Als kind was ik van één
ding overtuigd, er zat s ‘nachts een monster onder mijn bed. En monsters, zoals
bekend hebben niets veel goeds van zins, met kleine kinderen. Eerder werd je
door vader of moeder naar bed gebracht en dan durfde de monsters niet in je
kamer te komen, maar als je groot genoeg was om alleen naar bed te gaan, dan
kwamen ze stiekem in je kamer en verstopte zich onder je bed, in afwachting dat
je in slaap bent gevallen. Maar zover liet ik het niet komen, ik zou hem
betrappen en hem onder het bed wegjagen. Ik heb hem nooit gezien, maar toch
werd het een ritueel om ’s avonds eerst onder het bed te kijken.
Een poppenkast met Jan Klaassen
heeft me een ander jeugdtrauma bezorgd. Een krokodil kwam telkens uit een holle
boom, terwijl Jan Klaassen net de andere kant op keek en de krokodil zijn kaken
wijd opensperde. Wij als kinderpubliek, gilde het uit om Jan te waarschuwen en
telkens als hij omkeek verschool de krokodil zich snel in de holle boom. Dat ging
zo op en af en de gemoederen van de zaal liepen hoog op. Welke pedagoog dit verzonnen
heeft…? Het is allemaal goed gekomen met
Jan Klaassen, maar niet met mij, want die krokodil in bij ons in de WC pot gaan
wonen. Daar wachtte hij op mij, dat ik een grote boodschap kwam doen en dan zou
hij toehappen. Als ik dan nodig moest, na het eerst lang op te houden, liet ik
de Wc-deur op een kier staan, om eventueel snel weg te kunnen, hing boven de
pot en plonsde de boodschap in de WC pot, snel, zeer snel om die krokodil voor
te zijn. Veegde snel de billen schoon met in de andere hand de deurkruk vast en
trok dan door. Toch heb ik een monster ontmoet zittende op de WC, daar stak ik stiekem
mijn eerste sigaret op… en dat bleek een waar monster te zijn, die me nog jaren
heeft achtervolgt. Met die eerste sigaret heeft zijn kaken diep in mijn
vastgebeten en ik kon er voorlopig niet meer van af komen. Terwijl de eerste
sigaret me best misselijk maakte, liet het monster me die waarschuwing negeren
en beloofde dat als ik meer rookte er gewend aan zou raken en dat het dan ook lekker
werd. Ik heb misschien wel tien jaar in die klauwen vast gezeten, voor ik me na
veel moeite eruit los kon maken. Het monster in de WC en onder mijn bed zat waren
kinderfantasieën, maar dat rookmonster, dat was wel een werkelijk monster.