zondag 30 december 2018

Verlang( lijstje )


Een vrouw, Arita Baaijens,  die haar baan en carrière opgaf, om met een paar kamelen de woestijn in te trekken, stuitte op veel verzet vanuit haar omgeving. Een vrouw alleen, je baan opzeggen, hoofdschuddend werden haar ideeën afgewezen. Wat haar over de streep trok was de conclusie dat de persoon die ze gedacht had te zijn, dat bleek een optelsom van hoe anderen over haar dachten. Niet uit kwaadwilligheid of betweterigheid, maar wel bepalend dat hoe anderen over je denken dat dat een groot deel van je persoonlijkheid uit gaat maken. Toch gaf ze haar baan en haar relatie eraan en volgde haar verlangen om de woestijn in te trekken en daar te gaan leven voor een half jaar. Zo heeft ze verschillende delen van de wereld opgezocht, met als voorwaarde dat daar geen wegen of paden waren die voor haar de route bepaalde. Ze ging in Siberië op rug van een paard op zoek naar Shambhala, een mystiek gebied dat daar ergens in de bergen verscholen moet zijn, maar ze is ook op ontdekkingsreis gegaan in ons eigen land en schreef daar het boek: “Paradijs in de polder “ over, wat ik nu aan het lezen ben. Ik had van haar gehoord in het Radio programma “Vroege vogels” en een artikel in een tijdschrift over haar gelezen. Ze gaat niet alleen letterlijk buiten de paden, maar ook figuurlijk om daar de schatten te vinden die het leven ook voor ons inhouden.

Van de week had ik nog een discussie over de overlast die het vuurwerk elk jaar weer bezorgd en werd me weer eens gezegd, dat dat toch moet kunnen één keer per jaar. Je moet af en toe eens flink uit de band springen, was het idee. Dat we daarvoor dan onze toevlucht nemen tot inhoudsloos geknal en gezuip, geeft te denken. Feesten en uit ons dak gaan is een alternatief om de sleur eens te doorbreken om vervolgens weer in het oude patroon verder te gaan in afwachting tot het weekend of zoals we nu voor het oud en nieuw vieren zitten. We vinden het al heel gewoon dat dat gepaard gaat met een miljoenen vernieling. Moet kunnen één keer per jaar. Maar ik dwaal af. Het ging over dat boek dat ik aan het lezen ben. De rede dat ik voor zo’n boek kies is, omdat aan het eind van het jaar er een terugzien en een vooruit kijken is. Terugzien op wat er allemaal heeft plaatsgevonden en wat we ons herinneren van afgelopen maanden. Voor het grootste deel heeft het ons in ons stramien gehouden, met als grootste zorg om aan die optelsom hoe anderen over ons denken, te voldoen. Op de drempel van het nieuwe jaar is het moment bij uitstek om je weer eens af te vragen, wat je nou ten diepste zou willen in je leven?
Dat zou,… het begint met een plan, met een droom en net zoals een zaad droomt van de boom die het kan worden, gebeurt dat in eerste instantie onder de grond, pas als het wat wortels en daardoor houvast heeft, steekt het de kiemplant boven de grond.

zaterdag 15 december 2018

Uitzicht


Je hebt er wel een flinke klim voor over en wanneer het hoogste punt bereikt is en het landschap voor je uitstrekt en vooral bij helder weer, kan je ver van je af kijken. Het uitzicht maakt het de inspanning dubbel en dwars waard. We zoeken het hoger op om daar van het uitzicht, maar ook van de prestatie om daar te komen, te genieten. 

Op 21 december 1968 werd de Apollo 8, een bemande raket gelanceerd met het doel om uit de baan van de Aarde naar de Maan te vliegen, iets wat nog niet eerder gedaan was.  Na een 68 uur durende vlucht bereikte ze de Maan en zouden er twintig keer omheen vliegen, waarbij telkens als ze aan de achterkant van de Maan waren  voor 30 minuten  geen radiocontact meer konden maken met Houston. Het was een testvlucht om voor de Apollo 11 te onderzoeken hoe de apparatuur zich hield in de atmosfeer van de Maan en te onderzoeken of een maanlanding mogelijk zou zijn. Toen ze vanachter de Maan kwamen kregen ze iets te zien wat nog geen mens op deze manier eerder had gezien. Zoals wij de maan zien opkomen, zagen zij de Aarde opkomen met als voorgrond het oppervlak van de Maan.

Het was inmiddels kerstavond en één van de Astronauten las de eerste tien verzen uit het boek Genesis voor, beginnende met die gevleugelde woorden: In den beginne schiep God de Hemel en de Aarde,… overweldigd door de aanblik van de Aarde gezien vanuit de ruimte was dat een reactie van de bemanning. In al die zwarte ruimte zweeft een blauwe bol met witte slierten dat ons thuis is. Geen andere plek in de wijde omgeving in het heelal, waar het leven  zich in zo’n verscheidenheid aan vormen voordoet, dat hoe je het ook bekijkt, verwondering oproept. Die drie mannen in die capsule van de Apollo 8 waren als de drie wijzen uit het kerstverhaal, die met die foto en hun reactie ons een belangrijke boodschap gaven. Wat zij door dat kleine raampje van de capsule zagen en die indruk ons met die iconische foto overbrachten is van onschatbare waarde. Onze Aarde, die planeet in die onmetelijke zwarte ruimte is de enige plek waar wij kunnen leven. We hebben een uitzicht nodig om tot inzicht te komen.



zondag 25 november 2018

Lego

Mijn favoriete speelgoed was Lego en Mecano, allebei om mee te bouwen. Daarvoor had je wel de hele tafel nodig, om alle onderdelen uit te stallen en met het instructieboekje ernaast, stap voor stap de onderdelen aan elkaar te passen. In mijn tijd was het Lego voornamelijk om huisjes mee te maken en het was al heel wat als je een deurtje had dat echt open en dicht kon en kleine raampjes met glas erin dat je naar binnen, in je bouwwerkjes kon kijken. Had je het helemaal goed voor elkaar dan kon er ook nog een klein lampje in het huisje branden, of had je kleine Lego boompjes of bloemetjes die om het huisje te zetten. De mogelijkheden waren nog niet veel en het zag er allemaal wat houterig uit.

Met de Mecano  kon door de wieltjes en radertjes rijdende dingen gemaakt worden. De basisdoos kon worden uitgebreid en dan waren een hijskraan of zelfs een vliegtuig met draaiende propellers mogelijk. Het was een heel gesleutel om met de moertjes en boutjes alles aan elkaar te monteren. Het raakte uit de aandacht en kwam in een grote doos op zolder te recht. Maar Lego bestaat nog steeds en heeft zich ontwikkeld op dingen waar ik nu stik jaloers op ben, wat wij niet hadden in onze tijd. Het technische Lego waarmee je nu vliegtuigen kunt bouwen die zo echt zijn, het ontbreekt er alleen nog aan dat ze echt kunnen vliegen, maar wat moet het kind van nu trots zijn als hij zo’n bouwwerkje kan voltooien.

Nu hebben we dan kleinkinderen en die krijgen op hun verjaardag en met Sinterklaas ook weer dozen met Lego. De tafels worden weer leeggemaakt en de steentjes uitgestald,… op de keper beschouwt is er niet veel verandert.
Zo, Sinterklaas, als U nou tegen elke verwachting toch zou bestaan, … ik zou graag alsnog zo’n doos technisch Lego willen,….als het niet past in de schoen, zet het er dan gerust naast.
 Bij voorbaat, Dank U Sinterklaaaaasje.

woensdag 14 november 2018

Hofnar


Het bezoek aan de gemeenteloket om een verandering in zijn paspoort in te voeren, deed het nodige stof opwaaien. Hij was 69 jaar, een leeftijd die niet overeenkomt met zijn gevoel. Meneer voelde zich twintig jaar jonger en wilde dat vastleggen in zijn paspoort. Hij ving bot, maar kreeg door zijn verzoek, wel een hele hoop media aandacht. Hij schoof aan, in mijn favoriete dagelijkse praatprogramma. De presentator meende dat hij zijn gast met snedige opmerkingen in toom te houden, maar Emile was niet makkelijk van zijn stuk te brengen. Dat was het moment dat hij mijn sympathie kreeg, want als iemand wat te zeggen heeft dat wat afwijkend klinkt, maar als gast in een praatshow wordt afgeblaft, denk ik bij mezelf; nu goed luisteren wat hij zegt, want er zit misschien wel iets in.

Het is een vorm van gelijk die populisten hebben en ook de Hofnar had. De Hofnar was in het hof aangesteld  om de vinger te leggen op de zere plekken.  Hem was het toegestaan om kritiek te hebben op het koninkrijk en zelfs op de koning. Hij had niets te vrezen en kon er van alles maar uitknallen, daarmee vertolkte hij de verborgen gedachten die in het koninkrijk leefde, maar die iedereen wel uit zij hoofd haalde om zich daarin te uiten, maar de nar had dat voorrecht wel .De mensen en zelfs de koning lachte om zijn fratsen, maar in die lach zat ook vaak een frons, een bedenking, want hoe stom het ook klonk het raakte wel een snaar, dat makkelijk weggehoond of weggelachen kon worden, maar die je ook een andere invalshoek geeft. De man van 69 die zich jonger voelt, is wat velen van ons toch ook nastreven, door een crème op het smoeltje te smeren dat beweert, dat je er daardoor jaren jonger uitziet. Of het stofje dat toegevoegd is aan de margarine die je weer sneller doet fietsen, je bent zo jong als je je voelt, joelt de reclame. Ouder worden, is het een mindset die we kunnen resetten, of we lachen het weg? Toch wel een interessante vraag.  De Hofnar heeft uitsteeksels op zijn muts, met daaraan een belletje. In ieder geval heeft mijn goede vriend Emile, weer een belletje laten rinkelen.

zaterdag 10 november 2018

De nieuwe wereld.

Soms ben ik jaloers hoe iets gezegd wordt en zou willen dat ik het verzonnen had. Zo las de presentator van het praatprogramma een zin voor uit een boek, terwijl de schrijver aanschoof om over zijn nieuwe boek te praten. “Ouder worden doe je voor het eerst, alles is fris en nieuw, er gaat een wereld voor je dicht.”  Zo begint het boek “Voor het eerst “dat geschreven is door Herman van Veen. Ik zat juist van de week te mijmeren over de dingen die je in het leven voor het laatst doet. Herinneringen van vroeger dat ik met mijn Teddybeer Tommy in bed sliep en soms midden in de nacht verward wakker kon worden en mijn Tommy kwijt was, die naast het bed was gevallen. Tommy lag de hele dag op het kussen te wachten en s ’avonds drukte ik hem stevig tegen mij aan om in slaap te vallen. Het stuk geknuffelde pluche beest is al een keer door mijn moeder in de vuilnisbak gegooid, waar ik het weer uitviste en in veiligheid bracht. Maar toch was er een moment dat ik voor het laatst met hem sliep. Het is verdwenen en ik heb me vaak afgevraagd waar hij gebleven is, waar ik hem voor het laatst zag. Je doet dingen voor het laatst , maar ook zeker voor de eerste keer en daar is ook het één en ander over te vertellen.  Van de eerste keer dat ik de fiets in evenwicht kon houden, als mijn eerste kus. Die telkens weer opnieuw werd beleefd met een nieuw vriendinnetje. Telkens ging de wereld een stukje verder voor mij open en ontdekte ik nieuwe en frisse gebieden.

Herman van Veen is maar tien jaar ouder dan mij, maar in deze leeftijd zijn we toch leeftijdsgenoten. Op de karakteristieke manier van de schrijver sprak hij in het praatprogramma over zijn boek: “Als je jong bent zie je heel veel dingen voor het eerst, als je ouder wordt zie je dingen hoe het was, er komt iets voor terug, voor het geluk van toen en dat is de herinnering van een onvoorstelbaar rijk iets. Als je ouder wordt gaat er een wereld voor je dicht, maar ook een enorme rijke wereld voor je open, namelijk het herinneren van dingen die je misschien helemaal niet hebt waargenomen toen ze plaatsvonden. Je moet oppassen bij het ouder worden niet stil te gaan staan en gaat kijken hoe het was. Verwondering en nieuwsgierigheid dat is wat ik het meeste ben.”

Ik denk dat ik zijn voorbeeld volg en die nieuwe wereld die voor mij open gaat niet als vanzelfsprekend te houden, maar op ontdekkingsreis te gaan. Het boek heb ik op mijn lijstje van nog te lezen boeken gezet.

zaterdag 3 november 2018

Breek de dag, tik een eitje…


Op de oude schoolplaten waarop een natuurtafelreel staat afgebeeld, zijn zoveel mogelijk dieren, insecten en planten ingetekend  in een natuurlijke omgeving. In het hoekje van de plaat ligt een blad van een waterlelie met een helder witte bloem ernaast. Op het blad zit een Groene kikker, verderop staat een Reiger aan de slootkant en op een stengel in het riet zit een Karekiet te zingen, twee Wilde eenden en een paar Meerkoeten drijven op het water en op het weiland staan een paar Kieviten. Als je blijft kijken ontdek je de Libelle die op de stengel van een Lis zit en in de blauwe lucht vliegt een Kokmeeuw. Allemaal in één afbeelding gevat en als je blijft kijken ontdek je ook nog de Purperreiger die zich in het riet verstopt houdt. Het is tegelijk een overzichtsplaatje en een zoekplaatje. Je zou denken dat zulk een schoolse opvoeding ons een besef voor de natuur heeft meegegeven. In mijn geval is dat wel zo en ik hoop van harte dat het bij jou ook zo is.

Des te meer is het nieuws van de week dat er in Barneveld een kippenschuur in vlammen is opgegaan zo schokkend. Een schuur waar 20.000 kippen waren gehuisvest, zo’n beetje het bewonersaantal van ons dorp. Een schril contrast met die nostalgische wandplaten. Waar op de ene plek dieren ruimte van leven hebben, zitten anderen opgepropt in schuren. Op de radio hoorde ik een item waarin een nieuw apparaat werd aangekondigd, die in het ei al het geslacht van de kip kon bepalen. Waar eerder al de eieren uitgebroed moeten worden, om daarna de kuikens te seksen op geslacht, waar de haantjes eruit werden gehaald en vergast werden, kan dat nu vroegtijdig gebeuren met behulp van dit nieuwe apparaat. Wel te bedenken dat het jaarlijks om 2,3 miljard kuikens ging die vergast werden. De hennen groeide op, om in hun leven toch een kleine 350 eieren per kip te leggen. Getallen waar we geen weet van hebben en die daar op de radio als gewoon werden vermeld.

Die nostalgische wandplaten doen vermoeden dat het idyllisch boerenland is, waar de kikker in de sloot en de Karekiet in het riet zijn plekje heeft, maar net buiten het beeld van deze idylle staat een megaschuur, waar duizenden dieren opgepakt zitten, waar een enorme berg vergaste hanenkuikens liggen, allemaal voor onze consumptie behoeften. Vroeger bij de slager ( daar kom ik al lang niet meer) vroeg hij dikwijls; “mag het een onsje meer zijn?” Zouden we ons nu inmiddels eens moeten afvragen of het misschien wat minder kan.

zondag 7 oktober 2018

Witte Olifant.



Een witte Olifant is een uitdrukking om aan te geven dat het een aardigheidje is maar wat weinig om het hand heeft. Van de week kocht ik een boek dat ik al een poosje op mijn lijstje had staan, het boek van Koos van Zomeren: “Alle  Vogels “. Een dik lijvig boek van ruim 800 bladzijde en omdat ik niet zo’n snelle lezer ben, vergt dat te veel van mijn leestijd. Er sluiten steeds meer boeken aan in de lange rij van boeken die ik ook nog wil lezen en dan houdt zo’n dik boek behoorlijk op. Dan uiteindelijk na een poos te twijfelen loop ik met het boek naar de toonbank,…het was het leeslintje dat me over de streep trok. Een witte Olifant, want het koordje dat als boekenlegger uit het boek steekt, zegt niets over de inhoud van het boek. Toch sprak het me aan en ik heb ooit bedacht dat, als ik zelf een boek zou schrijven, daar ook zo’n leeslintje in zou moeten zitten. Het is een klein detail van het boek dat als het gesloten op tafel ligt, aangeeft waar ik ben gebleven ben in het boek. Je kunt ook een boeklegger tussen de bladzijde steken, of als je niet al te zuinig op je boeken bent, vouw je het hoekje van de laatst gelezen bladzijde dubbel, een ezelsoor. Vroeger toen de kinderen klein waren, moedigde ik ze aan om zuinig te zijn op de boeken en dan zei ik : “Boeken zijn…? “ en dan antwoordde de jongens in koor: “… je beste vrienden “. En zo is het.

Door de zegen van het internet koop ik veel boeken digitaal bij dat blauwe dikke mannetje en veel lees ik ook digitaal in de vorm van een e-book op de IPad. Toch mis je dan de sfeer van de gezellige boekwinkel en wij hebben in het dorp zo’n winkel met een krakende houten vloer en houten boekplanken, waar klassieke muziek klinkt en een haardvuur brandt. Om daar  weer eens zo’n fysiek boek te kopen in deze boekwinkel voelt ook weer lekker, vooral als daar dan ook nog een leeslintje in zit.  


zaterdag 29 september 2018

Werelden.


Het voer voor de vissen in de vijver zijn droge korrels die op uit de kluiten gegroeide hagelslag lijkt, blijft op het wateroppervlak drijven. De vissen hebben het zo door en komen van alle kanten aangesneld om hun deel op te eisen. Ze plukken het van het wateroppervlak en trekken de korrels naar beneden en ik zie het in hun bekken verdwijnen. Het water is hun element, hun wereld waar ze met hun gestroomlijnde lijven door het water bewegen als in een dans, op een muziek die alleen onder water klinkt.  Dat oppervlak is de grens tussen hun wereld en de mijne. Het water is hun leefgebied en daarbuiten kunnen ze niet leven, die zelfde grens is een grens voor ons, wij kunnen weliswaar in het water vertoeven, maar niet zoals de vissen er verblijven. Het is een vliesdun laagje dat deze werelden scheidt. De zwemmer die een paar weken geleden de Elfstedentocht zwemmend aflegde en door  lange blootstelling aan het water,  zag zijn handen zo gerimpeld dat het er niet uitzag. Wij horen niet in het water, dat is de plek voor de vissen.  Wij horen op het droge thuis. Ze kunnen onder water ademen, wij zouden er stikken. Als ik mijn hand vol voerkorrels leeg strooi over het water plopt er voor de vissen opeens iets in hun wereld, als manna uit de hemel. We leven in twee aparte werelden die toch met elkaar verweven zijn. Toch zijn er meer van die werelden.

Als ik ’s avonds op de hei loop en de vleermuizen zie rondvliegen, zie ik ook een andere wereld als die van ons.  Zien wij met onze ogen, de vleermuis heeft het gehoor waarmee het met echolocatie de boel observeert en in het pikdonker zich tussen de takken kan manoeuvreren. Waar wij onze kop stoten, “zien “zij met hun oren de obstakels en gaan eromheen. Een nachtvinder kan een partner ruiken op grote afstand en zo vinden ze elkaar. Vogels vliegen over grote afstanden en hadden de wereld al ontdekt ver voor Columbus die claim deed. Onze wereld is verweven met veel andere werelden , de één niet minder belangrijk dan de andere, hoewel we soms wel zo arrogant zijn om te denken dat onze wereld recht heeft op al die andere werelden. Veel dieren bezitten zintuigen die de onze ver overtreffen en onze lichamelijke prestaties  zijn klunzig van die ten opzichte van dieren. Het past ons wat meer bescheiden te zijn.

dinsdag 18 september 2018

Boom planten

De op internet opgezochte vakantiehuis aan de kust, lokte ons door mooie foto’s van het verblijf en de omgeving, te boeken voor een midweek. In januari hadden we al een week gepland, de derde week in september. Toen het uiteindelijk bijna zover was, begon ik toch te twijfelen of het gehuurde tenthuisje wel warm genoeg zou zijn in het najaar. Maar we bofte, de weerberichten beloofde die week een mooie nazomer en daar zitten we dan op de veranda van ons  huurhuisje voor een paar dagen. In het zonnetje en niet al te ver weg van het strand. Ik weet niet of in de brochure ook nog vermeld stond dat we dan ook konden genieten van de nieuwe aanvliegroute van Schiphol, die vanaf de Noordzee een bocht maken, over ons tijdelijk verblijf naar de landingsbanen van de luchthaven. Ik bedacht dat het wel eens een voorproefje van de vliegtuigen zou zijn die straks over ons dorp, vanaf het nieuwe vliegveld in Lelystad komen overvliegen. 

Ik telde in een kwartier tijd hier vijf vliegtuigen, dat is elke drie minuten één, die luidruchtig en laag overkomen.  Het is een prachtig gezicht zo’n groot apparaat door het luchtruim te zien klieven, maar op den duur toch wat gaat vervelen. Toch was dat niet het grootste probleem wat me bezighield toen ik vliegtuig na vliegtuig nakeek.  Ik begrijp dat je als compensatie van de enorme CO2 uitstoot er de mogelijkheid bestaat om een boom  te planten. Goed bezig zou je zeggen. Ik tel er één in drie minuten, spreidt dat uit over de dag, de week een maand, een jaar,… de planeet zou inmiddels vol geplant moeten zijn met bomen. Dat we door de bomen de vliegtuigen niet meer zien. We zijn al behoorlijk goed bezig als we in plaats van de auto op de fiets stappen en geven onszelf een klopje op de schouders. 

De vliegtuigen zijn maar een derde van het vervuilingsprobleem, waarmee we straks veel te warme zomers, te veel regen, harde stormen en smeltende ijskappen gaan ontketenen. Vliegtuigen, auto’s en industrie leveren de helft van het probleem en let op,… de veeteelt in zijn eentje de andere helft. Ik heb nog nooit gehoord dat iemand voor elk biefstukje een boom beloofd aan te planten, voor elke gehaktbal  een mooie eik neerzet en voor elke BBQ een klein parkje aanlegt. Willen we echt wat doen aan de dreiging van milieuvervuiling, dan begint dat op ons bord. Daar kunnen we op gebied van dierenleed en dus ook vervuiling een behoorlijke slag slaan.  Want in die schuren die her en der verspreidt staan in ons idyllische boerenland, staan dieren opgepakt en leveren daar naast het vlees een enorme uitstoot aan schadelijke gassen. Daar kan geen vliegtuig tegenop. Zomaar een gedachte die bij me opkwam op de veranda van het vakantiehuisje, waar de overvliegende vliegtuigen ( in het uurtje dat ik nodig had dit stukje te schrijven toch een dikke twintig)  mij de inspiratie voor dit betoog gaven

zondag 16 september 2018

Gekortwiekt


In een dierenspeciaalzaak hangt een soort kroonluchter aan het plafond gemaakt van takken. Op die takken zitten een stel Grasparkieten, luid te kwetteren en klimmen op en neer over de takken. Koddige vogeltjes en mooi gekleurd en dat is dan ook precies hun lot. Ik vroeg de winkelier waarom ze niet rondvlogen maar zo op die kroonluchter van takken bleven. Dat is omdat ze zijn gekortwiekt.  De ogenschijnlijke vrolijke vogeltjes waren gevangen door ze te beperken  door een paar centimeter van hun vleugel af te knippen. Opeens was de vrolijke scene in de winkel een vrij trieste. Om van een vogel datgene te ontnemen wat het zo kenmerkt, de mogelijkheid om te kunnen vliegen, is toch iets waar wij te ver in gaan. Beperken door het achter gaas te houden is al bedenkelijk, maar het dier te handicappen dat het niet meer kan vliegen is op zijn minst niet eerlijk tegenover het dier. Ik hoor in zulke gevallen vaak de opmerking dat deze dieren niet beter weten. Kan zo zijn, maar wij horen wel beter te weten. Om van vogeltjes levende etalagepoppetjes te maken getuigt niet van die levenswijsheid.

Bijna elke veer die ik op mijn wandeling vind, pak ik op, omdat ze voor mij het symbool zijn van vrijheid. Met deze veer is een vogel in staat om te vliegen. Veren die telkens vernieuwd worden en zo het verenkleed onderhouden om  de vogel in topconditie te houden en er voor zorgt dat het kan vliegen. Als ik dan zo’n veer gevonden heb en in mijn hand houdt, zie ik boven mij de vogels langskomen. Jaloersmakend om ze zo vrij door het luchtruim te zien bewegen. Zijn we misschien zo jaloers dat we hen willen beperken door ze in kooien te willen houden, of hun vleugels te kortwieken?  

vrijdag 14 september 2018

Flow


Wanneer ben ik me iets gewaar? Ik geloof dat ik door te observeren ergens doorheen kan kijken, zien wat erachter ligt, waar het uit voortkomt. Van de week zat ik naar de radio te luisteren, maar hoorde niet wat er gezegd werd, ik was het me niet gewaar. Dat kan aan het onderwerp liggen, maar dat was in dit geval niet zo. Ik zat in een “omgekeerde flow”. Een matheid, een vermoeidheid  die energie-slorpend mijn aandacht in mij leeg trok. Het lijkt dan dat alles tegen zit, sleutels glippen uit mijn handen, het verkeerslicht lijkt een eeuwigheid op rood te blijven staan, er rijdt al weer een tractor voor me waar ik niet langs kan,…een gewaarwording dat ik uit “The flow “ ben en wordt mopperig en chagrijnig, wat me in een stemming brengt om nog meer foutjes te maken en om  zo mijn eigen monster te worden.  Die “omgekeerde flow” moet worden omgekeerd als ik niet de hele dag mopperig en als een stuk chagrijn wil rondlopen. Als ik me dat eindelijk weer gewaar wordt dat het allemaal weer soepeler kan, is dat de olie in de machine die het allemaal weer wat gesmeerder kan laten lopen. Dat voelt al weer beter, de olie haalt de piep eruit en het loopt weer als een zonnetje.

Het is als de nieuwe  reclamespot van Ikea, waar jongeren hun kamer opnieuw inrichten. De leus is:
“Aandacht maakt alles mooier” en in plaats van “Aandacht” komt het woordje “Ik” te staan.
“Ik maak alles mooier”, hier is het ik synoniem aan aandacht. Als ik aandacht heb, is dat de manier om alles mooier te maken. Als er iets is dat mooier kan, dan is dat een mooi klusje voor “IK “.

woensdag 1 augustus 2018

Hoe gek wil je het hebben


Ik verdenk “voetbal liefhebbers” ervan dat ze denken, dat een geveinsde belangstelling voor voetballen hun toegang geeft tot de groep. “Heb je het gezien, die en die wedstrijd? “ is eigenlijk geen vraag, maar wordt ervan uitgegaan dat je gekeken hebt.
Ik kijk nooit en intuïtief voelen de voetbalminnaars dat aan, dat ik niet bij de club hoor en negeren me, ook als ik pesterig aan het beweren ga dat voetballen maar een spelletje is. Even verduur ik dan de kwade blikken over zo’n heiligschennige opmerking, wordt voor gek versleten en dan  stilzwijgend buitengesloten. Hoeveel van die zogenaamde voetbal liefhebbers, zitten plichtmatig naar het scherm te kijken en missen geen enkele wedstrijd. Zitten ze in de auto dan vervuld de radio die rol wel en kunnen ze evengoed nog de bevindingen op de groene mat volgen. Doe allemaal maar mee met die kolderiek en ga op het puntje van je stoel zitten, met wijd opgesperde ogen naar de TV staren, de bek halfopen laten hangen, schreeuwen en roepen naar het TV scherm, af  en toe afkeurend kreunen of juist goedkeurend brallen, en liedjes zingen zonder tekst en dat  allemaal om je omgeving te laten weten dat je dit heel serieus neemt.  We hebben hier te doen met een echte liefhebber, vooral de samenscholing, vaak staande voor de TV in cafés, aangevuld met een ruime hoeveelheid bier, dat is pas leven.  Tenzij je clubje verliest, dan is het Leiden in last.  Om te kunnen zeggen dat je geen wedstrijd mist moet je ervoor zorgen ook geen wedstrijd te missen. Gaat veel tijd in zitten, vooral als je ook al die indrukwekkende nabeschouwingen gaat volgen, waar werkelijke diepte interviews, met veel ‘Uhhh- uhhh’s “er in, die door de speler en hun coach gegeven worden. Lachen is het helemaal als een Nederlandse coach die ingehuurd wordt door een Engels voetbal team, een interview geeft in het meest belabberde Engels, met een smoelwerk erbij alsof hij wereldschokkende mededelingen doet.   

Ik was eens bij een gezin te gast en op zondagavond werd de TV aangezet voor Studio sport. De vrouw die in een koor zong wilde graag op dat zelfde tijdstip op het andere net een uitvoering van de “Messiah”  zien, een eenmalige uitzending. Ze kon het vergeten, want pa en de zonen moesten een frisse dosis voetbalnieuws hebben. De “Messiah” is elk jaar hetzelfde en de arme vrouw moest met lede ogen zien dat de TV op voetballen werd gezet ( elke week hetzelfde ) . 

Tijdens de koffiepauze op het werk was maandagmorgen het gespreksonderwerp, je raadt het al, voetbal.  Studio Sport leverde die zondagavond daarvoor de gespreksonderwerpen aan en iedereen waande zich als een deskundige en levendig werden de voetbal fragmenten weer voor de geest gehaald. Er liep daar zo’n vrome donder rond die beweerde op een keer dat bij hen op zondag de TV niet aan kwam, na Studio Sport ging hij direct uit. Daar valt bij mij de mond van open en ik kijk nog niet eens naar een wedstrijd. 
😊






dinsdag 17 juli 2018

Ik wou


Op een wandelingetje op de hei zag ik een man die bezig was met zijn oefeningen. De lange Chinese man kon zijn voet tot boven zijn hoofd zwaaien in rechtop staande positie. Hup, daar ging het andere been ook op dezelfde wijze en zo nog een paar keer.  Een beweging die tegelijk gracieus en kunstig is en toen ik langs hem heen liep zei ik hem dat ik wou dat ik dat kon, wat hij met een brede glimlach beantwoordde. Alsof hij zeggen wou; ik wilde het ook ooit en ben gaan oefenen. Hij was niet spraakzaam, sterker nog hij zei geen woord, alleen glimlachte hij om mijn opmerking. Toch bedacht ik me even later, dat zoiets wel een indrukwekkend gezicht is en dat het sierlijke en kunstige indruk maakt, maar het is waarschijnlijk een oefening ten bate van een vechtsport. Die voet zo hoog te krijgen is misschien bedoelt om iemand ermee in het gezicht te trappen. Dan heeft die sierlijkheid toch een naar staartje.  De behendige en sierlijke beweging blijven kunstig, maar het doel is bedenkelijk. Snelheid en behendigheid zijn wel twee eigenschappen die ik benijd, vooral nu een hernia mijn lichaam heeft gefixeerd tot een stijve lat.

 De sierlijke bewegingen zijn in die zin misleidend, want wat ik zie en ervaar komen niet overeen met wat ik van geweld en gewelddadigheden vind. Over het algemeen vindt ik gevechtsporten een gênante vertoning, het boksen waar twee kerels met elkaar op de vuist gaan, op de judomat waar ze aan elkaar trekken en in onmogelijke houdingen elkaar tegen de grond drukken. Het is geen gezicht. Hoe we erbij komen dit soort dingen aantrekkelijk te vinden is mij een raadsel. Als ik in een film vechtscènes tegenkom, spoel ik dat gedeelte door. Het is  zo saai en gênant vechtende en schietende mensen te bekijken en kan dan snel weer verder met het verhaal waar het om gaat.   

Voor mezelf moest ik toch weer even die knop terugzetten toen ik daar op de hei zo onder de indruk was van zoveel behendigheid, het heeft de schijn mooi te zijn, maar toch,… ik wou dat ik dat kon.




zondag 15 juli 2018

Zo licht als een veertje

Een strakblauwe lucht waarin tientallen meeuwen rondcirkelen. Ze zijn daar om zich te goed te doen aan de vliegende mieren. Het wit van die lichamen tegen die heldere blauwe lucht steekt mooi af en de vertraagt lijkende beweging van de meeuwen doet recht aan de zwoele zomeravond. We zitten in de tuin te eten met hoog boven ons de meeuwen. Uit de lucht komt een donzig wit veertje naar beneden zweven en verkiest het om in onze tuin te landen. Vlak voor de achterdeur komt het met een onhoorbare plof op de grond. Een klein briesje pak het weer op en duwt het tot vlak voor mijn voeten. Als ik ernaar uitreik draait het wat bij en zo kan ik het van de grond pakken. Het kwam naar me toe. Ik verzamel veren, maar niet dit soort donzige kleine veertjes, maar slagpennen van de veren waarmee ze gevlogen hebben.  

Op mijn wandelingen raap ik elke veer die ik op mijn pad vind op. Na het broedseizoen ruien veel vogels en nu is het dan verenseizoen. Stevige slagpennen van de Buizerd, veren van de specht, duif en de Vlaamse Gaai, ik heb er de laatste tijd heel wat gevonden en bij mijn voorraad gelegd.  De veren die ik in het bos vind heb ik gezocht, dit kleine veertje dat uit de lucht kwam vallen heeft mij gevonden.  Wat ik daaruit opmaak? Dat er in elke gebeurtenis, elke dag, hoe groot of klein, opvallend of onbeduidend een verhaaltje zit. Zoals Michelangelo ooit met een brok marmer over het marktplein sleepte en de omstanders vroegen wat hij daar nou weer mee moest, antwoordde hij: “In die steen zit een engel verborgen en die ga ik eruit halen. “ 
Wat wij ervan maken komt er misschien uit, dingen vinden plaats, een veertje dwarrelt uit de lucht van één van de meeuwen daar hoog in de lucht. Het is een verhaaltje, een verhaal die ik ervan kan verzinnen en dan bestaat het, als een engel die erin verborgen zit.





vrijdag 6 juli 2018

Tuinbankje

In onze vakantie waarvan dit al weer de tweede week is, nemen we ook wat tijd om dingen op te ruimen. Zo is de schuur en de carport eens goed onder handen genomen en hebben we in de tuin het één en ander gedaan. Van de week hebben we een heel stuk van de Hedera weggenomen die over de schuur begon te groeien en nu is de voorkant van de schuur helemaal vrijgemaakt. Het rommelhoekje voor de schuur is opgeruimd en dingen naar de kringloop gebracht en een paar keer naar de vuilstort gereden om wat bakstenen, hout en tuinafval weg te doen. Het levert wat extra ruimte op en de plek voor de schuur waar eerder  een bankje stond,  daar is nu weer plek om een extra zitje te maken. Op internet gekeken naar een bankje en bij een tuincentrum gekeken, om uiteindelijk bij een bouwmarkt, een leuk bankje te vinden. Er was ook nog eens flinke korting op en dat geeft toch ook wel voldoening om iets voordelig te verkrijgen. Zoals altijd zijn het wel bouwpakketten en de doos paste maar net in de auto.

 De volgende dag gingen we er mee aan de slag. Tien bouten en schroeven, dat moet goed te doen zijn. Een klus die we samen even zullen klaren. Van andere stellen hoor ik wel eens dat zulke momenten vaak uitlopen in een ruzie. Vraag maar eens iemand  een doorsnee Ikea kasten in elkaar te zetten samen met zijn/haar partner , en vraag  hoe de stemming toen was. Daarom is het des te bevrediger dat wij er zo’n plezier aan beleven om zoiets samen te doen. Ik vind het gezellig om het samen te doen en dan ook samen trots te zijn op dat bankje dat we in elkaar gezet hebben. We geven een high five en maken een rondedansje om ons bouwwerkje. Van een plak hout en een boomstam hebben we een tafeltje gemaakt, plantje erop en bij het bankje gezet. Zo hebben we weer een leuk zitje in de tuin erbij.



woensdag 4 juli 2018

Zomerzwaluw


Een hele geruststelling, er vliegt weer een gezond aantal Gierzwaluwen rond. Die sikkelvormige snelle zwaluwen die met grote snelheid tussen de huizen door zoeven en af en toe een gierend geluid laten horen. Ze komen van ver en verblijven in de zomer hier bij ons. Komen pas laat in het voorjaar aan en vertrekken als eerste weer, rond begin augustus. Begin mei zag ik er telkens maar een stuk of vier vliegen en dat zag er niet goed uit. Inmiddels is wel bekend dat insecten etende vogels het zwaar hebben doordat het ook slecht gaat met de insecten.  De Gierzwaluw is een vogel die letterlijk in de lucht woont, zij komt alleen aan de ‘grond’ om te broeden, verder zijn ze altijd in de lucht, waar ze eten, slapen en zelfs paren. Het gierende geluid dat ze maken en de sikkelvormige silhouetten van deze vogels symboliseren voor mij de zomer.

Rachel Carson schreef het boek “Silent Spring” waarin ze schrijft hoe het zou zijn als er een lente aanbreekt en er geen vogel meer is die zingt.
Een  “Silent Summer” zou minstens zo erg zijn als er geen Gierzwaluwen meer zouden vliegen. Het gieren van deze vogels en de snelle bewegingen van deze luchtacrobaat, hoort bij een zwoele zomeravond, een zinderende zonnige middag in de tuin, waar met regelmaat deze vogels over komen vliegen. Gisterenavond zat ik in de tuin en zag weer een groep van over de vijfentwintig zwaluwen overkomen, dolle pret daar hoog in de lucht waar ze in een wervelwind van vogellijfjes, het uitgierde van levensvreugde en letterlijk zo vrij zijn als een vogeltje in de lucht en rondtollen op hun vleugels. Bij die aanblik haalde ik ook weer opgelucht adem.  Gelukkig ze zijn er nog.

zaterdag 30 juni 2018

Reeën bronst


De maan hangt als een grote bol net boven de bosrand, als ik vanmorgen vroeg met de hond op de hei wandel. Het hangt zo laag dat het de toppen van de bomen “aanraakt” en als ik mezelf nou in positie breng dat de maan en het topje van de Douglas samen komen, is het net of de maan op het topje van de Douglas balanceert. De lucht is strakblauw en het beloofd weer een zonnige warme dag te worden. Op het grote weiland in het bos staan drie Reeën, twee geiten en een bok. De geiten zijn uitbundig en maken wilde sprongen waar de bok op een afstandje naar staat te kijken, maar zo te zien niet weet wat hij daar nou weer mee aan moet. Binnenkort is het hun bronsttijd en dan weet hij er wel raad mee. Al dat gedoe met zo’n paring, maakt dat het blijkbaar iets is dat even moet gebeuren. Maar beseft een dier ook dat het zich aan het voortplanten is?  Vooral bij een Ree, dat wat er tijdens de paring plaatsvind, pas volgend jaar, eind april  er een kalf uit geboren gaat worden. De geit kan die link misschien nog wel leggen, maar kan de bok dat ook?  Zijn drang bij de paring is dat er iets in hem is dat in haar terecht moet komen. ( zo, dat is netjes gezegd zo )

 In natuurprogramma’s wordt vaak de indruk gewekt dat het dier doelbewust erop uit is om zijn genen te vermeerderen en  dat de jongen, die dan een halfjaar later geboren worden, van hem zijn. Ik heb niet de indruk dat dat zijn grootste drijfveer is, er gieren hormonen door zijn lijf die voor dat moment de les uitmaken. Wij zijn toch niet veel anders, toen we verliefd werden, dachten we echt niet in eerste plaats een partner te willen om ons nageslacht veilig te stellen. Om een gezin te willen stichten komt pas later aan de orde en daarvoor was het zaak om vooral veilig te vrijen. Als al ons vrijen gelijke tred zou houden met nakomelingen, zouden we zelfs aan Mars nog niet genoeg hebben om die te koloniseren, maar moeten we nog meer plekken in de ruimte inpolderen. Het is eigenlijk vreemd een gezinnetje te willen hebben, kijk eens wat een drukte dat geeft.

Zou een dier dat ook beseffen als het gehoor geeft en zich laat leiden door de hormonen die aansturen om dat te willen? Snappen doet het het wel, want het bouwt een nest, legt daarin eieren en gaat erop broeden. Terwijl er toch dagen en soms bij andere soorten; weken, niets gebeurt, blijven ze zitten.  Dat is nog maar het begin, want daarna vliegen ze zich het schompes om de wijd open gesperde snaveltjes te vullen, door af en aan te vliegen met voedsel. Terwijl pa nog af en toe even tijd neemt om in het topje van de boom een liedje te gaan zingen, trekt ma nog een worm uit de grond  om naar de jongen te brengen. Genen , we zijn er maar druk mee…

(foto Rene visser )


woensdag 27 juni 2018

Vergissen


Sodeju, dat gaat lekker. Ik moest er niets van hebben, maar nu ben ik om, we hebben elektrische fietsen gekocht. Het zonnetje lacht ons toe en wij lachen nu om de heuvels en tegenwind. Moeiteloos peddelde  wij de wijde wereld in op onze nieuwe “Tesla” fietsen. Zo kan je opeens van gedachten veranderen en een toegewijde bekeerling worden. Tegen een steile helling op de weg naar Drie, waar fietsers moeizaam tegen de berg op ploeteren, maan ik met mijn fietsbel ze achter elkaar te gaan fietsen, zodat ik haast met een irritant gemak de groep voorbij peddel. Een elektrische fiets, dat is niets voor mij, dacht ik. Ik heb me vergist, ze zijn, in ieder geval deze ene, speciaal voor mij gemaakt.

Van de week was ik met mijn oude fiets een rondje om in het Leuvenumse Bos. Het is al weer een tijd geleden dat ik daar was, en de rede was dat de werkzaamheden en veranderingen in het bos me tegenstonden. Het leek op een bouwplaats en deed op veel plekken erg rommelig aan. De Hierdense Beek, moest zo nodig gestuwd en omgelegd worden.
Er groeide Brandnetels waar eerder Bekervarens stonden, het water was op veel plekken troebel en er zat geen stroming in. Iets waar ik me behoorlijk kwaad om maakte en vond dat ze er met hun lompe poten vanaf moesten blijven. De veranderingen waar ik toen flinke bedenkingen tegen had, zijn nu wat gesetteld en zittende langs de rand van de beek  zag ik dat het toch goed had uitgepakt. De begroeiing langs de kant was weelderig en  de obstakels in de vorm van boomstammen en takken, veroorzaakte stromingen en in de luwte van die obstakels groeide Waterranonkel en andere waterplanten die rustig heen en weer deinen op de stroming.

 Als het door ontwikkelt naar de kant die het nu op gaat, ziet het er goed uit.  Terwijl ik dacht dat het daar allemaal kapot ging en waarover ik me zwaar zorgen maakte hoe dat allemaal verder moest gaan.
 Ik heb me vergist, het komt het landschap ten goede en de gedachte  erachter, begrijp ik nu beter, nu ik een deel van het resultaat ervan zie.



zondag 17 juni 2018

Vaderdag


Lag ik vanmorgen te wachten op mijn ontbijtje op bed, luisterde ik ondertussen naar het radioprogramma “Vroege Vogels “, waar toch wel een schokkende mededeling werd gedaan: “De ijskappen smelten sneller dan verwacht”.  Dat ze aan het smelten zijn was wel bekend, maar we rekende ons rijk dat het nog wel een tijdje zou duren voor we ons echt zorgen hoefde te maken. Ondertussen bracht de vrouw aan wie ik mijn vaderschap te danken heb een kopje koffie als alternatief voor het ontbijtje. Ook lekker en het radioprogramma ging verder met andere items die wat minder zorgwekkend waren, zoals een onderzoek op het gedrag van de Ruigpootbuizerd in Groningen. Terwijl de ijskappen aan alle kanten lekken, drink ik rustig mijn koffie in bed.

Wij zouden wel eens de generatie kunnen zijn die na duizenden jaren, of zo je wilt miljoenen jaren van het bestaan van de Aarde, het boek gaan sluiten.  Dat zouden de verzekeraars van de begrafenisondernemers wel leuk vinden. Hebben wij ons hele leven premie betaald voor een degelijke begrafenis, hoeven zij nooit uit te keren. Voor ons geen mooie uitvaarten meer, geen toespraken en voor de nabestaanden geen plak cake. Er zijn geen nabestaande meer, we liggen allemaal opgebaard. Wat nou een vervelende gedachte  op Vaderdag, zo lekker in mijn bed liggend. Ik bel morgen de redactie van “Vroege Vogels”, dat ze dat niet weer moeten flikken, om op één van de belangrijkste dagen van het jaar; Vaderdag, zulke nare dingen door de radio te moeten zeggen,… zijn ze nou helemaal gek geworden!!



woensdag 13 juni 2018

Groen


Elke kleur kan ik wel waarderen en als ik zoals vandaag, een vrije dag heb, met een strak blauwe lucht waar de zon ongehinderd schijnt, maar ook ons in zijn warmte doet koesteren, prijs ik me gelukkig dat ik vrij ben. Maar toch, mijn meest favoriete kleur is groen. Vanmorgen las ik  in een tijdschrift  er een artikel over: Vitamine G.  De ‘G’ staat uiteraard voor groen. Nu alle bomen zich weer volop tooien in hun mantels van bladeren en overal het groen uit de grond komt in een veelheid van vormen, is er weer volop vitamine G voorhanden. Het zijn stuk voor stuk zonnepanelen die geen elektriciteit, maar zuurstof produceren. Zuurstof dat de atmosfeer leefbaar maakt voor alles wat ademt. Mijn goede vriend zei van de week nog tegen me dat alles al aanwezig is. Toen God zei dat het goed was, bedoelde hij misschien dat wel. Of te wel, alles is er. En zo is het. We razen over onze snelwegen en laten het landschap aan ons voorbij gaan, letterlijk en figuurlijk. Turen op de snelheidsmeter om de afstand zo snel mogelijk af te leggen. We kennen de woorden wel, mindfulness en onthaasten, maar het is in het kader van  “eigenlijk”. We zeggen eigenlijk moet ik dit en dat, en zeggen daarmee dat we dat dus niet doen.

Ik heb nu zo’n nieuw horloge die je hele doen en laten registreert, van de stappen die ik  zet, mijn verbruikte calorieën, de afgelegde kilometers op de fiets, hardlopend of wandelend. Het piept als ik te lang stilstaat en zo laat ik me door mijn nieuwe speeltje opjagen. De doelen die ik erin geprogrammeerd heb, moeten behaald worden.  Gelukkig kan ik er ook nog op zien wat de tijd is en dat herinnert me eraan om de tijd te nemen. Daarom heb ik sinds kort een afspraakje met een bankje in het bos. Na het avondeten ga ik samen met de hond er naar toe. Het bankje staat aan een pad en geeft uitzicht over een lange laan. Het groen van de eiken en beuken overkoepelen de plek en het zonlicht dringt tussen de takken en bladerdek op de grond, waar de varens en vingerhoedskruid groeien. De zang van de merel klinkt als in een kathedraal tussen de boomstammen en voegt zich met een keur van andere geluiden van verschillende vogels. Mijn vriend heeft gelijk, alles is er, je moet er enkel even aandachtig voor zijn. Het is onthaasten en mindfulness in één.  Morgen heb ik weer afgesproken met het bankje.

woensdag 6 juni 2018

Muizenissen II


Als een dier zou willen veranderen in zijn gedrag, zou het daartoe dan in staat zijn? Eén van de vragen die we ons stelde, over de muizen die we blijkbaar in huis hebben. Kapotte kleding waarin gaten zijn geknaagd, overal kleine zwarte keutels die als hagelslagjes op de planken van de kasten verspreidt liggen en die scherpe muizengeur die diep in de kledingstukken doordringt en na meerdere keren wassen nog te ruiken is. De logeerkamer kreeg vandaag een schoonmaakbeurt, vanwege de muizen en menig ding belandde in de vuilnisbak omdat het kapot was, of dat het stonk. Van de winter hebben we de zakken vogelvoer en zonnebloempitten in die kamer bewaard, maar daar wisten dus de muizen ook wel weg mee.  Dat heeft ze waarschijnlijk naar hun paradijsje gelokt en met al dat wol en stukjes afgeknaagde kleding, konden ze mooi hun eigen huisjes bekleden.

Het internet werd geraadpleegd om te kijken hoe we deze dieren aan het verhuizen kunnen zetten. Gif en klemmetjes zijn uiteraard niet aan de orde, dat ze bij ons een plek om te wonen hebben gezocht is geen misdaad en daar staat zeker geen doodstraf op. Maar omdat ze geen huur betalen en ze ook niet uitgenodigd zijn willen we ze eruit hebben. Het blijkt dat muizen niet van de lucht van pepermuntolie houden. Een paar druppels op een watje moet voldoende zijn als een uitzettingsbevel. Op verschillende plekken in het huis een watje met een paar druppels pepermuntolie neergelegd dat moet het muizenvolk duidelijk maken dat ze moeten opkrassen. De schuur daar kunnen ze voorlopig wel terecht tot ze wat anders hebben.



zondag 3 juni 2018

Muizenissen


De voerplank in mijn tuin is driehonderdvijfenestig dagen per jaar open en tijdens een schrikkeljaar 366. De mussen hebben nu jongen en de uitgevlogen vogeltjes volgen hun ouders en met trillende vleugeltjes bedelen ze om voedsel. Voedsel dat voor hun poten ligt, maar door hun ouders opgepikt en in hun snaveltje wordt gedaan. Zo leren ze waar ze het moeten zoeken en komen zo op hun eigen benen te staan. Het is een drukte van jewelste met al die mussenfamilies. Toen ik vanmorgen de voeremmer pakte om daar een schep voer uit te scheppen, zat daar in de emmer een muisje me met grote kraalogen aan te kijken. De emmer is bijna leeg en de wanden zijn te hoog om er uit te kunnen klimmen. Ik liet hem eruit in de tuin en gaf de vogels hun voer op de voerplank en een handje in op het gazon.

De storende reactie van menigeen die muizen waarnemen is een hardgrondig “GADVERDAMME” te laten horen. Toegegeven, aanwezigheid van muizen is goed te ruiken en die kleine keuteltjes overal is niet prettig. Ik hoef ze ook niet in huis, maar zoals ik er vanmorgen één in de voeremmer had,  zijn het toch ook weer koddige beestjes, die hun plek hebben en nodig hebben. Uiteindelijk hebben wij al zoveel ruimte ingepikt en het als de onze beschouwt, dat we misschien wat schappelijker kunnen zijn en doen tegen zulke dieren en een “gadverdamme” is niet zo op zijn plaats. We passen het woord discriminatie niet zo toe op dieren, maar wat dat betreft discrimineren we wat af. Als we de aanwezigheid van een medemens met dit soort woorden uiten, worden we er ( terecht ) op aangesproken.
 Zet op de plek van de “a “ een “o “  en je staat ordinair te vloeken. Niet zo netjes.  Als we een muis zien doen we net alsof we getroffen worden door één van de tien plagen van Egypte. Toen was het om iets duidelijk te maken en als je een muis ziet en hysterisch begint te gillen, dan is er niets mis met die muis maar met jou. Een collega zag in onze werkruimte een muis creperen die van het gif had gegeten en daar stuiptrekkend van de pijn dood lag te gaan. Dat kan niet, dan gaan we te ver in onze onredelijke afkeer van dieren die we niet willen. Wat ik nu beoog met dit betoog is met dit alles, gif en klemmen te mijden.
We zijn inmiddels toch wel wijzer…toch??



woensdag 30 mei 2018

Kinderen


Vandaag is de hond er nog niet veel uit geweest en vanavond maken we een extra rondje door het bos. Bij het kleine weitje hoor ik bedelende spechten en als ik het spoor van het geluid volg kom ik uit bij een holte in de boom. Achter wat varens en met uitzicht op de holle boom ga ik zitten en wacht op de ouder vogel die vast druk in de weer is met voedsel te zoeken voor deze schreeuwerige jongen, die zich vanuit de boom constant laten horen. Houden andere vogels zich gedeisd om geen aandacht op hun nest te vestigen, de spechten hebben dat blijkbaar niet nodig  en roepen constant om meer, meer, breng ons meer. Ik wacht drie voertochten af en telkens als de ouderspecht tegen de boom opklimt naar de holte, verhogen de jongen hun herrie. Wat bezield die vogels om kinderen te willen hebben. Als onze kinderen zo tekeer gaan rennen we naar de dokter die er een diagnose van vaststelt en een buisje Ritalin meegeeft. Menig huishouden lijkt misschien wel op zo’n spechtennest, maar dan het hele jaar en jaren door. De spechten zijn er met een paar weken klaar mee en dan vliegen de jongen uit. Je hoort zo’n ouderspecht denken als het laatste jong door het vlieggat naar buiten komt om op eigen vleugels verder te gaan: Dat doe ik nooit meer! Maar als het volgend voorjaar de stoere spechtenmannen weer roffelen, zwichten de spechtendames wel weer en gaat het weer van voren af aan. Zo gaat dat.

zaterdag 19 mei 2018

Stoom afblazen


De Acacia staat volop in bloei. Trossen  witte bloemen hangen aan de takken en je waant je in aanwezigheid van een mooie vrouw, geurend naar parfum, als je onder zo’n boom staat. Elk bloemetje scheidt een geur af die de omgeving van de boom als met een geur-aura omhult. Een geur, als die in een flesje te vangen was een perfect Moederdag cadeau zou zijn. Meerdere bloesembomen en struiken lijken dit jaar meer hun best te doen dan anders en staan ook met hun kleurige bloesems volop te bloeien. In de tuin lijken de planten er opeens ook haast mee te maken om hun plek in de tuin in te nemen. In een week tijd zijn de varens tot wel een halve meter hoog gegroeid, bloeit en groeit het er in een veelheid van kleuren en vormen weer het één en ander en is er een verwachting naar meer. Wacht maar als de Dahlia weer gaat schitteren, als de Engelentrompet zijn gele kelken opent. Onhoorbaar klingenlen de belletjes van de Fuchsia’s en dat kunnen ze de hele zomer volhouden. Ik wil er niets van missen en daarom gaan we pas in het najaar op vakantie.

In mijn wereldje is het allemaal goed uit te houden, maar in de grote wereld zijn er conflicten die door het nieuws en mijn beeldbuis tot in mijn paradijsje doordringen. Conflicten in Israël waar demonstranten worden doodgeschoten en vele gewonden vallen. En dat op een plek waar de hele dag het “Shalom”: vrede! wordt  gezegd als groet.  Een vrede die ver te zoeken is. Met wapengeweld wordt nog steeds bedacht en gedacht oplossingen te vinden. Net zo ondoordacht als het bedrijf dat op de hei met een gifspuit de bramen te lijf gaat. Terwijl onderhand bekender en bekender wordt dat bestrijdingsmiddelen het insecten leven heeft geschaad en dat gif in welke vorm dan ook, niet meer kan.  Om de drommel, het kan echt niet meer. Zelfs het meest milde gif is gif en is schadelijk, welke ‘gunstige “ uitwerking het voor het moment ook lijkt te hebben. De BBQ’s staan weer te dampen, om een overdaad aan vleesconsumptie te roosteren en menig supermarkt wil je wel helpen aan de producten en doet het in de reclame. Laatst zag ik een speenvarken op zo’n offeraltaar liggen, waar feestgangers dan een stuk van af konden snijden. Een pin in zijn kont die er bij zijn strot weer uitkwam en zo geroosterd werd boven de hete kolen. Een bizarre vertoning, dat zelfs een dood dier nog gemarteld moet worden.

Zo heb ik in een kwartiertje Journaal kijken en de reclameblokken waar je doorheen moet om de uitzending te zien waar je voor bent gaan zitten, me hardhandig uit mijn vredige wereldje laten rukken. De actualiteiten programma’s kondigen nog meer problemen aan die we elkaar aan doen. De knop gaat op uit en ik ga natrillend van al dat nieuws in de tuin  zitten. Even stoom afblazen.   Zou het een oplossing zijn dat iedereen een tuintje aanlegt, kan die soldaat zijn geweer even neerleggen en wie weet raakt hij bedwelmd door de geur van de Acacia. Dan pak je van je lang zal ze leven dat geweer toch nooit meer op.  

zondag 13 mei 2018

Het mooiste blauw


De tuin staat vol dingen die uit een tuincentrum komen, maar er zijn een paar dingen in mijn tuintje die het centrum me niet kan leveren. Het is een wolkeloze dag en de zon schijnt op alles waar ze bij kan met haar stralen. De rest is een weldadige schaduw die dan bij zoveel warmte ook weer gewaardeerd wordt. De lucht is strakblauw in de kleur blauw die mijn favoriete kleur blauw is, omdat Ceruleumblauw zo lastig uit te spreken is kies ik voor de kleuraanduiding: Skyblue of nog mooier, Deepskyblue. Dat is het, dat is mijn favoriete kleur blauw. De zonnepanelen op het dak snoepen al de hele morgen van het gulle licht en zetten het om in stroom, geruisloos en schoon. De pomp in de vijver klatert en de motor wordt nu aangedreven door de stroom van de panelen, watergeklater op
zonne-energie.

 De merel heeft een zonnige plek in de tuin uitgekozen en met wijd gespreide vleugels en het snaveltje open ligt het te zonnebaden. Het kan nu even, de eieren zijn nog niet uit en als het dan straks af en aan vliegen wordt om die hongerige snaveltjes te voeden, komt het er niet meer van om zo even lekker te luieren. Het opgedroogde zand geeft de mussen een plekje om een zandbad te nemen. Zo is de tuin en een vrije dag een paradijsje geworden. Net als de merel moet ik zo ook weer aan de bak, want ik zou de boodschappen doen. Ik stel het nog even uit. Een koolmees komt langs en inspecteert de kieren en de spleten, want hij heeft waarschijnlijk wel al jongen. De bladeren die in de houder van het zonnescherm liggen worden door hem even opgeruimd, wellicht ligt er wat onder of tussen en hij gooit de dorre bladeren naar beneden. Met zijn kraaloogjes ziet hij in de spleetjes en tussen het dorre blad meer dan ik er uit zou kunnen opvissen. Voor hem is dat de supermarkt en hij hoeft niet langs de kassa. Als ik het winkelwagentje heb gevuld met wat we vanavond gaan eten, moet ik wel de portemonnee trekken.

 
Maar dan lokt de tuinstoel me weer en zet ik de laptop op tafel om dit verhaaltje te schrijven. Het nestkastje dat aan de muur hangt voor de gierzwaluw is gevordert door een spreeuw die dus nu onze tijdelijke nieuwe luidruchtige buren worden. Ze vliegen af en aan met nestmateriaal en binnenkort zullen de eieren gelegd worden. Over een paar weken moet ik dan het zonnescherm weer schoonpoetsen, want ze gooien alle rommel zo hun deur uit, maar van sommige buren kan je dat wel hebben.

donderdag 10 mei 2018

Stoelendans


Een kring van lege stoelen, net één minder dan deelnemers. Wanneer de muziek stopt gaat iedereen snel op een stoel zitten. Dat wil zeggen bijna iedereen want er is één stoel te weinig. Telkens als de muziek weer begint wordt er een stoel weggehaald en zo herhaald het spelletje zich. Rent iedereen in het begin nog uitbundig en uitgelaten om de stoelen en ploffen ze neer op een stoel als de muziek stopt om de afvaller bedremmeld naar de kant te zien lopen. Hoe minder stoelen er over blijven, hoe grimmiger het wordt. Tot er nog maar één stoel staat en twee deelnemers.
Nu spant het erom, … wie gaat het winnen?

Het is rondom 30 april dat de gierzwaluwen weer terug komen. Die zwaluw die in groepjes met grote snelheid tussen de huizen door vliegt en daarbij af en toe een gierend geluid laten horen. Je kent ze vast wel. Ze zijn hier maar een paar maanden, want begin augustus vertrekken ze weer naar andere oorden. Maar wij mogen de zomermaanden van ze genieten.  Bij mij aan de muur hangt een speciale nestkast voor deze vogels  en ik hoop ieder jaar dat ze er gebruik van gaan maken. Het was al een paar dagen in mei en ik had ze nog steeds niet gezien. Ik zag op Facebook iemand die ze wel had gezien, maar in plaats van de ruim twintig zwaluwen die er verleden jaar nog rondvlogen, telde hij er nu maar vier. Eindelijk een week nadat ik ze verwacht had, zag ik ze ook en inderdaad er waren er maar vier. Zou er geen ‘stoel’ meer voor deze vogels zijn? Is de muziek voor hen afgelopen?  Hoe zonnig en strakblauw de lucht ook was waarin ik ze zag vliegen, ik zag het somber in. Dit gaat niet goed zo. In de Arkemener Polder was het voorheen een feest van geluiden, waar de Grutto een behoorlijk aandeel in had,… ja, had, want die lijkt zijn ‘stoel’ ook kwijt geraakt te zijn. Terwijl de muziek doorgaat vallen er steeds meer af, het gaat ook niet goed met de insecten, de bijen die belangrijk zijn voor veel van wat wij eten, verliezen ook langzaam hun ‘stoel’. 

Het wordt grimmig want hoe minder stoelen, hoe meer afvallers, hoe leger het wordt. Tot we bij die ene stoel uitkomen. Daar zit hij dan, de winnaar die alles verloren heeft. Er is niets meer dan die ene stoel,… ik vind het maar een stom spel.

zaterdag 28 april 2018

Circle of life



Een documentaire op Netflix over bijen trok direct mijn aandacht en ik klikte het aan.
 “More than Honey” een film over bijen en imkers. Het begint met gemoedelijke beelden van een bebaarde , bejaarde oude man die in de Alpen bezig is met zijn bijen. Het roept gevoelens van herkenning bij mij op van de tijd dat ik ook twee bijenkasten in de tuin had staan. Aangestoken door het enthousiasme van de buurman, besloot ik toen een kudde van die steekbeesten aan te schaffen. Het nam me helemaal in beslag, want dat leventje in de bijenkast is aan alle kanten fascinerend. Bij bijen horen bloemen en als je interesse voor bijen groeit, bekijk je het plantenleven ook weer met andere ogen.  De voor de bijen geschikte bloemen heten “drachtplanten” en zo begeef je ook in het jargon van de imker. In het voorjaar verhuizen de kasten naar de Wilgen die het broodnodige stuifmeel leveren om daarmee een nieuwe generatie bijen te voeden. Sta je onder zo’n bloeiende Wilg dan hoor je het gezoem en de bijen nemen aan de poten klonten stuifmeel uit de katjes van de Wilgen mee naar de kast. Daarna kunnen de kasten naar de fruitbomen, waar ze een belangrijke rol spelen in de bestuiving van het fruit. Ik vond de bloei van de Acaciaboom wel interessant, de heerlijke geurende bloesem moest naar mijn idee ook wel honing opleveren die overeenkwam met die zoetige geur van de bloemen.

k dwaal af, die documentaire, daar ging het over. Het begon heel idyllisch met een oude imker in de Alpen, waar mijn hart bij wegsmolt van de nostalgie. Maar, ja hoor daar heb je het weer,… een maar, het is niet alles rozengeur  en maneschijn. Er kleven nogal wat problemen aan het houden van bijen, ziekten en parasieten bedreigen hele volken en de pesticiden hebben ook de nodige schade teweeg gebracht. De arme imker in de Alpen verloor om die reden een aantal bijenvolken en de kasten moest hij verbranden om verdere besmetting tegen te gaan. De commerciële imker had het groots aangepakt. Hij stapte uit zijn vierwiel drive  in een enorme Amandelboomgaard in Amerika en stak zijn vinger omhoog, om ons attent te op het geluid van zoemende bijen waarbij hij zei: “het geluid van geld.” Iedere kast die hij er had staan  voor de bestuiving van de Amandelbloesem, leverde hem 150 dollar en vermenigvuldigd met het aantal kasten die hij daar had staan,  was dat een lieve som van 600.000 dollar voor veertien dagen bestuiving.
Big Business. Hij had twee trucks met opleggers rijden, zoveel man personeel en de kasten werden door heel Amerika gereden voor de bestuiving van gewassen. Het commerciële bracht ook verruwing en hoe zachtaardig de imker in de Alpen  met zijn kasten omging, zo ruw ging de Amerikaanse imker ermee om. Om de honing te oogsten waren  slimme machines gemaakt, maar die hielden weinig rekening met de bijen, die geplet werden tussen de draaiende kettingen en onder de harde schijven die over de raten geschoven werden. Zoveel respect de oude imker had voor zijn bijen, bij de commerciële imker was de bij een product, een bijproduct geworden waarvan het belang van de bij op de achtergrond raakte. Vind ik lastig om te zien, hoewel ik het wel begrijp dat als je met deze gevleugelde werknemers te maken hebt, ze veelal in de weg kunnen zitten als je bepaalde handelingen moet verrichten. 

Maar dan toch, wat meer respect zou toch wel op zijn plaats zijn.   Deze, maar ook andere insecten hebben een grote betekenis in de “circle of life”  een cirkel waar we zelf ook inzitten en gaat het hen goed dan gaat het ons ook goed.
Zo nauw luistert dat. 



zondag 22 april 2018

Opgeruimd staat netjes…


Een klein veldje in het bos met een bankje erbij was door jongeren uitverkoren tot een hangplek. Heel goed als ze in het bos willen zijn om met elkaar diepzinnige gesprekken te voeren in de entourage van de natuur. Maar dat was niet het geval, drank, sigaretten en weet ik wat meer voor weinig opbeurende spullen, sjouwde ze mee naar die plek. Met alle verpakkingen die links en rechts van hun af werden gesmeten.  Diepgang die ik in hun gesprekken vermoedde, bleek door hun gedrag uiterst oppervlakkig te zijn. Als ik er langs liep en de wazige blik in hun ogen zag, begreep ik dat er iets anders in het spel was. Het kreeg iets weg van een kleine vuilnisbelt en het beheer van het bos heeft erop ingegrepen, door het bankje te verwijderen en de rotzooi op te ruimen. De jeugd werd stevig toe gesproken en een tijdlang was het daar rustig. Ik mis het bankje wel, want het was een lekker plekje om even te zitten.  Tot van de week ik er weer langs liep en er weer een hoop rotzooi op het weitje zag liggen, sloeg de schrik me om het hart. Gaan we weer.

Ooit hebben onderzoekers een proef gedaan in hoeverre de omgeving invloed heeft op ons gedrag.  Bij een fietsenrek langs een lange muur, hingen ze aan het stuur van de fietsen een flyer van een niet-bestaande firma. Bij terugkomst zagen de onderzoekers dat de meeste flyers in de zak gestoken werden of in de fietstas gestopt. Vervolgens werd de muur volgespoten met graffiti en de proef herhaald. Nu werd meer dan de helft van de flyers op de grond gegooid. Dezelfde plek, maar door de graffiti kreeg het een andere sfeer en riep vervolgens op tot een meer onverschillige instelling.
Ooit las ik van een hotelschool die er de nadruk op legde dat alles er netjes en verzorgd moest uitzien. Een hotel had zelfs kleine bordje geplaatst onder de bedden met de tekst: “Zelfs hier hebben wij voor U schoongemaakt”. Het motto van de hotelschool was dan ook: “ In een correcte omgeving zullen mensen zich correct gedragen. “

Van de week was het een rommeltje in mijn hoofd en haalde ik allerlei gedachten door elkaar en merkte ik dat dat ook invloed had op mijn gedrag. Ik neigde behoorlijk chagrijnig te worden en dat is niet prettig voor je omgeving. Pas toen ik de boel weer wat op orde kreeg en het wat opruimde kwam de glimlach weer terug. Opgeruimd staat netjes…is netjes,… voelt netjes,…

zaterdag 14 april 2018

Aangespoeld


Een Potvis is aangespoeld met 25 kilo plastic in zijn maag. Het werd hem fataal en dit trotse enorme dier is er letterlijk aan kapot gegaan. De golven spoelde hem het strand op, alsof de zee ons hiermee wil vertellen dat het niet langer zo verder kan. De Potvis die met één ademtocht de diepte induikt en op een diepte op pijlinktvissen jaagt, daar wij door de druk van het water allang uit onze zwembroek zouden zijn geperst, daar peddelt de Potvis schijnbaar moeiteloos achter zijn prooi aan. Ondanks deze kwaliteit is het onze plastic dat zwevend in het water, wat  wel wat weg heeft van een pijlinktvis. Wat hap na hap fataal word voor de Potvis, die daar levenloos als een aanklacht aan ons op het strand ligt. Als ik aan het koken ben kijk ik er telkens weer van op hoeveel plastic er blijkbaar nodig is om de producten die ik in de winkel koop te moeten verpakken, tot zelfs de komkommer aan toe die in een plastic folie verpakt is. Dat afval komt niet allemaal in de zee terecht en we hebben nu ook goede manieren van scheiden en hergebruik die zich aan het ontwikkelen zijn, maar dan toch?

Een documentaire die te zien is op Netflix is een aanrader: “Mission Blue”,
waarin de zeebioloog  Sylvia Earl  ons meeneemt in haar leven als bioloog en de verschuiving die ze in haar levensspanne heeft waargenomen. Van weelderige koraalriffen, waar nu een dood wit koraal is en dat alles in een tijdspanne van enkele tientallen jaren. Het holt letterlijk achteruit. Het plastic probleem is al benoemd, maar heeft zo’n omvang dat het schrikbarend is. De primatoloog, Jane Goodall reist de wereld rond en op hoge leeftijd blijft ze onvermoeibaar de wereld waarschuwen hoe het gesteld is met de primaten en hun leefgebieden, de jungles en de oerwouden die door onze hebzucht slinken. Dit zijn er twee die een boodschap hebben van: stop en nu en niet verder, want vroeg of laat “spoelen wij zelf aan met 25 kilo plastic in de maag.”

De oorlogszuchtige leiders waar we heden ten dage mee “gezegend ”zijn en die heldhaftige taal twitteren, het er telkens op aan laten komen om conflicten uit te willen vechten, zij zijn het niet waar naar geluisterd moet worden. We kunnen ons geen oorlogen meer permitteren, er is niet veel meer over wat we verder nog kapot kunnen maken. Laten we stoppen naar deze dwazen te luisteren en ons oor neigen naar mensen als Sylvia, als Jane, die wat te zeggen hebben, wellicht hebben we daar meer aan en kan al dat geld en al die energie die in oorlogsindustrie en wapenwedloop gestopt wordt, benut worden in ontwikkelingen voor het behoud van onze kostbare planeet.
Wat Wubbo Ockels ons nageroepen heeft vanaf zijn sterfbed, “We hebben maar één Aarde, we kunnen nergens anders heen…”


zaterdag 31 maart 2018

Geef jezelf wat meer ruimte...


Ooit was de Aarde plat en het middelpunt van het Universum. Beweerde je anders dan werd er een brandstapel gebouwd om jou met je verderfelijke ideeën  daarop te verbranden.  Laatst hoorde ik iemand beweren dat de Aarde niet draaide, want dan zou, net als bij een centrifuge, het water allang uit de zeeën het heelal in geslingerd zijn.  De Aarde is niet plat, niet het middelpunt van het Universum en draait elke dag een slag rond. Het draait met een aantal andere planeten rondjes om de Zon en de Aarde is één van de kleinere planeten in ons zonnestelsel. Een zonnestelsel in een veel groter universum met afstanden onderling waar wij van duizelen. Je kunt je afvragen en dat gebeurt ook regelmatig, of daar verderop ook leven is. Onze planeet is qua ligging ten opzichte van de Zon gunstig gebleken voor het leven op Aarde en wel in zo’n verscheidenheid dat het in verre omtrek toch wel de meest unieke planeet in het heelal is, tenminste in ons zonnestelsel.  

De vraag of er verder nog leven is in dat weidse Universum is niet ondenkbaar en het tegendeel te beweren is bijna te vergelijken met de bewering dat de Aarde plat zou zijn.  Het is als met een emmer een schep uit de oceaan te nemen en dan in de emmer geen walvis te zien. Lever je daarmee  het bewijs dat de walvis niet bestaat?  Net als wij maar een klein deel van het heelal kunnen overzien en uit dat “kleine” stukje op te maken dat er verder geen leven in die weidsheid meer te bekennen is? 

Af en toe komen er berichten van UFO’s en Graancirkels die er een idee van geven dat er intelligent leven al zo intelligent is dat ze ons wel kunnen bezoeken en wij er geen benul van ze hebben. Er zijn vliegende objecten gespot die mogelijk buitenaards zijn en de Graancirkels die steeds ingewikkeldere patronen krijgen, worden ook aan deze bezoekers toegeschreven.  Als we bezocht worden hebben ze blijkbaar goede redenen om op de vlakte te blijven en zegt dat al iets over hoe wij mensen ons gedragen. Ze zullen ons dan waarschijnlijk al eerder vanuit buiten de dampkring hebben bestudeert. Door die  studies hebben wij mogelijk een niet al te goede indruk op ze gemaakt en zijn ze misschien daarom tot de conclusie gekomen om, ons maar op afstand te houden.  Ik weet het niet en wie het weet mag het zeggen. Bang om op een brandstapel te eindigen met je ideeën hoef je niet meer te zijn, toch hadden degene die toentertijd zo eindigden gelijk.


zondag 25 maart 2018

2+3=


Zou vijf kunnen zijn. Of toch niet? Wat als het twee peren en drie appels zijn? Dan is de uitkomst: twee peren en drie appels.
De laatste tijd kijk ik veel debatten op YouTube met het thema:  
Evolutie vs Schepping. Voor beide moeilijk te bewijzen, maar desondanks gaan de argumenten over en weer en gaat het soms hard tegen hard.  De vertegenwoordiger van de Evolutie beroemd zich erop een atheïst te zijn en het is wel eens verhelderend om naar zijn argumenten te luisteren. Hij heeft er in ieder geval wel studie van gemaakt en zijn argumenten klinken goed onderbouwd. De argumenten voor de schepping worden door een geestelijke met een wit boordje uiteen gezet. Het grappige vind ik dat ze allebei zich beroepen op fossielen, de één uit de grond opgegraven, de ander uit een boek opgedoken. Voor allebei zijn het wat droge botten, waar veel moet worden bij verzonnen. De atheïst trekt fel van leer als het over het bestaan van God gaat, daarvoor is hij uiteindelijk een atheïst. Met een omgekeerde ijver om te bekeren, en juist te ontkeren. Toch eens goed luisteren wat hij te zeggen heeft, want de argumenten die gelovige aan het bestaan van God verlenen, zijn vaak met de paplepel ingegoten gekregen en de doorsnee gelovige heeft maar weinig argumenten waarom hij gelooft en voelt het meer als een plicht die je blindelings opvolgt, dan dat het een weloverwogen keuze is. Dat maakt je wel een makkelijke prooi voor degene die het tegenovergestelde beweren. 

Voor de grap beweer ik wel eens dat de appel in het Paradijs geen appel was, want als we van de apen afstammen, zou het waarschijnlijker zijn dat het een banaan was, immers die zijn voor apen helemaal onweerstaanbaar.  Wat we allebei met elkaar gemeen hebben, is dat we wel het resultaat zien, de evolutie is misschien nog in volle gang, maar het ziet er tot zo ver goed uit. De schepping is een voltooid iets en ziet er hetzelfde uit. Twee peren plus drie appels. Als we daaraan een beetje meel toevoegen, wat boter, suiker en een half eitje, dan kunnen we daar een lekker appel/perentaartje van bakken. Dan kan iedereen een puntje krijgen en met volle mond praten is niet netjes. Kunnen we even stil zijn en genieten van al dat moois wat de schepping, of als je wilt, de evolutie, heeft voortgebracht.


zaterdag 17 maart 2018

Appelvink


Een koude Noord/oosten wind zwiept de sneeuw voor zich uit, een paar dagen voordat de lente begint. Het is niet veel sneeuw en het meeste verwaaid en verdwijnt voor het de grond bereikt. De vogels in de tuin krijgen dagelijks een schaaltje voer en de voerapparaatjes vul ik dagelijks bij met zonnebloempitten en pinda’s. Nu het weer zo koud is, weten de vogels des te beter hun weg naar de tuin te vinden, voor dat extra hapje zaadjes en daarbij een extra energieboost.   Voor katten is het uiteraard verboden terrein en de hond en ik manen elke kat die in de buurt komt door te lopen.
foto Rene visser

Van al de vogelsoorten die de tuin bezoeken, zit er soms een bijzondere tussen. Zoals verleden week het Puttertje op de zonnebloempitten afkwam. Een vinkachtig vogeltje dat alles in de overtreffende trap aan kleuren bij zich draagt. Het rood bij de snavel is knalrood, het zwart op de vleugel is pikzwart, het wit is spierwit en de gele streep op de vleugel is knalgeel. Vanmorgen had ik een andere verrassing. Bij de vijver streken twee Appelvinken neer en nipte van het water. 

Echt letterlijk een vreemde vogel, die uit aan elkaar geplakte onderdelen lijkt te bestaan. Een kegel van een snavel op een ietwat grote kop met priemende ogen die je strak aankijken, onder de snavel een klein pikzwart befje, oranje kleurige kop en verder bruin/beige van kleur, zwarte vleugelpunten en een klein versierseltje aan de punt van de vleugel, met een paar blauwe vreemd gevormde veertjes. Een sterke robuuste vogel, net iets kleiner dan een spreeuw ,maar met een voorkomen van: hier ben ik!
De Appelvink en de Putter ; vogels die de tuin bijzonder maken, tussen al die vaste dagelijkse vogels.


Een collega zit in de kantine met zijn rug naar het raam en buiten heeft een andere collega een voertafel ingericht en een pindakaas pot opgehangen. Het vliegt daar ook af en aan, en ook het eekhoorntje weet zijn weg daarheen, de specht is een regelmatige gast een druk een veel bezochte plek en waar leuke taferelen vinden plaats,… achter de rug van die collega. Hij kijkt niet op of om, maar staart in één stuk door op het schermpje van zijn telefoontje. Ook “belangrijk” natuurlijk, maar om af en toe eens een blik te gunnen aan het leven om hem heen en dat niet alleen aan de voertafel buiten, maar ook de mensen om hem heen, zou hem en ook ons ook goed doen.

zondag 11 maart 2018

Drempels


Ellendige dingen in het wegdek en soms zo hoog dat je bijna stil moet staan om er over te komen. Ik heb er een bloedhekel aan. Ze beweren de verkeersveiligheid te bevorderen door dit soort maatregelen. Onze auto’s hebben wat te verduren door dat gestuiter over die drempels en de neerbuigendheid waarmee we zo in het gareel gehouden moeten worden, getuigt van weinig vertrouwen.  Houden jij en ik ons aan de regels, het is dat kereltje in zijn raceauto, met het petje achterstevoren op, die je zelfs op de drempels inhaalt.  Daar haal je niet zomaar de snelheid uit door een drempeltje en hij is misschien in de veronderstelling dat het zelfs goed is  voor de vering.

Toch is het blijkbaar nodig om maatregelen te nemen om het verkeer zo veilig mogelijk te maken en de drempel is daar één van. Wat me brengt om de drempel als een metafoor te gebruiken in dit verhaaltje. Drempels halen de vaart eruit en in de vaart der volkeren gaat het soms ook te hard. De gevolgen van een voortrazende economie die elk jaar maar moet groeien en waar we, eerlijk is eerlijk, met zijn allen toch ook profijt van hebben,… maar toch?  Mag het een beetje minder, want in het spoor van de vooruitgang vinden er minder prettige dingen plaats. De vervuiling van de zee en tegelijkertijd de overbevissing. De intensieve veeteelt en tegelijkertijd het dierenleed en de vervuiling die het teweeg brengt. De veeteelt schijnt voor 51% verantwoordelijk te zijn voor het broeikaseffect, meer dan alle auto’s, schepen, vliegtuigen en industrie, bij elkaar. Toch willen we vlees eten en steken onze kop in het zand voor wat deze behoefte allemaal teweeg brengt. Als we zo doorgaan hebben we twee en een halve aardbol nodig om aan al die menselijke behoefte te voldoen. Zoals bekend hebben we er “maar” één. En een hele mooie, tenminste als we de vaart er uithalen. Misschien moeten we eens beter luisteren naar Green Peace, Wakker Dier en het Wereld Natuurfonds, om er een paar te noemen. Ze leggen drempels en lijken de vaart er uit te willen halen, want als we zo doorgaan, voorzien ze grote rampen. Drempels die je tot een bewustzijn oproepen dat jou bijdrage er toe doet. De wereld verbeteren begint bij jezelf. Drempels in de weg worden gelegd voor de verkeersveiligheid, drempels op onze levensweg liggen daar voor de bewustwording en de duurzaamheid. Het is aan jou,…


zaterdag 3 maart 2018

Handdoekje leggen.


Je moet er nu niet aan denken, de bittere kou van afgelopen dagen heeft ons doen schuilen in onze warme huizen en waren we buiten dan waren sjaal, een muts en handschoenen de extra kleding die vereisten waren om de kou te trotseren. Maar straks als de zon in de zomer de temperaturen weer aangenaam en zelfs warm maken, togen we naar het strand, spreidden een handdoek uit en claimen zo een stukje strand. Dat plekje onder de zon op het uitgestrekte strand is van ons. Ook al is het maar tijdelijk, dat is ons plekje en we respecteren de andere plekjes gemarkeerd door een handdoek en we worden gerespecteerd door de anderen. Ook als we even gaan zwemmen, dan bewaakt de handdoek onze plek.

Van de week zag ik een documentaire die me helemaal van slag bracht. Meestal raadt je iets aan, maar deze documentaire, zal ik je afraden. Te schokkend en te gruwelijk om aan te zien. Het ging over de misstanden in de veeteelt, de visserij en schendingen van dierenrechten. Beelden waar ik mijn blik meerdere keren van moest afwenden, omdat ze te gruwelijk waren. Dierenleed en verderop in de documentaire zou het ook over menselijk leed gaan, maar zover ben ik niet gekomen. Halverwege was ik kapot en tranen biggelde over mijn wangen. Ik vloekte en bad tegelijk bij de aanblik van zulke  vreselijke beelden, dat ik naast de afschuwelijke beelden die dieren aangingen, niet nog eens het menselijk leed zou kunnen verdragen.  Van de week had ik in een gesprek nog verdedigd dat de mens niet slecht is tegenover iemand die beweerde dat de wereld in en in slecht is. Maar journaal en dit soort documentaires  schreeuwen dat hij gelijk lijkt te hebben. Het journaalbeeld van die man in Syrië die met zijn kind in zijn armen, uit een kapot gebombardeerd huis rent en niet weet waar hij heen moet rennen, alles om hem heen is kapot geschoten. De wanhoop die deze man met zijn kind uitstraalt, is hartverscheurend. De gezichten van de huilende kinderen in die puinhopen en oorlogsgeweld, die zich in een werkelijk  “computerspel” wanen. Zo gezien is de wereld een slechte plek geworden en verworden.

Van de week zat ik naast een elfjarig jongetje die de hele dag met zijn telefoon in zijn hand een computerspel zat te spelen. Gebiologeerd staarde hij naar zijn schermpje en ik keek mee over zijn schouder, mannetjes met kettingzagen, schietende mannetjes rende over het scherm en schoten links en rechts van alles neer. Hij kon zijn ogen niet van het scherm houden om maar niets van die actie in dat spel te missen. Elf jaar en constant blootgesteld  aan gewelddadige beelden en acties, beleefd onder het mom van een spelletje. Even later scrolde hij door zijn Facebook heen en opende een filmpje, waar mensen te zien waren die een ongeluk hadden. Van een rijdende auto afvielen, een turnster die haar rekstok brak en een nare val maakte en meer van dit soort beelden. Hij schaterde het uit en ik vroeg hem wat er zo te lachen viel. Zijn antwoord vond ik schokkend: “Ik vind het leuk om naar mensen te kijken die pijn lijden”.

 Elf jaar en opgevoed door computerspellen en een TV programmering, die hem het beeld geeft dat geweld een vermakelijk gebeuren is, waar je schaterlachend naar kan kijken. Om het leuk te vinden om naar mensen te kijken die pijn lijden. De wereld lijkt een slechte plek te zijn door dit soort mensen en gebeurtenissen en voor die man uit Syrië  met dat kind op zijn arm, is dat ook zo. Regeringen, religie, militairen, slagers, jagers, stropers en vissers leveren hun aandeel in de ellende van de wereld. Ze spreiden hun handdoek uit en claimen op deze wijze de wereld voor henzelf op. Maar wij hebben ook een handdoek uit te spreiden. Ik geloof dat de wereld niet slecht hoeft te zijn, dat is net zo goed een keuze. Ik kan mijn handdoekje uit spreiden en het plekje waar ik ben tot een goede plek te claimen. Handdoekje voor handdoekje  kunnen we ons plekje onder de zon claimen en genieten van hoe het ook zou kunnen en (zoals we uiteindelijk allemaal diep on ons hart wensen )  behoort te zijn.