zaterdag 27 mei 2023

Lisa


Lisa is gestorven op 26 mei rond één uur.  Ze ging liggen op het kleed wat we in de tuin gelegd hadden, waar ze de injectie kreeg die haar in slaap bracht, uit een slaap waar ze niet meer uit wakker zal worden. De tweede prik bezegelde het en bracht het hart tot stilstand. De zon scheen op haar vacht toen ze haar laatste adem uitblies en lag ze bewegingsloos om nooit meer te bewegen. De arts luisterde naar het hart en de longen en verklaarde dat ze nu dood was. De longen en het hart stonden stil,… voor altijd. Tranen en strelingen op haar vacht, alsof ik haar nog vast wilde houden. Haar ogen staarde, maar ze zag me niet meer. We hebben haar begraven dicht bij het graf van onze vorige hond Kiko, waar ze een jaar mee heeft samengeleefd. In een bostuin waar Kiko begraven ligt hebben we nu een nieuw graf gedolven om Lisa in te leggen. Op een kleed, waar ze altijd op lag in de huiskamer, haar speeltjes, een bal die piepte als ze erin beet en een pluche beestje dat van haar was, samen met de werpstok met tennisbal legde we haar dingen, naast haar neer in het graf. Het rubberen bandje dat ik om één of andere reden, om mijn rechterpols had gedaan en al jaren droeg, deed ik af en legde het op haar lichaam ter hoogte waar haar hart had geklopt. Zo gaat een stukje van mezelf met haar mee. Nog één keer streel ik met mijn hand over haar vacht en strijk haar over haar kop en sluit dan de deken over haar heen. Scheppen zand ploffen op de deken en de afstand wordt met elke schep groter. Nu is ze weg, ze heeft een plek in de aarde gekregen, vlak bij het huis waar ze dertien jaar geleden geboren is. Ik rouw om een dier dat bijna altijd bij me was en nu is ze weg. Elk bospad tot ver in de omtrek hebben we samen belopen, duizenden, waarschijnlijker; miljoenen van haar pootafdrukjes en mijn voetafdrukken naast elkaar over de paden door de vele gebieden die we in de jaren dat we samen waren hebben belopen.  

Na alles heb ik behoefte even alleen te zijn en ga het bos in, op een bospad draai ik me onwillekeurig even om, en kijk waar de hond blijft, zo gewoon de afgelopen dertien jaar, vooral de laatste maanden dat ze wat achter bleef.  Ik ga zitten op een stronk langs een pad waar de varens de bodem bedekken. De zon in de rug. Ik mis Liesje, de geur van haar vacht als ik haar knuffel, haar natte neus tegen mijn hand te voelen, haar tong waarmee ze me soms een lik over mijn gezicht gaf, de zachtheid van haar vacht, de fonkelende verwachtingsvolle bruine ogen die me zo diep konden aankijken. Achter me zingt een Roodborst, als wil hij me troosten. Mijn hart klopt zwaar in mijn borst en pompt golven van verdriet en weemoed door mijn lijf, dat zich verkrampt in mijn maag. Iemand zei eens, hoe gek het ook klinkt, geniet van je verdriet, want het is de maat van hoeveel je gehouden hebt van degene die je nu missen moet. Het is bitterzoet, bitter in de tranen die er worden vergoten en diezelfde tranen zoet omdat ze zoveel herinneringen bevatten. Goede herinneringen die door haar dood niet langer meer gemaakt kunnen worden en ik het te doen heb met de gemaakte momenten, die nu zo zwaar aanvoelen. Nu voelen ze bitter en straks zullen ze weer zoet worden, als het verdriet gaat slijten. De nu lege plek in de kamer waar ze op haar kleed lag, het zachte snurken en het gepiep als ze lag te dromen, is er niet meer, de begroeting ’s morgens als ik beneden kwam en ze met kwispelde staart me stond op te wachten in de keuken. We hebben een goede tijd gehad samen, ze was mijn derde hond en net als de andere heb ik zielsveel van haar gehouden. Ik moet het nu zonder je doen, ze was mijn schaduw die bij mij hoorde, overal waar ik ging was ze bij me. Ik heb nu geen schaduw meer. Ik mis je Lisa en wat ben ik er trots je in mijn leven te hebben gehad.






    

vrijdag 19 mei 2023

Indrukken

 

Ooit om een nieuw plekje te zoeken om onderweg er een middagpauze te houden en mijn benen even te strekken, vond ik een uithoekje in de polder. Ik stapte uit het busje en liep een soort speelbos in. Kleine smalle paadjes leidden naar stille hoekjes en naar een meertje, maar wat me er bovenal zo aantrok waren de Nachtegalen die daar zongen. Direct bij de parkeerplaats hoorde ik er toen al één. Menig keer ben ik daar langsgereden op weg, of terug van ergens en stapte daar even uit, om te luisteren en daar te wandelen. Dat was tijdens het werk en als het op de route lag.

Vanmorgen had ik deze plek voor ogen, voor de Nachtegaal en de Koekoek. Hond mee in de auto en ons doel was op dat bankje bij dat meertje een poos door te brengen. Het zonnetje vrolijkte de boel op, een Zwaan dobbert op het meertje en zijn wederhelft zit aan de andere kant van het meer op het nest. Een Meerkoetje trok een  V-vormige kielzog achter zich aan toen hij het meer overstak en een Visdiefje vliegt een paar rondjes boven het water. Met gracieuze haast in slow-motion bewegende vleugelslagen, de rode snavel naar beneden gericht, is het een pracht dier om door de kijker te volgen. Het dier verdient een betere naam dan Vis-Dief en dan nog het verkleinende – je, erachter. Het is een balletdanseres in de lucht, zijn zwaluwachtige voorkomen doet hem een betere naam toekennen. Iets met ballet of zwaluw erin en die misdadige naam die hij nu heeft, moeten we dan maar vergeten. Hij danst nog wat rondjes over het water en is dan weer verdwenen. En dan jawel, daar is hij dan; de Nachtegaal. De uitbundigheid die zijn zang zo kenmerkt ontbreekt, het is alsof hij zijn instrument nog aan het stemmen is, maar het komt er maar niet van dat hij echt gaat spelen. Ooit zag ik hier boven dit meertje een Visarend bidden en daar hoop ik nu ook op. Vissen drukken van onderaf rimpels op het oppervlak. Ik meen het gehomp van de Roerdomp te horen in de verte, maar het is de hond die zachtjes ligt te snurken, waarin ik even het geluid van een Roerdomp in meende te horen. De Meidoorn naast het bankje staat zo vol bloesem dat haast de takken ervan krom hangen. Af en toe vullen de bloesems de lucht met zoetige geuren en een briesje brengt het in pakketjes bij me. De alsmaar roepende Koekoek krijgt antwoord van een vrouwtje dat hem met een hinnikend geluid lokt. De toegesnelde Koekoek is zo bij haar en als het vrouwtje nog een keer hinnikt, slaat het gekoekoek helemaal door en is een haast schor geluid geworden. Daarna is het stil in die hoek en het laat zich wel raden wat daar gebeurt. De zwaan heeft een ommetje gemaakt en komt weer terug op het meertje. Een uurtje zo te zitten is een aanrader, vooral als de zon het er aangenaam bij maakt. Het is niet alleen het moment van nu, maar ook van alle eerdere keren. Er hoeft niet veel te gebeuren om toch aardig wat indrukken op te doen.

 

zaterdag 13 mei 2023

houdbaarheidsdatum

 

De dag wordt elke dag een paar minuten langer. De Merel begint elke morgen een paar minuten eerder te zingen. Vanmorgen was dat om 4.44 uur. Rond die tijd wil ik ook wakker zijn, aankleden en naar buiten. Het is nog donker tegen het schemeren aan. De Merel is de dirigent van de dag en als hij de eerste tonen  aangeeft, kan de dag beginnen. Al snel volgen vogels als de Roodborst zijn aanwijzingen op. De dag begint en langzaam wordt  het lichter. Een stil spektakel met veel geluid. De Tjiftjaf en de Zwatkop zetten in en de Zanglijster volgt, duiven koeren op de achtergrond, en zo wordt de dag begroet, elke ochtend en elke lente weer. Iets om bij te willen zijn en zo samen met de hond tussen door te slenteren. Het bos en de hei lijken dan even helemaal van ons. Een rijk bezit, zonder dat ik er de eigenaar van ben. Als de schemer oplost en het licht wordt legt de Merel zijn dirigentstokje weer neer, wat een manier om zo elke dag te beginnen, zowel voor hem als voor mij. Toch loop ik me daar ook zorgen te maken, er lijken minder vogels deel te nemen aan het ochtendconcert en op de hei is het veel stiller, op de Koekoek na die in de verte van zich laat horen, maar hij lijkt alleen.

Er gaat geen dag voorbij of je hoort wel meerdere keren het woord “klimaatverandering” ergens opduiken op radio of  TV. Iets waar we mee te maken hebben en waar we een dikke vinger in de pap over deze verandering in hebben. Van de week in een programma op TV: “Wat houdt ons tegen” bij Human TV gepresenteerd door o.a. Jeroen Smit. Een beter milieu begint met eten; we verspillen gemiddeld per jaar 2 miljoen ton voedsel. Dat is om er een plaatje bij te hebben een file vrachtwagens van Utrecht tot Barcelona en elke vrachtwagen die bumper aan bumper staan zit barstensvol weggegooid voedsel. Eén van de redenen is de houdbaarheidsdatum. Daar zijn er twee van, de Te Gebruiken Tot- datum, (TGT) een veiligheidsgarantie op producten die in de koeling staan  zuivel, vlees en vis. Dan staat er op elk ander product een Tenminste Houdbaar Tot – datum (THT) dat is een kwaliteitsgarantie. Voor beide producten is dat voor Supermarkten reden om het weg te gooien als het die datum bereikt en voor ons bij opruimen van onze keukenkastje  en de kelder om het in de vuilnisbak te gooien, wat dan op die denkbeeldige vrachtwagen terecht komt elk jaar weer opnieuw. Zo zijn we medeplichtig door een verkeerde interpretatie van een houdbaarheidsdatum. Veel artikelen zijn langer houdbaar en hoeven niet perse weggedaan te worden als de datum ervan verstreken is op de verpakking.  Het is een kwaliteitsgarantie. Kijk, ruik en proef, dat is een goede manier om een product te beoordelen of het nog te gebruiken is. Je gooit je fiets toch ook niet weg als het garantie termijn verlopen is? Vlees en vis wel, want daar kan je ziek van worden( veiligheidsgarantie)  maar een pak Macaroni gaat langer mee en daar krijg je niets van als die datum is overschreden, het schijnt zelf op zout te staan en zout gaat juist bederf tegen. Een beter milieu begint bij jezelf en dat blijkt weer een waarheid als een koe te zijn. Gewoon om niet zoveel en zo snel weg te gooien.  

zaterdag 6 mei 2023

Oude vriend

 

Hij pakte zijn gitaar en vroeg me of ik dit kende en begon te spelen. De beginklanken van de “ Starway to Heaven “van Led Zeppelin, klonken door de kamer. Natuurlijk herkende ik dat en ik bewonderde zijn vertolking op zijn gitaar. Ik was bij een jeugdvriend op bezoek en vanaf onze jeugd hebben we elkaar niet meer gezien, dan af en toe tussen de schappen van een supermarkt of een vluchtige ontmoeting in de winkelstraat, die elke keer afgesloten werd met dat we eens moeten afspreken, om bij elkaar op bezoek te gaan. Ik was daarna altijd teleurgesteld dat ik niets meer van hem hoorde en nu bedenk ik me dat hij misschien al die tijd wel op mij zat te wachten. Ondertussen zijn we jaren verder, onze ouders zijn gestorven en we hebben ons werk erop zitten, ons haar is grijs geworden de kinderen zijn de deur uit, er ligt een lange periode tussen toen en nu. Wat heb je elkaar nog te vertellen als je elkaar zo lang niet gezien en gesproken hebt, dan alleen die vluchtige momenten in de winkel of straat? 

Op een fietstochtje kwamen we elkaar tegen op de zandverstuiving en begonnen weer dat kleine gesprekje en toen hebben we toch eens doorgepakt en direct een afspraak gemaakt, ik zal op donderdagmorgen om tien uur bij hem zijn. En precies op tijd drukte ik op zijn deurbel. Eens kijken hoe het mijn oude jeugdvriend is vergaan, de deur ging open en ik werd hartelijk begroet en binnengelaten. In zijn eigen huis. Toen onze wegen scheidde als jeugdvrienden, woonden we nog thuis bij onze ouders op de Veldweg. Zo vergaat dat.

Ik zag de foto’s aan de muur van zijn kinderen, twee gitaren op een standaard en een prachtig onderhouden achtertuin. De zon scheen en we gingen buiten zitten. Ondanks de meer dan veertig jaar die ons van de vriendschap van toen van elkaar scheidde, hadden we elkaar juist een hele hoop te vertellen. We wisten elkaar te vertellen over de Nachtzwaluw die we toen in het Leuvenumse bos zagen en hoorde, iets wat we vaak deden lange wandelingen maken, langs de Hierdense Beek en door de bossen. Samen naar de hertenbronst luisteren op het Kroondomein, waar we op de brommers heen reden, naar het Aardhuis. Het bandje waar we in speelde, kwam nog helemaal niet ter sprake, want we hadden stof genoeg. Niet alleen van toen, maar ook de jaren dat we trouwde, kinderen kregen en werkte tot de leeftijd dat het genoeg was, bereikt werd. Wat er tussen toen en nu lag, onze herinnering aan onze jeugd waar we allebei fragmenten van wisten op te roepen. Als je toch terug kunt kijken op een leven dat toen het geleefd werd, je er weinig bij stil stond, maar dat elk aspect zijn waarde heeft, die in een ontmoeting met een jeugdvriend weer opgepoetst werden tot het weer begon te glanzen. Oude vrienden ze helpen je te herinneren. Nieuwe vrienden, je maakt er nieuwe herinneringen mee. We hebben voor een volgende keer weer afgesproken, misschien wordt die oude vriend weer een nieuwe vriend.