De nachten zijn weer langer, rondom zes uur is het nog meer
donker dan schemer. Als we dan toch maar in het donkere muisgrijze van de nacht
de hei opwandelen, ligt de mist als een grijze deken, als ware het een dikke
laag stof, over de hei. De punten van de struiken steken er nog bovenuit en de
bomen lijken erboven te zweven. We lopen
de dag tegemoet. Het is nu allemaal wat eenkleurig en grauw door het ontbreken
van het licht. Boven het pad cirkelen een paar vleermuizen geruisloos hen en
weer en maken de scherpste bochten en zwenkingen die je niet zou verwachten van
een dier met zo’n weinig licht om daarin te navigeren, maar toch, ze hebben een
andere manier om de wereld te beschouwen en zijn daar harstikke goed in. Soms
gaan ze vlak langs mijn gezicht, maar zonder dat ik zorgen heb dat ze tegen me
aan zullen vliegen en ik hou een poosje stil op het pad om deze dieren te
bekijken. Ze zijn alleen te zien als ze langs de lucht vliegen, een paar
seconden lang, maar verdwijnen dan telkens weer in het zwart van de bosrand en in de silhouetten van de bomen, om dan
verderop weer tevoorschijn te komen. Het is een geruisloos spektakel, zelfs als
hij vlak voor mijn neus vliegt, hoor ik geen geruis van de vleugels en het
geluid dat ze maken om te navigeren is voor mij te hoog om te kunnen horen. Al
een paar keer maak ik aanstalten om weer door te lopen, maar ik stel het
telkens even uit om deze dieren nog wat langer te bekijken. Inmiddels schuift
het licht langzaam de sluiers van het donker opzij. De kreet van de uil in de bosrand wordt
vervangen door een heel iel zingende Roodborst
en een ander slaat ergens alarm over. De eerste dag geluidjes vanuit het bos.
De Roodborsttapuit op de hei is ook wakker geworden en laat zijn geklik horen. Een
nieuwe dag breekt aan en we hopen op regen vandaag, want het is zo droog de
laatste tijd dat er al veel blad aan de
bomen is verdroogd en het als een tapijt van dorre bladeren op de grond is gevallen.
Het ruikt een beetje verdord en als je over het pad loopt knispert het droge
blad onder de voeten. Prima voor half oktober, maar nu is het nog wat aan de
vroege kant. Er hangen zware wolken in
de lucht en het zou zo maar kunnen dat de belofte voor wat regen in vervulling
kan gaan. De wandeling gaat verder, zonder haast of doel. Het landschap is me
zo vertrouwd geworden door bijna dagelijks er te zijn en op allerlei
tijdstippen en omstandigheden. Op de terugweg is het al lichter geworden en de
ruimte waar de vleermuizen vlogen wordt nu ingenomen door de Boerenzwaluw die
de laatste tijd zich wat meer op de hei laat zien. In de bosrand hoor ik
Goudvinken. Het landschap is een pakket
van smaken, geuren, kleuren en indrukken, waarmee het lichaam doordrenkt wordt.
Een ontbijtje met hoge voedingswaarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten