zondag 20 november 2022

De eerste winterse dag

 

Zondagmorgen, er ligt een dun laagje ijs op de vijver en de thermometer geeft -7 aan. Een paar mussen testen het ijs op de vijver en voorzichtig wagen ze zich van de lage rand langs vijver, op het ijs. Het houdt, tenminste de mussen, die elkaar aftasten of het nu wel of niet kan, een paar waaghalzen bewijzen dat het kan.  Gisteren een paar vorstgevoelige planten naar binnen gehaald en een paar andere afgedekt. De hei ligt er wit berijpt bij en geeft een mooi aanzien, een frisse wandeling wat mij al snel koude voeten oplevert en dat moet ik juist voorkomen met de aanleg van wintertenen. Elk sprietje en twijgje heeft een zilveren ijsrandje en de grond voelt hard bevroren aan. Bij de ingang van een konijnenhol zijn door de condens vanuit het hol de grasstengels die voor het hol hangen zijn extra beslagen met een dikker laagje rijp. Wat duidelijk maakt dat dat hol bewoond is en het daaronder dus wel lekker warm zal zijn. Heeft de wind het verkleurde blad nog niet van de bomen gekregen, deze koude prikkelende vorst weet de bladeren van de takken af te ritselen en als sneeuwvlokken dwarrelt het blad in een windstille sfeer naar de bosbodem en bedekt de bosgrond met het gele en bruine blad. Het gevallen blad legt een deken rondom de stam van de boom waaruit het blad viel, als een warme laag rondom de wortels, alvast voor de volgende kou.

In de loop van de dag trekt het dicht en de temperatuur loop op net boven nul en er valt een heel, heel klein beetje sneeuw tussen de regendruppels. Het vliesdunne laagje ijs op de vijver is weer weg en de ijspret voor de mussen is voorbij. Om half vier nog een rondje met de hond door het bos. De paden die me zo vertrouwd zijn en toch is het door verschil van atmosfeer telkens weer iets anders. Nu met het goudgekleurde afgevallen blad dat het bospad onder de Beuken kleurt en zelfs door de heiige sfeer iets lijkt op te lichten. Het getokkel van de regendruppels op de bladeren op de grond. Er beweegt zich niets dan wij met z’n tweeën op het bospad. Ik steunend op een wandelstok en de hond er sjokkend achteraan en de tijd nemend hier en daar te snuffelen. De tekst van het liedje, “ Later” van Herman van Veen, kom in me op: “Zie je ons daar samen lopen, naast elkaar, zo diep bedaard, jij een lieve oude taart, ik nog kras,… dat is te hopen,… “. Het wordt al schemer en het bos krijgt een sprookjesachtige sfeer, een sfeer waar menigeen voor binnen blijft, want regen wordt laag gewaardeerd, maar brengt een o, zo mooie sfeer in het bos, zeker op deze late zondagmiddag.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten