woensdag 27 november 2024

Rituelen

 De ochtenden blijven steeds langer donker. Het is nu rond achten dat het donker overgaat in de schemer. Het is de afgelopen dagen geur en koud geweest en het heeft 's nachts zelf iets gevroren en overdag zo rond de 1Cº. Het is zondagochtend, dat is de  ochtend die ik gereserveerd heb voor het radioprogramma “Vroege Vogels”, maar vanmorgen is de zendtijd afgestaan aan een Formule 1 race. Iets wat mijn interesse niet heeft. In plaats van comfortabel met een kop koffie naar de radio te luisteren, gingen nu de wandelschoenen aan en wandelde ik met de hond de nog donkere hei op. Het is om acht uur al 10 Cº en de kou is uit de lucht. Het donkere begint langzaam te wijken voor de schemer en in dat prille licht lopen we het bos in, het lange pad met aan weerzijde Beuken en Eiken, waarvan het afgevallen blad over de grond uitgespreid ligt.  De bomen zijn voor het grootste gedeelte leeg gewaaid en het bos geeft nu weer een winterse aanblik, een aanblik die de komende vijf maanden het beeld bepaald. We klossen door het afgevallen blad. Halverwege het pad sta ik stil en draai me om. Daar liepen we zonet, de hond en ik, zonder veel besef van een eigen aanwezigheid daar te zijn, zoals een bril die je zelf niet ziet, maar erdoor wel alles ziet.

                                   

Een stemmig pad in het ochtendlicht, waar we ons middenin bewegen. Een besef van bevoorrecht te zijn hier te lopen samen met de hond. Het landschap waar je in loopt zie je jezelf niet, door om te kijken waar we net gelopen hebben, kan ik me er wel een voorstelling van maken. De vele regen van afgelopen dagen hebben volle plassen op de paden gevuld, waar we omheen moeten lopen. Bosarbeid met een tractor heeft het natte pad tot een blubberpoel gemaakt, glibberig en nat. De bospaden die ik insla, leiden me naar plekken waar ik al zoveel keer ben geweest en door verschil van tijd en stemming telkens weer het bezoeken waard zijn. Van de week leerde ik de term “Sitspot” dat is een plek uit te kiezen waar je regelmatig komt en er letterlijk even gaat zitten.
 Daar te zitten uit het zicht van de dagelijkse bezigheden, een pauze waar je met jezelf op de afgesproken plek telkens even komt. Er een ritueel van maken je sitspot op te zoeken. Wie weet wacht daar iets op jou, een indruk, of een inzicht die je kunt toevoegen aan je rijkdommen.

Een dik uur gelopen en weer thuis, brokjes voor de hond in haar bakje en voor mij een ander ritueel. Vroeger kreeg ik van mijn moeder zondags een gekookt eitje met drie beschuiten als ontbijt, een vaste prik voor de zondag. Door het interval vasten ontbijt ik ’s morgens niet, maar voor de zondag maak ik een nostalgische uitzondering. Ik kook een eitje en rooster een boterham en net als vroeger, heb ik de gewoonte van mijn moeder weer nieuw leven ingeblazen. Een gekookt eitje op zondagmorgen. Iets om naar uit te zien.

 

 

zaterdag 23 november 2024

Een keuze

Bij het boekwinkeltje met tweedehandsboeken kwam ik weer naar buiten met vier boeken daar gekocht. Boeken over de natuur en weer een nieuwe schrijver, alhoewel nieuw… het boekje komt uit 1943, en heeft de titel: “Dwalend ginds en her ”een heerlijke oubollige titel. Een boek, las ik eens, is een deur, aan de andere zijde ben je ergens anders. Zo’n boek uit lang vervlogen tijden brengt je even daarheen, naar een tijd voor ik geboren werd, een tijd dat gestold ligt tussen de bladzijden en door het lezen vloeibaar wordt. Het boek is als een souvenir van de reis die je door het boek maakt. Het lezen is een keuze uit  een woud van boeken, waar het moeilijk kiezen is, want alhoewel het lezen op zich als ontspanning wordt gezien is het een inspanning. Zoals een zalm die tegen de stroom inzwemt om thuis te komen. Sommige stukken zwemt de zalm in rustig water, maar weet ook hoe het de obstakels moet nemen. Een boek heeft dat ook, momenten dat je erbij weg kan dromen en je iets laat ervaren dat je uitdaagt. “Kies Uw liefde en bemin uw keuze”, jubelde mijn Belgische vogelvriend. Het boek, hoe graag je het verhaal ook wilt onthouden, het zijn vaak maar flarden, er wordt weer zoveel vergeten, maar wie weet komt er iets van terug in je dromen. 

Een boekenkast is een monument in het huis, boeken die je ooit aanschafte en er wellicht in gelezen hebt, ze staan met de ruggen naar je toe en tonen de titel. Ze zeggen iets over de schrijver, maar ook over de lezer, die elkaar gevonden hebben in een boek, de schrijver heeft een onderwerp en jij bent erin geïnteresseerd. Voor mij moet een boek inhoud hebben en ik ga voorbij aan de zogenaamde spannende boeken, de thrillers, waarbij het om een moord draait. Een schrijfwedstrijd had de opdracht over kerst te schrijven en van de inzendingen bleken er verschillende in de titel het woord moord te hebben. In mijn boekenkast zal je geen zogenaamde spannende boeken vinden, voor mij is het criterium dat ze interessant en inspirerend zijn. Als een boek een deur is wil ik aan de andere kant van die deur niet in de wereld van misdaad en geweld verzeild raken en er een genoegen uit te halen dat er weer een moord is opgelost. Daar kost het lezen mij te veel inspanning voor om me daar mee bezig te houden. Ik wandel liever mee met een auteur die een landschap beschrijft, het gedrag van een dier voor mij verklaard, of iemand die zijn inspirerend levensverhaal verteld. Kies Uw liefde en bemin uw keuze. 

woensdag 6 november 2024

Herfstdag

 Een geweldige herfstdag, blauwe lucht, met vannacht en vanmorgen een vleug nachtvorst. Een prikkelende kou die het blad uit de bomen doet dwarrelen, daar is geen zucht voor nodig, in die windstilte laat de Zon mistige stralen in bundels door de stammen schijnen. Een moment waar je bij wilt zijn en als je dat voorrecht hebt, zal het je niet ontgaan, een ansichtkaart waar je zo in kan wandelen. Het vallende blad tikkelt tegen de takken onderweg naar de grond waar nog meer blad ligt waar mijn voeten en de pootjes van de hond, de ritselde bladeren onder onze stappen laat knisperen. De uitgebloeide Distels en de Guldenroede, met op de verdorde stengels de verdorde bloemen, vol met zaden te wachten tot een vogel die rijkdom komt opeisen en wellicht genoeg van de zaden morst om uit te zaaien. Een toegift van de zomerse bloei, nu als fiere bruingrijze skeletten rechtopstaand, weer op een heel andere manier mooi te wezen. Het is stil en het zou stiller kunnen zijn, als de schooljeugd die fietsend, over het brede bospad op weg naar school, af en toe met vuurwerk in de weer zijn, met oorverdovende knallen.

Wat ook onder vuurwerk zou kunnen vallen, is het geruisloze stille werk, van de paddenstoelen.
Met spetterende namen en kleuren, zoals de Goudvliesbundelzwam, die aan de bast van een Beuk tevoorschijn komt, de Bleekgele Mycena, piepkleine paddenstoeltjes tussen het gras, de Groene anijstrechterzwam, de Nevelzwam die in grote cirkels onder de Beuken staan.  Hoe ik al die paddenstoelen namen ken? Een prachtige App op de telefoon vertelt me in no time met welke paddenstoel ik van doen heb, één fotootje ervan en de app verteld me de wonderlijke en prachtige namen. Waar ik gisteren langsliep en nog niets te zien was, staat vandaag een heuse heksenkring, want zo heet een cirkel met Nevelzwammen. Heksenkring, wat het dan weer tegelijk sprookjesachtig maakt. Zoals ook de paddenstoelen aan kabouters doet denken. Ik vraag me dikwijls af als de hond ergens staat te snuffelen wat ze ruikt, misschien ruikt ze het spoor van een kabouter die daarlangs is gekomen. Zeg niet te snel dat dat flauwekul is, want je weet het uiteindelijk toch niet echt. En wat je niet weet kan je ook niet ontkennen.

Elke dag schuift de Zon iets eerder achter de horizon en tovert in de lucht soms mooie avondluchten met tinten oranje, geel en wit, purper, licht en donkerblauw. De afkoelende heidegrond maakt nevels los die een mistige laag boven de hei vormt. Het donker wordende bos maakt de Bosuil wakker die in deze tijd van het jaar de lente al in het hoofd krijgt door zijn mysterieuze roep vanuit de donkere bosrand te laten klinken. De roep om weer een nest te bouwen met daarin de vroegste eieren van het volgende jaar uit te broeden.  Deze mooie dag is weer voorbij en wie weet is het morgen nog mooier, gewoon verwachten dat het zo is.  Als het niet zo is, dan weten we wel, door vandaag, hoe mooi het kan zijn.



 

woensdag 30 oktober 2024

Moeder

Het woord heeft al een warme klank: Moeder. De laatste levensjaren van haar, mijn moeder, bezocht ik haar elke avond om even een kopje thee met haar te drinken en naar het spelprogramma Lingo re kijken. Ze is op een lentedag in mei overleden, zacht in haar slaap. We hebben haar aan de Aarde toevertrouwd in het graf waar ook mijn vader ligt. Vijf jaar waren ze van elkaar gescheiden geweest en nu voor altijd  in de Aarde opgeborgen, met de gedachte dat ze elkaar weer in de Hemel zullen zien. Hemel en Aarde verbonden in het leven van mijn ouders.  

De Aarde wordt ook Moeder genoemd: Moeder Aarde. Al het leven, van plant, mens en dier, heeft een moeder. God verwekte het leven, maar de moeder bracht het voort, koestert en voedt het. Door zaden  voortgebracht uit bloemen, door eieren warm gekoesterd in een nest, door jong leven gevormd en gedragen in een lichaam. Moeder Aarde. Brengt wonder op wonder in de diepte van de zeeën, hoogte en laagte bevat zij, de bodem met kiemkracht en houvast. De moeder van mijn en onze moeder. In ouderdom en wijsheid niet te evenaren. Een stralende bol die ronddraait in het universum. Geeft ons  een plek in het weidse heelal en de bodem waarop we lopen, het voedsel dat we eten en de lucht om te ademen.  Gedenk haar te eren.
Waar ik me niet vaak aan waag is een gedicht te schrijven, maar dan toch dit korte verhaaltje samengevat in dit gedicht:

 

Moeder

 warm van klank
Moeder
gekoesterd in haar lichaam
vormde tot wie ik ben.
gezorgd en gevoed
Moeder
zonder haar
geen mij
ik deel haar
met zussen en broer


Moeder Aarde
Moeder der moeders
bol van wonderen
door sprankelend leven omgeven
veelkleurig en weldadig
leven en leven voortbrengend
 ik deel haar
met jou en alles wat leeft.
Moeder
gedenk haar te eren.

zondag 20 oktober 2024

C/2023 A3

 Sta ik daar op de hei en kijk naar boven. Mijn blik gericht op de zuidwestelijke hemel. Een komeet C/2023 A3 (Tsuchinshan-Atlas) suist langs de Aarde en die wil ik graag zien. Een tijdelijke  verschijning die eens in de 80.000 jaar de Aarde passeert. En het zal weer tachtigduizend jaren duren voordat het weer langs de Aarde komt. Om kort te zijn heb ik de komeet niet gezien, of ik was te laat, want het was zichtbaar vlak na zonsondergang, of het was te bewolkt. Maar de wetenschap dat de ruimte zo groots is, dat zo’n komeet er een rondgang van zoveel jaren kan maken en dat met een aanzienlijke snelheid door het heelal schiet. Ik heb het dan niet buiten gezien, maar wel een foto, een stip met een lange sluier. De komeet is bijna 3 kilometer in diameter en zijn staart van stof en gassen strekt zich uit over tientallen miljoenen kilometers. Dat heb ik erover gelezen en dat weet ik ervan en wat zou ik het met eigen ogen gezien willen hebben. Maar het is al weer voorbij, het is weer uit het zicht van de Aarde.

Tachtigduizend jaar en een staart van miljoenen kilometers lang, dat is toch niet te bevatten voor een simpele ziel? Toch heeft deze simpele ziel er gedachten bij. Stel de komeet houdt het lang genoeg uit om de aarde nog eens te bezoeken, dat is dan weer over zovele jaren. Wij hebben een jaarteling die net een tweeduizend jaar bestrijkt, deze komeet gaat een veel en een veelvoud mee van onze jaartelling. We hebben niet echt een visitekaartje afgegeven, onze generatie heeft in de tweeduizend jaar niet bepaald een geschiedenis waar we trots op kunnen zijn, vol met oorlogen, vervuiling van het milieu, en uitroeiing van diersoorten. ( we zijn toch beter dan dat ??) Een buitenaards wezen zou toch niet een goede indruk van ons kunnen hebben. Nou is een komeet niet een buitenaards leven, maar een blok steen, een vuile sneeuwbal van gas en gesteente, maar toch, als hij om de 80.000 jaar langskomt is het nu de eerste keer dat het onze invloed  op deze planeet kan waarnemen. Hoe zal het de volgende 80.000 jaar neerkijken op de Aarde? Staat er dan ook een versie van ons op de hei en kijkt die op naar het heelal om de komeet voorbij te zien komen? Tachtigduizend jaar is een lange tijd, een tijd dat we het beter kunnen doen. Wie weet is dan onze planeet er beter aan toe. Wij zullen het niet meemaken, maar het ligt voor nu, wel in onze handen, of het zover kan komen.


zaterdag 12 oktober 2024

Wat zou het zijn?

 Het begon met zo’n mooi verhaal: Het paradijs. Alles was goed, zeer goed. Zie ons nu eens? Op het wereld toneel dreunt het van de bommen, maken we elkaar uit voor allerlei naars en toch lijkt het allemaal ver van ons bed. Onze politiek word bemenst door onkundige mensen die zich uitermate belachelijk maken met vreemde standpunten, waarbij de leugenachtigheid niet geschuwd wordt, maar die gek genoeg veel aanhang hebben. Wat krom is wordt recht gepraat en andersom. Elke keer lijken we verder van het paradijs af te komen. Daar waar de blauwdrukken liggen van hoe we kunnen zijn. Het ligt achter ons en de herinnering is vervaagd tot een kort verhaal in de geschriften van welke godsdienst dan ook. Maar als…als het paradijs nu eens niet alleen achter ons ligt, maar ook voor ons. Niet zozeer als een plek, niet ergens verstopt in het heelal, een hemel of een hiernamaals, niet verstopt in de gedrochten van de religie of een heilig boek, maar binnen handbereik.

 Ooit ontdekte we elektriciteit, als een energiebron om lichten mee te ontsteken, ovens te verwarmen, maar elektriciteit is niet uitgevonden, het was er altijd al. Mozes zou er gebruik van kunnen hebben maken, maar het was nog niet ontdekt en er waren nog geen toepassingen voor. Het is ook nog eens onzichtbaar, maar leg bedrading aan in het huis en stopcontacten, sluit het aan op het elektriciteitsnet en van alles is ermee te doen. Ons verhaal begint ook met iets wat nog niet is ontdekt, maar waar we wel het bestaan vermoeden. Een uitgangspunt een ijkpunt, wat we toen het paradijs noemde, maar we kennen er geen toepassingen voor bedenken. We hebben oorlogen uitgevonden en uitgevochten, wat ons niet menselijker maakte en waar we reden voor hebben ons voor elke oorlog te schamen. De oorlogen worden herdacht alsof de slachtoffers, de offers waren voor de vrijheid.  Oorlogsvoering lijkt op een vorm van godsdienst die grote offers eist en levens verachtende toewijding. Godsdiensten hebben zich tegen elkaar gericht, alsof één godsdienst het alleenrecht zou hebben op wat we God noemen. Doodlopende wegen. We hebben het vaker mis gehad in de geschiedenis en meer dan alles is vandaag de dag er het bewijs van. We lijken op elk gebied de plank mis te slaan en wat zou het zijn als we nu in al die chaos de weg naar het paradijs hervinden?

vrijdag 27 september 2024

Onzichtbaar

Veel om ons heen is onzichtbaar en hebben we van horen zeggen. Ooit heb ik als kind een overtuiging meegekregen door een poppenkastspel van Jan Klaasen dat er onzichtbare dingen me omringen. Vanuit de hoek van de poppenkast  werd Jan Klaasen belaagt door een grote krokodil die telkens uit een holle boom schoot en naar Jan Klaasen hapte.  Die krokodil zat ook bij ons thuis in de WC pot en was er op uit om mij de pot in te sleuren. Ik heb hem nooit gezien maar wist zeker dat hij er moest zitten. Ik weet nu beter, er past helemaal geen krokodil in de WC pot,  hoe moet hij alleen al door de zwanenhals heenkomen??..maar toch…. Hoeveel dingen geloven we die we nooit gezien hebben, maar van horen zeggen hebben en dan laat ik religie voor nu even buiten beschouwing.

 Het schijnt dat er in een Appel  boordevol goede dingen  zitten, met name vitamines. Vitamine C, A, B1, B2, B3 en E. Heb je ooit een vitamine gezien, zou je er één herkennen als het levensgroot voor je neus stond? Maar dacht je dat de appel met al die vitamines dan inmiddels op barsten zou staan, dan vergis je je, er is nog plek voor mineralen als Calcium, IJzer , Kalium en Zink, om er een paar te noemen, allemaal verstopt achter het dunne schilletje van de appel, maar nog steeds onherkenbaar, zeg onzichtbaar in het weefsel van de sappige vrucht verstopt. Het gaat door de haksel, of wel je mond en komt als een appelcompote in je maag terecht. Je hebt genoten van de smaak en structuur in je mond en na het doorgeslikt te hebben kijk je er niet meer naar om. Kan ook niet, maar je lichaam weet wel hoe een vitamine of een mineraal eruit ziet en doet er zijn voordeel mee. Daar hebben de maag en de darmen ons niet voor nodig, die regelen het vanaf de slokdarm verder zelf wel. Het is onzichtbaar en verdeelt al het goede uit de appel naar allerlei plekken van het lichaam die daar weer wat mee kunnen. Dit geld dan voor de appel, maar de peer kan er ook wat van en de boterham en de aardappel, een tomaat, zelfs uit zogenaamde ongezonde dingen zoals een zak patat met mayonaise, weet het toch de goede stoffen er uit te halen en er zijn voordeel mee te doen, maar het is raadzaam om toch ook naar het lichaam te luisteren en niet alles met de smaakpupillen af te meten. Soms moet je gewoon iets eten omdat het gezond is, zoals een appel en ook al zie je het niet, het de wetenschap is dat het gezond voor je is. Je stopt toch ook geen slechte brandstof in de tank van de auto, want dan moet je er op den duur mee naar de garage. Zo ook mindere voeding, de garage van het lichaam noemen we het ziekenhuis. Zo komt de aloude wijsheid: A apple a day, keeps the dokter away , toch weer tot zijn recht.

woensdag 11 september 2024

Kleine Wrattenbijter

 Zondagmorgen; de radio is gewoontegetrouw afgestemd op het radioprogramma “Vroege Vogels” die een item hadden over een oefenterrein in ’t Harde. Het onderwerp werd door de presentator aangekondigd met dat defensie, Nederlands grootste grootgrondbezitter is met maar liefst 30.000 ha grond. Veelal met veel hekwerken erom heen en grote waarschuwingsborden dat het een levensgevaarlijk schietterrein is.  Er zijn onrusten op verschillende plekken in de wereld en defensie ziet zijn kans schoon zichzelf weer eens goed op de kaart te zetten. Een presentator van het radioprogramma kreeg een rondleiding op het terrein van de terreinbeheerder. Een gebied dat ontoegankelijk is, vanwege de zware oefeningen, maar ook mogelijk onontplofte munitie die er nog kan liggen. Het interview was een lofzang over dat oefenterreinen bijzonder voor de natuur zouden zijn, en daarvoor was een kleine sprinkhaan een bewijs.

De zeldzame Kleine Wrattenbijter die enkel daar en ook nog op een oefenterrein in Duitsland voor komt. De Kleine Wrattenbijter, zo zeldzaam dat hij ongezien bleef voor de presentator, enkel het getsjirp  was hoorbaar. Horen is scoren; riep de presentator het uit, om de mensen bij wie hij te gast was, niet in verlegenheid te brengen. De Wrattenbijter had het er goed. Hij was erop uit om in de kratergaten van de mortieren, daar in het kale zand van die inslagen haar eitjes te leggen. Herten en zwijnen en zelfs de Wolf konden het ook goed vinden in deze terreinen, met zelf de bewering dat de oefeningen geen enkel effect hadden op de dieren. Honden waren veel meer verontrustend volgens de militair. De Kleine Wrattenbijter is het symbool geworden om militaire oefenterreinen te rechtvaardigen. Grote gebieden en dan ook nog eens ruimaangelegde kazerne terreinen; 30.000 ha en nog willen ze meer en willen ze uitbreiden. Er moet geoefend worden, met een schuin oog op die Russische president. Die zal niet onder de indruk zijn van de Kleine Wrattenbijter, maar wellicht wel van een geoefend leger die zelf hun eigen land annexeren wil, door nog meer terrein en daarbij, met als aardige bijkomstigheid, nog meer leefgebied voor de Wrattenbijter te krijgen.

Gisteren was ik op een Landgoed hier in de buurt, een bosgebied waar Herten, Zwijnen en  Reeën leven. Nergens het gesjirp van de Wrattenbijter te horen, goed teken, dan is het geen militair oefenterrein. Had je gedacht!. Een zwaar gebrom dat  langzaam aanzwol en over de boomtoppen kwamen vier laagvliegende Dakota- achtige vliegtuigen, zeer laag en provocerend overgevlogen.  Onmiskenbaar oorlogstuig. Ongehoord, alhoewel het ging gepaard met een oorverdovend lawaai. Zelfs de Wrattenbijter keek er van op, terwijl zij een eitje legde in één van de  mortiergaten, verderop op een Militair oefenterrein.

woensdag 4 september 2024

Herdenkingsbankje.

“ Ik heb hier vele voetstappen gezet” staat op het plaatje dat aan een bankje is bevestigd, dat onlangs op de hei is geplaatst.  Een knusse plek met een doorkijkje naar de hei , een plek omringt met bremstruiken en in de schaduw van een paar Eiken en Beuken.  “Lammie 2023 “ staat er op het goudkleurige plaatje boven de tekst: een herdenkingsbankje en verondersteld dat Lammie er niet meer is. Hoewel ze vele stappen hier heeft gezet, heeft ze nooit hier op dit bankje gezeten. Dat stemt me wat weemoedig. Het bankje koestert haar herinnering voor degene die haar kennen. Ongetwijfeld zullen die bij het langskomen, hier even gaan zitten en als ze haar goed gekend hebben een herinnering over haar ophalen. De Lammie die ik ken is van lang terug en dat was een enthousiaste, hartelijke vrouw, eigenlijk nog een meisje toen ik haar kende en dat is ook weer teveel gezegd; ik kende haar van een afstand. Als zij de Lammie is die op het bankje staat geschreven, is het een verlies, want hartelijke en enthousiaste mensen, daar zijn er niet genoeg van en degene die het zijn, zijn onmisbaar. Juist daarom is het misschien wel erg goed dat haar herinnering wordt vastgehouden en ze met recht een herdenkingsbankje heeft.

zondag 25 augustus 2024

Kalverliefde

 

De Varens in het bos beginnen alweer bruin en geel te kleuren. Het is de tijd van het jaar dat ze weer uitgegroeid zijn. Het gaf van de lente en de zomer een mooi dikke ondergroei, die de kapschade waarvan ons bos te leiden heeft gehad, wat bedekte. Straks trekken de planten zich weer helemaal terug in de wortels en vallen de eens zo mooie groeien stengels met waaierende bladeren weer op de grond. De Seizoenen zijn net een grote klok en nu staan de wijzers op deze fase in het jaar. Er ligt een veer van een Buizerd op het pad en die gaat mee naar huis. Vanuit de bosrand vliegt een Havik en een groep Staarmeesjes foerageert door de eiken en de berken. Als ik zo mijn ronde met de hond door het bos maak, komt het allemaal zeer vredig over en verloopt het in de orde van de tijd en de seizoenen. 

Maar, een dikke maar, de afgelopen dagen is de zon iets gesluierd geweest door rook van de bosbranden die in Canada woeden. Verwoesting van Natuur en Milieu, het lijkt allemaal ver weg, maar toch heeft het hier ook zijn effect. Het liefst willen we er niets van weten en zeker niet dat we er verantwoordelijk voor zijn, een verantwoording die we al lange tijd weten en het negeren. Jongeren die een toekomst ingaan die in vooruitzichten niet zo rooskleurig is als mijn vroege wandeling in het bos vanmorgen. We doen kleine dingen, scheiden afval, als we het ons kunnen permitteren gaan we elektrisch rijden. Maar toch ik schrik er weer van, wat ik aan afval in de bermen en bij de bosbankjes zie liggen. Het lijkt erop dat die kleine dingen nog niet zijn doorgedrongen dat we de boel vervuilen en onze persoonlijke behoefte ver boven alles laten uitsteken.  Ik denk ook vaak niet goed na, maar het is wel een vereiste voor deze tijd dit wel te doen. Die Varens moeten van het voorjaar weer uit de grond kunnen komen, de Staartmeesjes moeten genoeg voedsel kunnen vinden, die Havik en die Buizerd moeten kunnen rondvliegen, de seizoenen moeten hun schatten kunnen tonen. Waar ik mijn goede wil toon, door geen vlees en zeker geen vis te eten, vraag ik me af of het effect heeft. Eet ik het niet dan zie ik de BBQ dampen en grote hoeveelheden vlees, die ik denk uit te sparen in korte tijd genuttigd worden, overladen met zoveel sauzen dat het vlees er diep onder verstopt ligt. 

Van Zuivel wilde ik ook steeds minder weten en wie heeft niet op zijn netvlies het beeld dat een pasgeboren kalf bij de koe wordt weggehaald, omdat de melk die het kalf toebehoort, van ons is. Een loeiende koe in het weiland, doet ons landelijk aan, maar het is misschien dat de koe haar kalf roept. Een goed initiatief dat een aantal boeren het kalf bij de koe laat en daarmee een deel van de melkproductie inlevert. De melk wat dan over is en gemolken wordt, wordt verkocht onder de naam Kalverliefde en is bij een paar grote Supermarkten te koop. Dat initiatief wil ik steunen en na jaren geen melk gekocht te hebben (maar havermelk daarvoor in de plaats gebruiken) kocht ik het duurdere pak melk: Kalverliefde. Twee rijtjes staan er in het schap, naast de tien rijen dik aangeboden sloopmelk, zoals Wakkerdier in een aangrijpend spotje wereldkundig maakt, hoe een groot beroep op de melkprestaties van een koe gedaan wordt, om die rijen dik met pakken melk in de supermarkt te kunnen aanbieden. Dierenwelzijn, we kunnen een stap zetten en geven het toch maar weinig ruimte in het schap:  twee rijtjes. Het is een alternatief om te bewijzen dat we het welzijn van het dier serieus nemen. De reclame van de ketens richt zich liever op de BBQ, het vlees verslindende rokerige feestje. Het rook dat net als de rook van de bosbranden in Canada geen goed teken zijn.

dinsdag 13 augustus 2024

Vallende sterren

 In augustus houden we het niet droog. De weersverwachting op het Journaal kondigde aan dat het vannacht zou gaan regenen; een sterrenregen. Het zal vannacht op zijn hoogtepunt zijn met in één uur wel 50-60 vallende sterren die er te zien zullen zijn aan de Noordoostelijke hemel: zo stelde de weerman. Die uitnodiging laat ik niet aan mij voorbijgaan en de achtertuin geeft juist uitzicht op de Noordoostelijke hemel en ik ging er vannacht maar eens goed voor zitten op de tuinstoel. Glaasje sap en een knabbeltje en laat het spektakel maar beginnen. Het was warm in bed en ik lag  half boven het dekbedje, maar hier in de tuin waait er af en toe een fris windje over mijn benen. Ik ben blijkbaar te vroeg, want de nachtelijke hemel laat op het gespikkelde van de sterren, geen beweging zien van ook maar één vallende ster. Vliegtuigen komen hoog langs en ik volg ze een stukje hoe ze langs de donkere lucht komen, met hun knipperlichtjes en brommend geluid. Een paar satellieten trekken nog hoger hun baan en gaan behoorlijk snel. Allemaal leuk, maar daarvoor zit ik hier niet, en dan opeens in minder dan een seconde flitst er een ster met een staart door het zwart. Het is er en voor je het beseft is het weer verdwenen. Er volgt een hele dunne streep waar ik aan twijfel of dat er één was. Ik hoop dat dat het startschot is op de regenbui die voorspeld was, 50 vallende sterren in een uur. Als een visser op zijn dobber houd ik mijn blik op de weidse hemel gericht. Ze willen niet bijten, om in de slecht gekozen metafoor te blijven, maar ik laat me niet ontmoedigen.

Een kat springt op de voertafel in de tuin en de hond die in de benche ligt in de keuken ziet het gebeuren, waarop ze een luide blaf laat horen. Kat weer weg en de hond tot stilte gemaand, het is immers midden in de nacht. De hond draait zich om en vraagt zichzelf  waarschijnlijk af wat ik daar buiten doe. Ik begin het me inmiddels ook af te vragen, hoe geconcentreerd ik ook blijf om in de ruimtelijke oneindigheid te staren, het universum laat het afweten. Als ik dan toch zit te wachten en te kijken, zou het dan misschien aardig zijn als een UFO zich liet zien. Vallende sterren heb ik wel eens gezien, maar een UFO heb ik nog niet op een waarnemingslijstje kunnen  zetten. Twee heldere strepen van een vallende ster verlichten de lucht en scherpen mijn verwachtingen weer aan, ah… nu gaat het beginnen en ik  ga er weer eens goed voor zitten.
Een slak probeert mijn blote voet op te klimmen. Er splast iets in de vijver, een zachte bries ruist door het blad van de bomen, stemmen van voorbijgangers op de hei.  Na vijf kwartier en vier vallende sterren geteld te hebben voel ik me toch wat bedrogen uitkomen. Hoezo sterrenregen, het heeft wat gedruppeld. Terug naar bed, want de belofte dat ik daar lekker kan slapen, wordt vast wel vervuld.

vrijdag 9 augustus 2024

Slak

Vanmorgen werd ik wakker en hoorde de regen tegen het raam, het was rond zes uur het tijdstip dat ik vaak al uit bed ben, maar het getikkel van de regen hoorde ik als een uitnodiging toch maar even te blijven liggen. een uitnodiging die ik graag aannam, want het was warm vannacht en heb daardoor een tijd wakker gelegen. Vinden wij zonnig weer lekker, de slakken hebben het liever vochtig, waren ze gisteren met het droge zonnige warme weer niet zo talrijk, de regen heeft de naaktslakken weer uit hun  schuilplaatsen gelokt  Overal kruipen van die bewegende drollen door de tuin en laten een slijmspoor en aangevreten planten achter. Slakken hebben net als kwallen niet zo’n goede naam, niet letterlijk maar ook figuurlijk. Als je een kwal wordt genoemd, of wordt bevonden dat je met een slakkengang gaat, zijn dat geen positieve eigenschappen.

Toen er een Wilde Eend haar nest in onze tuin uitbroedde en daaruit een paar weken 9 eendenkuikens in de tuin en de vijver rondscharrelde, zorgde die er voor dat er geen slakken in de tuin waren. Die werden door de eenden gegeten en de Hosta en andere planten waren niet zo zwaar aangevreten in die periode. Maar dat eenden gezin had weer andere nadelen, ze vernagelde de vijver die helemaal opnieuw moest worden ingericht. Eenden naar de Polder en de slakken hadden weer vrij spel. Maar dit jaar blijkt het uitzonderlijk te zijn, het lijkt wel een Egyptische plaag, overal duiken naaktslakken op. Maar ondanks hun minder goede reputatie en onaantrekkelijk voorkomen zijn het ( zoals elk dier ) bijzondere dieren.

In een documentaire over Engelse tuinen deden ze een proef met huisjesslakken . De tuin was met lint in vier vakken verdeeld en gemekt met vak A,B,C en D. uit elk vak werden slakken verzameld en kregen een letter op hun huisje uit welk vak het dier gevonden was. De verzamelde slakken werden in het midden op het kruispunt van de linten gelegd en zie hier; elke slak kroop weer terug naar het vak waar het een letter van op zijn huisje had. Hun paargedrag is ook op een slakkengang, lekker langzaam, maar wel erg vruchtbaar, gezien het vele nageslacht in de tuin.  Het is misschien geen liefde op het eerste gezicht en vele gezichten later ook niet, maar dan toch een beetje aandacht en je kijkt er al anders naar, maakt dat ze er mogen zijn, maar dan misschien liever niet in je tuin.


dinsdag 30 juli 2024

Toegevoegde waarde

 

Het is leuk en maakt je nieuwsgierig, als je een flard van een gesprek opvangt en daaruit iets opmaakt. Niet dat ik me in dat gesprek meng, het zijn voorbijgangers op de fiets, zoals de grootmoeder met haar kleinkind de hei op kwamen fietsen en ze tegen haar kleinkind zei: “Kijk dit is de hei,… tenminste wat ervan over is,” voegde ze eraan toe. En zo fietste ze de hei op en raakte buiten mijn gehoor. Wat ervan over is,… vroeg ze haar af en daar zit een gedachte achter die ik verder niet met haar kan bespreken, maar wel wat bij mij blijft hangen…wat ervan over is…Ze doelt misschien op de vergrassing en dat gras, waar overigens verscheidene soorten van groeien en ook bloeien met pluimen die wuiven als daar de wind over trekt. Maar ook het  Jakobskruiskruid dat veelvuldig bloeit en de andere bloemensoorten die boven de heidestruiken uitsteken. We zien de heide graag als een aaneengesloten vlakte die één keer per jaar zo prachtig paars bloeit.  Eén maand per jaar bloeit de hei waar de heide naar genoemd is, en dat is prachtig. Hoor de bijen die erop af komen, de struikjes hei zoemen gewoon van hun bedrijvigheid.

“Wat ervan over is,…”: vroeg die voorbij fietsende vrouw haar af. Wat erbij gekomen is, stel ik als antwoord , aan Bremstruiken, Wilgenroosjes, Teunisbloemen en de lijst gaat verder van planten die ook een plekje op de heidegrond hebben, zonder daarbij, op de grassoorten na, de hei iets in de weg leggen. Divers, dat is de hei en de rijkdom van zo’n veld door alles wat zich eraan toevoegt, is als de rente die zich jaar op jaar uitbetaald in kleuren, met als bonus de bloei van de heide. Het heideveld is begroeid met bomen die ruim verspreid over de hei staan. Berken, Eiken en Grove Dennen.  Eens stond ik met twee buurmannen over de hei te praten, ze vonden het maar niets al die bomen op de hei, die zouden allemaal gekapt moeten worden. Ik bracht er tegen in, met de bomen neem je diepte en contrast  uit het veld weg, dan kan er net zo goed er een weiland van gemaakt worden. Kaal en uitzichtloos. Denk je eens in, die solitair staande bomen die helemaal tot hun recht komen, hun silhouetten in de mist of de schemer, bomen die een rijke kruin dragen en de als met houtskoolgetekende stammen van de Berken. Het vergt wel onderhoud, want de zaailingen dreigen de hei over te willen nemen en er een bos van te maken.  Dat wil ik ook niet en bij gebrek aan grazers, moet de zaag af en toe dat werk doen.

 

Toen ik met mijn vader eens in de buurt van Dokkum reden, waar mijn vader geboren is, heb ik mijn vader hartelijk bedankt dat hij en mijn moeder naar de Veluwe zijn verhuisd. Ik overzag die eindeloze groene graslanden die tot aan de horizon strekten, het enige contrast was een hekpaaltje, met hier en daar langs een slootkant een vergeten struik. Groen- gras- weiland, waar je ook keek.
“Hoezo jongen?” : vroeg mijn vader. Ik zei hem dat ik hem bedankte dat hij daar niet is blijven wonen, want dan was ik daar ook geboren en zou ik in die grote grasgroene  leegte zijn opgegroeid, wat op de keper beschouwt ontoegankelijke bedrijfsterreinen zijn; boerenbedrijf.  Geef mij maar de bossen, ik wil een boom zien, de wind door de bomen horen ruizen en niet altijd maar in het Friese land tegen de wind in te moeten fietsen.  Ik kreeg een opsomming van mijn vader die toch ook wel wat positiever was dan ik me op dat moment uitdrukte, hij was immers wel in het Friese opgegroeid, desalniettemin, ben ik blij dat ik op de Veluwe geboren ben.

Die twee buurmannen wenste onze hei als een Friese akker, kaal en boomloos tot aan de horizon, met slechts één plant erop; de hei. Dat hebben die voorbij fietsende vrouw en die buurmannen voor ogen wat voor hen de hei zou moeten zijn. Monocultuur in de natuur.
 Als dat zo zou zijn, zeg ik op mijn beurt: “Kijk dit is de hei,…tenminste wat ervan over is,…”.



zaterdag 27 juli 2024

Het is er maar even

Met een rode gloed staat de Maan groots, vlak boven de boomtoppen die daar als een enorme bol zweeft en samen met de nevels op de hei is het een betoverend geheel, een moment dat voorbijgaat, een moment dat even duurt. De Maan zakt straks weg achter de horizon en de mistnevels zullen oplossen. We wanen ons alleen en daarom lijkt dit schouwspel voor ons opgevoerd.  Langduriger is de bloemenpracht op de hei die zich deze periode laat gelden. Dit jaar is het Jakobskruiskruid sterk vertegenwoordigt en overal staan de gele bloemen op lange stengels langs de paden, samen met het geel van het St Janskruid en de fijne gele bloemetjes van de Agronomie die, als ze uitgebloed zijn, langs hun lange stengel allemaal kleine klisbolletjes krijgt, waar mijn vorige hond Lisa, na een rondje op de hei haar vacht vol met klisbolletjes zat. Dan had ik wel even tijd nodig om al die kleine bolletjes weer uit haar vacht te peuteren. Wat mis ik mijn oude Border Collie. Witte schermbloemen en het paarse Wilgenroosje, die al weer bijna is uitgebloeid. De toppen van de hei beginnen al weer een beetje te kleuren. Het fijne blauw van de plukjes grasklokjes die her en der staan en dan nog al die andere plantjes die in bloei staan die ik niet op naam kan brengen. De droge peultjes van de Brem rammelen als je de struik aanraakt in het voorbijgaan.

Hij zit er weer, de Zanglijster waarvan  ik van de week een geluidsopname op de telefoon maakte, omdat hij zo helder en zuiver zingt. Ook nu maak ik een korte opname. Een geluid dat in deze entourage van  het landgoed met de Villa , de druivenkas en het watertorentje, goed tot zijn recht komt. De ronde gaat verder door het bos. Op de grote akker in het bos, dat is ingezaaid met een laag gewas, staat een Reebokje met een paar dunne geweistangetjes op de kop. Op grote afstand kijken we elkaar aan en hij loopt dan via de bosrand de akker af. De Zwartkop laat nog goed van zich horen en de Winterkoning blaast ook zijn partij, de Boomklever tettert en zo is er nog wat geluid in de zomer te horen. Thuis vliegen de Gierzwaluwen over de daken, die zullen hun koffers aan het inpakken zijn, want binnen nu en enkele dagen zullen ze weer vertrekken, dan moeten we het weer ruim 250 dagen stellen zonder deze gierende vliegkunstenaars. Het is er allemaal maar even en toch ook weer voor altijd. De Maan zakt achter de horizon, maar komt vanavond weer op, de bloemen zullen uitgebloeid raken, maar hun zaden zullen sluimeren in de grond, de Gierzwaluwen vertrekken, maar komen in April volgend jaar weer terug. De kringloop van het leven.

vrijdag 12 juli 2024

Zomertortel

 Zo kom je bij het lezen van het ene boek, bij het ander boek terecht die in dat ene boek werd aangeprezen. Om wat meer gewaar te worden van de inhoud van het aangeprezen boek, kom ik op het internet en You Tube in aanraking met de schrijfster, Isabella Tree en inhoud van dat nieuwe boek. De titel spreekt me aan: “Verwildering : Terug naar de natuur op een Britse boerderij”. Op het kaft een afbeelding van een Zomertortel, een prachtig duifje dat in het Bijbelboek Hooglied  bezongen word om het gekir waarmee het van zich laat horen: “De bloemen vertonen zich op het veld, de zangtijd is aangebroken en ’t gekir van de tortel wordt gehoord in ons land “-  Hooglied 2:12-  Toen ik de Zomertortel op het kaft van het boek zag, had ik het boek al half gekocht. Een duif die ik misschien twintig jaar geleden voor het laatst zag. Ik zat toen met de hond in een schuilhutje, bij een drinkvijvertje dat verstopt in het bos ligt. De Vinken en de Koolmezen kwamen er badderen en drinken en vanuit het kijkgat zag ik ze op iets meer dan een meter voor me. Toen er ook twee Zomertortels neerstreken bij het drinkvijvertje. Het witte vlekje met zwarte zebrastreepjes in de hals van deze duif toonde zich van zo dichtbij met hun fijne penseelwerk aan zwarte streepjes. De dakpansgewijs gelegde vleugelveren met in het midden zwart en de randen van elke veer met een lichtbruine lijn. Zwarte slagpennen met een ragdun wit lijntje omlijst. Een helder bruinig rond oogje met een zwarte pupil in het midden. Een vogel dat een prachtig kostuum draagt en het is onbegrijpelijk dat het diertje in de Middellandse zeelanden zo bejaagd wordt. Het bewijst maar weer  dat jagers geen smaak hebben, maar de bejaging daar, is mede de oorzaak dat ik dit duifje al meer dan twintig jaar niet gezien en gehoord heb. Het gekir, het sonore dromerige gekoer van de Zomertortel, geeft wat het begin van zijn naam al aangeeft, een zomerse sfeer. De duif op de kaft van het boek roept een vreemd soort heimwee op, een gevoel van tekort, was ik me er toen wel van doordrongen, dat deze duif het volgende jaar er misschien niet meer zou kunnen zijn in het gebied waar ik hem hoorde. Want dat is wel het geval met deze duif, je hoort hem meer dan je hem te zien krijgt. Misschien mede daarom dat hij in eerste instantie niet direct gemist werd. Maar dan toch, het boek is gekocht en het verhaal over de boerderij die een transformatie doormaakt, om de natuur weer plaats te geven, ben ik nu aan het lezen. Het gaat over de Eiken die in het bouwland staan en prachtige solitaire bomen met een dichte kruin vormen en wel honderden jaren oud kunnen worden. Maar door het ploegen, tot dichtbij de boom, werd ook elke keer het bodemleven verstoord waar die boom zo afhankelijk van is. Dit te herstellen, was juist om niets doen en de grond om deze boom weer in rust te laten herstellen. Dit en andere dingen paste ze toe op hun boerderij. Ik ben nog maar in het begin van het boek, maar direct al in het begin wordt de Zomertortel genoemd, die ook uit dit gebied verdwenen  was, werd weer teruggezien. …het gekir van de tortel wordt ( weer) gehoord in het land. Er wachten nog vele bladzijden in het best wel lijvige boek… ik ga verder lezen.



 

vrijdag 5 juli 2024

Vogelen

 

Iemand kennen zonder hem ontmoet te hebben, dat gebeurde weer eens toen ik in het radioprogramma Vroege Vogels, Begijn Le Bleu hoorde praten over zijn vogel kijken waar hij zo’n liefhebberij in heeft. Drie zondagen waren een kwartier voor hem in het radioprogramma en hij praatte het helemaal vol met een Belgisch accent waar de vrolijkheid van af spatte. Hij heeft het over de Buizerd en vraagt de luisteraar of we weten hoe hij ook wel genoemd wordt, en dan schaterlachend het antwoord geeft: Luchtpoes, zegt hij, hoezo luchtpoes zou u zich kunnen afvragen, welnu, omdat als hij hoog in de lucht rondcirkelt als een poes miauwt. Luchtpoes die houden we erin. De nieuwe woorden die voorbij komen en die zo anders klinken, maar toch een Nederlandse klank hebben. Het is een man die door zijn enthousiasme aanstekelijk is en die je beter zou willen leren kennen. Die mogelijkheid geeft hij je dan, doordat hij een boek heeft geschreven:” Fwiet! Fwiet! De passie van het vogelkijken.” Jawel een persoonlijk vogelboek, zoals ik  ook een persoonlijk vogelboek in de kast heb liggen, die ik jaren geleden eens heb geschreven  ( 2013). Op elke bladzijde een vogel beschreven zoals ik hem in mijn beleving heb ervaren, een plaatje erbij geplakt van de vogel  die ik op die bladzijde beschrijf, geknipt uit een tijdschrift en zo het verhaal opgetekend heb waar en wanneer ik met die vogel te maken gehad heb. Het gaat dan ook over de plek waar ik die vogel heb gezien, het bos en een specifieke plek in het bos, dat kan het Leuvenumse bos zijn of Oud Groevenbeek. Een laan met Beuken erlangs of een pad tussen de varens door, of vanaf de dijk in de polder, waar in het ruisende riet de vogel zit waar ik het over wil hebben. 


 Zulke verhalen heeft Begijn Le Bleu ook geschreven, maar dan met zijn belevenissen erin verweven, vanuit zijn kindertijd, zijn vakanties en daar waar hij een ontmoeting had met een vogel. De hoofdstukjes zijn drie, hooguit vier bladzijde lang en hebben de namen van de vogels die erin beschreven worden, verluchtigt met kleine tekeningen van vogels die tussen de alinea’s rondfladderen en rondtrippelen.  0ver het hoofdstuk Groenling beschrijft hij de vogel die in zijn tuin de voertafel bezoekt die, als hij een zonnebloempit heeft opgepikt ermee in de struiken vliegt om het af te pellen. De vlucht van deze vink beschrijft hij in bewondering van de mooie kleuren groen van dit vogeltje als een gevleugeld kleurboekje.
De Stelkluut is een vogel die in zijn dromen voorkomt en wanneer hij die dan buiten op zijn hoge stelten in een drassig gebied ziet lopen is hij klaarwakker. Een ontmoeting met een Goudhaantje die dicht bij zijn keukenraam komt, kijkt hem even met de speldekopoogjes aan, zo dichtbij dat hij geen verrekijker nodig had om in de ogen van dit 7 gram wegende vogeltje te kijken.   Zo zie je, verhalen zijn overal, het vliegt over je heen en strijkt neer in je tuin, zingt vanaf een tak een liedje, je spits je oren, grijpt naar de verrekijker, want wat zou het zonde zijn een ontmoeting te missen, een ontmoeting die het opschrijven waard is. Het helpt mij op een later tijdstip, als die verhalen opgeslagen zijn, me te herinneren met een: O, Ja. De vogel is dan allang gevlogen, maar zijn indruk krijgt, in het verhaal over hem en een plek in mijn dagboek. Mede dank aan Begijn.

zondag 16 juni 2024

Geur

 De regen heeft het alles nat gemaakt en in het bos moeten we om grote plassen heenlopen. Met de nattigheid is het alles mooi groen, het gras staat te pluimen, de  Smalle Weegbree draagt op het topje een wit kroontje van meeldraden. De witte klaver bloeit ,gele bloempjes van het Klein Streepzaad , het gewoon Biggenkruid ,de  rode stengeltjes van de zuring en alles lijkt verzadigd, volop in bloei. In het paradijs heeft het vast ook regelmatig geregend om alles zo paradijselijk fris groen en het fruit sappig te houden. Het is dit jaar beter, veel beter dan die verzengende droogte van verleden jaar dat het gras dor en geel maakte. Na een regendag komt de zon er weer door en warmt de aarde weer op, er stijgt een heerlijke geur uit de verwarmde vochtige aarde,  in de blauwe lucht hier en daar wat witte wolken, die het zonlicht vrij doorlaten. Ik zit achter het raam, op tafel een boek, een oud boek dat ruim tachtig jaar geleden is geschreven. Ik vond het in een tweedehands boekwinkel. De bladzijde van het oude boek zijn vergeeld en hebben een eigenaardige oude geur. Een geur die me wel bevalt, een geur die opgeslagen is in de loop van de tijd en door de opengeslagen bladzijde opkomt.  Maar nu het boek in het zonlicht ligt en ik de opengeslagen bladzijde voor me heb, dampt er door de zonnewarmte een poederachtige geur uit de bladzijde omhoog.  Een geur die ik me van de eerste klas van de lagere school herinner, als we met overtrekpapier de letters leerde schrijven door ze over te trekken. Dat overtrekpapier had ook zo’n luchtje en dat komt zo nu en dan zomaar ergens oppoppen en nu dan uit die bladzijde van dat oude boek door de zon verwarmde bladzijde. De verhalen uit dat boek gaan over de vogels. Verhalen uit die tijd geschreven met een fijne pen die het door de schoonheid van woordgebruik de tijd overspant en het van de opengeslagen bladzijde, mijn hoofd binnen komt.  Waardevol en een genot om te lezen, de vergeelde bladzijde dragen de woorden uit lang vervlogen tijd. De geur van het papier, maar... er is nog wat. Het boek heeft een Ex Libris van een schrijver die ik hoog heb zitten  (een Ex Libris is een eigendomsbewijs), hij die me op het spoor heeft gebracht die oude boeken te gaan lezen. Eerst van die schrijver uit de jaren dertig en de jaren daarvoor, maar ook van zijn tijdgenoten, die veel over de natuur hebben geschreven. Er staan nu een paar boeken op mijn plank die ooit in de boekenkast van die schrijver hebben gestaan, die de sfeer van dat huis en die boekenkast tussen de kaften hebben. Wellicht iets van de tabaksgeur uit zijn pijp, waarmee hij vaak wordt afgebeeld. Ik heb de man nooit ontmoet, maar als ik nu de boeken lees die hij ook gelezen heeft, zijn ex libris op het schutblad heeft gezet, vind ik het eervol om nu mijn eigen Ex Libris ook op het schutblad te stempelen.

                    


woensdag 29 mei 2024

Ochtendgloren.

 Een woensdag ochtend in mei. Vanuit het bed hoorde ik het buiten regenen. Een blik op de wekker zegt me toch dat het tijd is om eruit te gaan. Het is kwart over vroeg, het geruis van de regen geeft me het excuus nog even tien minuten langer te blijven liggen. Dan om half zes toch maar naar beneden, er wacht een pup op haar ochtendwandeling en zo is het als je een hond neemt, dan moet je erop uit. Weer of geen weer. Ik kan wel wachten, maar de weersverwachting verteld dat het voorlopig blijft regenen. Daar heb je kleding voor en dat hangt aan de kapstok. Ik vind het nu in dit stadium van de pup , ze heet Robin, belangrijk om vroeg buiten te zijn, dan kan ik haar een stuk los laten lopen. Ze is in de veronderstelling dat iedereen haar vriend is en die uitbundig begroet moet worden. Op dit vroege tijdstip zijn we alleen op de hei en kan ze zonder afgeleid te worden, leren van de riem los te lopen. Spannend, want ze reageert nog niet zo goed op haar naam. Toch kan ze even haar poten strekken en even uitrennen. Draait zich dan weer om, om bij me terug te komen. Zo oefenen we wat de bedoeling is als we aan de wandel gaan, bij me in de buurt blijven en terug komen als ik haar roep. Ze is aan het leren en ik ook, want het is weer een tijd geleden dat ik het opvoeden van een pup bij de hand heb gehad. Het is even droog als we naar buiten gaan en we kunnen ons rondje lopen. Ze doet het weer prima.

Als we dan weer thuis komen krijgen de vogels hun voer op de voertafel en vul ik de pindahouder weer bij. Ik ga dan meestal buiten op een tuinstoel zitten  met en bak koffie en de hond scharrelt wat door de tuin. Maar vandaag zit ik in de deuropening van de keuken en observeer het vogel gebeuren in de tuin. De Grote Bonte Specht heeft de pindahouder al weer gevonden en de Mussen de schalen met voer. Ik zit het allemaal te bekijken en het hondje komt naast me zitten en volgt de heen en weer vliegende Mussen. De Ekster en het Kauwtje die op de schuur komen zitten. De Houtduif die bij de voertafel landt. Ze bekijkt het allemaal met belangstelling. Het mooiste van dit moment is dat we samen, naast elkaar zo de ochtend inkijken en zien wat er gebeurt, allemaal in de traagheid van de vroege ochtend plaatsvindt. Dat zo te beleven met een belangstellende hond naast je, dat geeft een gevoel van verbondenheid, van wederzijds begrip. Een heilig moment, een moment waarop van alles samenvalt. De regen valt rustig neer, wij zitten droog, de Mussen en de duiven hebben geen last van de regen. Robin draait zich om gaat in haar mandje liggen, draait zich genoeglijk en doet haar ogen dicht. Ze heeft het nu wel even gezien. Zoals de Spreeuw die anders op dit tijdstip een serenade geeft bij de nestkast waarin het vrouwtje op de eieren zit, het voor deze natte ochtend laat afweten. De Gierzwaluwen schuilen door boven de regenwolken te vliegen. De regen gaat op en af, de dag gaat beginnen en het was weer een mooi begin om zo te beginnen.

 

vrijdag 24 mei 2024

Krantenknipsel


Uit het boekwinkeltje in Putten, heb ik al een mooie collectie oude natuurboeken gevonden.  ik ben nu één van die boeken aan het lezen van Engelhard de Witt die een boek heeft geschreven over vogels. Het heet “Buiten bij de vogels” en is geillustreerd door Rein Stuurman, die ook één van mijn eerste vogelboekje ,  Zien is Kennen “heeft geillustreerd, dat ik als kind als een verjaardagscadeau kreeg. En dan staat er op het schutblad een ex libris van A.B. Wigman,  een andere bekendere schrijver uit die tijd. Het boek wat ik nu in handen heb komt uit 1943. Het heeft dus in de boekenkast gestaan van die bekende schrijver die net als zijn tijdgenoten, een bijzondere pen voerde, maar toch in de vergetelheid raakten. Hun boeken komen nu uit inboedels in tweedehands boekwinkels terecht en dan is het een treffen er een paar te vinden. Uit de boekenkast van Wigman zijn verschillende boeken van hem en van andere bekende en minder bekende schrijvers uit die tijd, zoals Engelhard de Witt, en als ik het ex libris van Wigman niet op het schutblad had zien staan, dan had ik het misschien weer terug gezet. Maar de boeken te lezen die een geliefde schrijver gelezen en in zijn boekenkast had staan, is toch wel bijzonder genoeg om het in mijn collectie oude natuurboeken op te nemen. Ik lees de verhalen die hij schreef en raak onder de indruk van de mooie en bijzondere zienswijze en het vermogen om het te omschrijven. In het hoofdstukje dat hij aan het Goudhaantje wijdde, het kleinste vogeltje van Europa, schrijft hij over het nestje van deze vogeltjes: “ Een juweeltje van huisvlijt. Pluisjes, veertjes, haartjes, plukjes mos; ziedaar, is dat geen zachte kraamkamer voor de creme boongrote eitjes, met schaaltjes, dunner dan het kostbaarste porselein? “  (deze zin zou je hardop moeten lezen om de schoonheid van deze woorden tot je door te laten dringen) en dat is dan één zin, maar verderop lukt het hem weer een briljante zin te vormen.  De bladzijde zijn oud en vergeelt, maar de pentekeningen van Rein Stuurman steken scherp af op de bladzijde en zijn veelvuldig aan te treffen, elk bij het verhaal dat daar bij hoort.

Tussen de bladzijde van boek van Engelhard, lag een kranteknipsel met het overlijdensbericht van deze schrijver. Deze man uit Apeldoorn is maar 33 jaar geworden en in zijn bericht staat van deze vogelaar in hart en nieren dat hij: “ Mooie plannen voor de toekomst had, die nog meer aan de bescherming der vogels zou worden gewijd, vervallen met dit heengaan,dat stellig voor de dierenbescherming en voor ons in het bijzonder een verlies betekent”.  Het boek heeft dit bericht bewaard en is mij toegevallen. Het fotootje in het bericht laat me een man zien, die een kloppend hart voor de natuur had en al wat deze man meer had kunnen doen, is vervallen met dit heengaan. Ik ben blij dat de momenten dat de bladzijde van dit boek open liggen er weer iets van de waarde van dit menselijk leven tot zijn recht komen. Ode.

 


zondag 19 mei 2024

Vraag en antwoord

 

Van de week werd me met een vraag en antwoord spelletje de vraag gesteld welke films ik graag keek. Het zal niet bevreemden dat ik natuurdocumentaires boven aan de lijst had, maar dat ik er ook wel een bezwaar erbij kon noemen, namelijk; de muziek die de beelden begeleiden. Van de natuurfilms spant de series van David Attenbourough wel de kroon. Prachtige beelden en scenes die je voorgeschoteld krijgt van ver weg gelegen gebieden, van dieren waarvan je het bestaan niet afwist en daar zijn ze dan volop in het scherm. Of het nu een diepzeeopname is van een bizar uitziende  diepzeekreeft, met uitpuilende ogen, lange tentakels, of een Arend die hoog tussen bergketens doorzweeft, het wordt allemaal bij je thuisgebracht in prachtige opnames, waarvan je eerder je afvroeg; hoe krijgen ze dat gefilmd? Je vraagt je dat al niet meer af, want we zijn verwent en krijgen keer op keer het mooiste voorgeschoteld. Het verhaal dat bij de scenes hoort wordt door de vertrouwde stem verteld door David Attenbourough, prachtig, prachtig. Maar,… die pompeuze muziek er tussen door. Zit een Orca achter een prooi aan, dan zwelt de muziek aan, draaft een leeuw achter een Zebra dan dreunt de muziek op de stappen van de vluchtende dieren. Onder water beelden worden vaak met een synthesizermuziek begeleid. Klagelijke klanken, alsof dat het onderwatergebeuren vertegenwoordigt. Als ik mijn hoofd onder water heb is het stil, hooguit wat geruis van geluiden boven het water, maar verder is het stil, ik hoor daar geen muziek, dan alleen de geluiden die er thuishoren.  Als ik in de polder ben en er vliegt een groep Ganzen over, wil ik het gegak en eventueel het geruis van de vleugels horen, de wind door het riet en andere omgevingsgeluiden.

Ik kijk zelden sport, zeker geen voetbal, maar ik weet dat er tijdens een wedstrijd nooit muziek wordt gehoord. Stel dat iemand met de bal een opening weet naar het doel en er klinkt dan pompeuze muziek, tromgeroffel of trompretgeschal. Welnee de sfeer van het stadion, het gejuich en gejoel, de oeh’s en de aah’s uit de vele kelen, wat de sfeer van het voetballen kenmerkt, moet over de boxen van de TV meebeleefd worden. Een Formule 1 race, de jankende motoren dulden ook geen begeleiding van vioolmuziek. Bij tennis moeten we de plop van de bal horen en het gekreun of het gegil van de spelers. Ondanks het bezwaar van de ( overdaad ) aan muziek bij de natuurfilms, staan deze films op nummer 1 van films waar ik graag naar kijk en heb dan eigenlijk geen tijd om naar sport te kijken. Dat was mijn antwoord op de vraag van het vraag en antwoordspel.

 


zondag 12 mei 2024

Numineus

 

Daar is een woord voor. Numineus. Kwam zomaar op mijn pad, tijdens een gesprekje bij de koffie.  Het betekent: ter plekke zin gevend aan het bestaan; een ervaring die zich door haar diepte onttrekt aan een verstandelijke verklaring. Niet op een heldere manier te definiëren. Je denkt aan iemand en prompt wordt je door die persoon gebeld. Hoe kan het, vraag je je af, ik dacht net aan je. Een boek open te slaan en het een boek blijkt te zijn die je vond, terwijl je niet eens wist dat je het zocht. Toen de dressuurruiter Anki van Grunsven na een Olympische prestatie alleen maar kon zeggen: ”Het klopte allemaal, alles klopte” Dat is het, wanneer het allemaal klopt, dat is toch numineus.  Ik geef toe het is geen makkelijk woord om uit te spreken en ik verstond ook eerst lumineus. Dat op zich ook alweer een aardig woord is. Wat Briljant/ helder betekent. Maar nee, het gaat nu om het woord numineus, met een N. Zin gevend aan het bestaan. Het nummen is met een lichte knik van het hoofd instemmen.

De alom terugkerende vraag is of het leven zin heeft, wat is de zin van het bestaan?  Daar kan je alle kanten mee op, maar het gevoel is groots als je betrokken bent bij een groter geheel.je noemt jezelf naar de woonplaats: ik ben een Ermeloer, nog groter ben je een Nederlander en alles omvattend ben je een wereldburger.  Zijn daarom misschien godsdiensten zo populair, je noemt je Christen, Jood, Moslin en je weet je verbonden met het idee dat het uitdraagt. Zelfs een atheïst die het bestaan van ( een ) God ontkent, maar hij wil er niets van weten. Toch verbaast het me hoeveel atheïsten van God en godsdiensten weten. Sportliefhebbers kunnen elkaar vinden in eindeloze gesprekken over hun gezamenlijke sport. 

Het zal niet vreemd zijn dat mijn verbondenheid met de natuur me het tot nu toe onbekende woord numineus, te laten herkennen. De Torenvalk is een vogel die hoog op mijn lijst van bijzondere vogels staat, en in het idee van totemdieren, een dier waarmee je verbonden voelt op een numineuze manier.  De betekenis van een ontmoeting met deze vogel, die de gewoonte heeft om tijdens zijn jacht in de lucht stil te hangen, het bidden, me de boodschap meegeeft om, net als de torenvalk daar hoog in de lucht, inzicht in het detail en overzicht over het geheel te hebben. Als ik dan op de hei loop ergens over te piekeren en ik zie de vogel daar in de lucht stilhangen, herinnert het mij; overzicht over het geheel en inzicht in het detail te krijgen. Toen ik met de verrekijker naar deze vogel keek, kwam een tweede valk het beeld invliegen en ging naast de eerste hangen. Twee in één beeld, twee is een bevestiging, is dat niet numineus.?  

 

woensdag 1 mei 2024

Koekoek

 

Het leven biedt verassingen en deze vond ik in het blad  Vogels “van de vogelbescherming. Een app om vogelgeluiden te herkennen.
The Cornell Lab Merlin app. Nu ben ik aardig thuis in de vogelgeluiden en dacht daar niet veel aan te hebben. Maar ik zette hem toch uit nieuwsgierigheid op de telefoon. Wat een prachtig ding. Zet hem aan en het registreert de vogels de het “hoort “ uit de omgeving en zet ze op een rijtje. Niet altijd even correct, want de piep van de Heggemus die zich ophoudt in het perk naast het huis, vertaald het alsof er een IJsvogel bij mij in de tuin zat. Zou ik wel willen, alhoewel… de Blauwe Reiger krijgt letterlijk geen poot bij mij in de tuin, omdat ik erg op de vissen in de vijver gesteld ben. Van de week zat hij met die lange nek van hem naar mijn vijver te loeren vanaf het dak van de schuur. Armenzwaaiend ren ik naar buiten en maak hem duidelijk hier niet welkom is, maar als het om de IJsvogel zou gaan zou ik veel toleranter zijn.  

Van de week gebeurde dan eindelijk waar we ieder jaar weer reikhalzend naar uitzien, de terug keer van de Koekoek bij ons op de heide. Het gebeurde even voor zes uur in de ochtend. Mijn vrouw maakte me wakker, want ze hoorde de Koekoek. Ik schrok van haar wakker en zowaar vanuit het bed hoorde we onze eerste Koekoek van dit jaar. Hoe luxe wil je het hebben?  Direct uit bed en met ons kersverse hondje liep ik de hei op, de telefoon paraat, om de koekoek op die nieuwe app te krijgen. Om 6.21. uur galmde de Koekoek zijn eigen naam weer over de hei. Zoals de koekoeksklok de tijd aangeeft met een aantal Koekoeks, geeft de Koekoek op de hei aan dat de tijd is aangebroken dat toch het nu serieus Lente is. Toch is het vreemd dat ik zo euforisch over deze vogel ben en al weken met gespitste oren rondloop om hem weer te horen. Het is toch een rot beest, bedacht ik me.  Als een mens Koekoek eigenschappen heeft, dan heb je met een zwendelaar, een oplichter, een kindermoordenaar, een gladjakker te maken. Een klaploper. De Koekoek legt zijn ei, zoals bekend zal zijn, in het nest van andere vogels, vaak veel kleiner dan de Koekoek zelf is. De eerste daad van het pas uitgekomen Koekoeksjong is de andere kuikens uit het nest te gooien. Daarvoor heeft hij een klein kuiltje op zijn rug en kiepert daarmee de andere kuikens uit het nest. Lekker begin van je leven, met een misdaad van deze omvang als eerste daad in het leven. Wij zijn met zijn allen zuinig op de broedvogels, de Boompieper, De Veldleeuwerik de Karekiet, en die Koekoek legt overal maar een ei in en verpest het nest, uit eigenbelang. Als ik echt oprecht begaan ben met de natuur, zou ik dit soort vogels niet moeten toejuichen. Of is het een soort ijsvogeltje die je wel een visje uit   de vijver zou gunnen en de Reiger om hetzelfde verjaagt?  Net zoals een kat in de tuin bij de voertafel moet opkrassen, terwijl we vol bewondering naar de Sperwer kijken die een uitval doet naar de mussen. Rare jongens die vogelaars. Zou ook een app voor moeten komen, om een vogelaar in de buurt te registreren, want die zijn nogal grillig in hun beoordeeling.

                                                             

zaterdag 20 april 2024

Kriebels

Elk jaar rond deze tijd is het weer raak. Je wordt er toch dol van, als de lente eenmaal uitbreekt, gaat het allemaal tegelijk. Komt het blad uit de knoppen van de Berk haast de Beuk zich, hetzelfde te doen, bloeit de Krentenstruik als een maagdelijke witte  bloemenpracht, is het ook zo weer uitgebloeid en dan weet de Brem niet hoe gauw die de krent moet opvolgen met de gele bloemetjes, alsof de struik in brand staat. Langs de paden groeit en bloeit opeens van alles zoals de Lelietjes van Dalen, het Dalkruid, Bosviooltjes, Bosveldkers, Fluitenkruid, alles lijkt tegelijk te komen, ik weet soms niet waar te kijken.

 Ik denk dat ik maar een afspraak maak met de oogarts. Ik bel en krijg de assistent aan de telefoon en ze vraagt wat mijn klachten zijn. Ik leg haar uit dat het voornamelijk in dit gedeelte van het jaar de klacht opspeelt, ik kan me niet heugen dat er een jaar voorbij is gegaan dat ik in het voorjaar en de lente er geen last van heb gehad. Heeft u een allergie en daardoor misschien last van uw ogen; wilde de assistent weten. Nee, nee het is ernstiger legde ik haar uit, ik kom elk voorjaar ogen te kort,.. toet, toet toet, ze had opgehangen. Ik heb ook vernomen dat het altijd lente is in de ogen van de tandarts assistente, misschien moet ik haar eens bellen hoe zij dat doet.

 Met mijn oren ben ik meer tevreden in de lente, want die registreren gelijktijdig meerdere geluiden en dat kan ik wel aan.  Zo hoorde ik dat de Koekoek weer in het land was en wilde zijn roep maar al te graag weer eens horen. Op de hei wil hij nog wel eens rondhangen en daar fietste ik dan op een zonnige zondagochtend naartoe. In de schaapskooi, op de hei, logeren elk jaar Boerenzwaluwen en bouwen daar ook hun nest. Ook een vogel die op mijn lijstje stond, want de Boerenzwaluw had ik dit jaar ook nog niet gezien. Ik ga ergens op een bankje zitten, waarvan ik een groot deel van de heide kan overzien en als daar de Koekoek van zich laat horen, zal ik hem vast wel horen en met nog meer geluk misschien ook nog te zien te krijgen. De zwaluwen meldde zich letterlijk bij het bankje aan en vlogen over me heen, niet één, maar meerder, dan zal de zomer nu niet lang meer op zich laten wachten. ( Alhoewel de week erop was het nat en koud, ’t leek wel weer Herfst.) De sierlijke vogels met hun vlugge wendingen en vliegkunst, vlogen laag over het pad en zullen deze lente en van de zomer weer een rijke invulling geven aan de omgeving. Van de winter heb ik een paar keer een nare hoest en een kriebel in de keel gehad, maar nu is het lente, eindelijk van die winterse ongemakken af, maar nu is dan die kriebel uit mijn keel  naar beneden gezakt naar mijn buik; Lentekriebels. De Koekoek laat op zich wachten voor die ochtend, maar ik zie er naar uit dat ik hem weer ga horen en dan zullen die kriebels ook weer van zich laten gelden.

zaterdag 13 april 2024

Ei

In één van de scheppingslegenden, komt de schepping voort uit een ei. Geen onaardige voorstelling, want het ei is toch wel een wonder, waaruit een wonder komt. Jaren hebben ik nestkasten opgehangen en bijgehouden en als ik in het voorjaar de rondes langs de kastjes maakte, schreef ik op wat er in de kastjes gebeurde. Als eerste nestmateriaal en aan het nestmateriaal kon ik al zien wat voor vogel gebruik maakte van dat kastje. Een grasnestje was van de Bonte Vliegenvanger, een nestje van mos van de Pimpelmees of de Koolmees, lagen er boomschilfertjes van de den, dan was een Boomklever in het kastje bezig. Ook te zien aan het vlieggat van het kastje dat de Boomklever op maat maakt, door het af te werken met klei en ook alle naden werden dichtgestopt met klei. En dan was het de tijd dat de eerste eitjes gelegd werden, ook alweer herkenbaar voor elke soort. Lichtblauw van de Bonte vliegenvanger en zo heeft elk ei de kleuren en de patroontjes die bij een soort horen. 

In een oud, heel oud natuurboek uit 1934 beschreef de auteur het nestje van een Goudhaantje, het kleinste vogeltje van Europa en dus ook een heel klein eitje in haar nest legt. Hij beschreef het als volgt: “Pluisjes, veertjes, haartjes, plukjes mos, ziedaar, is dat geen kraamkamer voor de boongrote eitjes, met schaaltjes dunner dan het kostbaarste porselein? “Die is raak, een omschrijving die helemaal het kwetsbare van het ei tot uitdrukking brengt.

 Dankzij het kippenei weten we hoe de binnenkant eruitziet. Een fotograaf van National Geographic wilde dat ook laten zien, wat er in een bebroed ei gebeurt. Een klein stukje van de eischaal sneed hij weg, plakte daar een glaasje over en had daarmee een kijkgaatje om in het ei te kijken. In de broedmachine met de camera gluurde hij mee en zag het prille begin van een kuiken in wording. Op de dooier groeide eerst wat bloedvaatjes die zich vertakte over de dooier. dan vormt zich in het centrum een kloppend hartje en telkens groeide er iets in dat dooier en vormde zich een kuiken uit die gele bol. Dag en nacht groeide het: een snavel, een pootje en nog één, vleugeltjes, tenminste de stompjes die later uitgroeien tot vleugels, de ogen, tot het compleet was en er een opgevouwen vogeltje binnen in die eischaal lag. Dat is dan aan de buitenkant en gelijk groeit er van binnen ook van alles, de maag, de longen en ook bij sommige vogeltjes een orgaan dat in staat is later ook zo’n mooi kunstig eitje kan maken. Maar zo ver is het nog niet, nu is hij/zij aan de beurt De snavel drukt een spleet in de eischaal en daar kruipt een kuiken uit, en dat allemaal in de duur van drie weken, van dooier tot een levend wezen. 

Als ik bij een meubelwinkel een kast bestel zit daar al gauw een paar maanden levertijd op, terwijl het ei het binnen een paar weken klaar is. Het ei is in dit jaargetijde alomtegenwoordig. In nestkastjes, in rietkragen, en heggen en onder dakpannen, overal zijn eitjes gelegd in nestjes en vind het wonderlijke van het ei plaats. Een proces dat een fotograaf in beeld heeft gebracht. Een proces dat al zo oud is als de wereld. Een wereld die uit een ei is geschapen, zo’n gek idee is dat nog niet.


(titel van het boek uit 1934 :" Buiten bij de vogels", door Engelhart de witt) 

zaterdag 6 april 2024

De toekomst

Een oud boek uit 1934 beschrijft een jaar natuurleven. Vier dikke boeken die elk een jaargetijde behandelen. Ik lees de jaargetijde met het boek mee en begin maart had ik het boek dat over de winter ging uitgelezen en ben nu begonnen in het boek over de Lente. Elk boek wordt door drie auteurs geschreven. R.Stoppelaar beschrijft het weidegebied en de polder, Jan Strijbos de kust en de duinen en A.B.Wigman de bos en de heide, maar dan wel bosch, met sch. Om de drie bladzijde is een fotoblad met zwart/wit foto’s  die een gevoel van heimwee oproepen. Hoewel het ver voor mijn tijd was dat deze verhalen geschreven en deze foto’s genomen zijn, voel ik me door de woorden en door het zien van de foto’s aangetrokken. Een pad langs witte berkenstammen dat naar de hei loopt, je zou jezelf er zo even in willen verplaatsen en daar in die tijd even te gast zijn. Het is er waarschijnlijk stil, zoals we nu regelmatig een vliegtuig over horen komen, of ergens wel verkeer op een doorgangsweg horen, zal het toen stil geweest zijn. De neiging is er om met nostalgie terug te kijken en het te romantiseren. Zo is de toekomst met een soortgelijke sluier omhangen. De zandpaden van toen zijn verharde wegen geworden en daar dendert doorlopend verkeer overheen. Met fossielen uit oude tijden in de brandstoftank om ons te bewegen in deze tijd en zover de voorraad strekt de toekomst in. Dat wat als een draperie vloeistof uit de bodem gepompt is, wordt door de motor omgezet in gas die de atmosfeer volspuit. Iets wat we niet zomaar bij elkaar kunnen bezemen en in de afvalbak kunnen doen, zoals we een stoepje kunnen schoonvegen. Ik hoorde iemand eens zeggen dat we niets kunnen weggooien, dat wat we weggooien, gaat ergens anders heen. De zee ligt vol met plastic en dat gaat nog jaren mee.

De Hop is een hele mooie vogel om te zien, maar het schijnt één van de smerigste vogels te zijn. Waar andere vogelsoorten hun nest schoonhouden, bevuild de Hop zijn nest, dat hij de naam stinkvogel heeft gekregen. Een zeker vergelijk met deze vogel en ons is wel te maken, want hoewel onze huizen er spik en span uitzien, het vuil dat we doortrekken en in de afvalbakken langs de weg zetten, de rokende schoorstenen en uitlaten, maakt ons tot de grootste vervuilers op Aarde Ik maak me zorgen. Zorgen voor de toekomst.

Ooit was ik aan het hardlopen en kwam op een bospad, waar ik een paar jaar daarvoor samen met Kiko, mijn Border Collie van toen, op een stronk zat. Ik maakte me toen ook zorgen, over onze woonsituatie die in de toekomst er ook drastisch anders zou uitzien en ik wist niet hoe. Ik zat daar met een hoofd vol zorgen hoe het allemaal verder moest. Toen ik daar, jaren na die tijd, hardlopend het bospad op liep waar ik toen zat te piekeren, stopte ik bij die plek en zag mezelf als het ware zitten, met de hond naast me, ik bedacht toen; wat zou ik nu tegen de man ( ikzelf )  met de hond zeggen en zonder er verder over na te denken, bedacht ik, dit zeg ik tegen hem/ mij: “Het is allemaal goed gekomen”. 

Is er straks ook een plek, waarop ik kan terugzien in de toekomst, dat ik een soortgelijke boodschap kan zeggen: “Het is allemaal goed gekomen”. Ik hoop het …het is aan mij, het is aan ons

zaterdag 23 maart 2024

Lente

 

Van de week gebeurde het, midden in de nacht, de nacht van dinsdag op woensdag,  om zeven minuten over vier, begon de lente. Het jaargetijde dat in het muziekstuk van Vivaldi “De vier jaargetijde”,  waarvan “Spring” het meest energieke stuk is. De violen knallen de klanken eruit en je ziet het als ware voor je dat het blad uit de knoppen komt, de bloemen ontluiken, je hoort de vogels er doorheen zingen, het is er weer, waar we op wachtte. Zonder dat we ook maar de moeite namen om het te begroetten, we  sliepen er rustig doorheen, er was geen vioolmuziek te horen, de Aarde draaide in die positie dat het lente werd, zonder opsmuk, maar wel met een ingrijpend resultaat. Alles wat zich schuilhield in een winterslaap of afwachtte in een pop of cocon, heeft het sein gekregen om te ontwaken. Het leven kan weer beginnen, na een pauze van lange donkere nachten en koude dagen.  Al hoewel het een milde winter was, is het verlangen naar de lente er niet minder om. Het is een tijd van wonderen, zaden die ontkiemen en weten wat te doen, maar ook wanneer het te doen. Vogels die met hun snavels een nest vormen  en een lied prevelen, om in hun nestje straks hun eieren uit te broeden, het Ree dat haar vrucht voor de winter in de pauze heeft gezet, laat het nu in haar binnenste groeien om over een paar maanden een kalfje ter wereld te brengen. Alles bulkt van de energie, bijen vliegen uit en verzamelen weer stuifmeel, die de komende generatie bijen voedt voor de zomer, die dan weer de bloemen gaan bezoeken en bestuiven. Vlinders kruipen uit hun poppen en strekken hun vleugels om de lucht waardoor ze  doorheen vliegen, een vleug van vrolijkheid mee geven.  Net zoals de Aarde in een positie draait en het daardoor een verandering te weeg brengt, roept dat in elk leven een eigen reactie op, om te gaan vliegen, eitjes te leggen , bladknoppen open te laten barsten en bloemknopen te openen, geur en kleur aan de Aarde toe te voegen en zo wonderlijke gebeurtenissen te laten plaatsvinden.

Van de week las ik een boek over vlinders. Fascinerend. De levenscyclus van een vlinder valt al wonderlijk te noemen. Ooit was het idee dat de rups en de vlinder twee aparte levensvormen waren en dat de rups de reputatie had, aards te zijn en daarom duivels was, maar de vlinder leek uit het niets te verschijnen en omdat het door de lucht vloog, vanuit de hemel  gekomen moest zijn. Het was een vrouw. Maria Sibylla Merian die leefde rond 1700  ( 1647 – 1717 )  die een verdienstelijk kunstenares was en voorliefde voor insecten en bloemen had en daar serieus onderzoek naar deed. Wat ongebruikelijk voor een vrouw in die tijd was, omdat ze daar domweg niet de ruimte voor kreeg en haar schildertalent werd beperkt doordat ze enkel met aquarel mocht schilderen en niet met olieverf, dat enkel aan de mannen was voorbehouden.  Vrouwen die al wijzer dan mannen zich gedroegen liepen een serieus gevaar voor een heks te worden uitgemaakt. Een ander woord voor heks is ook een Wicca, of te wel een wijze vrouw en in wijsheid wenste de man niet beconcurreerd te worden. Toen Anna dan ook met het idee kwam dat  het bij de rups en de vlinder om hetzelfde dier ging, liep ze daarbij een reel gevaar. Haar beroemd zijn heeft haar mogelijk beschermd, omdat haar kunst en haar boeken ( ook omdat haar vader een uitgeverij had ) veel aftrek hadden. Ze heeft bijgedragen aan de kennis over de natuur en haar wijsheid heeft ons betere inzichten gegeven zodat we de middeleeuwse ideeën van toen ver achter ons kunnen laten. 

We weten nu dat vlinders uit rupsen voortkomen en een met hun prachtige verschijning  zich aan de wereld tonen, net zoiets als de lente uit de winter voortkomt en ons weer opvrolijkt en we  het donker en de kou van ons af kunnen schudden , om als een vlinder het frisse jaargetijde in te fladderen.


woensdag 13 maart 2024

Landschap

 

Het lopen met krukken na de heupoperatie geeft me wat bewegingsvrijheid en de Fysio raadt aan elke dag een klein stukje en elke keer een stukje verder buiten te gaan lopen. Al met al ben ik misschien een half jaar niet in het bos geweest. Op mijn stappenteller kwam ik niet verder dan rond de 500 stappen per dag, die voorheen de 10.000 stappen per dag regelmatig aan tikte. Nu heb ik het voornemen om elke dag een paar honderd stappen toe te voegen en dat brengt me weer op de bospaden die me zo vertrouwd zijn. Nu ik weer, al krukkend lopend en daarbij het tempo wat daarbij hoort, loop , besef ik hoe ik dit bos gemist heb. Paden die me zo vertrouwd waren en dagelijks, toen ik er met de hond liep, waren zo vertrouwd geworden dat ik het misschien niet meer besefte, hoe belangrijk ze voor me zijn.

 Landschaps heimwee, dat waar ik dagelijks was  en waar mijn ogen elke hoek en elk pad kende en nu  ik er weer ben, het toch is alsof ik het weer voor het eerst zie. Ook mede door de wisseling van jaargetijde en weersomstandigheden is het telkens weer waarom ik er graag even ben, regen, mist of zelfs de enkele keer dat er sneeuw ligt geeft een andere aanblik, op dezelfde plekken in andere sferen. Schoonheid verandert door het licht, in al zijn schakeringen zie ik elke dag er weer iets nieuws in, zo subtiel dat het haast niet tot je besef doordringt, tenzij je er aandacht aan geeft.  De paden zijn betreden door duizenden voetstappen die ik er in de loop van de tijd op heb achtergelaten. Het geeft mij het recht om het “mijn bos”  te noemen, zonder er  rechten op te hebben. Dat blijkt wel uit het beleid waarmee dit bos te maken heeft, rigoureuze houtkap veranderen het bos en ik kan daar niets tegen doen, dan me alleen aan te passen hoe het is en rekenen op de veerkracht van de natuur, dat de schade tijdelijk is, maar desondanks de landschapspijn te ervaren bij de aanblik van een zulk lomp aangerichte schade. Gelukkig sluimeren de varens in de grond die straks met lange groene stengels de rommel en de beschadigingen van de ruwe bosarbeid ,een beetje verdoezelen. Een seizoen lang zal een groen dikke ondergroei van varens het bos weer wat meer aanzien geven.

In mijn revalidatie loop ik elke dag een stapje dichter naar de lente toe en als het zover is kan ik het misschien weer zonder de krukken. De Zanglijster heeft zijn zangpost al ingenomen en samen met de Roodborst zingen en bejubelen ze de komende lente. Spechten zitten elkaar achterna en wijzen elkaar de plek waar ze willen nestelen en dulden de anderen dan niet in de buurt. Mezen zijn  opgewonden over het komende seizoen en raken er niet over uitgepraat met elkaar. Ieder heeft zo zijn eigen taal die begrepen wordt, vooral door de soortgenoten. Ik loop daar tussendoor als een onhandige kluns die het allemaal maar half begrijpt.  Alles met elkaar weer een gezellige boel. Het is buiten en binnen, de drempel van het huis is als de versmalling in de zandloper, dat als je de naar buiten gaat de zandloper omdraait en bij terugkomst weer terugdraait, en alles wat je aan indrukken hebt opgedaan door de smalle opening laat terugstromen, je huis in, je dromen in en je herinneringen weer de energie geeft om een poosje op te teren, tot ik weer de behoefte voel, de jas aantrek en ga wandelen.  

 

vrijdag 8 maart 2024

Intelligentie van planten

 

Het boek “Briljant groen “(* heb ik van de week voor de derde keer gelezen, met telkens er ongeveer een jaar tussen. Zijn planten intelligent? Is de vraag die dit boek behandeld en het zal niet bevreemden dat dat het geval is. Het heeft de eerste keer dat ik erover las indruk op mij gemakt, maar toen ik het boek van de week weer uitgelezen had, was de verwondering er niet minder om.

Toen David Attenborough in een bootje op de zee dobberde en er een Blauwe vinvis langszij kwam zwemmen, was het euforische commentaar dat hem deed uitroepen, dat dit het grootste levende wezen op Aarde was.  Hoeveel respect er ook voor David is , hij vergiste zich begrijpelijk, want wat hij bedoelde was het grootste levende dier, zwom daar naast zijn boot. Want het grootste levende wezen is de Sequoia, een gigantische boom, een boom waar de Blauwe vinvis verschillende keren in zou passen, qua gewicht en qua omvang. Ook al beweegt zo’n boom voor geen meter, het is één en al beweging. Sapstromen, uitwisseling van blad naar de wortels en andersom, van de grootste boom tot het kleinste kruid is er werk aan de winkel, er moet gegroeid en gebloeid worden, Het gaat in een ander tempo dan wij leven. Hebben we ooit een bloem zien open gaan? We zijn daar te gehaast voor, alleen als we er een camera met een timelaps opzetten, zien we hoe gracieus de bloem zich opent.

 In de tuin staan nu de Krokussen met open bloemkelken de Hommels te lokken, het geel van de narcis schittert het voorjaar de tuin in.  Straks als hun tijd weer om is, trekken ze zich weer terug in hun bollen onder de grond en gaat hun klok weer lopen om volgend jaar weer rond deze tijd weer te groeien en te bloeien. Hoe een bolletje dat in afzondering het hele jaar ligt te wachten weet dat de tijd rijp is om weer in actie te komen, komt ons raadselachtig over. Het heeft daarvoor de wijsheid, een wijsheid die opgeslagen is in de cellen van de plantenbol. Wijsheid uit een enkele cel die ons ook eens heeft voorgebracht, door alle informatie daarin opgeslagen een mens van te maken. Die weet wanneer en waar de vinger te laten groeien en hoeveel.  Het zou daarom de intelligentie van het leven kunnen zijn, waar alles wat leeft onder te scharen is, inclusief de planten.

(* Briljant groen – De intelligentie van planten.  Stefano Mancuso en Alessandra Viola