zaterdag 18 december 2021

Dat was het dan ….

Er is een reclame op TV die me ontroert, niet zozeer om het product dat ze met dit spotje me willen verkopen, maar om het verhaaltje dat ze erbij vertellen. Een oudere man komt een klein winkeltje uitgelopen en houdt een staatslot in zijn hand. Thuis haalt hij het weer uit zijn zak en bekijkt het nog eens en meld het aan Fritsie dat hij een lot heeft gekocht. Fritsie is het houten vogeltje in zijn koekoeksklok die bij het hele en het half uur even naar buiten komt, maar nu komt er een lusteloos vogeltje uit het luikje met een povere koekoek geluidje en al snel trekt het vogeltje zich weer terug in de klok en sluit de kleine luikjes achter hem. De oude man schrikt van Fritsie die het blijkbaar ergens moeilijk mee heeft en haast zich met de klok naar de klokkenmaker, die hoofdschuddend de klok weer teruggeeft en zegt dat hij niets kan doen. Vervolgens zit hij met de klok op schoot in de wachtkamer van de dierenarts, die ook met een lampje in de klok kijkt en de terneergeslagen Fritsie ziet zitten, maar ook hij kan verder niets doen. Bedrukt loopt de man met de klok onder zijn arm weer terug naar huis, maar gaat eerst een kopje koffie drinken in een restaurantje. De kelner zet de koffie op tafel en de koekoeksklok die daar aan de muur hangt, daar gaat het deurtje van open en vrolijk toetert het vogeltje zijn uren door de ruimte. Binnen in de klok van de man hoort Fritsie die vrolijke klanken en zijn luikje gaat open en beantwoordt met zijn Koekoeks geluidje. De dame achter het buffet ziet wat er gebeurt, haalt de klok van de muur en zet hem naast de kapotte klok en zegt: “ ik denk dat deze bij elkaar horen”. Dat was het dan,… het houten vogeltje was eenzaam en had behoefte aan gezelschap. Met beide klokken onder de arm loopt hij naar huis, op de tafel het bedrag voor de koffie en het lot wat hij voor de vrouw van het restaurant achterliet. “ Deel je geluk “ , is de boodschap en natuurlijk ook het idee dat daar het kopen van een staatslot bij hoort. 

Het jaar loopt ten einde, eerst nog de kerstdagen, die er weer anders uitziet dan we ons voorstellen dat het moet zijn, door de aanhoudende pandemie en de daarvoor gestelde maatregelen. Gevolgd door het oud en nieuw waar toch wel een klein voordeel te vinden is in de maatregelen, dat het vuurwerk niet verkocht en afgestoken mag worden. Dat scheelt een behoorlijke ergernis waar we dit jaar misschien van bespaart blijven. Toch is het oud en nieuw een moment van overweging, de weemoed te voelen van het afgelopen jaar en al dan niet hardop te zeggen en te koesteren wat je verlangens zijn voor het nieuwe jaar. Hoe goed we het ook hebben, we hopen altijd op beter. We kijken naar de kalender aan de muur en denken: Dat was het dan. De volgende morgen hangen we een nieuwe kalender en beginnen we aan onze nieuwe agenda te schrijven. 


 

zaterdag 4 december 2021

Tik tak

 

De tijd wordt in verschillende vormen weergegeven. Een dag bestaat uit tijdeenheden en er zitten 1440 minuten in een dag. Een uur telt 60 minuten en er zitten 24 uren in een dag, dat geeft het totaal van die 1440 minuten, de dag in minuten af te meten, zo had ik het niet eerder bekeken. De minuten tikken weg in seconde en zelfs deze zijn nog te verdelen in tienden en zelfs honderden van een seconde. In het Boek “De goede voorouder “ van Roman Krznaric, die schrijft over meer vormen van tijd. Een vlieg beleeft de tijd sneller en weet daarom onze trage hand te ontwijken als er naar hem geslagen wordt, de boom leeft trager en zijn bewegingen zijn zo langzaam dat ze niet makkelijk op te merken zijn. De groei is haast onzichtbaar maar gestaag. De boomtijd. De verleden tijd en de toekomstige tijd, maar wat nu telt is het nu op dit ogenblik. Daarin hebben wij een streepje voor,
( verbeelden we ons )op andere schepsels, want wij kunnen terugkijken in het verleden, wat we onze herinneringen noemen als het gaat over ons persoonlijk leven, maar ook de geschiedenis van de mens is voor een deel te achterhalen, zelfs uit de periode dat er nog geen schrift was. Aan de hand van fossielen en meer kunnen we opmaken wat er heeft plaatsgevonden ver voor onze tijd. We kunnen ook vooruit denken, en maken plannen voor een tijdstip dat nog niet is aangebroken. Dat is te verdelen in een kort termijn en een lang termijn en vooral het eerste is iets waar we het meest mee bezig zijn. Wat eten we vandaag, waar de vakantie heen gaat, welke boodschappen er moeten worden gedaan?  Het lange termijn denken gaat niet veel verder dan onze persoonlijk tijdspanne en levensverwachting. We willen wel herdacht worden en dat is toch iets voor mensen die iets met kunst te maken hebben die dat het beste is gelukt, er hangen schilderijen van schilders in de musea waarvan de schilders er allang niet meer zijn en toch zijn ze nog steeds gekend. Schrijvers en uitvinders laten ook iets na, maar de meeste van ons zullen vergeten worden. Zoals die oude foto bij mijn ouders op de vensterbank, een zwart wit foto, wat onscherp waar een oude man streng de lens van de camera inkeek. Mijn moeder zei me dat dat haar opa was en ik keek door die foto in dat fotolijstje recht in de ogen van een voorouder. Vreemd genoeg had ik niet eerder stilgestaan bij dat idee, mijn beleving gaat over de mensen die ik gekend heb, zoals mijn opa en oma in het Groningse plaatsje Bierum.

 Foto’s waren schaars en zoveel en zo vaak werd er geen foto van iemand genomen. Dat is nu wel anders, menig huishouden heeft dikke fotoboeken in huis, waarin allerlei gebeurtenissen zijn bewaard. Een achterkleinkind zou ooit eens met zo’n boek op schoot zitten en onze geschiedenis die wij het waard vonden te bewaren, door te bladeren en dan kijken mijn ogen in de ogen van iemand die nu nog niet geboren is. Wat ik ooit heb meegekregen aan  dezen en genen zat al in de oude man op die foto op de vensterbank, via de ouders, opa en oma van mijn ouders, breidde het netwerk zich uit en kwam ook bij mij terecht en als dat achterkleinkind door onze fotoalbums bladert heeft ze ook een indruk waar zij vandaan komt. Tik, tak,… de tijd gaat door en zal tik takken ook als we er niet meer zijn,…. of toch nog wel, in de vele plaatjes en praatjes die we nalieten, in een gedachte als deze die, door een mens die er ooit zal zijn omdat, wij er geweest zijn.

 

 

 

 

zaterdag 20 november 2021

Niemandsland

 

Dieren willen we temmen, elementen trotseren, de natuur bedwingen, leggen grenzen aan , plaatsen hekken, stoppen dieren in hokken, schieten op ze vangen ze in netten. Onbetwistbaar stellen we ons op en bevechten de natuur in een voortdurende strijd die we telkens menen te winnen en niet door lijken te hebben wat er allemaal verloren raakt. In het boek van Romke van de Kaa: “De onderwereld van de tuin “ dat ik met veel genoegen heb gelezen en dat bommetje vol  staat over wat voor dieren en insecten er leven en in je tuin kunnen rondscharrelen en wat voor nut en soms ook wat voor schade ze aanrichten. Tal van insekten, wormen, schimmels, aaltjes, springstaartje die net als de  bacteriën zo klein zijn dat ook al komen ze veelvuldig voor in een vierkante meter grond niet met het blote oog te zien zijn. Voor al dat spul hebben we gif, schoffels scherpe spade , kunstmest en wat al niet meer om het bodemleven flinke slagen toe te bedelen, gewild, maar vaak ook onbedoeld.

 Laatst was ik bij mensen in de tuin en die wezen me op de mieren die tussen de tegels hun nest hadden en daar heen en weer liepen. Iemand had wel een goede tip, gooi kokend water in die gangen van de mieren en je bent er zo vanaf. Of azijn dat helpt ook prima. Ik stond met mijn oren te klapperen en kon bijna geen woord uitbrengen, dit kan niet waar zijn, dat we heet water over een dier gooien omdat het ongewenst is. Je begrijpt dat ik wel een woord van protest heb geuit. Temeer dat mieren samen met al het andere gespuis in je tuin, van pissebedden, duizend en miljoenpoten, oorwormen, je gratis tuinmannetjes zijn. Zelfs het Vergeet mijn nietje roept de hulp van de mier in om haar zaad te verspreiden, door het een coating van zoetigheid om het zaad, het mierenbrood, waardoor de mieren  er voor de verspreiding van het zaad zorgen . Het Lieve heersbeestje weet de luizen in toom te houden, kortom er wordt vierentwintig uur per dag zeven dagen in de week hard gewerkt in je tuintje.

 Toen de Engelsen Australië in pikte, noemde ze het arrogant genoeg het niemandsland, helemaal er aan voorbijgaand dat er al eeuwen een oorspronkelijke bewoners, de Aboriginals leefde, en die totaal negeerde en overheerste. Onze voorouders waren van mening dat als ze ergens voet aan wal zette dat ze dat land voor zichzelf en hun eigen natie konden claimen, met de gevolgen die we heden ten dage nog ondervinden, vooral de oorspronkelijke bewoners zoals in Amerika de indianen die in reservaten werden weggestopt.  Het was niemandsland en als het van niemand is konden ze het zichzelf toe-eigenen en naar eigen goeddunken mee omgaan. Zoals onze tuinen, het blijkt dat spitten, zoals mijn vader me toendertijd aanraadde om twee spade diep de tuin om te spitten, dat daardoor alles van twintig centimeter onder de grond leefde, naar de oppervlakte werd gewerkt, wormen werden door die noeste arbeid doormidden gekliefd, zoals de Engelsen Australië toe-eigende door er een vlag in de grond te steken, claimen wij ons recht op de grond door er een spa in te steken en gelijker tijd  het leven van de oorspronkelijke bewoners behoorlijk overhoop te halen. Zoals het boekje van Romke van de Kaa ook in mijn denken van alles overhoop haalt en me doet beseffen, dat niet strijden tegen de natuur ons handelen moet rechtvaardigen, maar juist dat samenwerken met de natuur ons en de tuin misschien verder helpt.

 

woensdag 10 november 2021

Hoop

Het nieuwe boek van Jane Goodall staat al weer gelezen en al in de boekenkast. 
“ Het boek van hoop” , waarin Jane Goodall geïnterviewd wordt en ondervraagd over van alles wat ze tot nu toe in haar kleurrijke leven heeft gedaan. Voor wie die niet direct weet wie Jane Goodall is: zij heeft onderzoek gedaan naar Chimpansees in het wild. Er een vertrouwensband mee op gebouwd en veel dingen ontdekt die het dierenleven dichter bij ons plaatst. Het idee dat een dier enkel vanuit zijn instinct leeft en dat een dier geen persoonlijkheid kan zijn, heeft zij met haar onderzoek doorbroken, door de dieren namen te gaan geven, tot ergernis van de wetenschap die vond dat je een dier niet mocht personaliseren en bij onderzoek van elkaar moest onderscheiden door ze nummers te geven. Zij was ook als eerste getuige dat de apen een gereedschap gebruikte om termieten te vangen en dat ze van elkaar kunnen leren… net zoals wij. Jane heeft zich later hardgemaakt tegen de laboratoriumproeven met chimpansees, iets ondierlijks en zeker van ons uit iets onmenselijks dat we dit ooit hebben gedaan. Zonder maar èèn aantoonbaar nuttig resultaat, van al die jaren dat dieren gekweld werden in die proeven. De zorg voor het leefgebied van de apen en de diersoorten in het wild werd steeds meer en meer bedreigt en daar gaat ze de wereld over om lezingen te geven dat dit moet stoppen. Een ontroerend filmpje dat Jane aanwezig was bij het terugzetten van een chimpansee in het wild. Die nadat hij uit zijn kooi was losgelaten terugkeert en Jane Goodall innig omhelst. Als je dit filmpje bekijkt hou het dan maar eens droog, mij lukte dat in ieder geval niet.  En waarschijnlijk ook de meer dan 18 miljoen mensen die het filmpje al bekeken hebben. https://youtu.be/bCVmfDuRpBc.

Er is nu een klimaatconferentie in Glasgow waar regeringsleiders van over de hele wereld het klimaat bespreken. Het Bla Bla Bla, wat we al zo vaak hoorde en niets of weinig zagen. De belangen zijn te groot en de onverschilligheid misschien nog groter. Toch heb ik vertrouwen in de klimaat top, omdat als het ergens moet beginnen dan is het dat we erover in gesprek zijn. Het lezen van een boek als dat van Jane Goodall die naast de verschrikkingen die er zijn ook nog telkens ergens hoop ziet gloren, is daarom een aanrader. Mannen als David Attenbourough , een meisje als Gretha Thunberg, ze hebben wat bij te dragen. Er is hoop, zoals in het begin van het boek al te lezen valt: “ Ze geeft ons vier redenen om hoop te houden: “  onze menselijke intelligentie, de veerkracht van de natuur, de kracht van jonge mensen en de ontembare menselijke geest.”  Hoop doet leven…. Het komt er nu echt op aan. 

 

maandag 1 november 2021

Kleur

Op de hei worden we de laatste tijd vaak aangesproken over de leeftijd van de hond. Lisa is inmiddels elf jaar en heeft wat grijs rondom de ogen en als we op de terug weg zijn van de wandeling, begint ze wat te sjokken. Dan krijgen we nog al eens de opmerking ” dat is al een oud beestje” en ik moet zeggen dat, dat me behoorlijk irriteert. Ze is oud en we zijn samen aan het oud worden, alleen gaat het bij haar wat sneller dan bij mij. Vanmorgen liep ik dan met mijn oude hondje te wandelen en bedacht dat er een ander woord voor  “ oud “moet zijn. Oud is grijs , gebruikt en bijna op,… oud brood,… oude fiets, alles wat oud is heeft het bijna afgedaan. Vroeger was je oud en dan was je er bijna, nu ben je oud en ben je er bijna geweest, wist Godfried Bomans zo mooi te verwoorden, doelende op dat je als je oud was in de wachtkamer van de hemel zat, je was er bijna, maar nu ben je er bijna geweest. Het oud worden komt met gebreken, willen we elkaar zo graag voorhouden. Bij al die gedachten kom ik in de weerstand.  Ik vind het zelfs wel aantrekkelijk om oud te worden, wordt het uiteindelijk maar eens. Maar ik weet nu wat te antwoorden, als mijn hond weer als oud wordt benoemd, dat zal ik zeggen dat ze niet zozeer oud is, maar dat ze wijs is. Mijn oude wijze hond. Wat zou dat een heerlijk associatie zijn, dat oud hetzelfde als wijs zou zijn en dat dan ook zo benoemen. In de Bijbel wordt wijs als veelkleurig gezien, dat is sowieso al beter dan grijs. 

 

zaterdag 23 oktober 2021

Bosbankje

 

Er is een plekje in het bos waar ik telkens even terugkom, een zitplaats om te lezen. Mijn voornemen om dagelijks te lezen heb ik in een leesplan gevat, om dagelijks minstens een uur te lezen en zo de stapel boeken die ik wil lezen langzaam maar zeker door te komen. Een stapel waar telkens een paar nieuwe boeken zich toevoegen, want er zijn zoveel prachtige boeken die ik zo graag wil lezen. Als ik lees op de iPad wordt de tijd dat ik lees bijgehouden en door er een ritueel van te maken om dat doel dagelijks voorbij dat uur doel probeer te krijgen en zo aaneensluitend de dagen ook te tellen, dat ik mijn leesdoel heb bereikt. Mijn record is ononderbroken 157 dagen gelezen te hebben, maar als je een dag afhaakt begint het weet opnieuw te tellen. Immers, er staan ook boeken in de kast die ik wil lezen en daar loopt geen tijd mee om dat bij te houden.  Nu ben ik weer 121 dagen aaneengesloten dagelijks op de IPad aan het lezen.

 Ben ik aan het opscheppen…. reken maar, ik ben er trots op dat ik een lezer ben. Maar het echte doel is mooie boeken te lezen die wat bijdragen aan mijn gevoelens en me wijzer maken door de kennis die in die boeken te vinden is. Bladzijden waar schatten tussen verborgen liggen, schatten die zijn voor ieder die wil, ze kan vinden. Iemand heeft de moeite genomen een boek te schrijven en dat is een hele klus. Een idee dat in het hoofd van een schrijver borrelt en verlangt wereldkundig te worden. Een idee dat op weg is naar jou en beschikbaar komt als jij dat boek open doet en je gaat lezen. Eigenlijk een heel intiem gebeuren, dat je in contact brengt met ideeën, verhalen en levenslessen die iemand voor je heeft opgeschreven. Het tot een kunst heeft verheven en jou een mooi boek bezorgd, waar ook nog eens zorg is besteed aan een mooi kaft en eventueel prachtige illustraties in het boek. Mooie dingen en een pronkstuk in de kast om je eraan te herinneren en te laten weten wat je interesses zijn. Er mooie momenten mee maken en op een bankje in het bos te gaan zitten en een kwartier of een half uur weg te dwalen in een boek.

 

zaterdag 16 oktober 2021

Niet zo fris

 

Stoer en een tikje onverschillig leunt de boer tegen zijn trekker zijn mening te geven over de wolf. De wolf waarvan gedacht werd dat hij door een aanrijding  gedood te zijn, blijkt geschoten en daarna langs de kant van de weg gelegd alsof hij is aangereden. Een staaltje achterbaksheid die jagersdenkenden wel meer bezigen. De boer beweert dan ook alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, op een populistische manier van praten dat die beesten allemaal doodgeschoten moeten worden. Als je dan toch betrapt bent, kun je beter je gelijk  gaan halen.  Een opsomming van waar de wolf toe in staat is, van schapen, pony’s , koeien aan gevreten in de weilanden en het is wachten tot het eerste kind door een wolf verslonden wordt, moet dat dan rechtvaardigen dat die rotbeesten dood moeten. Ik verwijt die diepgewortelde haat die er gekoesterd wordt ten opzichte van de wolf aan de sprookjesvertellers, waarvan ik geen één verhaal weet waarin de wolf niet de slechterik is. De boer die zijn verhaal over de wolf mag doen voor de camera legt uit dat als we niets aan de wolven doen het uit de hand gaat lopen. Hier kan diezelfde hand in eigen boezem gestoken worden, immers wij kunnen er ook wat van. Verleden week werd nog gemeld dat er minstens 8000 wilde zwijnen doodgeschoten moesten worden, potentiële buit van( voor ) de wolf. Hebben we al dieren in schuren opeengepakt om aan onze behoefte te voldoen, we willen ook nog eens de vrije dieren opeisen,… en misgunnen de wolf dat en tegelijk hun bestaan. De boer heeft een podium gekregen en maakt er niet veel van door een hoop verzonnen feiten op te sommen, die weinig bewijs opleveren.

Van de week was ik ergens en er werd over het eten van vis gesproken, wat voor gezondheidsvoordelen het eten van vis wel heeft. De vette vis als Makreel en Haring werden om die reden geroemd, de Zalm en Kabeljauw vanwege hun voortreffelijke smaak en de paling was ook niet te versmaden. Werden er vijf diersoorten opgenoemd die we eten willen en dan de wolf het kwalijk nemen dat hij zijn deel opeist. De visserij is een probleem geworden door overbevissing, of te wel onze inhaligheid. Het verwijt dat aan de wolf gemaakt wordt past ons, kennen wij onze plek wel ?  Dat er een ongeluk met een wolf gebeuren kan en dat het doet wat wij niet zo zouden willen zien, maakt de wolf niet goed of slecht, zoals een auto die, en reken maar, ook weer vandaag, ergens op de wegen een ernstig ongeluk zal veroorzaken met fatale afloop en dat daar een kind bij betrokken kan zijn, is niet ondenkbaar, maar als we een boer die tegen een trekker aanleunt en zou zeggen dat alle auto’s van de weg zouden moeten, dan zou de regisseur van dat programma al de camera’s uitgezet hebben. Of hij moet een programma maken voor showroom maken, waar een excentriekeling even het woord krijgt waarvan het wel duidelijk is dat hij niet helemaal fris is.

zaterdag 9 oktober 2021

Vertrouwen

 

Een Roodborstje zit in een struikje langs het pad, kijk me aan en vliegt voor me langs naar de overkant van het pad en kijkt vanuit dat struikje weer een poosje naar mij en ik naar hem. Oogcontact met een vogel. De kortdurende belangstelling is een belangstelling voor elkaar en ik praat tegen de vogel, wat enkel met een blik wordt beantwoord. Verderop tijdens de wandeling hoor ik op verschillende plekken een Roodborst zingen, een fijn tonig liedje dat in de herfstsfeer van het bos melancholiek klinkt. Het is de herkenning en het opmerken dat ook een vorm van contact is, hoewel het vogeltje het niet speciaal voor mij doet, maar ik het wel tot me laat doordringen en het me eigen maak.

Een nieuw boek met de titel; “ De Hertenman “ van Geoffroy Delmorre die zeven jaar in het wild gaat leven tussen de dieren van het bos. Net zoals Bram van de Klundert datzelfde doet in verschillende gebieden in Nederland.  De hertenman leeft in het bos en leeft zoveel mogelijk van het bos en leert van de dieren, met name het Ree hoe het voedsel te vergaren. Een Ree knabbelt hier en daar wat en verzamelt zo in de dag  een gevarieerd maal bij elkaar, waar een Ree het prima op doet. Hij sluit vriendschap met de Reeën en geeft ze namen, een Reegeit met de naam Sterre, raakt hij zo vertrouwd mee dat ze hem zelfs toelaat als ze aan het kalven is, en hij getuige is de geboorte van een reekalf wat maar weinig mensen ooit gezien hebben. Een ander Ree, een bok weet hij zo vertrouwd mee te raken, dat hij zelfs bijna tegen hem aan gaat slapen. Hij leert van de dieren en beweegt zich en voedt zich zoals de dieren het doen. Af en toe gaat hij naar huis om te douchen en zijn voorraad voedsel weer aan te vullen. Van een vos die bij een koe aan het uier likt en zo wat melk weet te bemachtigen, dat hij dat ook kan doen en wat melk opvangt en het drinkt. Het zijn haast scenes uit een sprookje, waar Assepoester door dieren omringt wordt en met ze praat. Zeven jaar leeft hij zo tussen de dieren in het bos en leert van de dieren. Het zijn geen alledaagse dingen en wij ervaren een Ree vaak in een vluchtige ontmoeting, maar zegt hij:
“ … dat wanneer ik het harnas van menselijke beperkingen heb afgeworpen, het bos klaarstaat om me op te nemen. In mij is een nieuw mens ontstaan en die mens heeft de weg van de vrijheid gekozen. “ Het doet me denken aan mezelf als kleine jongen. We woonde aan de rand van het bos en ik kreeg belangstelling voor vogels en leerde ze kennen met behulp van een klein eenvoudig vogelboekje, wat nu beduimeld en goed en veel gebruikt nu in de kast staat als een monument van mijn ontluikende belangstelling voor de natuur. Het vogelboekje van toen was mijn enige hulp om de vogels te leren kennen, een verrekijker had ik nog niet en ik zocht de groepen rondtrekkende meesjes in het bos op en liep voorzichtig met ze mee. Soms was ik zo dichtbij ze dat ik ze bijna kon aanraken. Je snapt dat ik dat boek “De Hertenman “ zo aansprekend vind, omdat ik dat als kleine jongen ook wel eens beleefde.

 

maandag 4 oktober 2021

Aanpassen

 

Het heeft gisteren bijna de hele dag geregend. Op de bospaden glinsteren grote regenplassen, het nadruppelen uit de bomen, kringelen in het water nog lange tijd na. Altijd een verstild moment om daar even naar te kijken, een druppel die vanuit het midden uitdijt een kring vormt en geleidelijk weer verdwijnt. De regen heeft de verbruinde varens al voor een deel plat gelegd, nog even en ze liggen op de bosbodem en vergaan in het proces waar een varen elk jaar aan voldoet. Hoe trots groen deze statige planten vanaf het voorjaar als een rolfluitjes uit de grond tevoorschijn komen en de hele zomer een dicht woud van haast pre historisch aandoende planten de onderlaag van het bos opvult. Een plek waar het winterkoninkje vertoeft en met felle regelmaat zijn toegewijde riedeltje laat horen.  Het kleinste vogeltje dat een keel kan opzetten en daar zeker niet zuinig mee is. Houden de meeste vogels het voor gezien en stoppen halverwege de zomer hun lied, het winterkoninkje laat, zij het wat minder actief dan in het voorjaar, het hele jaar wel van zich horen. Vanmorgen, vanuit de bruine, verdorde varens, die nog stevig genoeg zijn om dat lichtgewicht vogeltje te dragen op de kromgebogen stengels, klonk tussen die wirwar van varens weer een paar keer zijn riedeltje.

Aan de andere kant van het pad staan lariksen met een oranje stip, wat aangeeft dat hier binnenkort gekapt gaat worden. Grote statige, rechte bomen, die in de lente hun eigen lente- groen als een vage mist tussen de takken heeft hangen, de kleine haast ronde lariks appeltjes die als op een Japanse pentekening aan de takken groeien. De tooi van de bomen als de naalden in de herfst tot diepgeel verkleuren en het winterse silhouet van deze bomen weer iets oosters aandoet. Zover ik kijk, elke lariks lijkt zo’n stip te hebben en het zou toch jammer zijn als dit bosgedeelte in zijn geheel van alle lariksen ontdaan wordt. Ze zijn er toentertijd voor de houtproductie geplant en zijn zeker oogstrijp. Prachtige rechte stammen waar veel rechte planken in verborgen zijn, maar toch alles in één keer te kappen levert een onaanzienlijke kaalslag op. Temeer dat er steeds meer bekend wordt van het systeem van de bosgrond. Al die jaren, die vele jaren heeft dit bos samen met de Lariks een systeem ontwikkelt in deze grond waar de Lariks belangrijk in is, de schimmels, de bacteriën, ze zijn allemaal het verborgen netwerk in de bosbodem, waar alles met elkaar samenhangt. Dan hoef je niet veel inlevingsvermogen te hebben om toch wel te begrijpen dat zo’n rigoureuze ingreep die nu gepland staat een enorme verstoring in de bosgrond geeft. Het zware materiaal waar mee gewerkt gaat worden, duwt die zelfde bodem dicht en laat diepe sporen na die weer lange tijd nodig hebben te herstellen.   Documentaires als “ Fantastic Fungi “en  “ Kiss the ground”, die op Netflix te zien zijn en verplichte kost zou moeten zijn voor ieder die ook maar een  beetje te maken heeft met het bos beheer.  We ( kunnen ) het allemaal beter weten en dat geldt niet alleen voor het bos, maar op vele, meerdere vlakken in het leven. En nu is het een mooie tijd te ontdekken en  ( ons ) aan te passen.

 

 

zaterdag 25 september 2021

De natuur en ik

 

Het groene blad aan de bomen neemt op één of andere manier waar dat het elke dag korter licht is. Een signaal voor de boom om het bladgroen uit het blad terug te trekken en deze kostbare voedingsstof weer terug te laten stromen de boom in. Hoe de boom dat weet en weet wat te doen is mij niet duidelijk. Als ik de stam af kijk en tussen de takken zoek, ik zie nergens iets wat op sensoren lijkt, zoals wij onze ogen en oren hebben om de omgeving gewaar te zijn.  Als het bladgroen uit de bladeren wegvloeit, verkleurd het blad en weten wij weer dat het herfst is. Zoals de vogel die zingt laat weten dat het voorjaar is, laten de bomen ons weten dat het herfst is door het verkleuren van het blad. Zo gaat dat en daar heeft de natuur ons niet voor nodig, wij kunnen ons erover verwonderen, dat al die dingen plaatsvinden. Er is zoveel om ons over te verwonderen en wijzelf vallen daar ook onder. Vaak hebben we het idee dat we los staan van de natuur en die vergissing heeft al heel wat fouten veroorzaakt, vaak ten nadele van de natuur. 

Het viel me gisteren weer eens op toen we in Ikea liepen, waar de parkeerplaats vol stond en de mensen in de winkel op zoek waren naar spullen in hun huizen. Ook wij liepen er met een boodschappenlijstje en keken om ons heen om eventueel toch meer in het winkelwagentje te stoppen dat we eigenlijk nodig hebben. Het ging ons om een klok in de keuken en een deurmat voor bij de voordeur, maar kozen daarvoor dat te winkelen in die grote winkel met allerlei hebbe dingen. Al die mensen die daar lopen en waar sommige een volle kar voor zich uit duwde, deden me denken aan de prieelvogel. Een vogel uit het tropisch regenwoud, die letterlijk van gebogen takjes een prieeltje maakt en vervolgens allerlei gekleurde steentjes, bloemetjes en andere dingen verzamelt. Die netjes rangschikt en etaleert en dat alles om een vrouwtje te imponeren. Hij bewaakt zijn prieeltje, want soortgenoten willen nog wel eens wat stelen en ondertussen vult hij zijn voorraad spulletjes aan en geeft het een opvallende plekje. Het is zijn territorium en richt die naar zijn smaak in en hoopt daarmee een vrouwtje te interesseren, die langskomt en met haar kritische blik het alles op waarde schat, ze gaat nog even bij de buurman langs en maakt dan haar keuze. De vogels imponeren door spulletjes te verzamelen en uit te stallen in hun territorium. Zo’n grote winkel met van alles te koop is net zo’n verzamelplek, je gaat ermee langs de kassa en betaald en het is vanaf dan van jou. Het wordt ingeladen in de auto en naar hun territorium gereden. Wij hadden ook een paar spullen meer dan op ons lijstje stonden en brachten dat mee naar ons territorium. De nieuwe klok hangt aan de muur en de deurmat ligt voor de deur. Onze motivatie is anders, maar we lijken toch wel erg veel op zo’n prieelvogeltje. Zoveel verschillen we niet en zo ver staan we toch niet van de natuur af.

 

 

zaterdag 18 september 2021

Van bovenaf

 

Een lichte mist hang boven de hei. Ieder struikje en heideplant is behangen met talloze spinnenwebben, waar kleine dauwdruppels zich aan hechten. De zilveren spinsels die door duizenden spinnen zijn geweven en die straks, als de dauw weer is opgelost  bijna onzichtbaar worden. Uit het lijf van de spin weet het een draad te spinnen en met die draad een web te weven, alles op eigen kracht en met eigen middelen. Als ik kijk hoe Berdine haar haakwerken maakt, daarvoor bollen wol nodig heeft en een haaknaald, een patroon uitkiest waar ze haar door laat leiden, en de mooiste kleden haakt, maar er weken over doet, terwijl de spin in een nacht zijn web weeft. Dingen om je over te verwonderen en elke keer weer iets anders te bieden heeft, straks het kleurende blad, de trekkende vogels die langskomen, het rijp op de bomen en het veld en zo schuift het jaargetijde door naar de winter.

Als ik op Google Earth kijk en de plek bekijk waar ik woon, de paden die over de hei lopen en goed zichtbaar zijn en de paden weet die onder de boomkruinen lopen, waar ik dagelijks met de hond loop, hoop ik op één van de paden ons te zien lopen. De foto’s zijn in de vroege ochtend genomen, te zien aan de lage schaduwen die de bomen naar het zuidwesten geven. Maar dat zijn ook juist de tijdstippen dat ik buiten ben, maar op geen van de paden is er iemand te zien en ik ook niet. Ik vermoed dat ze dat uit de foto’s filteren, want overal zijn de paden en wegen leeg op de foto’s van Google Earth. De vogels die zich ophouden in de boomkruinen en het bosleven dat zich roert, het blijft net als op de grond veelal onzichtbaar, zoals de duizenden spinnen die hun webben weven, juist door de webben hun aantallen zo laten blijken. Als ik zo neerkijk met de camera van Google op de voor mij zo bekende plekken en met mijn vinger over de kruinen heen de paden volg en als uitgangspunt de open plekken in het bos aanhoud, dan roept het , net als een foto van vroeger allerlei herinneringen op. De aanblik van boven af, op het voor mij zo bekende terrein, aanleiding geeft tot allerlei gedachten en herinneringen. Het roept het verlangen op de schoenen aan te trekken, de hond te roepen en naar buiten te gaan, naar één van de plekken op de foto, weer een onzichtbaar spoor te trekken door het bos en daar weer even aanwezig te zijn geweest . Het is mijn thuis en door de foto van bovenaf, waar ik de omgeving en ons huis in één oogopslag kan zien.

zaterdag 11 september 2021

Zaterdag

 

Zaterdag, zoals het elke zaterdag weer zaterdag wordt, met daarin de ritmes en de gewoontes van de zaterdag. Weekend, even niet door het werk gedicteerde ritme, boodschappen doen voor het weekend en voor een deel voor de rest van de komende week. Een verhaal te schrijven voor de middag als ik mijn vriend weer ga bezoeken en we elkaar het verhaal dat we schreven voor de zaterdag, elkaar voorlezen. Iets wat tot een gewoonte is uitgegroeid en nu al verscheidene jaren zo gedaan wordt, wat een bijzondere eigenschap aan onze vriendschap geeft. De gesprekken die we voeren en de gesprekken die we hebben naar aanleiding van het verhaaltje dat we voor elkaar schreven, die in schrijfstijl van elkaar verschillen, een verschil die ons ieder uniek maakt en elkaar daarvoor bewonderen. De overeenkomsten die we met elkaar hebben als het gaat over het leven, de natuur en het geloof. We hebben heel wat meningen daarover gevormd en ook al heel wat weer herzien en bijgesteld. We leven ons eigen leven en door de week gaan we ieder ons eigen gang en denken na over het verhaal dat we op papier gaan zetten voor de zaterdag. Gebeurtenissen, fragmenten uit de gelezen boeken, films, TV, radio, het brengt me de indrukken waar een verhaal uit op te maken valt. 

 Het is als de warmte die een broedende vogel aan zijn ei geeft door toewijding en geduld, zelfs haar lichaam aanpast door een broedvlek op haar borst vrij te maken dat het ei door die plek de meeste warmte aangeboden krijgt en het ei laat groeien, dat wat in het ei zit, een gelei en een dooier, een nieuw leven in de dop dat enkel warmte verlangt, maar alles heeft om tot een vogel uit te groeien. De moedervogel heeft geen enkele instructie gehad, toen er een ei door haar gelegd was, wist ze wat ze te doen had en volgde die innerlijke instructie op, zonder misschien een teken te hebben dat wat ze doet ergens toe leidt. Die innerlijke drang iets te doen, die wij misschien te vaak negeren, maar die de broedende vogel, zonder boeken, zonder uitleg door onderwijs, van binnenuit weet. Als een ei vanbuiten af gebroken wordt is het kapot, als het breekt van binnenuit, begint het leven. Het leven vind zijn eigen weg. Zo gaat het vanaf het eerste ei af en zo zal het zich herhalen zolang er vogels zijn die een ei leggen. Het wonder en wonderlijke van het leven vindt voortdurend plaats, het kuiken krijgt vleugels en kan vliegen, met de kracht van kwetsbaarheid ontvouwd het leven zich en zonder daarin het voor te nemen, vastbesloten zijn het leven aan te gaan.
Ik ben leven dat leven wil, te midden van leven dat leven wil. Op zaterdag en elke dag van de week.

 

zaterdag 28 augustus 2021

Alles heeft zijn tijd…

Alles heeft zijn tijd onder de zon en het is nu de tijd dat de  hei bloeit. Pas geleden sprak ik een vrouw op de hei die zich beklaagde dat de hei aan het verdwijnen was, het was toen nog niet aan het bloeien, dat het gras en al die struiken en de bramen, de hei bedreigde in het bestaan. Nu de hei bloeit en het paars de toon zet heb ik het idee dat mevrouw toch nu eens moet komen kijken. Als we een hei willen als een aardappelveld, waar niets anders dan aardappelen groeien, dan moeten we alles wat geen hei is weghalen, maar de natuur heeft andere ideeën, die is meer van de diversiteit. In het beheer van de natuur, stellen we ons toch vaak vijandig op en dat heeft diepe wortels. Een missvatting die misschien wel gevormd is in de eerste bladzijden van de Bijbel, waar de mens heerschappij kreeg over de schepping. Het begint nu tot ons door te dringen waar dit toe geleid heeft. Onze toekomst wordt overschaduwd door het beeld van een verstoord klimaat, waar wij in onze ijver alles te beheren aan hebben bijgedragen, het of niet goed begrepen hebben wat het heersen over de schepping precies inhield, of dat we het als een vrijbrief hebben gebruikt om onze gang te gaan. Een spoor trekkend van vernieling die onze hebzucht en ons onbegrip hebben veroorzaakt.

Het nieuws laat schokkende beelden zien van mensen die op de vlucht zijn, voor religieuze fanaten die het land willen overheersen en met dwang en geweld dit proberen op te leggen. We zouden inmiddels toch beter kunnen weten, dat religie weinig goeds in petto heeft en als de aanhangers van die goden met machinegeweren rondlopen, geeft dat toch een wrang beeld van god of wie hun god dan ook maar mag zijn. De baarden en met tulbanden geklede mannen doen wel denken aan de Bijbelse taferelen uit het oude testament.  Waar God ook aanleiding gaf tot bloederige oorlogen en ook de christelijke filosofie kan blijkbaar niet zonder dreigementen, dat als je je niet bekeerd de hel in het verschiet ligt. Dat je verloren bent, zoals dat heet , net zo verloren als die mensen die wanhopig op het vliegveld een plek in een vliegtuig probeert te krijgen, op vlucht voor het hedendaagse religieus geweld.

Er zijn twee soorten pijn, hoorde ik iemand zeggen: pain that hurts and pain that alarts.  Voor beide gaat het op, want het doet pijn deze taferelen aan te zien, en het doet pijn voor de mensen die het ondergaan. maar de pijn maakt ook alert, met de vraag of God wel degene is wie we denken dat hij is.  Het is gebaseerd op oude geschriften, waarin slavernij normaal was, en dat vrouwen en dieren onderdrukt werden, net zoals die hedendaagse religieuze fanaten nastreven, die over het TV scherm rondlopen, met hun wapens dreigend in de aanslag.  Wat zou het zijn als we net als we nu in de pandemie zitten en ons aan allerlei maatregelen hebben gehouden die alles overhoop hebben gehaald, niet naar het oude normaal zouden terug moeten verlangen, maar dat oude normaal af breken er uit die puinhopen iets nieuws te maken.  Een nieuw normaal waarin alle storingen net als een computervirus met een antivirus programma eruit gehaald kan worden. Een update, zowel fysiek als geestelijk.  Het al oude boek waar wij ons geloof aan toetsen, is door de eeuwen heen nooit herschreven, we hebben het te doen met oude verhalen, terwijl als een boek een nieuwe druk ingaat er de nodige aanpassingen aan gedaan worden, achterhaalde dingen worden herschreven, maar daar is in de Bijbel weinig ruimte voor. De goegemeente raakt al van slag als er een nieuwe vertaling verschijnt en dan gaat het alleen om een taalverschil. Dat beschouwen we als het oude normaal, maar heeft de laatste tijd ons niet geleerd dat een streven naar een nieuw normaal, dat we daar aan toe zijn. Alles heeft zijn tijd en misschien is het daarvoor nu de hoogste tijd.

 

 

  

zaterdag 14 augustus 2021

Vallende sterren

 

Het was drie uur in de nacht , de buitenlamp is uitgeschakeld en de leuning van de tuinstoel naar achteren gezet, een kop thee waar het theezakje er nog in zit om de thee nog wat  te laten trekken, verrekijker op mijn schoot. Dat laatste overbodig om de verschijnselen van de sterren regen te bekijken, maar altijd handig om bij de hand te hebben. De blik gericht op een stukje van de oostelijke hemel waar ik vanuit de tuin uitzicht op heb, waar het voor mij moet gebeuren. Hoe langer er in het zwart van het heelal gestaard wordt, hoe meer lichtjes daar lijken aan te gaan en ja, zowaar flits daar  af en toe zo’n vallende ster, maar tussen af en toe zit behoorlijk wat tijd. Het druppelt met flinke tussenpozen, maar dan zie ik dan ook maar een klein stukje van het heelal. De Pléiade, of Zevengesternte is een sterren beeld dat net boven het dak van het huizenblok achter ons op komt. Ooit heb ik me er een poosje in verdiept en de sterrenbeelden opgezocht en alleen Orion, De Grote en de Kleine Beer , de Poolster en de Pléiade  zijn sterrenbeelden die ik ervan onthouden heb. Van die sterrenbeelden heb ik Orion, het wintersterrenbeeld, me tot favoriet gemaakt. Als ik de kijker richt op de Pléiade zijn er veel meer sterren te zien die met het blote oog niet zo te zien zijn, naast de zeven heldere sterren die het sterrenbeeld dan ook de naam Zevengesternte meegegeven. 

Vanaf mijn tuinstoel, turend in die heldere sterrenhemel heb ik toch een riant uitzicht, als je maar omhoogkijkt heb je uitzicht op sterren die talrijke lichtjaren bij ons vandaan staan. In die veertig minuten dat ik in de tuin gewacht heb op vallende sterren, tel ik er toch maar negen keer één. Het is een fascinerend iets de blik gericht te hebben op het heelal. Als ik dan even daarna het dekbed weer over me trek, zak ik weer in een diepe slaap tot de ochtend. De stoel in de tuin staan nog naar achteren en het lege theekopje staat nog op tafel. De zon komt op en er wacht een nieuwe dag, die voorlopig nog op de werkplek zal worden doorgebracht. Toch negen vallende sterren gezien en bij elke ster mag een wens gedaan worden, dat is toch wat beter dan die olielamp waar Aladin op te wrijven had voor maar drie wensen.

zaterdag 7 augustus 2021

Andere werelden

 

Zaterdagochtend , half zeven, het is stil, weinig verkeersgeluiden, geen mens te zien. We lijken de enige in het bos, zelf de dieren houden zich ongezien, op het varken na dat het pad overstak. Vanuit de begroeiing laat een Winterkoninkje van zich horen. De zon komt op. De lucht betrekt, er dreigt regen, het recept voor een regenboog bedenk ik als ik in het bos loop. Mijn verwachting komt uit als ik door de bosrand de hei oploop, staat daar in volle glorie , een volle boog tegen een achtergrond van donkere dreigende regenwolken. Een schouwspel dat zich geruisloos voltrekt en alle kleuren toont die in het witte licht te vinden zijn en nu zichtbaar gemaakt door de regenboog. Een kleurenpracht in zijn grootsheid aan de hemel die het oog verrukt. Het bestaat eigenlijk niet, het is een luchtspiegeling en toch is het bijna tastbaar. Het is een andere wereld van licht en water dat zich even in mijn wereld aan mij en wie het ook maar tegelijk met mij te zien krijgt, verschijnt, voor de duur dat het witte licht van de zonnestraal de kleuren in de lucht tovert. Een glimp van een andere wereld , een wereld in een wereld. Het onzichtbare zichtbaar gemaakt door een boog van kleuren.  Het vermoeden op roept dat er meer is dan het oog kan zien en wat het gemoed kan vermoeden.

 Zoals de herinneringen die we als in potten met sterk water bewaren in onze geest of misschien wel onze ziel en soms onaangekondigd als een regenboog in de geest verschijnt. Een herinnering  waar even het licht op valt, van iets dat niet meer bestaat, dat op een ander tijdstip in een andere wereld dan deze  heeft plaatsgevonden en die als in een flard van een droom zich weer aan ons voordoet. Je was erbij en kijkt er nu naar zoals je naar een regenboog kijkt. Soms zijn de kleuren fel en is er zelfs een dubbele boog, soms zijn de kleuren vaag en trekt de boog zich niet helemaal rond. Het zijn de bladzijde van je levensverhaal die al volgeschreven zijn en die plots in volle glorie zich voordoen en het volgende moment weer uitgedoofd zijn. Een wereld  waar het uitzicht op een andere wereld je even wordt gegund.

 

zaterdag 31 juli 2021

Eenden verhaal, het vervolg

 

De Hosta’s in de tuin doen het goed in de tuin en dat is te danken aan de aanwezigheid van de eenden in mijn tuin, die wel een slakje lusten. Slakken die op hun beurt wel een Hosta blaadje lusten. De kleine eenden familie die nu in onze tuin woont, een moeder met twee kuikens hebben mij van de week de nodige hoofdbrekens bezorgd. Eén eendje blijft erg achter in groei, terwijl het tweede kuiken al behoorlijk is gegroeid, is dat kuiken niet veel groter dan toen hij vier weken geleden uit het ei kwam. De moeder eend is erg beschermend en laat niet toe dat je te dicht bij haar kroost komt, ze blaast tegen je om duidelijk te maken dat je uit de buurt moet blijven. Terwijl ik er op toezie dat hun voerschaal regelmatig gevuld wordt, lukt het toch niet het vertrouwen van moeder eend te krijgen. Maar van de week lukte het, het kleinste eendje buiten de tuin te komen, om vervolgens daar naar de moeder te piepen die op haar beurt weer bleef aanmoedigen om terug te komen. Ik had geen idee hoe hij aan de overkant van het muurtje is gekomen en ging op jacht op het kleintje weer terug te vangen in de tuin, toen ze, ik weet niet hoe, opeens weer terug in de tuin was, tot grote geruststelling van de moeder en ook die van mij. Maar het kleine eendje had de smaak te pakken en wist zich telkens een weg te vinden naar het perk naast de tuin, daar waar ook de katten lopen en omdat ze constant zit te piepen een makkelijke te vinden prooi voor een kat zou kunnen zijn, geen moedereend die haar daar zou kunnen beschermen en zowel moedereend als ik waren erg bezorgd over het lot van dit kleintje. Tot op een avond de deurbel ging en iemand die een honderd meter verderop woont, in een doos het kleine eendje bij ons bracht, het zat bij hun in de tuin. De volgende ochtend zag ik het nog vrolijk met zijn broertje in de vijver zwemmen en ik hoopte dat dat kleintje nu zijn lesje wel had geleerd en bij moeder zal blijven. Toen ik tussen de middag even thuis was en alleen de moeder en het grote kuiken zag, merkte ik dat moeder eend niet meer ongerust zat te kwaken en contact maakte met het kleine kuiken. Aan de rand van de vijver lag in het water het levenloze lijfje van het kleine kuiken. Alle zorg en toewijding van de moeder hebben niet gebaat en waar we bang voor waren dat een kat hem te pakken zou krijgen, was het toch in het water van de vijver dat het eendje het begaf. Nu heb ik nog de moeder en één kuiken in de tuin en nog even dan ga ik deze verhuizen naar de polder. Kunnen de slakken weer hun plek innemen.

 

 

 

 

 

 

 

zaterdag 24 juli 2021

Normaal

 

Enerzijds is er behoefte aan het oude normaal, zoals het was voor de pandemie en anderzijds wordt er gepleit om iets geleerd te hebben van de periode dat we stilgezet werden en een nieuw normaal na te streven. Het is kijken in een spiegel die in stukken is gebroken, elk stukje weerspiegelt een gefragmenteerd beeld. De mensheid moet een substantieel nieuwe manier van denken vinden om te overleven, de spiegel is kapot en we moeten ons een nieuw beeld vormen wat onze toekomst zal zijn . Het oude normaal heeft nogal wat problemen veroorzaakt en wellicht is de pandemie er één van. Hadden we niet door, dat een klimaatverandering, het smelten van gletsjers extreem weer, het verdwijnen van insecten op grote schaal en de keten die dat veroorzaakt in andere levensvormen, door een virus die ons allen treft, moet ons toch wel wakker schudden. Er is een probleem die alle problemen veroorzaakt en dat kunnen wijzelf wel eens zijn. De kapotte spiegel is al een tijd kapot en we neigen aan het beeld gewend te raken, maar zoals de boze Grata Thunberg  in één van haar toespraken als jong meisje de VN verweet dat ze het al dertig jaar weten dat het de verkeerde kant op gaat en er niets aan doen. Ze voelt zich bestolen van haar toekomst en de toekomst van haar leeftijdsgenoten.  De journaalbeelden die heftige bosbranden en ernstige overstromingen laat zien, weerspiegelen het beeld van een eindtijd die door profeten lang geleden voorzegt is, maar is dat een toezegging dat het nu dan zover is, het goddelijk spel dat de goden met de Aarde al die tijd voor ogen hebben, voltrekt zich nu eindelijk, tot groot genoegen van de Jona’s die onder hun wonderbomen de ondergang op veilige afstand bekijken. Maar zou het kunnen dat de profeet de aard van de mens in gedachten had en dat het is wat naar een zekere ondergang zal leiden.  Maar zoals God zich bij Jona bedacht en de stad niet verwoeste, omdat er kinderen in die stad waren die het verschil tussen hun linker en rechterhand niet kende, de Greta’s die hebben de stad van een ondergang gered. We moeten zoals in het Jona verhaal de mentaliteit van God aannemen en niet die van de Jona’s die er blijkbaar niet veel om geven.

 

zaterdag 3 juli 2021

Wonderlijk

 

In mijn favoriete radioprogramma Vroege Vogels, waar ik iedere zondagmorgen op afstem, wordt ‘’eén keer per maand twee natuur boeken besproken. Deze keer was het boek :  “De taal van de vlinders “ één van de boeken. Ik zocht het op en ben het gaan lezen. Hoewel haast iedereen een bewonderaar is van vlinders, merk ik door het boek dat ik er weinig vanaf weet, dat toch meer dan de moeite waard is om te weten. Van de week waren we in de vlindertuin van de Orchideeën Hoeve en in de warme kas, met tropische planten, klaterend water , vlogen als elfjes verschillende tropische vlinders in het rond. Zijn mensen misschien bang voor andere soorten insecten, ik kan me niet voorstellen dat iemand bang is voor een vlinder. In het boek heb ik ook een bijzondere vrouw leren kennen, Maria Sibbylla Merian. Ze leefde in de zeventiende eeuw, niet een tijd waar je als vrouw zou willen leven. Zij had een bijzondere aandacht voor vlinders en was een begaafd kunstenares,  die tot in detail haar onderwerpen schilderde, de Marjolein Bastin van die tijd, maar met de nodige beperkingen die een vrouw in die tijd te doorstaan had, maar die haar niet van haar stuk brachten. Zo was het haar verboden om olieverf te gebruiken, dat was alleen voorbestemd om door mannen gebruikt te worden, en daarom schilderde ze in aquarel en dat deed ze met succes . Haar onderzoek wees uit dat de rups en de vlinder geen twee aparte dieren waren, maar dat het één het gevolg was van de ander.  Dat de vlinder eitjes leggen en daaruit rupsen voortkomen en dat na een periode in een pop daar dan uiteindelijk de vlinder uit voortkwam. Niet geheel ongevaarlijk om dat als een vrouw te beweren, waar ze heel gemakkelijk door zo iets te beweren van hekserij beschuldigd zou kunnen worden. In die tijd werd de rups als een duivels dier gezien en een vlinder als een hemelse verschijning, ook omdat die “zomaar” uit het niets leek te komen. Veel van wat er aan wetenschappelijke kennis was vergaard waren ideeën die verzonnen werden en dat niet door echte snuggere lieden, zoals dat uit rottend vlees maden geboren werden, en dat de maden en vliegen ook als twee aparte dieren werden beschouwt. De aarde was plat en de zon draaide om de Aarde, in die tijd leefde ze.  Ze reisde naar Suriname ver voordat Darwin op de Beagle stapte om de Zuid Amerikaanse natuur te onderzoeken. Darwin had een goed gevulde beurs om die expeditie te maken… en was een man. Zij als vrouw moest haar schilderijen verkopen om de reis naar Suriname te maken en ondernam de reis alleen met haar dochter, naar een onbekend en ver land, omdat ze daar de insecten wilde bestuderen. Ik had niet eerder van die vrouw gehoord, tot ik haar tegenkwam in het verhaal over haar in het nieuwe vlinderboek. Toch is zij het die grote kopstukken als Darwin en Linnaeus hebben geïnspireerd. Ik lees nu het hoofdstuk over de Monarch vlinder. Die enorme afstanden aflegt en dat verdeeld over verschillende generaties, die elk op zich, zodra ze uit de pop kruipen het vervolg van de route schijnen te kennen. De rups van die vlinder die alleen op de zijdeplant kan opgroeien, vult zijn kwetsbare lijfje met een gif uit die plant. De  plakkerige latex die de plant uitscheid, kan de rups fataal worden, maar bevat tevens het gif die de toekomstige vlinder giftig en oneetbaar maakt. Mocht een vogel toch zo’n vlinder eten, dan braakt ze die na korte tijd weer uit en deze les wordt door de vogels snel geleerd. Iets waar andere soorten op meeliften door op de Monarch vlinder te gaan lijken: Mimicry heet dat en ook al zijn ze dan niet giftig zoals de Monarch, als ze er op lijken laten de vogels deze vlinders ook links liggen. Een wonderlijke wereld waar de vlinders een rijk aandeel in hebben. Ik ben op de helft van het boek, ….

 

 

zaterdag 26 juni 2021

Ontmoeting

 Het was vroeg vanmorgen, de zon was nog bezig boven de horizon uit te klimmen, dat de hond en ik in het bos liepen. Op het pad streek een vrouwtje Goudvink neer, een paar tientallen meters voor me. Vloog weer op om een stukje verder weer op het pad te landen, en ik volgde het vogeltje, dat nog een keer opvloog en op het pad landde en daarna weer uit het zicht in het bos verdween. Even later was hij weer terug en herhaalde het spel een paar keer en was toen weer weg. Opvallend hoe deze vogel letterlijk op mijn pad kwam. De indianen hebben daar een theorie over, dat als een dier je pad kruist dat een boodschap voor je inhoud, ze noemen dat een totemdier. Met dat in gedachte probeerde ik te achterhalen waarom deze vink zich zo nadrukkelijk aan mij vertoonde en ook letterlijk op mijn pad kwam. Dieren werden vroeger wel meer als boodschappers aan geduid, maar vaak op een negatieve manier. Uilen en vleermuizen waren boodschappers van het duister en werden gevangen en tegen de schuurdeur gespijkerd om juist het kwaad te weren, kraaien hadden ook geen goede reputatie vanwege het onheil dat ze brachten. Door angst ingegeven motieven die het dier geen goed deed. Op een meer vredelievender manier te luisteren naar wat een dier te vertellen heeft, brengt je toch ook weer op een meer bewonderingswaardige wijze in contact met een dier. Het verrijkt je beleving, althans dat kan het , als je er aandachtig voor bent.

Op een dag, een zondagmiddag in de nazomer, fietste ik naar het Landgoed Leuvenem. Tekenspullen en een schetsboek in de tas, met het voornemen in het bos paddenstoelen te gaan tekenen. Ik was in een bedrukte stemming en maakte me ergens zorgen over en zocht wat afleiding door te gaan fietsen en te schetsen. Een mooi groepje paddenstoelen op een stobbe waren het model wat ik begon te schetsen. Het potlood kraste over het papier en schepte de vormen van de paddenstoelen over op het papier. Maar mijn kop bleef maar doormalen over waar ik bezorgd over was op dat moment. Toen was het alsof ik geroepen werd, maar er klonk geen geluid, enkel een indruk en ik keek met een ruk om en keek recht in de ogen van een hinde met haar kalf die me aanstaarde, op nog geen vijftig meter van me vandaan. Achter de hinde veel verderop trokken de andere herten dieper het bos in, maar de hinde stond naar mij te kijken en het was alsof ze uit de groep was gegaan om even bij mij langs te gaan. Het was maar kortdurend, maar met genoeg impact op mij om mijn stemming te veranderen. Het hert met haar kalf liepen door en voegde zich weer ij de groep verderop. Ik zuchtte diep en besefte dat dit een bijzonder moment was geweest en het verlichtte mijn gemoed en had het gevoel dat er iets van me afgevallen was, ik keek naar mijn schets, zette nog wat lijnen en beschouwde het als af. Het hert zei het niet in woorden, maar heeft me bemoedigd door haar aanwezigheid. In het boek waar ik de betekenissen van de totemdieren kan aflezen, staat bij het hert : lokroep van nieuwe avonturen. Wellicht een avontuur waar mijn zorgen die me bedrukte geen plek meer in hebben.

Ik zie vaker herten en zie vaker andere dieren, dat is op zich gewoon, hoewel het me altijd weer als bijzonder wordt ervaren, een dier te zien in het bos. Zoals het vogeltje dat telkens op het pad neerstrek en ik het een eindje volgen kon. Het is uit het gewone iets bijzonders te zien of te maken. Elke dag komt de zon op om dit soort ontmoetingen met mens en dier te hebben en die het leven de glans geeft.

zaterdag 19 juni 2021

Stel dat, …

 

Het zijn de afgelopen dagen warm geweest, rond en over de dertig graden, iets wat je misschien zou verwachten in hoog zomer, maar we zijn nog in de nadagen van de lente. Als een dag lang de zon vanaf een blauwe hemel een voorproefje van de zomer gaat geven, hoe warm kunnen we het nog verwachten?  De regen die gisteren viel op de warme aarde opende de aarde die het gulle water in zich opzoog en het naar de wortels van de dorstige planten en bomen leidde. Ik hou wel van de regen na een droge periode, de sfeer die ontstaat. Een blauwige sfeer hangt tussen de bomen en lang na de bui al weer is overgetrokken druppelt het van de bladeren van de bomen nog na. De aardse geuren die er vrij komen als het water de droge, warme aarde bevochtigd, de glinstering van de plassen op de paden, die door de vogels worden opgezocht, voor verkoeling en een snavel vol te drinken.

 Een grote tegenstelling van de beelden die op het journaal voorbij kwamen over het veetransport met deze warme dagen. Dieren op weg naar het slachthuis, vervoerd in grote vrachtwagens die niet ingericht zijn op zulke warmte, maar evengoed hun ladingen moeten afleveren aan de slachthuizen. Oververhitte dieren die door de kieren verkoeling proberen te krijgen. Een snavel van een kip  die naar lucht hapt, die amper veren heeft, omdat hij nog maar zes weken oud is, wordt opeengepakt vervoerd naar zijn eindbestemming. Beelden die bij mij beklijven.  Zo’n mooie wandeling in een sfeervol bos kunnen deze journaalbeelden niet zomaar wegspoelen. Stel dat het ons lukt om Mars bewoonbaar te maken en daar helemaal opnieuw vanaf het begin daar een samenleving op te bouwen en de nodige produkten te produceren om te eten, zouden we daar dan ook weer grote hoeveelheden dieren fokken. Dat is een interessante vraag, wat zouden we doen als we opnieuw zouden doen, met alle kennis die we nu hebben, want als we niet iets geleerd hebben van het leven op Aarde, dan stevent de toekomst op Mars dezelfde kant op.

 

 

zaterdag 5 juni 2021

Huismus

 

Ooit erbij stilgestaan dat de zon ook opkomt op Mars en dan ‘s avonds ook weer ondergaat, net als bij ons. De rotatie van Mars is 39 minuten langer dan die van de Aarde en de kleur van de zonsondergang op Mars is blauw terwijl het bij onze planeet vaak een oranje lucht geeft.  In de rij van planeten die om de zon draaien zijn wij de derde planeet en mars de vierde en dat op de andere zeven planeten min of meer een zonsopkomst en ondergang zullen hebben is eigenlijk niet eerder bij me opgekomen. De Zon hebben we altijd wel als van ons beschouwt, net als veel religies denken dat God  hun god is…

Er rijdt een robotwagentje op Mars en die heeft beelden gemaakt van de zonsondergang op Mars. De verdere beelden  die er te zien zijn op de website, laten een woestijnachtige omgeving zien, zoals de aardse woestijnen er verlaten, droog en onbewoonbaar zijn, zo is de indruk dat Mars dat is, in zijn geheel.  Ook al is het de volgende planeet vanaf de Aarde de afstand is enorm tussen daar en hier en als we het daar bewoonbaar willen maken, moet het allemaal van hier worden meegenomen. Net als je uit kamperen gaat, ligt de auto vol met spullen die je denkt in de vakantie nodig te hebben, om dan ergens op een luchtbedje op de grond te liggen in een huisje van stof, dat lekker klappert als het waait. Koken op een klein kookstelletje en de WC en de douche moet je delen met de hele camping. Op Mars is het een ander verhaal, daar kan je na veertien dagen niet naar huis, en tochtjes vanaf de camping maken… ach of je nou naar links of rechts gaat het is overal het zelfde dorre landschap, zonder een vogel in de lucht of een verassend plantje op je pad. Wellicht heb je uitzicht en kijk je de ruimte in, hoe vaak zou je dan in dat grote zwart, die vage blauwe stip hebben opgezocht en er langdurig naar gestaard te hebben. Nu hebben alleen robots daar gestaan en rondgekeken, maar ik beklaag de mens die er zijn voet aan de grond zet, zoals ik de mensen beklaag die op een camping een hevige regenbui over zich heen krijgen.

Het besef dat de Aarde ons thuis is en dat we misschien niet de woestijnen op Mars moeten ontginnen, maar zoals het Bijbelse beeld oproept om de Aardse woestijn te laten bloeien als een roos. Met een soortgelijke boodschap kwamen verschillende astronauten terug uit de ruimte, dat we één plek hebben waar we kunnen leven in zo’n verscheidenheid, de planeet delen met tal van levensvormen, vogels vissen dieren paddenstoelen, planten en bomen, die toen de astronauten dit op afstand bekeken tot het inzicht kwamen dat dit het is, of zoals Wubbo Ockels op zijn sterfbed zei: “laten we zuinig zijn met onze planeet, we hebben geen reserve”. De zon gaat op en onder op alle planeten, maar onze zonsopkomsten en ondergangen zijn zo dichtbij, laat de zonsopkomst op Mars maar gefotografeerd worden door een robotarm en het als een ansichtkaart naar de Aarde sturen. Bij ons is het mooier door de atmosfeer die er om de Aarde hangt, iets wat Mars niet heeft. Beschouw mij maar als een huismus, ik boek geen plekje in de raket die richting Mars gaat, ik blijf wel thuis.

 

 

 

zaterdag 22 mei 2021

Het onbekende

 

Wanneer een astronaut vanuit de ruimte de Aarde ziet, kan het haast niet anders dat hij vol bewondering naar de planeet kijkt. Daar is het waar hij met heimwee naar verlangt om terug te komen, om in één oogopslag de hele wereld te zien, daar is hun moeder; moeder Aarde. De astronaut is een wetenschapper die de geheimen van het heelal wil ontrafelen, de plek die onze Aarde in het heelal inneemt is in het geheel gezien  onbeduidend, maar voor het kloppende hart van de astronaut de enige plek waar hij naar terug verlangt. Ik hoorde iemand vertellen dat ze naar de Aarde wil kijken, als de plek om te willen zijn en daarbij naar de wereld te kijken met de ogen van een astronaut. Daarbij hoef je niet in de ruimte te zijn, om met de ogen van een astronaut met beide voeten op de aarde te staan, kan je je ook verwonderen. 

Zo had ik me gisteren op een stoel genesteld, met uitzicht op één van de nestkastjes die ik dit jaar nieuw heb opgehangen. Dit kastje wordt bezet door een paartje Pimpelmezen. Ze hebben jongen, want beide vogels vliegen af en aan en floepen door het kleine vlieggatje met zo’n gemak, dat ze haast met volle snelheid erop aan kunnen vliegen. Ik vraag me af hoe die vogels dit met elkaar hebben afgesproken, want ze geven al hun tijd en energie om een aantal jongen te verzorgen, niet alleen door ze constant voer te brengen, maar ook het nest schoon te houden. Elke keer is er wel één van de jongen die zijn poep in een vliesje verpakt met het kontje naar boven gericht aan één van de ouders aanbiedt en deze het aanpakt en naar buiten brengt. Zo blijft het nestje schoon en de jongen worden goed gevoed. Wisselen de oudervogeltjes elkaar ook uit waar ze het eten kunnen halen, want ik ze beide telkens van de zelfde kant komen. Wat bezield een vogeltje om zoveel toewijding gedurende ruim een maand aan zijn nageslacht te besteden. Een riskante onderneming, want er loeren overal gevaren. Een bonte specht kan de jongen roven uit een kastje door een gat te beitelen ter hoogte van het nestje en de jongen buit te maken, de ouders zelf worden door de Sperwer gewild en die zal geen kans voorbij laten gaan de drukke vogeltjes te overrompelen. Met dat alles doen de vogel alles wat in hun vermogen ligt, met zo’n toewijding dat het haast wel met wilskracht gedaan moet worden. Dat kunnen we niet enkel wegzetten als een instinct, wat op zich een heel goed systeem is, maar waar wij toch de neiging bij hebben er op neer te kijken. Ik houdt de mogelijkheid open dat de vogels van dit kastje afspraken met elkaar hebben gemaakt en samen overeen gekomen zijn een nestje groot te gaan brengen, zoals wij ook een gezin willen als we een partner hebben gevonden. Zo zat ik op de stoel naar het kastje en de bewegingen van deze Pimpels te kijken en besefte me weer dat van een afstand bekeken er vele vragen opkomen en door onbekende te bevragen, op andere vragen kom en me dan op wegen begeef die weer een ander uitzicht te bieden hebben. Zo leer ik deze week iets van een astronaut en van een paartje Pimpelmezen.

zaterdag 15 mei 2021

Andersom

 

Het is zo’n twee jaar geleden dat René me naar Nijmegen zou rijden, toen we wreed werden opgehouden op de Drieërweg toen er een reekalf onder zijn auto kwam. Het dier was op slag dood en we legde het een stuk het bos in. De moeder zal ongetwijfeld op zoek zijn gaan naar haar jong en heeft dan de gelegenheid het te vinden, ook al is het voor haar een tragische vondst, maar ze kan dan weten dat ze niet verder hoeft te zoeken. Het idee heeft me aangegrepen en ik zag het voor me dat de geit het kalf vond en welke gevoelens er bij zo’n dier dan loskomen. Telkens als ik nu over dat weggedeelte rijdt komt dat ongeval me weer in gedachten. Het idee aan het tafereel van het moment dat de geit haar dode kalf vond, blijft me bij en roept gevoelens op die bij herhalen zich voordoen. Zoals de wetenschap dat een kalf direct bij de koe wordt weg gehaald, omdat wij de melk van de moeder willen, terwijl genegeerd wordt dat de loeiende moeder haar kalf roept die in een andere stal wordt ondergebracht. De eieren die in een broedmachine worden uitgebroed, waar het gepiep van de kuikens die om hun moeder roepen, onbeantwoord blijft. 

Het waren gedachten die meespeelden toen ik besloten had dat de eendenkuikens in de tuin nu groot genoeg waren om ze naar de polder te verhuizen. Goed voor de eenden om in hun normale habitat te zijn, maar zeker ook goed voor onze tuin en vijver die het zwaar te verduren hadden van de opgroeiende kuikens. Het water van de vijver raakte vervuild en de eendenkuikens vergrepen zich aan de vissen. De opkomende planten in de tuin werden door die platvoetjes platgetrapt, kortom hoog tijd de verhuisplannen uit te gaan voeren. Verschillende plannen om de eenden bij elkaar te krijgen en in een vervoerskooi te doen, liepen op niets uit. De moeder bleef buiten bereik en vloog telkens naar het dak van de schuur en haar had ik als eerste in de kooi nodig. Uit het nerveuze gepiep van de jongen en de reactie van de rusteloze moeder kon ik toch wel opmaken dat ze het ergens met elkaar over hadden. Verschillende pogingen mislukte en ik kwam op het punt dat ik de kuikens dan maar zonder moeder zou wegbrengen, want ze liet zich niet vangen, maar de kuikens waren wel met de hand te vangen. Het hele idee om de kuikens, die op zich zelfstandig genoeg zouden zijn om te overleven in de polder, maar het idee dat ze daar piepen om hun moeder die in de tuin is achtergebleven, vond ik niet acceptabel.  Uiteindelijk lukte het om het hele gezin in de schuur te krijgen, waar ik ze één voor één kon pakken en in de kooi kon stoppen, moeder eend als eerst.  Ik kon mijn geluk niet op toen ik de kooi in de polder open maakte en de eenden dicht tegen elkaar en tegen de moeder de sloot afzwommen, de wijde polder in. Zo had ik het gewild en zo vond het gelukkig uiteindelijk plaats. Net als verleden jaar … eend goed, al goed. Alhoewel nu de vijver in de tuin weer op orde krijgen die behoorlijk stinkt en waar alle vissen uit lijken te zijn verdwenen. Waar het zo vaak is dat de dieren zich naar ons moeten schikken, is het nu eens andersom gegaan. Ik heb er nog wel even werk aan.

 

zaterdag 8 mei 2021

God’s stem

 

Een collega raadde me een film aan om te gaan zien, “The Two Popes”. Hij prees de film om zijn goede dialogen tussen de paus en een Argentijnse bisschop. Ik had niet zo’n zin in een film met een katholieke inhoud, maar mijn collega bleef aandringen hem toch te gaan kijken. Paus Benedictus XIV, een paus van Duitse afkomst met de naam Ratzinger, kwam in contact met bisschop, Jorge Mario Bergoglio, die met zijn ontslagaanvraag bij de paus kwam, omdat tijdens de dictatuur in Argentinië hij fouten had gemaakt en niet langer het ambt in de katholieke kerk kon bekleden. De paus schoof telkens de papieren terzijde en die twee trokken een tijd met elkaar op en hadden met elkaar gesprekken met elkaar. De paus gaf aan dat hij wilde aftreden, wat ongebruikelijk is omdat een paus tot zijn dood het ambt heeft, waar de bisschop tegenin ging en de paus telkens weigerde om de ontslagpapieren van de bisschop te tekenen.   De gesprekken tussen die twee werden steeds openhartiger en de paus vertelde dat hij God al zo’n tijd niet meer gehoord had en zeker niet in de overweging om af te treden als Paus. Hij zei dat hij tot God bad en bad, maar enkel stilte kreeg, alles bleef stil, zei hij en keek toen de bisschop aan en zei, tot twee dagen terug toen jij kwam, God spreekt weer tot mij door jouw stem. Al was het om deze zin die daar zo openhartig werd uitgesproken, maakt het het waard dat ik deze twee uren durende film heb willen zien.  De paus trad af en trok zich terug in zijn zomerverblijf, een nieuwe paus werd gezocht en de Argentijnse bisschop was een kandidaat en de witte rook uit de schoorsteen kondigde uiteindelijk aan dat hij de nieuwe paus zou zijn, Jorge Mario Bergoglio, en verder ging onder de naam Paus Franciscus. De gesprekken tussen deze twee oude mannen hebben de weg vrijgemaakt voor de toekomst van de katholieke kerk…. Hoe waardevol kunnen zulke gesprekken zijn, die wij ook wekelijks met elkaar hebben, en waar we de stem van God in kunnen horen, als we door de stilte heen de stem weer terug herkennen. De paus luisterde en wist ook wanneer hij de stem niet hoorde, maar het weer hoorde toen het er ook weer was. Dat is misschien wel de gave van het luisteren.

 

zaterdag 17 april 2021

De kou uit de lucht

 De zon zet de skimia vol in het spotlicht. De lichtroze bloemtrossen die fier rechtop de uiteinde van bijna elke tak staan worden bezocht door tientallen bijen. Hun vleugels weerkaatsen het warme licht en het zou zomaar een scene kunnen zijn uit een sprookje waar elfjes rondvliegen. De afgelopen dagen die koud en guur waren, krijgen nu eindelijk de ruimte voor wat meer lente. De zon brengt met haar licht ook wat warmte en dat doet de kuikens van de eend in de tuin ook goed, ze koesteren zich lekker in de zon en poetsen hun dons, net zoals moeder eend het bij haarzelf doet. De kou en het nat heeft toch zijn tol geëist en er van de dertien kuikens zijn er nu nog acht over zijn. Drie heb ik met de föhn nog proberen op te warmen en te drogen, maar het mocht niet baten en daarna vonden we nog twee keer een dood kuiken. Iets waar ogenschijnlijk de moeder eend niet meer naar omkijkt, of het gewoonweg niet begrijpt, want als en kuiken in de hoek van de tuin angstig piept snelt moeder er naar toe om het op te halen. Dertien was misschien toch zoveel dat moeder eend, die de kuikens regelmatig onder de vleugels neemt om ze op te warmen, ( een nestvlieder kan zichzelf niet goed warm houden en moet telkens bij de moeder even opwarmen ) maar voor dertien had ze domweg niet genoeg ruimte om ze allemaal onder haar vleugels te hebben. Maar nu zijn ze meer dan een week oud en al een stukje groter en hebben wellicht wat meer weerstand, af en toe kruipen ze nog even onder de vleugels, maar ze paraderen de hele dag door de tuin, pikken zo nu en dan wat uit de voerschaal, of zitten hun dons kleed te poetsen. Dan te bedenken dat ze ruim drie weken geleden nog enkel een dooier in een ei waren, daaruit groeide een volledig compleet eendje, wat daar nu in de tuin rondrent en van alles al kan en wat ze moeten leren gaande weg leren en naar moeder kijken voor het voorbeeld. Ze blijven voortdurend in de buurt van de moeder en volgen haar door de tuin en zwemmend in de vijver.

Op de hei is de Fitis weer terug en vanuit de berken hun herhaaldelijke riedeltje laten horen, een melodietje die herinneringen oproepen van warme lentedagen, waarin het leven wordt uitgenodigd mee te doen en zich uit, in openbarstende bloemknoppen en ontluikend blad. Nu is het ’s morgens nog vrieskoud en de knoppen blijven nog dicht, maar de Fitis herinnert aan wat komen gaat.

De zeven nestkastjes die ik dit jaar als een gift aan het bos schonk, worden bezocht door Pimpelmezen en bij één zag ik zelfs een Bonte vliegenvanger een kastje inspecteren. Die kastjes zijn schatkamertjes waarin het wonder van het ei verborgen ligt. In een zacht bed van mos, veertjes en twijgjes worden jonge vogels geboren en daarin een klein aandeel te hebben door een paar kastjes op te hangen… dat voelt goed.

                                                    

vrijdag 9 april 2021

Pulletjes

 

Met de borstel van de hond haal ik dikke plukken haar uit de vacht als ze aan het verharen is. Het haar verzamel ik in een plastic zak die in de schuur aan een haak komt te hangen, die bewaar ik voor het voorjaar, als de vogels nestmateriaal zoeken voor hun nest. Daar is het nu de tijd voor en in steek plukken haar in de heg en al snel hebben de kauwtjes het door en komen de plukken eruit trekken en vliegen ermee weg, naar hun nest. Mussen en een Koolmees trekken ook hun deel eruit. Het haar uit de vacht van de hond dient nu als een zacht bed in de nesten van de vogels. Telkens als we een ei gebruiken, bewaar ik de eierschalen en vermaal ze tot grit. Zo heb ik in de schuur een voorraad kalk dat ik door het voer meng om de vogels ook wat extra kalk te voorzien voor de aanmaak van de eieren. De plukken haar die anders de afvalbak in gingen dienen nu een mooi doel en de eierschalen die anders de compostbak ingingen, worden nu weer hergebruikt. Hoewel ze in de compostbak ook in zekere mate worden gerecycled, gaat het nu weer terug naar de vogels. Sinds ik dat boek over eieren heb gelezen kijk ik heel anders tegen het ei aan en begrijp dat de bouwstoffen ervan, kostbaar zijn en niet zomaar weggegooid dienen te worden. Zo vul ik het nu in en het verbaasd me dat ik er niet eerder opkwam.

 Maar dan is het zover, de eend die trouw op het nest heeft gebroed heeft na drie weken trouw uitzitten haar resultaat van haar toewijding. Dertien, of twaalf, ze zijn moeilijk te tellen omdat ze beweeglijk zijn en dicht bij elkaar blijven, pulletjes zo groot als het ei waar ze uitgekropen zijn. Dapper volgen ze de moeder overal waar ze gaat, de rand van de vijver is wat hoog en moeder leidt ze naar de plek waar ze via de kluit van de lis, de vijver in en uit kunnen kruipen. Een zacht gekwaak van moeder en het hoge gepiep van de kuikens houdt de boel bij elkaar. Wonderlijk hoe lichtgroene eieren die door warmte tot ontwikkeling komen en daar van Dijksbruine dons bolletjes met een roomwit met iets gele buikjes, in drie weken tijd is gegroeid opgevouwen in een eierschaal, daar rondhuppelen, kunnen zwemmen en zelf hun voedsel opscharrelen, goed kijken hoe de moeder het doet en het nadoen. Samen met de gele narcissen die bloeien in de tuin, is dat jonge grut en die voorjaarsbloemen, dat is toch de lente ten voeten uit.

                                                    

zaterdag 20 maart 2021

Lente equinox

 

Het is vanmorgen ( 20 maart ) gebeurt, om 10.37 uur, de zon staat recht boven de evenaar en daarmee begint de lente. Een gebeurtenis die geruisloos plaats vindt en zelfs in het journaal geen aandacht krijgt, hooguit bij de weersverwachting dat het genoemd wordt, maar het kan niet wedijveren met het wereldnieuws. Terwijl we de jaarwisseling wel met veel bombarie vieren en met geknal het oude uitluiden en het nieuwe jaar verwelkomen. De oliebollen bepoedert met suiker en de goede voornemens die we toch uiteindelijk niet serieus nemen, maar bij de lente equinox niets van dat alles. Het is vandaag een goed moment om een jaarwisseling te vieren en met al het leven wat er bruist, zullen de voornemens zich beter op kunnen aansluiten, dan in de donkere sombere dagen van begin januari. Het kerstfeest heeft juist de donkere dagen nodig om het licht goed uit te laten komen, maar een jaarwisseling heeft de inspiratie van het nieuwe nodig. Een oliebol gaat er in de lente ook wel in en als je de eerste vlinder ziet rondfladderen, ze zwalken door de lucht, alsof ze verbaasd zijn dat ze leven en de vogels hun zang horen aanheffen, dan laat dat mij in ieder geval niet onberoerd, dan wil ik daar op aansluiten. Het hart gaat sneller kloppen en de geest verrijkt zich door alle onthullingen van de natuur in de lente tijd.  De eend in onze tuin heeft haar nest volgelegd met 13 eieren, zo’n beetje haar lichaamsgewicht aan eieren die elk een pakketje nieuw leven in houdt, met alle voeding  en bouwstenen erin dat ze aan het ei heeft afgegeven en broedend met haar warmte het laat ontwikkelen.  Drie weken toewijding. De spreeuw die bij het nestkastje aan de muur zit te zingen in de hoop een vrouwtje te interesseren voor de prachtige woning die hij voor haar heeft gevonden. De spreeuwen brengen het nest samen groot en vliegen straks af en aan om de jongen te voeren. Het mannetjes eend heeft zijn taak erop zitten en blijft nog wat rondhangen, maar zal straks als de jongen in de tuin ronddartelen, geen aandeel meer hebben in het jonge gezin, die taak neemt het vrouwtje op haar.  Moeten de spreeuwensnaveltjes gevuld worden, de kleine eendjes zorgen straks voor henzelf, moeder past op hen en houdt een oogje in het zeil.    Heffen wij bij oud en nieuw het glas en wensen we elkaar een gelukkig nieuwjaar, de lente toost op zichzelf en laat het aan alle kanten zien, die laat niets te wensen over.                                                       

vrijdag 5 maart 2021

Voorrecht

 

Een vrouwtjes en een mannetjes eend zitten al een paar weken op het dak van de Carport. Verleden jaar heeft een eend haar nest in onze tuin gemaakt onder de Hedera die tegen de schutting opgroeit. Een nest waar 11 kuikens uitgebroed zijn en in onze tuin en vijver de eerste drie weken van hun leven in betrekkelijke veiligheid hebben doorgebracht. Maar wel ten koste van de vijver die zodanig vervuild raakte dat een aantal vissen het loodje legde. De tuin werd door die platvoetjes aan gort gelopen en de vogels bij de voerschaal op het gras, werden door de snel groeiende eendenkuikens telkens verjaagt. Het was een leuke tijd dat jonge gezin te zien opgroeien en de prijs was dat ik wat extra voer kocht geschikt voor jonge eendjes. Het was leuk, maar niet voor herhaling vatbaar en daarom lieten we nu niet toe dat de eenden neerstreken in de vijver of in de tuin kwamen. Telkens als ze vanaf het dak de tuin in kwamen, renden we naar buiten om ze weer terug te jagen. Ik hoopte dat de eenden de boodschap zouden begrijpen, maar hardnekkig bleven ze belangstelling koesteren voor de vijver en onze tuin. Mannetje en vrouwtje als een hecht stel bij elkaar over de rand van het dak hun kans afwachten tot ze naar de tuin konden. Ze begrepen mijn boodschap niet, maar ik de hunne ook niet. Ik eiste dat ze mijn idee zouden begrijpen, maar hun standvastigheid gaf me duidelijk te verstaan dat ze zich niet van hun plan zouden afbrengen. Dat dwong toch bij mij respect af en ik besloot dat de eenden de ruimte te geven die ze nodig hebben, uiteindelijk kan ik het ook als een voorrecht beschouwen dat ze onze tuin als plek hebben verkozen om weer terug te komen om een nest te maken. Het geeft ook een idee dat een dier daartoe besloten heeft, maar ook dat het door hardnekkig stand te houden er ook een kans is dat ze het winnen. Daar waren ze dan bij mij uiteindelijk aan het goede adres en we besloten om de eenden met rust te laten. Dat werd wonderwel al snel begrepen en ze dobberde beide in de vijver en nu heeft het vrouwtje blijkbaar toch haar nest al gemaakt en zit te broeden, weer onder de Hedera, maar een stukje verder dan dat ze verleden jaar haar nest had. Het avontuur gaat weer beginnen, maar nu wacht ik niet zo lang als verleden jaar en ga ze waarschijnlijk al eerder naar de polder verhuizen. Wat maak ik hieruit op voor mezelf, dat ik de hele tijd in gesprek was met deze eenden en dat ik traag van begrip bleek te zijn. Het geduld van de eenden is door de eenden misschien niet zo ervaren, maar dwong bij mij wel het nodige respect af… welkom eenden en sorry dat ik zo nors overkwam. Ik zie nu uit naar de kleine eendjes die zich nu in het ei aan het ontwikkelen zijn, in onze tuin, wat op zich toch wel een voorrecht is.

 

vrijdag 26 februari 2021

Avondwandeling

 

De dagen lengen. ‘s morgens is het nu merkbaar en ook na het eten kan er een avondwandeling gemaakt worden. Wat is er heerlijker dan na een goed maal, met de hond naar buiten te gaan en nog een rondje door het bos te maken. Door het uitzonderlijke zachte weer heeft alles een impuls gekregen, verschillende vogels zingen volop. De Zanglijster heeft zijn jubeltoon weer hoog aangezet en gooit de noten met kracht door het nog kale bos, alsof hij zeggen wil dat de dagen van de winter nu geteld zijn. De Merel en de Roodborst hebben een wat bescheidener, maar niet minder overtuigend lied te zingen, terwijl het Paternosterbolletje met zijn kleine lijfje meetrilt op de harde riedel die hij telkens weer ten gehore brengt. De Specht roffelt er op los en als ik hem met de kijker probeer op te zoeken, dan is hij ondanks dat hij zoveel lawaai weet te maken, nog niet makkelijk te vinden tussen al die takken en stammen, waartussen telkens het geroffel klinkt. Het begint, na een half uur toch wat te schemeren en dat brengt weer een andere sfeer, helemaal nu de maan als een bijna volle verschijning boven de horizon opklimt. Een andere wereld die vanaf onze planeet te zien is, die mysterieuze krachten wordt toegekend, maar net zo belangrijk is voor de loop van de dingen op Aarde, dan wat dan ook. Het ogenschijnlijke idee dat de maan licht geeft, is schijn, het weerkaatst het licht van de Zon, waar de Aarde juist deze zonnekracht omzet in leven, geeft de maan het alleen maar door als was het zelf een licht.  Dat lege oppervlakte van de Maan doet ook maar niets vermoeden, dat daar een Merel zingt, of een Specht roffelt. Vanaf die Maan is er een soortgelijk uitzicht op de Aarde, die ook door de zon beschenen, als een blauwe vrolijke knikker daar in het heelal stuitert.
Het wordt donker en als we thuis zijn, open ik de laptop en schrijf dit verhaaltje op.

zaterdag 2 januari 2021

Nieuwjaar

 

Met een “Gelukkig Nieuwjaar” begroeten we elkaar in de eerste dagen van een nieuw jaar, of als je een vrome inslag heb, zeg je een “Gezegend nieuwjaar”.  Bij “De beste wensen” en die mag je dan zelf invullen, het zijn van die gebruiken waaraan iedereen lijkt mee te doen. Van het afgelopen jaar nemen we met een zucht afscheid en hopen dat de ellende die dat jaar zo kenmerkt, niet meegaat het volgende jaar in. Een jaar waar een virus het voor het zeggen had, hopen we nu met een vaccinatie uit te bannen. Misschien met dat in gedachte was ik blij verrast toen ik na mijn wandeling naar huis liep en in de lucht zich een hele regenboog  aftekende. Een teken van belofte waar al eens eerder een ramp mee werd afgesloten. Dat was een mooi begin, voor de eerste dag van het jaar: een regenboog. Het heeft het journaal niet gehaald, maar dan toch…. Het was al een mooie ochtend waar de vorst het veld wit had bevroren en de zon de mistflarden in het bos op sprookjesachtige wijze verlichtte. Met een dik vest en gehandschoend liep ik met de hond door het bos. Die door de mist en de zonnebanen weer een bijzondere uitstraling had, wat kan hetzelfde toch zoveel sferen in zich hebben. Met als sluitstuk die regenboog bij thuiskomst.  De volgende dag was er weer die mist, maar nu was het niet koud, de paden zijn vochtig en hier en daar ligt een regenplas op het pad. Een hele andere sfeer als gisteren en toch weer zo bijzonder, het roestbruin van de verwelkte varens, de kraaien die overvliegen en elkaar wat te vertellen hebben, de Bonte specht die voorzichtig roffelt en daarmee fluisterend het komende voorjaar aankondigt. De contact roepjes van de vinken en het fluittoontje van de Goudvink, de Boomkruiper die roept een merel die het blad op de grond omdraait, allemaal niet bijzonders, maar toch zo vertrouwd en bekend dat ik het deze ochtend niet had willen missen. Maar mijn beste vriend, je hebt nog een nieuwjaarwens tegoed en die vond ik in een citaat . Een wens die je net als de regenboog aan je verschijnt en waar je, als wilt je eigen betekenis in kan leggen. Ik wens jou en nu lees ik het citaat:  “Adem de frisse lucht in je longen, wakker daarmee het vuur in je hart aan, om met die warmte je geest ten volle te laten opbloeien. “ Daarmee wil ik je dit jaar zegenen en je geluk toe wensen… met alle kleuren van de regenboog.