zaterdag 30 december 2017

Goede wensen



Beste vriend ( in )                                     30 december  2017                                                                

Het jaar loopt op zijn eind en het nieuwe jaar doet zijn opwachting,. Als de oliebollen in de buikjes zijn en het vuurwerk is afgeschoten, hangen we een nieuwe kalender aan de muur. Het jaar is nu 2018. We heffen het glas en toosten op het nieuwe jaar.  Het is als een nieuw schrijfschrift, je bladert er doorheen en ziet al die, nog lege bladzijden en vraagt je af wat daarop allemaal geschreven kan worden. Het is een leeg boek en je hebt er invloed op,  wat erin komt te staan. Het schrift waar ik nu in schrijf is bijna vol en als ik daarin terugblader zie ik waar ik mee bezig ben en wat me ook aan het vormen is. Je weet pas wat je denkt als je hoort wat je zegt en dat geld ook voor het schrijven. We hebben de neiging om aan het begin van iets, ons iets voor te nemen, zo’n leeg schrijfschrift om er dagelijks in te schrijven, een nieuw jaar om anderszins iets te doen wat je vaker, of misschien iets dat je niet meer moet doen.  Zoals langs de weg allerlei verkeersborden staan die aangeven wat daar bedoeling is, daar een maximale snelheid aanhouden van 50, verderop wordt door een blauw bord met een grote P aangegeven, dat er een parkeerplaats is, maar ook met belijning en pijlen op de weg die richting aangeven. Dat wil niet zeggen dat we allemaal dezelfde richting uitgaan, maar de richting die je gaat wordt aangegeven met de signalen, gegeven door borden of andere, voor iedereen begrijpbare  iconen.

De borden op je levensweg en ook het pad dat je gaat in het nieuwe jaar, moeten op een andere wijze geïnterpreteerd worden. Je lichaam is er één van. Ben je moe, dat is een sein om te rusten, heb je pijn aan je gebit is het raadzaam de tandarts er naar te laten kijken, heb je dorst, drink dan wat. Een boek, radio of TV programma kan iets in de aandacht brengen, dat jou aandacht nodig heeft en zo kom je ook allerlei “borden” tegen die je ergens voor waarschuwen of je informeren. En net als bij een bord die je maant tot een maximum snelheid van 50, is dat terplekke, je kunt niet zeggen; oké dat doe ik straks op de snelweg wel. Toch hebben we op ons levenspad, laat ik nou maar voor mezelf spreken, een sterke neiging tot uit stellen. Naar een vakantie, dan ga ik die boeken lezen, of zelfs naar een pensioen, dan ga ik…  Het schrijven is een voornemen, waar ik me elke dag aan houdt, omdat ik me het voorgenomen heb en ik heb het me voorgenomen omdat ik graag wil schrijven. Een aantal boeken die door me gelezen moeten worden, omdat die mogelijk de informatie doorgeven, die aansluiten op de route die ik afleg op mijn levenspad. Iemand benadrukte het lezen van boeken en dat je je niet moet laten leiden door wat een boek kost, maar, zo zei hij, vraag je jezelf af, wat het je kost als je dat boek niet leest. Het zijn de borden langs je pad. Als je een bord negeert, kan je dat een bekeuring opleveren. Levenswijsheid is niet enkel iets dat van buiten naar je toekomt, het kan ook een innerlijke stem zijn die je voorziet van de nodige informatie, of mooier gezegd, inspiratie.

Daar staan we dan op de drempel van een nieuw jaar, een nieuw schrift, vol met nog onbeschreven bladzijden, die door jou kunnen worden beschreven, elke dag een paar bladzijde en als het even niet zo gaat als je je voorgenomen hebt,… een klok  die stilstaat geeft toch elke dag twee keer de juiste tijd aan. Je kunt vanaf elk punt weer verder gaan, zoals de klok door een nieuwe batterij weer elk moment de juiste tijd kan aangeven. Ik wens jou een mooi leeg schrift en een nieuwe batterij voor je klok en een heel goed 2018.

Voor jouw gewenst door, je beste vriend. ( Als we dat nog niet zijn,... kan geregeld worden. )


dinsdag 19 december 2017

Stem

Als je naar je innerlijke stem luistert, wie praat er dan eigenlijk?  Is het je opvoeding die het programma in je hoofd herhaald, je ouders, je cultuur je religie die allemaal een stem in je opvoeding hebben gehad en als een achtergrondprogramma meedraait en in alle je beslissingen zich bemoeid. Is het een boek dat, ondanks dat je maar een gedeelte van de inhoud kent, ook je doen en laten beteugeld.  Hoe vaak doen we iets vanuit een voorgeprogrammeerd gedrag?

Ik merkte, toen we ergens op vakantie waren en op een ochtend een deuntje begon te fluiten. Ik keek op mijn horloge, het was elf uur en dinsdag, dat was het tijdstip dat ik thuis gewoon was naar een radioprogramma te luisteren, dat begon dinsdagmorgen, om elf uur. Dat programma begon met een tune en dat deuntje  liep ik daar op mijn vakantie ver van de radio vandaan te fluiten. Zonder dat ik daar speciaal aan dacht,  maar precies op het tijdstip dat het radioprogramma begon, popte dat deuntje bij me op. De patronen die je jezelf aanmeet, worden programma’s die zich deels bewust maar ook voor een groot deel onbewust aan je voor doen. Zo wil ik wakker worden zonder een wekker te zetten, om niet met een luidgerinkel uit je slaap getrokken te worden, maar de stille biologische klok zijn werk laten doen.  Meestal werkt het en wordt ik vanzelf wakker op het tijdstip dat ik van tevoren had bedacht. Zonder toeters en bellen, maar organisch wakker worden. Er is iets in mij dat weet hoe laat het is en daarvoor hoeft het niet op de klok te kijken. Zo zijn er tal van voorbeelden te benoemen, waar je voor een deel door je onderbewustzijn wordt bestuurt. Hoe vaak gebeurt het niet tijdens het rijden in de auto, dat je je opeens afvraagt waar je bent. Blijkbaar in gedachten verzonken heb je de route toch zonder kleerscheuren en deuken afgelegd. En als er zich iets vreemds voordoet ,ben je zo weer terug bij de werkelijkheid om op tijd te kunnen ingrijpen.


Een geur kan je jaren in je herinnering terugwerpen, een stuk muziek van weleer kan je met weemoed vervullen en een vreemd soort heimwee bij je oproepen, en je vraagt je af, waar dat toch vandaan komt? Het kondigt zich aan met een bedoeling, het kan je tot iets leiden, tenminste als je er gehoor aan geeft. Zo kan je iemand ontmoeten die je hulp nodig heeft of andersom. Er zijn verschillende uitingen hoe dit stemmetje tot je spreekt en blijkbaar wijzer is dan jezelf bent, of is het soms de diepere wijsheid van je zelf die om één of andere reden toch veilig is opgeborgen in de onbewuste lagen van jezelf. Of is het allemaal terug te brengen op toeval? Dan zou ik toeval toch definiëren als bijzonder, dat het je toevalt en dat is niet zonder reden. Een andere mogelijkheid is door een tekst uit een oud boek je te laten inspireren, daar wijsheid uit te betrekken.  Van de week las ik iets treffends van iemand die toch wat gereserveerd was tegen die oude wijsheden boeken, hij zei erover dat hij toch wat moeite had, iets van iemand uit de oudheid aan te nemen uit een periode dat ze dachten dat de aarde plat was. Dat geeft te denken. Maar dan toch, raadpleeg ik zelf wel een bekend oud boek, wat door een evangelist eens werd aangeduid met; “Vaders mooie boek”. 

woensdag 22 november 2017

Sfeervol

Het lichaam is een uiterst gevoelig instrument dat voor een groot deel op de automatische piloot draait. Hartslag, ademhaling, spijsvertering, het gaat allemaal als vanzelf ,zonder enige bemoeienis van buitenaf. Processen in ons, maar die verder niet naar onze mening vragen.  De amygdala, een klein deel van de hersenen, dat  razend snel door heeft dat er wat mis is en het lichaam een signaal afgeeft om adrenaline en andere stresshormonen vrij te geven.  Door die stresshormonen zijn we in staat sneller te handelen in de zogenaamde vecht of vlucht modes. Makkelijk en zinvol als er een leeuw uit de struiken springt, om dan snel en alert te kunnen handelen. Als een gazelle dit overkomt, kan het stresshormoon zijn redding zijn omdat het hem iets meer energie geeft om de leeuw voor te blijven. De negentig seconde die het stresshormoon actief is bij zo’n dier zijn vaak voldoende en als het zich weer veilig waant, gaat het weer rustig grazen. Het lichaam komt weer tot rust. Bij ons kunnen we deze negentig seconden rekken, door boos te blijven en blijven razen en tieren, langer dan nodig is en fokken  onszelf op. De hormonen die inmiddels uitgewerkt zouden moeten zijn, richten nu eigenlijk meer schade aan dan dat ze goed doen. We voelen ons gestrest.  Het idee om een avondje ontspannen TV kijken en kiezen om naar een spannende film te kijken, is misschien niet zo ontspannen als het lijkt. De amygdala kent het onderscheid tussen echt en spanning niet, die bij je overkomt door het zien van een film. Terwijl je onderuitgezakt met een schaal chips op de bank hangt, kan dat kleine wonder in je hersenen het signaal afgeven aan je lichaam om stresshormonen af te scheiden, waar je dan niets mee doet ,maar ondertussen wel door je bloedbaan gieren. Die happen chips komen door die hormonen niet goed in je spijsvertering en slaan zich op. Een dikmakertje zo’n spannende film.


Van de week reden we door het herfstachtige landschap, maar de kleuren zouden meer tot hun recht komen als de zon zou schijnen. Het was echter een sombere grijze dag, maar dan toch is hoe je dit zo wilt benoemen dat een verschil kan maken. Is het grijs en somber, dan voelt dat ook zo en  voelen doe je met je lichaam. Ik hoorde vanmiddag iemand over dit weertype zeggen dat hij er chagrijnig van werd en zo zag hij er ook uit, een mopperig chagrijnig gezicht dat elke zonnestraal die er al zou zijn direct zou doven.   Maar, als je het anders zou noemen, hoe zou dat dan voelen?
 Ik probeerde er met andere ogen naar te kijken en zag dat de herfstkleuren aan de beukenbomen en het gekleurde blad op de grond, de iets blauwige nevel die tussen de bomen hangt en de velden grijsblauw kleurde en de silhouetten van de bomen zo strak deed aftekenen en juist de bomen die verderop stonden wat deed vervagen, kwam ik op het woord: sfeervol. Eerst was het woord somber het trefwoord, en veranderde dat in sfeervol. Dat voelt al beter. Er is niets verandert, alleen nu bekeken met andere ogen, geeft het een ander gevoel. Een verschil. Welk deel van de hersenen daar verantwoordelijk voor is weet ik niet, maar ik zou het beter kunnen gebruiken, dan op het woord ‘somber’ te reageren. 

zaterdag 18 november 2017

Poppy

Een grote vis en een Octopus jagen allebei op  hetzelfde visje. In plaats van elkaar te beconcurreren gaan die twee een samenwerking aan. De grote vis en de Octopus trekken samen op en gaan op zoek naar prooi. De grote vis wees de prooi aan en de Octopus probeerde dan met één van zijn armen hem uit een dunnen spleet te krijgen. Als het visje wist te ontsnappen aan de tentakel van de Octopus wist de grote vis hem te pakken. Zo gebruikte de Octopus de grote vis om de visjes  op te sporen en de vis gebruikte de Octopus om de vissen uit de nauwe spleten te jagen. Zo had de ene keer de Octopus beet en de andere keer de vis, een samenwerking in wederzijds voordeel.  Twee verschillende soorten dieren  die blijkbaar met elkaar kunnen communiceren en met elkaar samenwerken. 

 Wij kunnen ook samenwerken met andere levensvormen. Van de week zag ik een documentaire waarin Arita Baaijens met drie kamelen door de woestijn  trok.  De vrouw  die in verhouding tot de kamelen een klein poppetje is, toch drie kamelen kan leiden en ze volgen haar en luisteren naar haar instructies.  Mijn dochter die met paarden omgaat die in kracht haar ver overstijgen, laten zich een bit in de mond leggen en laten zich berijden. Ik zelf heb een nazaat van de wolf in huis en we beschouwen elkaar als vriend. Wij kennen ook zo verschillende samenwerkingen met verschillende diersoorten. Dieren zijn dan wel de ondergeschikten en laten zich leiden verbaal of middels andere signalen. Op onze beurt zijn wij ook weer lijdzaam, wat me opviel in een uitzending van de BBC, het programma  “Countryfile”. Elke zondag op TV en gaat over de natuur, cultuur en kunst in Engeland. Rondom deze tijd dragen de verslaggevers een poppy op hun jasje, dat is het bloemetje van de klaproos die symbool staat voor de herdenkingen van de beide wereldoorlogen.  Het programma ging deze keer ook over de oorlog en bezocht allerlei plekken die met de oorlog te maken hadden. De monumenten, de veteranen, en uiteraard de oorsprong van het symbool de poppy, de klaproos welke betekenis zo’n klein nietig bloempje in die oorlogen heeft gehad. Het bevat een klein beetje morfine, die op het slagveld toegepast werd als pijnstiller. Het rood van de klaproos staat voor het bloed van al de gesneuvelde soldaten en de klaproos verscheen op stukken grond die door bombardementen omgeploegd waren, want het zaad van de klaproos ontkiemt het best op kale gronden. 

Wij in Nederland herdenken ook op 4 mei alle slachtoffers van de oorlogen, maar de Engelsen in November ( 11-11 om 11 uur ) alleen de gesneuvelde soldaten. Vooral de eerste wereldoorlog, de loopgravenoorlog zijn zoveel slachtoffers gevallen, dat het haast oneerbiedig klinkt als je er kritiek op zou uiten, want daarbij doe je de slachtoffers en hun nabestaanden tekort. Er wordt al snel gedacht dat een militair uniform garant staat voor veiligheid en bescherming. In Amerika hoor ik ( op TV ) dat de militairen bedankt worden met de woorden: Thank you, for serving my country. Het oorlog voeren wordt geëerd en ook in Counrtyfile werd een item gewijd aan een veteraan, die uitgezonden was naar Afghanistan.   Hij was getraumatiseerd, maar vertelde trots dat hij gediend had als ‘Snipper’ o.t.w. een sluipschutter. Nu deed hij mee aan een project in het bos met andere getraumatiseerde soldaten om een oud bouwwerk te restaureren en hij zorgde voor het houtsnijwerk ter versiering van het gebouw, als zijnde een therapie voor de verschrikkelijke dingen die hij had meegemaakt. Het geeft mij een gevoel van onrecht dat deze mensen die vanuit een schuilplaats als sluipschutter op voorbijgangers schoot. Laatst was iemand in Vegas die dat deed om vanuit een flat op een menigte te schieten, zo iemand is gestoord en mocht hij levend opgepakt worden zal hij daarvoor berecht worden. Deze snipper die in dienst staat van een land mag legaal moorden en zelf ter plekke beslissen waar wel en niet op te schieten. Dient zoiets de veiligheid van zijn thuisland? Zal hij zittende in zijn veilige schuilplek schietend op waarvan hij denkt en beslist dat daar op geschoten kan worden, heeft hij ook maar iets bijgedragen aan de veiligheid en de oplossing van het conflict? Hij zelf is er met mentale schade vandaan gekomen en ook voor hem dragen ze rond deze tijd allemaal  een poppy op de revers. Engeland eert de gevallen soldaten en de getraumatiseerde missiegangers met een klaproos, een oorlog waar gruwelijkheden als heldendaden wordt gezien. Er zijn zelfs al drones die het vuile werk opknappen.  Hoe makkelijk laten we ons leiden door dat wat zo verkeerd is in ons menselijk ras, het in staat te zijn om vreselijke slagvelden met bloed te doordrenken en dan beweren dat we daar onze vrijheid aan te danken zouden hebben. De Engelsen laten zich een poppy opspelden en geven daarmee hun goedkeuring en lijdzaam volgt de natie het spoor van geweld en nemen desnoods zelf eraan mee of geven hun zonen daarin een plek.  Veel, heel veel geld en middelen worden daaraan besteed, dat zoveel meer zou kunnen doen als het om conflictoplossingen gaat.


Daryl Davis in de documentaire van Netflix, zoekt  als zwarte Amerikaan  contact met leden van de KKK en probeert vriendschap met ze te sluiten. Hij zegt dat zolang we in gesprek zijn kunnen we niet vechten. Hij verdiept zich in het doen en laten van de clan en weet meer dan menig clanlid over de KKK. Hij is openhartig en maakt inderdaad vrienden uit die club, sommige verlaten de clan en geven het uniform aan Daryl.  Met vriendschap lukt het hem door te breken en meer dan 40 leden zijn eruit gestapt en deze hebben weer een meervoud gemotiveerd er ook mee te stoppen. Een moedige man die het beest van geweld een bit in de mond weet te leggen en het te temmen. Zoals de vis en de Octopus samenwerken en er beide profijt van hebben. 

zaterdag 11 november 2017

Krabben in een mand.

Druk, druk, druk, als je die indruk kunt geven, dan lijk je het gemaakt te hebben, maar als iemand het tegen jou zegt, zegt hij dat hij geen tijd voor jou heeft. Want er zijn belangrijkere, interessantere dingen te doen dan jij. Zo is het maar net en je zou blij moeten zijn dat hij geen tijd voor je heeft, dan hoef je ook geen tijd aan hem te verspillen. Als je alleen een gaatje in iemands agenda bent, weet je dat je niet echt gewenst bent. Hooguit ben je een decorstuk in zijn machtige podium waar hij zijn succes op viert. Maar toch,.. als ik zo denk, ben ik de verkeerde krab?

Wanneer een krabvisser zijn fuiken leeghaalt doet hij de krabben die hij gevangen heeft in een mand en op die mand hoeft hij geen deksel te doen. Als een krab in de mand eruit probeert te klimmen, trekken de andere krabben in de mand, hem weer terug. Zo zorgen de krabben er zelf voor dat ze in het voordeel van de visser werken, die rustig de ene na de andere fuik kan leeghalen. Wij gedragen ons als die krabben, het is ons niet gegund uit die mand te klimmen en we beletten anderen het ook te doen, door ze weer terug te trekken. Zo blijven we vast zitten in ons systeempjes en hebben onze gedragingen erop aangepast, tegelijk goed op anderen letten, of die zich ook aan de ongeschreven regels houdt. De oplossingen van veel problemen liggen buiten de mand (out of the box ) en niet in het drukdoende, elke dag hetzelfde routine dienende, op zichzelf gerichte zijnde,… maar over de rand van de mand. Daar ligt onze vrijheid die we zo vaak bezingen en er zelfs oorlogen voor voeren. Maar hoe kom je los van die krab-mentaliteit?  Door te beginnen om de fuik te onderkennen. In de fuiken word een lokaas gelegd en dat brengt de krab ertoe de fuik in te lopen. De lokmiddelen die ons in een fuik doen belanden zijn altijd maar kleine stukjes die een verwachting oproepen dat er meer is, misschien achter in de fuik en ja, als je daar bent belandt kom je daar niet meer zo makkelijk uit. Achter in de fuik ligt een stuk papier met een pen erbij, of u daar even wilt tekenen, dan regelen wij het verder voor u… We zien anderen die die fuiken zijn ingelopen en denken misschien wel dat het er allemaal zo bij hoort en doen het vervolgens zelf ook. De bodem van de zee ligt bezaait met fuiken en er lijkt geen ontkomen aan.  Als krab,  eenmaal in de mand beland betaald hij met zijn leven en wij betalen ons hele leven. We maken vervolgens onszelf wijs dat het eigenlijk helemaal niet zo gek is in die mand, ook wel weer gezellig zo met z’n allen in hetzelfde schuitje te zitten, dat verbind, dat verbroederd.


De visser heeft niets voor de krab  gedaan, geen eten gegeven, niets, hij oogst waar hij niet gezaaid heeft, doet alleen die dingen ,ten gunste voor de zee en de krabben,  om zijn handel te beschermen. Terwijl collega vissers met sleepnetten de oceaanbodem stuk trekken, omdat die vissen op plekken, waar de zee toch groot genoeg is. Bijna net zo groot als hun hebzucht.  Druk, druk, druk, maakte we ons daarover maar eens druk. Het lijkt erop dat milieu en diervriendelijkheid, voor hobbyisten is, die hier en daar een succes boeken. Voor mensen die het niet zo druk hebben in het ‘echte’ leven en zich daar druk over maken, worden weg gezet als navelstaarders en geitenwollen-sokken.  Toch zouden dat de krabben kunnen zijn die het wel lukken, om uit de mand te klimmen en terug te vallen in de zee. Misschien om andere krabben te waarschuwen de fuiken te vermijden. 

zondag 10 september 2017

Barst in de ziel

Twee buurmannen hebben zonder dat ze het wisten, mijn voorliefde voor vogels gevormd. Het getjilp van de mussen rondom het huis, was een zo’n vertrouwt gegeven, dat ik niet beter wist of het hoorde erbij. Mijn buurman had er hele andere gedachten bij, toen hij zijn ladder tegen het huis zette en vanonder de dakpannen de mussennesten wegtrok. Onverschillig of er eieren of jongen inzaten, gooide hij ze op de grond. Dat zou die rotbeesten leren om hem s ’morgens zo vroeg wakker te maken.  Hoe ik ook protesteerde , met de beperkte woordenschat van een zesjarige, wekte dat alleen maar de spot  van die buurman op en hij lachte om die kinderlijke beschermingsijver van zijn buurjongetje.  

Een andere buurman verderop had een andere belangstelling voor de mussen, hij schoot op ze. Zonder enige schroom nodigde hij ons buurjongens uit te komen kijken. Een goed gericht schot was fataal voor de huismus en ik haastte me als een jonge jachthond om de prooi voor hem te apporteren. Met het warme slappe lijkje in mijn kinderhandje stak ik mijn hand naar hem uit. Hij keek er niet eens naar en zei me het in de struiken te gooien, dan vind de kat hem wel. Ik keek hem stomverbaasd aan en op hetzelfde moment knapte er iets in mij en sprong er een barst in mijn kinderziel. Door die barst is de huismus naar binnen gevlogen en sindsdien heeft dit vogeltje zich in mijn hart genesteld. 

Vaak heeft de herinnering aan die twee buurmannen me boos gemaakt, maar dan toch, heeft het wel de belangstelling voor de natuur en vogels in het bijzonder, bij me wakker gemaakt. De beide buurmannen zijn er al lang niet meer en kunnen in die zin geen kwaad meer, maar de mussen komen me nog dagelijks bezoeken in mijn tuin, waar ik speciaal voor hen een voertafel heb staan en het hele jaar door, elke dag,   een handje zaad voor ze strooi. De barst in mijn ziel is weer genezen, maar de mus heb ik nog steeds in mijn hart gesloten.


zaterdag 15 juli 2017

Kei snijder

Een TV programma ging over de geschiedenis van de gezondheidszorg en dan vooral hoe het in de begintijd was. Uit allerlei musea werden schilderijen bezocht waar op schilderijen, doctoren tijdens een sectie waren afgebeeld, maar ook waren er afbeeldingen van kwakzalvers die hun praktijken uitvoerde. Een vorm van kwakzalverij, was het kei snijden.  Een kei snijder kon iemand van zijn domheid verlossen, door keien uit zijn hoofd te halen. Hij opereerde het hoofd, achter het oor en liet dan uit zijn mouw stenen glijden, die in de schaal vielen die de patiënt zelf vasthield. Tot groot vermaak van de omstanders die in dit tafereel erom heen stonden. De patiënt dacht zo van zijn domheid af te komen, maar het was juist de domheid die hem die behandeling liet ondergaan.
Al hoewel hij het misschien nodig had, om een behandeling te krijgen, waarvan hij kon denken dat hij nu niet meer langer dom was en zich nu ook niet zo hoefde te gedragen.
Het plaatje werkt ook andersom, hoe vaak stoppen we een steen in ons hoofd? Van de week flikte ik het weer bij mezelf, een opmerking, een verkeerd gevallen woord en niet alleen een steen, maar een lawine brak er in mijn hoofd los. En als een sneeuwbal die van een besneeuwde helling rolt, steeds groter en groter wordt.
Er is een mythe van een Griekse god met de naam Sisyfus die de opdracht heeft een zware steen tegen een steile berg op te rollen, om dan bovenaan de berg de steen weer naar beneden zien tuimelen, om dan weer helemaal opnieuw te beginnen.  Het is het lot van Sisyfus en het is het lot als je je een steen in je hoofd haalt. Je sjort en sjort en sleept die steen overal mee naar toe. Mensen zien dat je een last meedraagt en vragen hoe het met je gaat, je lacht en liegt dat het prima gaat.
Ik moet van die steen af, maar waar zijn de kwakzalvers als je er één nodig hebt? Dan moet ik maar wat aan zelfmedicatie doen en daar komt het gezond verstand wel bij te pas. De behandeling is
( uiteindelijk ) vrij eenvoudig.  Ga zitten met degene waar het allemaal begon, een paar woorden die toen de oorzaak van de ellende waren, moeten nu besproken worden met een veelvoud aan woorden, en het genezingsproces doet ongemerkt zijn werk,… en plop, daar rolt de steen eruit en valt op je schaal. De lucht is weer geklaard en je kunt de Sisyfus in je ontslaan. Genoeg nu met die steen de berg op gesjouwd, ga nu maar wat voor jezelf doen.


vrijdag 7 juli 2017

Waterpistool

Het was warm en de buren verderop hadden voor de kinderen een bad opgezet en daar speelde ze spetterend en luidruchtig hun spel. Er waren wapens in het spel en lustig vuurde ze op elkaar zonder dat er slachtoffers vielen. Dit zo bekijkende bedacht ik hoe mooi het zou zijn als de oorlogen met deze wapens uitgevochten zouden worden. De wapenwedloop zou er heel wat anders uit te komen zien als het arsenaal vuurwapens werd omgeruild voor,… waterpistolen.  Alle kanonnen omgebouwd tot confettikanonnen en het slagveld werd een plek van een feestje. Huur een DJ in voor een lekkere beat, om het anders de zo luidruchtige explosies  na te doen en het is net echt. Of is het dan pas echt, want niemand heeft mij nog een goede verklaring gegeven waarom een oorlog wordt gevoerd. Misschien is de slag bij Waterloo wel een valse voorstelling, de loopgraven uit de eerste wereld oorlog ( let op zonder hoofdletters geschreven ) verspilde energie van mankrachten en materialen. Laatst was op TV een documentaire waarom er een oorlog uitbrak, daar lag veelal een onbenulligheid of domweg een leugen aan ten grondslag. Ja, je moet wat als je als regering zoveel investeert in een leger, dan moet het natuurlijk ook wel eens in actie kunnen komen.


Maar terug naar mijn voorstel om het waterpistool en confettikanon in de strijd te gooien. Zie het al voor je, een soldaat die bij de poort van de kazerne staat op wacht, met een waterpistool in de aanslag. Dat ziet er al stukken gezelliger uit dan zo’n akelig vuurwapen, waarvan je niet weet of het wel of niet geladen is. De bliksem kan hem zomaar in de kop slaan en dan is het daar toch wel even menens, hij verveelt zich daar te pletter en dat allemaal in het belang van het vaderland. Hoeveel vrolijker en gastvrij doet het aan als hij daar met een waterpistool op wacht staat. Mocht zijn geweer dan afgaan dan is er alleen maar iemand nat, dat droogt wel weer. Op het slagveld zou het ook wel prettiger zijn, minder werk voor de Rode Kruis werkers en de planten krijgen ook wat water. In plaats van het gedreun van het geschut, klinken nu de lachsalvo’s  van de pret makende soldaten. Tot op hun hemd nat, soppend in hun legerkistjes, gillend van de pret als het overvliegende vliegtuig een lading water over de soldaten bombardeert.  Terug trekken is er niet bij, ze krijgen er gewoon geen genoeg van. Maar als dan de etensbel klinkt begeven ze ,vriend en vijand, zich weer naar de kazerne en schuiven gebroederlijk aan en eten, nog in hun natte kleren, hun bordje leeg. Welke president, dictator of koning van deze wereld zou hier niet meer plezier aan beleven dan die vreselijke dingen waarmee ze nu elkaar te lijf gaan?  Laatst zei iemand dat de volgende oorlog wel eens om water gestreden zou kunnen worden, hij vergist zich waarschijnlijk, niet om, maar met water. Rechtstreeks uit de loop van een waterpistool.

vrijdag 9 juni 2017

Vertrouwen

Als je mensen ziet, zie je dan hoe ze werkelijk zijn, of zie je alleen je eigen gedachten over hen?  Dat is zo voor alles, je ziet door het filter van je gedachten die je er over hebt. Zowel positief als negatief. We kleuren alles in en geven er onze draai aan. Het is de aandacht die je voor iets hebt en de aandacht is niet iets wat we doen, maar wat je toelaat. Het is de munt, waarmee je bepaald of het je wel of niet waard is, en zo niet dan houdt je je geld in je zak.

Van de week keek in een serie op Netflix :  ‘Anne, with an E’  Een meisje dat haar hele leven in een weeshuis heeft doorgebracht en als ze dertien jaar is, eindelijk wordt geadopteerd. Anna had geen makkelijk leven, maar wel een rijke fantasie. Ze las de boeken die ze kon vinden en wist daar grote delen uit te citeren. Gedichten wist ze met veel flavour voor te dragen, maar erg gewaardeerd  werd dat niet. Ze moest zich stil houden en dat was juist wat ze niet kon, in haar verbeelding sprak ze met de bloeiende kersenboom voor haar slaapkamer, vond ze dat alles maar een kleine naam had en wilde van alles opnieuw benoemen, maar dan met grote woorden, iets wat mooi was vond ze niet goed genoeg, in haar ogen was het verrukkelijk en fantastisch. Anne had het leven tegen, ze had rood haar en werd er vaak om bespot, ze was mager en sprietelig, maar haar ogen fonkelde in haar hoofd en uit haar mond kwam een stroom woorden om de wereld om haar heen ermee te kleuren. Het stel wat haar adopteerde had op een jongen gerekend en in eerste instantie zou ze worden terug gestuurd. Maar ze mocht blijven en ging naar school, maar haar achtergrond als weeskind gaf aanleiding om haar het mikpunt van spot te maken, daarnaast was haar intelligentie de reden dat ze in elk vak uitblonk, wat haar niet erg populair maakte omdat ze, vanwege haar afkomst de domste behoorde te zijn.  Toen een duur sieraad uit het huis van haar adoptieouders verdwenen was, kreeg zij de schuld, ze werd gestraft en hoe groot was de verlegenheid toen dat dure sieraad , tussen de kussens van een stoel werd terug gevonden. Anna was inmiddels weggelopen en stond  op het station gedichten voor te dragen om zo wat geld te verdienen om met de trein weg te kunnen. Waar heen wist ze niet, maar ze vertrouwde op haar fantasie, haar verbeelding zou haar naar de juiste bestemming leidden. Ze werd ingehaald door haar adoptievader die haar wist over te halen weer terug te komen. Niet zonder eerst een scene te maken in dat station, maar ze ging weer mee terug. Alles wat Anne deed, deed ze met grote woorden, want haar motto was: Als je grote ideeën hebt, heb je grote woorden nodig ze te omschrijven.  En dat is het, hoe wil je naar de dingen kijken, staan je zintuigen ‘aan ‘ ben je op dit moment alert en opmerkzaam. Het leven praat voortdurend tegen je, maar luister je ook?  Soms is het (om in de termen van Anne te blijven ) overweldigend eenvoudig.

Dat ontdekte ik van de week toen ik een webpagina opende van Peter Sharp, een Australiër die zich afvroeg wat hij kon doen om het bewustzijn te vergroten van de mensen om hem heen. Iedereen is maar druk op zijn telefoon aan het kijken en wil blijkbaar niets missen wat er in de virtuele wereld gebeurt, terwijl ze niet zien wat er om hen heen is. Peter bedacht dat het eenvoudig moest zijn. Hij bedacht iets en had de moed om het als een experiment uit te proberen. Hij ging op een plein in de stad staan, zette een bord bij zijn voeten met daarop een tekst, deed zichzelf een blinddoek voor en ging met de armen wijd open, daar staan. Op het bord bij zijn voeten stond:  Ik vertrouw jou, vertrouw jij mij? Hug mij!  Het duurde even, tot een meisje voor hem ging staan en vroeg wat hij aan het doen was. Hij zei dat hij in blind vertrouwen hier wilde gaan staan en iedereen om hem heen wilde vertrouwen.  Het meisje sloeg haar armen om hem heen en gaf hem een dikke knuffel, al snel gevolgd door een andere en nog één en nog één, een stel kwam naar hem toe en gaf gelijktijdig hem een stevige knuffel. De één na de ander, sloot hij in zijn armen, in blind vertrouwen. Met tranen in mijn ogen keek ik naar dat filmpje en dat ging de hele wereld over. Het kreeg navolging in allerlei variaties. Jonge moslims schreven op hun bord:  Ik ben Moslim, Ik vertrouw jou, vertrouw jij mij? Hug mij. Eén van die  geblinddoekte moslims legde na iedere knuffel zijn hand op zijn hart, maakte een kleine buiging en bedankte voor het vertrouwen. Het zijn kleine gebaren met een groot effect, maar durf het maar, ga daar maar staan met een blinddoek voor en geopende armen. Maar ook voor degene die op hem aflopen en aan deze daad gehoor geven aan iets dat in henzelf is, maar door hem wakker werd gemaakt. Ook zij zetten een grote stap en ontdekte dat zij het vertrouwen waard zijn. 

vrijdag 17 maart 2017

Badge

De verkiezingen zijn weer achter de rug. Het circus en het spel van debatten en campagnes is weer gespeeld. De verkiesbaren hebben zich op straat en via de media van zich laten horen. Tachtig procent van de stembevoegden neemt zijn gang naar de stembus en maakt uit het woud van namen en partijen een keuze en kleurt dat vakje rood. Ooit waren vrouwen verstoken van dat voorrecht, om de één of andere reden was bedacht dat het een mannenaangelegenheid was, maar nu niet alleen de vrouwen ook mogen stemmen er kan ook op ze gestemd worden. Toch is het nog een stropdassen aangelegenheid, in het grote slotdebat op TV liep er maar één jurkje rond tussen al die stropdassen en in het pak gegoten heren.  Elk van die mannetjes en ook de vrouw staat voor een partij die in hun programma duidelijk maakt hoe de komende vier er uit moet zien. Ieder heeft maar een beperkte tijd en er is van te voren goed nagedacht het zo spitsvondig mogelijk te zeggen en ondertussen ook nog reageren op de weerwoorden die gegeven worden. Het lijkt erop dat vooral de ander wordt aangesproken op zijn/haar programma en wat daaraan niet zou deugen. Zo verdedigt een ieder het zelf opgeplakte etiketje, van de politieke partij die ze vertegenwoordigen, waar de één opkomt voor de zorg, de ander de nadruk wil leggen op veiligheid, weer een ander het gevaar ziet en grenzen daarom wil sluiten en die mevrouw vooral begaan is om het welzijn van dieren.

Wat zijn al die etiketten waard, want we weten allemaal dat er van de verkiezingspraat weinig terecht komt. Doet me denken aan het verhaaltje van de politieagent en de boer.
Op een dag meldt een agent zich op de boerderij van Jan Janssen. Hij laat zijn badge zien en zegt “Ik kom je land inspecteren. Er gaan geruchten dat je meer verbouwt dan alleen aardappelen.” “Dat is goed “,zegt de boer, u kunt overal rondkijken, behalve op dat veldje achter die appelboom.” Smalend zegt de agent: “Zie je deze badge? “ De agent zwaait met zijn politie penning voor de neus van de boer, “Die geeft mij het recht om te gaan en te staan waar ik wil”. De boer haalt zijn schouders op en gaat aan het werk, maar even later hoort hij een geschreeuw uit de richting van het verboden veldje. Hij ziet daar, dat een dolle stier de agent opjaagt door het veld. Het ziet er niet naar uit dat de agent het hek op tijd zal halen en de boer roept hem toe: “Je badge! Laat hem je badge zien!”


De dames en heren gaan binnenkort weer op de blauwe stoeltjes in de tweede kamer zitten. Met het rood gekleurde vakje hebben we een volksvertegenwoordiging gekozen. Eerlijk gezegd voel ik me een beetje onnozel om daarbij te denken dat ik er dan ook echt invloed op heb gehad, maar dan toch is door mij één zo’n vakje ingekeurd en meegeteld in het geheel. Min of meer heb ik daarmee, mede,  een bevoegdheid gegeven, een badge uitgedeeld, nu maar hopen dat er beter mee omgegaan wordt dan dat die agent deed. 

zaterdag 25 februari 2017

Tijd

Het verleden bepaald in zekere mate het heden en het heden is de opmaat voor de toekomst. Het is het patroon waarin we onszelf plaatsen, of die onze omgeving van ons afdwingt, soms hebben we een keuze maar ook vaak wordt ons patroon door onze cultuur en/of door religie gedicteerd. De ene kant wel wat bedreigend, aan de andere kant geeft het ook houvast, je weet waar je aan toe bent. Het leven zit zo en zo in elkaar en je hobbelt vrolijk mee. Leef je het leven of leeft het leven jouw?  Ik las een treffende zin: …”door in de heilige tijd te leven, kunnen we een andere, meer gunstigere, lotsbestemming volgen,…” Over het algemeen ben ik wat gereserveerd bij het woord heilig, omdat het een afstand schept en een ontzag oproept, die misschien misplaatst kan zijn;  een heilig land, een heilig boek, een heilige oorlog, dat beloofd vaak niet veel goeds. Het woordenboek zegt over het woord heilig: eerbiedwaardig, verheven, onverbreekbaar. Bij de synoniemen van het woord staat: deugdzaam, dierbaar. In die zin kan ik bij  “heilige tijd” het woord dierbaar goed plaatsen. De tijd als dierbaar, daar kan ik me wel in vinden.


Gisteren had ik het onaangename genoegen om keer op keer in een file terecht te komen, reed ik eerst op de ene snelweg en kwam daarop vast te staan en even daarna op een andere snelweg reed ik weer vast in een file. Het zat niet mee en ik was al verlaat die middag en moest nog het één en ander doen. Het zou een latertje worden door dit oponthoud. Daar sta je dan voor de tweede keer die dag in een lange file die maar stapvoets gaat en zelfs lange tijd stil staat. De snelweg is een prima plek om op te schieten, maar als je erop stilstaat, een vrij saaie plek. Mijn appeltje had ik al op en de radio geeft me wat afleiding. Ik zat daar achter het stuur met een ronkende motor. Hoe kan je op zo´n moment de tijd als heilig of dierbaar beschouwen, ik wil door en de tijd is tegen me, die loopt maar door en ik sta stil. Elk idee dat er voor aan de file iets ernstigs aan de hand is, waarom ik stil sta, wordt niet belangrijk gevonden, sleep die boel van de weg, dat we door kunnen. Als ik me nu er bij neer leg en gewoon wacht, een extra tijd om even niets te hoeven doen, misschien naar de muziek luisteren die ik op kan zetten, in de “heilige tijd” te stappen. Dat vraagt, in ieder geval van mij, een behoorlijke verandering van instelling en denken. Daar sta je dan, maak er wat van, maak de tijd die je hebt dierbaar. Hoe vaak wens je voor jezelf wat meer tijd om na te denken, te lezen of gewoon even te relaxen. Daar heb je dan nu zomaar even de tijd voor. En dat ik straks dan wat langer doorwerk, ach, dat is ook wel te overkomen. Leef de tijd, leef je leven.

 De tijd op een voor mij meer zinnige toepasbare manier toe te passen, niet de hele tijd maar denken aan straks, dat de tijd van nu zonder waarde doet zijn, maar zo veel ik kan, in deze tijd te leven, in plaats van te overleven. Hoe veel en hoe vaak stel ik iets toch uit tot een vakantie, vrije dagen of zelfs het pensioen? Alsof de tijd die je werkt er eigenlijk niet veel toe doet, het geeft je inkomen, maar verder kijk je telkens op de klok of het er weer bijna opzit. De tijd dat je op de snelweg noodgedwongen stil komt te staan, kan een plek worden dat je de tijd dierbaar kan maken en net als de file, stil komt te staan om ruimte te maken voor ideeën en gedachten. Van de week kwam er een speciale uitdrukking bij me op en doordat ik verzuimde die op te schrijven, ben ik het weer kwijtgeraakt, hoe ik ook pieker ik kan er niet meer op komen. Een veranderend begrip van tijd is van alle tijden, al opgetekend in Prediker dat er voor alles een tijd is en als we dat vergeten kan de wisseling van de jaargetijden er ons wel aan herinneren. Van de week stormde het herfstachtig, terwijl er daarvoor een paar lente achtige dagen waren, met ontluikende vogelzang en de eerste stinsen bloemetjes begonnen te bloeien, de warmte van de zon en strak blauwe lucht, deed haast al wat zomers aan,… terwijl het nog steeds winter is.  De vier jaargetijde zomaar samengebald in één moment in de tijd. Een dierbare tijd om te leven. 

zondag 5 februari 2017

Toekomst

Tussen het grote aanbod van Netflix vond ik van de week een bijzondere Disney film:  “Project T “.
Door een penning die een meisje in handen kreeg, kon ze door de penning in haar hand vast te houden, glimpen van de toekomst zien, ze kreeg een prachtige stad te zien in de toekomst, allerlei prachtige voertuigen waarmee je je door de stad kunt verplaatsen, indrukwekkende prachtige gebouwen en ze was onder de indruk van alles wat ze zag, zo zou het kunnen worden, als de ontwikkelingen de gelegenheid krijgt om te kunnen ontstaan. Telkens als ze de penning weer losliet kwam ze terug in het heden. Met haar volgende bezoek aan de stad in de toekomst schrok ze van wat ze toen te zien kreeg, een stad in rokende puinhopen, vervuiling overal en een trieste dampende atmosfeer, snel liet ze de penning weer vallen om in haar eigen tijd terug te keren. Ze vroeg zich af wat er gebeurd was, maar er was nog niets gebeurd, de toekomst moet immers nog ‘gebeuren’. Waar het op neer komt in de film, is dat de beslissingen en doen en laten van nu, de toekomst bepalen, welk beeld er straks te zien is, een welvarende stad, of een rokende in puinhoop liggende stad.

Er zijn twee wolven met elkaar in gevecht. De ene is donker en wanhopig. De andere is licht en hoopvol. Welke wolf wint? … Degene die je voedt.
Een prachtig beeld, en welk beeld voeden wij wat de toekomst betreft?  We zien nog niet wat het gaat worden, maar kunnen ons er wel een voorstelling van maken. “In ieder moment zit de mogelijkheid voor een betere toekomst. “ De toekomst is wat je nu besluit te doen, wat effect heeft op de dag van morgen. Onze geschiedenis verteld van oorlogen en een ijver voor elkaars vernietiging, zoveel zelfs dat we zijn gaan denken dat, dat het spoor is wat wij moeten volgen. Onze religies houden ons voor dat het allemaal op zijn einde loopt en met de religieuze paplepel is ons veel onheil ingegoten wat de toekomst betreft. We zijn vol van de eindtijd van de Apocalyps, de strijd tussen de volkeren die het einde van de wereld zal inluiden. We zijn als Jona onder zijn wonderboom die zich verheugde op het omkeren van de stad Ninevé. Iets wat mooi niet gebeurde , omdat God blijkbaar van gedachten was veranderd, omdat de mensen in Ninevé van gedachten waren veranderd. Ze hadden weer een toekomst. Eén van mijn favoriete Bijbelteksten is uit Jeremia: “Ik weet welke gedachten Ik over u koester,.. gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven”.*  Van de week kwam ik het woord “Butterflyeffect” tegen, dat is dat wanneer in Brazilië een vlinder met zijn vleugels slaat dat een orkaan in Texas kan veroorzaken. Letterlijk is dat erg onwaarschijnlijk, maar bedenk eens dat een ogenschijnlijk klein gebaar een vergaand effect kan hebben. Door een glimlach of een compliment kan iemand het gevoel van eigenwaarde hervinden en toch gaan solliciteren op die baan die zijn of haar leven helemaal veranderd, en zelfs in het verloop daarvan, omdat hij daar is gaan werken, nieuwe verfrissende ideeën heeft ingebracht die het bedrijf weer een opleving geeft. Een klein iets heeft vergaande gevolgen, zowel negatief als positief en daar kunnen wij in kiezen. De toekomst is de plek waar wel of geen orkaan gaat woeden, afhankelijk hoe jij ( ja, jij ) met je ‘vleugels’ wappert.  In ieder moment zit de mogelijkheid voor een betere toekomst.

* Jer 29: 11




zondag 22 januari 2017

Markant

Van de week werd ik door iemand “markant” genoemd en hoewel ik het woord wel ken en ook wel weet wat er mee bedoeld wordt, ken ik de letterlijke betekenis ervan toch niet. Dat bleek ook een tikje teleurstellend, achter het woord markant staat in het woordenboek: opvallend. Dat was het, niet meer. Het is een beetje vlak om met dat woord markant te omschrijven, ik voel het meer als; kenmerkend, karaktervol, typisch,…meer in die lijn. Het zijn bepaalde eigenschappen die naar het markante leiden en die vallen dan misschien op, omdat ze onderscheidend zijn, ten opzichte van het gangbare. Dat merkte ik toen ik op een feestje was, het gesprek ging over spellen. Iemand beweerde dat hij alleen een spel speelde om te winnen. Koren op mijn molen, want zo’n uitspraak prikkelt mij en die laat ik niet zomaar passeren. Een spel is wat het is, een spel, dat je speelt om te spelen en wanneer je het speelt enkel om te winnen, maak je er een gevecht van. Van je medespeler maak je een concurrent, die je vijandig behandelt om hem klein te krijgen, te vernederen, te verpletteren.  De overwinning wordt gevierd met een hard gelach en een overdreven euforisch gejuich, en zoals je bij voetballen sterk ziet, het verlies wordt als vernederend ervaren, met daarbij haast een depressief aandoende verslagenheid. Het woord competitie is dat je een uitdaging
(spel ) aangaat met de intentie om zo te spelen dat je het best uit de andere haalt met jou spel om daarin de grootste uitdaging voor jezelf te vinden, dan is winnen een bijzaak en het spelen een hoofdzaak. Dan kan je zelfs blij zijn dat de ander wint en ben je er trots op dat je met zo’n waardig tegenstander mocht spelen. Het spel is een spel om met elkaar te spelen en de spanning van een spel kan je volledig in beslag nemen, maar is blijkbaar tevens een spiegel om je karakter in waar te nemen. Dat is dan ook best een prestatie te noemen. Hoe serieus neem ik het en tot voor welke prijs ga ik om te willen winnen, ga ik voorbij de gevoelens van degene die verliest, of zie ik het als een uitslag van een spel, dat toch ook ergens een keer moet stoppen en dan heeft de één meer punten als de ander. Dit idee staat haaks op het gangbare idee om een spel te spelen en toen mij gevraagd werd of ik dan speelde om te verliezen, kon ik antwoorden dat ik eigenlijk nooit aan spellen meedeed, omdat ik de kinderachtige houding van te moeten winnen telkens zag en daar niet zo goed tegen kan. Al met al bleek dat mijn mening over het spelen van een spel niet een algemeen heersende mening daarover is, zeg; opvallend anders en dat kenmerkt mij dan misschien als een markant persoon. Iets wat ik als winst beschouw, om het eens populair uit te drukken; in een win/win situatie. 

zondag 15 januari 2017

Wat wil je later worden?

Het is niet zo zeer wat je doet, maar wat je gelaten hebt waar je later spijt van krijgt.  In een reclamespot worden kinderen gevraagd wat ze later willen worden en spontaan komen er allerlei beroepen waarin ze zichzelf wel zien… later.  Brandweerman, balletdanser, astronaut, juffrouw, politie, actrice, Donald Duck schrijver, dierenarts, rechter…  Het lijstje wat ik kon opzeggen bestond uit brandweerman of piloot, later paste ik het aan naar boswachter of bioloog. Het is het allemaal niet geworden. In de reclamespot wordt dan dezelfde vraag gesteld aan een volwassene , die eerst een lang ‘ uhhh ‘ laat horen en dan de vraag fluisterend herhaald , waar hij niet zomaar direct antwoord op kan geven. Wat wil ik later worden… hij is nu in dat later en heeft wel of niet zijn idealen nagevolgd die hij als kind zo makkelijk opsomde.
“Als het zo fijn is om doelen te stellen, waarom zou je er dan mee stoppen? Groei door. “ sluit het reclameblokje mee af. Het pakket aan opleidingen om je bij die groei te helpen is de bedoeling van die reclame, reclame die door de meeste van ons niet hoog gewaardeerd word en het liefst door gezapt, met het gevaar dat je in een ander programma blijft hangen en vergeet waar je naar keek. Sommige reclames zijn ook niet om aan te zien, wat vroeger de zeepreclames kenmerkte door hun slecht gesynchroniseerde beelden is nu een kenmerk van automerken en de parfumreclames die qua beeld en tekst elke samenhang lijken te missen.  Maar af en toe zit er een juweeltje tussen zoals deze reclame met die kinderen. Daar zit ik dan op te wachten in de soms elle lange reclameblokken die de film waar je naar keek zo abrupt onderbrak.


De vraag wat ik later wil worden, behoor ik niet meer te krijgen, ik kan hem alleen nog stellen aan kleine kinderen… maar stel dat ik mezelf weer als het kind waan die deze vraag te beantwoorden heeft. Wat zou ik dan nu antwoorden? Ik weet het antwoord nu direct : reclamemaker. Maar dan ga ik wel voor die juweeltjes…

zaterdag 7 januari 2017

Het gaat...om jou !

Verander de wereld en begin bij jezelf, een gezegde dat me wat frustreert. Het is de plek op te zoeken waar je alleen staat, waar je een idee ontwikkelt en je onbegrepen voelt. Het isoleert, maar je kunt het ook niet meer opbrengen ergens bij te willen horen, dat haaks staat op wat jij vindt zoals het zou moeten zijn. De ideeën die je het besluit doet nemen zijn vaak geen gemeengoed. Daarom is het iets om voor jezelf te houden en laat de wereld rustig zijn gang gaan en loopt het mis, dan is het een gevolg van de stomme en verkeerde keuzes die er willens en wetens gemaakt worden. Maar de wereld is te mooi om te laten bederven door egoïstische en ondoordachte keuzes. Zo zag ik iets voorbijkomen dat ik dacht: wellicht is het niet zo’n gek idee om het eerst bij jezelf te zoeken. Het was een reclame spot en die gaat als volgt: “Niemand kan in zijn eentje de wereld veranderen, maar iedereen wel zichzelf en het is makkelijker dan je denkt, waar jij je euro aan besteed en waaraan niet, maakt veel uit. Verandering kun je kopen, je kunt het dragen en weggeven, je kunt er in wonen en erin rijden. Je kunt het eten en drinken… Want met jouw keuzes maak je de economie eerlijker, groener en menselijker. Doe je mee? Volg je hart… gebruik je hoofd…. Triodos Bank. “

Kijk die zinnen raken mij., met name die slot zin… volg je hart, gebruik je hoofd. Die combinatie is een gouden duo. Ik heb wel eens gehoord dat een os een gewicht van 1000 kilo kan trekken en als je een tweede os inspant die samen 2500 kilo kunnen trekken. Samen kunnen ze meer verplaatsen dan elk afzonderlijk. Als je het in die zin ziet dan is het hart in staat om te denken en je verstand in staat om te voelen en samen tot meer in staat dan ieder afzonderlijk.  De laatste tijd lees ik veel over water. Water is een essentieel onderdeel van het leven en  wat we er van weten is dat het voornamelijk nat is, dat het in drie vormen aanwezig kan zijn, vast, vloeibaar en gas, kortom gegevens waar het verstand weg mee weet. Maar hoe spreekt het het hart aan?  We zijn allemaal wel gefascineerd door grote oppervlakten water en de zonsondergang boven de zee is een gebeuren waar je toch altijd even naar wilt kijken. Een kabbelende stroom van een beek, het kletterende van een waterval, de spuitende straal van een fontein, de regenboog, het zijn stuk voor stuk elementen waar water in betrokken is en waar we aandacht voor hebben. In het boek van Masaru Emoto, die ontdekte/ onderzocht wat water nog meer voor betekenis heeft en daarbij een bijzondere eigenschap van water vast stelde. Water is blijkbaar in staat informatie op te slaan en daaraan uitdrukking te geven. Emoto heeft water uit verschillende milieus verzameld en deze bevroren op een Petri schaaltje. Wanneer het uit de diepvries kwam ontstond er aan de bovenlaag wat ijskristallen, die hij onder een microscoop bekeek en ontdekte dat de verschillende ijskristallen zich wel of niet vormde. Hoe gezonder het water en natuurlijker van oorsprong, hoe gaver de ijskristallen zich vormde. Hij deed proeven met woorden die hij simpelweg op het flesje plakte en na een poosje deed hij een paar druppels ervan op een Petri schaaltje en vroor het in. Zelfs verschillende woorden hadden hun kenmerkende ijskristallen en naar gelang het woord positief of negatief was, vormde zich gave of misvormde ijskristallen. Hij kwam daarmee tot een conclusie dat het uitmaakt met wat voor woorden je uit, helemaal gezien dat wij voor een groot deel uit water bestaan, dat wanneer water iets kan opslaan en dat tot uitdrukking kan brengen, het blijkbaar effect heeft. Wat in Mat 15  al besproken is… wat daarintegen uit de mond gaat, komt uit het hart…woorden hebben invloed op jezelf en op je omgeving. Zoals water op zijn best is als het zuiver is, zo zijn wij waarschijnlijk beter als wij ons zuiveren. Dan kan ik misschien niet in mijn eentje de wereld veranderen, maar wel mezelf,… en het is makkelijker dan je denkt. Volg je hart, … gebruik je hoofd.