Het is leuk en maakt je nieuwsgierig, als je een flard van een gesprek opvangt en daaruit iets opmaakt. Niet dat ik me in dat gesprek meng, het zijn voorbijgangers op de fiets, zoals de grootmoeder met haar kleinkind de hei op kwamen fietsen en ze tegen haar kleinkind zei: “Kijk dit is de hei,… tenminste wat ervan over is,” voegde ze eraan toe. En zo fietste ze de hei op en raakte buiten mijn gehoor. Wat ervan over is,… vroeg ze haar af en daar zit een gedachte achter die ik verder niet met haar kan bespreken, maar wel wat bij mij blijft hangen…wat ervan over is…Ze doelt misschien op de vergrassing en dat gras, waar overigens verscheidene soorten van groeien en ook bloeien met pluimen die wuiven als daar de wind over trekt. Maar ook het Jakobskruiskruid dat veelvuldig bloeit en de andere bloemensoorten die boven de heidestruiken uitsteken. We zien de heide graag als een aaneengesloten vlakte die één keer per jaar zo prachtig paars bloeit. Eén maand per jaar bloeit de hei waar de heide naar genoemd is, en dat is prachtig. Hoor de bijen die erop af komen, de struikjes hei zoemen gewoon van hun bedrijvigheid.
“Wat ervan over is,…”: vroeg die voorbij fietsende vrouw haar af. Wat erbij gekomen is, stel ik als antwoord , aan Bremstruiken, Wilgenroosjes, Teunisbloemen en de lijst gaat verder van planten die ook een plekje op de heidegrond hebben, zonder daarbij, op de grassoorten na, de hei iets in de weg leggen. Divers, dat is de hei en de rijkdom van zo’n veld door alles wat zich eraan toevoegt, is als de rente die zich jaar op jaar uitbetaald in kleuren, met als bonus de bloei van de heide. Het heideveld is begroeid met bomen die ruim verspreid over de hei staan. Berken, Eiken en Grove Dennen. Eens stond ik met twee buurmannen over de hei te praten, ze vonden het maar niets al die bomen op de hei, die zouden allemaal gekapt moeten worden. Ik bracht er tegen in, met de bomen neem je diepte en contrast uit het veld weg, dan kan er net zo goed er een weiland van gemaakt worden. Kaal en uitzichtloos. Denk je eens in, die solitair staande bomen die helemaal tot hun recht komen, hun silhouetten in de mist of de schemer, bomen die een rijke kruin dragen en de als met houtskoolgetekende stammen van de Berken. Het vergt wel onderhoud, want de zaailingen dreigen de hei over te willen nemen en er een bos van te maken. Dat wil ik ook niet en bij gebrek aan grazers, moet de zaag af en toe dat werk doen.
Toen ik met mijn vader eens in de buurt van Dokkum reden, waar
mijn vader geboren is, heb ik mijn vader hartelijk bedankt dat hij en mijn
moeder naar de Veluwe zijn verhuisd. Ik overzag die eindeloze groene graslanden
die tot aan de horizon strekten, het enige contrast was een hekpaaltje, met
hier en daar langs een slootkant een vergeten struik. Groen- gras- weiland, waar
je ook keek.
“Hoezo jongen?” : vroeg mijn vader. Ik zei hem dat ik hem bedankte dat hij daar
niet is blijven wonen, want dan was ik daar ook geboren en zou ik in die grote
grasgroene leegte zijn opgegroeid, wat
op de keper beschouwt ontoegankelijke bedrijfsterreinen zijn; boerenbedrijf. Geef mij maar de bossen, ik wil een boom zien,
de wind door de bomen horen ruizen en niet altijd maar in het Friese land tegen
de wind in te moeten fietsen. Ik kreeg
een opsomming van mijn vader die toch ook wel wat positiever was dan ik me op
dat moment uitdrukte, hij was immers wel in het Friese opgegroeid, desalniettemin,
ben ik blij dat ik op de Veluwe geboren ben.
Die twee buurmannen wenste onze hei als een Friese akker, kaal en boomloos
tot aan de horizon, met slechts één plant erop; de hei. Dat hebben die
voorbij fietsende vrouw en die buurmannen voor ogen wat voor hen de hei zou
moeten zijn. Monocultuur in de natuur.
Als dat zo zou zijn, zeg ik op mijn
beurt: “Kijk dit is de hei,…tenminste wat ervan over is,…”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten