Ooit om een
nieuw plekje te zoeken om onderweg er een middagpauze te houden en mijn benen
even te strekken, vond ik een uithoekje in de polder. Ik stapte uit het busje
en liep een soort speelbos in. Kleine smalle paadjes leidden naar stille
hoekjes en naar een meertje, maar wat me er bovenal zo aantrok waren de
Nachtegalen die daar zongen. Direct bij de parkeerplaats hoorde ik er toen al
één. Menig keer ben ik daar langsgereden op weg, of terug van ergens en stapte
daar even uit, om te luisteren en daar te wandelen. Dat was tijdens het werk en
als het op de route lag.
Vanmorgen
had ik deze plek voor ogen, voor de Nachtegaal en de Koekoek. Hond mee in de
auto en ons doel was op dat bankje bij dat meertje een poos door te brengen. Het
zonnetje vrolijkte de boel op, een Zwaan dobbert op het meertje en zijn
wederhelft zit aan de andere kant van het meer op het nest. Een Meerkoetje trok
een V-vormige kielzog achter zich aan
toen hij het meer overstak en een Visdiefje vliegt een paar rondjes boven het
water. Met gracieuze haast in slow-motion bewegende vleugelslagen, de rode snavel
naar beneden gericht, is het een pracht dier om door de kijker te volgen. Het
dier verdient een betere naam dan Vis-Dief en dan nog het verkleinende – je,
erachter. Het is een balletdanseres in de lucht, zijn zwaluwachtige voorkomen
doet hem een betere naam toekennen. Iets met ballet of zwaluw erin en die
misdadige naam die hij nu heeft, moeten we dan maar vergeten. Hij danst nog wat
rondjes over het water en is dan weer verdwenen. En dan jawel, daar is hij dan;
de Nachtegaal. De uitbundigheid die zijn zang zo kenmerkt ontbreekt, het is
alsof hij zijn instrument nog aan het stemmen is, maar het komt er maar niet
van dat hij echt gaat spelen. Ooit zag ik hier boven dit meertje een Visarend
bidden en daar hoop ik nu ook op. Vissen drukken van onderaf rimpels op het
oppervlak. Ik meen het gehomp van de Roerdomp te horen in de verte, maar het is
de hond die zachtjes ligt te snurken, waarin ik even het geluid van een
Roerdomp in meende te horen. De Meidoorn naast het bankje staat zo vol bloesem
dat haast de takken ervan krom hangen. Af en toe vullen de bloesems de lucht
met zoetige geuren en een briesje brengt het in pakketjes bij me. De alsmaar
roepende Koekoek krijgt antwoord van een vrouwtje dat hem met een hinnikend
geluid lokt. De toegesnelde Koekoek is zo bij haar en als het vrouwtje nog een
keer hinnikt, slaat het gekoekoek helemaal door en is een haast schor geluid
geworden. Daarna is het stil in die hoek en het laat zich wel raden wat daar gebeurt.
De zwaan heeft een ommetje gemaakt en komt weer terug op het meertje. Een
uurtje zo te zitten is een aanrader, vooral als de zon het er aangenaam bij
maakt. Het is niet alleen het moment van nu, maar ook van alle eerdere keren. Er
hoeft niet veel te gebeuren om toch aardig wat indrukken op te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten