijnen zo ook de grote van hun broedsel af te stemmen op de hoeveelheid aanwezige prooi van dat moment, wat misschien wel beter af te stemmen is, maar dan nog, bij overvloed meer en bij schaarste minder eieren te leggen, is toch wel bijzonder.

Wij hebben die afweging niet, terwijl we onszelf tot de intelligentste soorten beschouwen, presteren we het om het te laten aanstevenen op overbevolking met een instelling om daarbij de nodige vervuiling in lucht, grond en water te veroorzaken. Dan toch hebben we onze mond er vol van als een dier of een plantensoort ergens succesvol is, dan spreken we onze zorg uit dat er teveel van komt. Hoor, hoor wie dat zegt.

Ondertussen zit het mannetje van de Grote Bonte Specht regelmatig bij de pindahouder, maar nu aangemoedigd door een jong dat met opdringerige gekekker wat van die pinda’s wil. Pa vliegt op en neer van de pinda’s naar zijn jong. Propt hem wat in de snavel en gaat weer nieuwe halen. Het jong kijkt toe en roept bijna constant. Maar vanmorgen, goed voorbeeld doet goed volgen, hing het jong zelf aan de pindahouder en peuterde zelf zijn stukjes pinda eruit.

  

 

zaterdag 4 juni 2022

Inspirerend lezen

 

Een Holenduif hompt, hoewel hij erg veel op een Houtduif lijkt , klinkt hij anders. De zon heeft ruim baan in de strakblauwe lucht die doortrokken wordt met hier en daar witte vliegtuigstrepen. Het zachte zonlicht gefilterd door de takken streelt het groen van de bladeren die zachtjes bewegen door het briesje dat ook de grashalmen doet wiegen. De Merel en de Zwartkop vullen de atmosfeer met hun heldere tonen.  Insecten die al dan niet zoemen vliegen tussen de lage begroeiing, hun vleugels glanzen in het licht, het vingerhoedskruid met zijn rits kelkachtige bloemen wachten op de hommels waar ze wat nectar voor hebben bewaard en de witte schermen van de bloeiende vlier brengen een licht aroma om me heen. Een plek waar na een korte wandeling het even goed rusten is, de hond vlijt zich in het gras en ik zit tegen de stam van een boom in de zon.

 Het is bijna een dagelijks doel geworden deze plek op te zoeken om dan een gedeelte uit het boek te lezen waarin ik bezig ben. Ik lees de laatste hoofdstukken van het boek   “Onbegaanbare paden “ van Sylvian Tesson. Die na een lelijke val van een dak lange tijd in het ziekenhuis heeft gelegen, maar toen de dokter hem een revalidatie voorstelde hij een beter plan voor hemzelf had. Hij ging bij wijze van herstel door Frankrijk lopen. Letterlijk van zuid Frankrijk, dwars door het land naar het noorden. Hij geloofde dat dat zijn rug zou herstellen als hij dagelijks zijn wandeling langs ongebaande paden zou maken. Want dat was ook zijn idee om juist die paden op te zoeken en niet langs de wegen, maar de zandpaden en door de landerijen  lopen. Met behulp van een stafkaart zocht hij zijn routes uit en vermeed de drukte. Hij “ voorvoelde dat er een wind van vrijheid op die wegen waaide” en hij “ genoot, want ik voelde mijn krachten terug komen. Genezing was een soort plantaardig proces: gezondheid verspreidde zich al kruipend en groeiend door elke vezel van mijn gestel “ zo schrijft hij.  Door alleen te wandelen en zo ook met je gedachten alleen te zijn, schrijft hij over :
“Wandelen was net vissen: de uren verstreken en opeens voelde je iets bewegen, had je beet? Er had een mooie gedachte toegehapt.” Zo volg ik zijn tocht die hij in dagboekvorm omschrijft in het boek, waarvan de bladzijde zich omslaan en langzaam naar het doel van zijn wandeling, zijn herstel en het eindpunt. De rest van de hoofdstukken bewaar ik nog even voor een volgende keer en wie weet ga ik weer tegen de boom zitten het boek verder uit te lezen.