Lisa is gestorven op 26 mei rond één uur. Ze ging liggen op het kleed wat we in de tuin gelegd hadden, waar ze de injectie kreeg die haar in slaap bracht, uit een slaap waar ze niet meer uit wakker zal worden. De tweede prik bezegelde het en bracht het hart tot stilstand. De zon scheen op haar vacht toen ze haar laatste adem uitblies en lag ze bewegingsloos om nooit meer te bewegen. De arts luisterde naar het hart en de longen en verklaarde dat ze nu dood was. De longen en het hart stonden stil,… voor altijd. Tranen en strelingen op haar vacht, alsof ik haar nog vast wilde houden. Haar ogen staarde, maar ze zag me niet meer. We hebben haar begraven dicht bij het graf van onze vorige hond Kiko, waar ze een jaar mee heeft samengeleefd. In een bostuin waar Kiko begraven ligt hebben we nu een nieuw graf gedolven om Lisa in te leggen. Op een kleed, waar ze altijd op lag in de huiskamer, haar speeltjes, een bal die piepte als ze erin beet en een pluche beestje dat van haar was, samen met de werpstok met tennisbal legde we haar dingen, naast haar neer in het graf. Het rubberen bandje dat ik om één of andere reden, om mijn rechterpols had gedaan en al jaren droeg, deed ik af en legde het op haar lichaam ter hoogte waar haar hart had geklopt. Zo gaat een stukje van mezelf met haar mee. Nog één keer streel ik met mijn hand over haar vacht en strijk haar over haar kop en sluit dan de deken over haar heen. Scheppen zand ploffen op de deken en de afstand wordt met elke schep groter. Nu is ze weg, ze heeft een plek in de aarde gekregen, vlak bij het huis waar ze dertien jaar geleden geboren is. Ik rouw om een dier dat bijna altijd bij me was en nu is ze weg. Elk bospad tot ver in de omtrek hebben we samen belopen, duizenden, waarschijnlijker; miljoenen van haar pootafdrukjes en mijn voetafdrukken naast elkaar over de paden door de vele gebieden die we in de jaren dat we samen waren hebben belopen.
Na alles heb ik behoefte even alleen te zijn en ga het bos in, op een bospad draai ik me onwillekeurig even om, en kijk waar de hond blijft, zo gewoon de afgelopen dertien jaar, vooral de laatste maanden dat ze wat achter bleef. Ik ga zitten op een stronk langs een pad waar de varens de bodem bedekken. De zon in de rug. Ik mis Liesje, de geur van haar vacht als ik haar knuffel, haar natte neus tegen mijn hand te voelen, haar tong waarmee ze me soms een lik over mijn gezicht gaf, de zachtheid van haar vacht, de fonkelende verwachtingsvolle bruine ogen die me zo diep konden aankijken. Achter me zingt een Roodborst, als wil hij me troosten. Mijn hart klopt zwaar in mijn borst en pompt golven van verdriet en weemoed door mijn lijf, dat zich verkrampt in mijn maag. Iemand zei eens, hoe gek het ook klinkt, geniet van je verdriet, want het is de maat van hoeveel je gehouden hebt van degene die je nu missen moet. Het is bitterzoet, bitter in de tranen die er worden vergoten en diezelfde tranen zoet omdat ze zoveel herinneringen bevatten. Goede herinneringen die door haar dood niet langer meer gemaakt kunnen worden en ik het te doen heb met de gemaakte momenten, die nu zo zwaar aanvoelen. Nu voelen ze bitter en straks zullen ze weer zoet worden, als het verdriet gaat slijten. De nu lege plek in de kamer waar ze op haar kleed lag, het zachte snurken en het gepiep als ze lag te dromen, is er niet meer, de begroeting ’s morgens als ik beneden kwam en ze met kwispelde staart me stond op te wachten in de keuken. We hebben een goede tijd gehad samen, ze was mijn derde hond en net als de andere heb ik zielsveel van haar gehouden. Ik moet het nu zonder je doen, ze was mijn schaduw die bij mij hoorde, overal waar ik ging was ze bij me. Ik heb nu geen schaduw meer. Ik mis je Lisa en wat ben ik er trots je in mijn leven te hebben gehad.
♥♥
BeantwoordenVerwijderen