zaterdag 13 augustus 2022

Supermaan

 

In alle vroegte gaan we de deur uit, het is voorlopig nog niet licht en als ik op de hei kom staat hij daar. De Supermaan. Als een oranje bol die veel groter dan anders lijkt. Dat is niet zo, want de Maan verandert niet zomaar in grote, maar kan wel even dichterbij staan. Staat de Maan anders zo’n 383.000 kilometer van de Aarde, nu staat het een kleine 4000 kilometer dichterbij en dat maakt het verschil. En en de Maan ook dichterbij de horizon staat lijkt het sowieso wel groter. De oranje gloed die deze Maan kenmerkt als Supermaan, brengt een aparte sfeer op de hei. Alsof een grote schermerlamp met een gekleurde kap de omgeving in een oranje gloed zet. Het geeft een beetje de sfeer weer die ik in mijn dromen ook zie, half schemer en een beetje getint. Het gaat snel in korte tijd is het al bij de horizon en helemaal als het in een nis van de boomtoppen hangt, lijkt het nog groter. Het doen me aan een verhaaltje denken dat ik van de week las; Mol zag de Maan in de lucht en zei tegen zichzelf: “Wat een mooi ding, die wil ik wel hebben “ en strekte zijn korte pootjes uit om de Maan te pakken. Hij kon er niet bij en ging toen op de grootste molshoop staan die hij onlangs nog maakte, maar nog steeds kon hij er niet bij, zelfs als hij en sprongetje maakte, lukte het niet. Konijn die net langs kwam en zag wat mol probeerde, zei: “Dat lukt je nooit die staat veelte hoog.” Toen mol teleurgesteld langs de vijver liep zag hij tot zijn verassing de Maan in het water liggen. hij strekte zijn pootjes uit om de  Maan uit het water te tillen, met dat hij het water raakte, spatte de Maan in honderd stukjes uiteen.
Ondertussen is mijn Maan achter de horizon gezakt. Na vandaag neemt de Maan zijn “gemiddelde” positie weer in, en voorlopig zullen we het niet meer in deze omvang zien.

Voor vannacht  is er een sterrenregen voorspelt, om kwart over vier zou het hoogtepunt zijn. Ik klapte de tuinstoel in de ligstand en tuurde de noordoostelijke hemel af. Er zijn weinig sterren te zien en daarover las ik van de week, dat van elke ster die we zien, zien we er negen niet. Door het vele kunstlicht vervuilen we de donkere nacht en vallen veel sterren in dat licht weg. Niet letterlijk, maar voor onze ogen. Af en toe komt er een satelliet langs, met hoge snelheid, of hangen ze stil en draait de Aarde onder hun door?  Apparaten die we zo vanzelfsprekend houden, die onze navigatie helpen en daar honderden kilometers boven de Aarde ons naar onze bestemmingen gidsen. De sterrenregen valt tegen in een uur tijd tel ik er twee strepen. Korte lichtstrepen die er zijn er ook weer zo weg zijn. Te kort, maar net lang genoeg ze te zien. Dat was het, daar lig ik nu een uur voor naar boven te staren. Een Bosuil roept een Ree keft vanuit het bos verderop, de Vleermuis dwarrelt als een schim door de tuin tot vlak over mijn hoofd en over de vijver, geritsel in het perkje naast het huis. Om tien voor half zes, roep ik de hond naar buiten.  Nog donker, maar licht genoeg om met de ochtendwandeling te beginnen, lopen we de hei op. Het was vannacht volle maan en weer hangt de Maan boven de hei in een zilver schijnsel en een stukje kleiner ogend dan gisteren.  Het beweegt naar de horizon door de wolkeloze lucht. Het belooft weer een warme dag te worden en zoals ik vannacht op een sterrenregen wachtte, hopen we nu ook op regen, want het is door de aanhoudende warmte erg droog. Denk je eens in, als een flinke regenbui de Aarde nat maakt, dan geurt de aarde en de grond, petrichor; de geur die ontstaat wanneer de regen de droge aarde nat maakt. Als dat gebeurt ga ik weer in mijn tuinstoel liggen, om de regen op mijn gezicht te voelen en de geur op te snuiven. Laat maar komen die bui.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten