zaterdag 31 december 2022

Olliebollen

 

Eindejaars dag, het regent, misschien is dat de manier van de natuur om het vuurwerk te ontmoedigen. Wat ooit als leuk en vrij onschuldig leek, is nu uitgegroeid tot een probleem, met veel te zwaar vuurwerk, met knallen waar de aarde van dreunt. En hoe kunstig en mooi het er ook uitziet en als het om twaalf uur afgestoken wordt, het feestelijke van een nieuwjaar inluid. Ik hoor niemand over de schadelijke stoffen die deze pracht over een groot gebied verspreidt. Voorgaande jaren had ik het met de ganzen te doen die door die verschrikking hoog in de lucht bleven en daar lange tijd bleven doorvliegen, de onrust van beneden daar af te wachten. En dat zijn de vogels die van zich laten horen, maar de andere vogelsoorten die het luchtruim in vluchten en daar al die tijd maar moeten afwachten, de honden die trillend in hun mandje liggen en zich daar afvragen of hun baasje nu echt gek geworden is. Ik vraag me wel eens af hoe dieren over ons denken als we ons zulke uitspattingen permitteren? Die arme Border Collie die zeven weken van huis is geweest, omdat hij tijdens een wandeling op de hei geschrokken was van een vuurwerk knal en het op een lopen zette.

Het moge duidelijk zijn dat ik niet erg gecharmeerd ben van die jaarlijkse ergernis, en dat het ook nog eens in de handen van pubers en zuiplappen is vrijgegeven, verklaart dan ook aan de schade op straat, door de baldadigheid die die vuurwerkwerpers aanrichten. Grappig dat het journaal dan de volgende dag meestal meldt dat de jaarwisseling rustig is verlopen en vervolgens meld dat er zoveel miljoen aan schade is verricht.  Niet een erg goed begin, terwijl we dat handenschuddend het elkaar wel toewensen. De evolutie heeft voor ogen dat een soort zich verbetert en ontwikkeld, op zulke dagen heb ik toch zo mijn twijfels.  

 

woensdag 21 december 2022

Gewoon

 

De doos met de kerstboom weer van zolder gehaald, samen met de tas waarin de ballen de slingers en de lichtjes zitten. Een jaarlijks ritueel om weer een boom op te zetten, die in losse onderdelen in de doos zit en weer opgebouwd moet worden. De takken worden ontrafeld en in de stam gestoken, onze kunstboom gaat al twintig jaar mee. De boom krijgt een mooie plek in de huiskamer, naast de kast. De lichtjes en de ballen in de boom geven een feestelijke sfeer die bij de kerst hoort. Ik zit naar het eindresultaat te kijken en we zijn tevreden. Het roept een herinnering op aan mijn moeder.

Ze sloot zichzelf op in de huiskamer en wij mochten er niet binnenkomen. Maar dan was het zover, we werden geroepen en devoot liepen we de huiskamer binnen, waar mijn moeder de kerstboom had opgetuigd, waar ze de hele middag mee bezig was geweest. Het was een echte boom met de geur van hars en met veel óóhh’s  en ááhh’s gaven we uitdrukking aan de prachtig versierde kerstboom. Een gebeurtenis die elk jaar plaatsvond en door mijn moeder verzorgt werd. Een herinnering aan een goede jeugd, waar aandacht was voor zulke details. Dan met kerst was het weer mijn moeder die een uitgebreid kerstdiner verzorgde, sfeervol met een mooi gedekte tafel en stemmig kaarslicht, waar we geacht werden op en top, met onze netste kleren te verschijnen. Kerst was een sfeervolle tijd en als het dan afgelopen was, werden de lichtjes en de ballen weer in de doos gedaan en naar zolder gebracht en de boom afgedankt. Die werd aan de weg gelegd om verzameld te worden door de buurt om  er dan die middag een groot vuur van  te maken, daar ging de fik in. Ik had daar moeite mee en probeerde onze boom daarvan te beschermen door hem te verstoppen in het bos tegenover ons huis. De boom die zo’n prominente plek had gedurende de feestdagen, mocht niet verbranden in een groot vreugde vuur. Ik ging er wel kijken, maar onze boom lag daar niet tussen. De boom die door mijn moeder met zoveel zorg mooi gemaakt werd, mocht in het bos liggen, om daar te vergaan.

Zo zat ik daar bij onze kunstboom te mijmeren en haalde gedachten op aan mijn moeder, die er zoveel aan deed om van kerst een mooi feest te maken, die tot op de dag van vandaag nog steeds nagloeit in de herinnering ervan. Onze kerstboom gaat weer terug in de doos over een paar weken. En dan, zoals mijn moeder het altijd zei na zulke dagen: “ is alles weer gewoon.”

 

maandag 28 november 2022

Taal

 

Het is vier uur in de middag. Een sombere dag waarin weinig zonlicht is doorgedrongen en over een klein half uur is die onzichtbare zon weer verschoven achter de horizon en zal het donker worden. Nu geen gekleurde lucht door de ondergaande zon, maar een grauwgrijs wolkendek. De Kauwtjes groeperen om straks gezamenlijk hun slaapplek op te zoeken. Voordat trekken ze in een grote groep door de lucht, over de huizen en de boomtoppen. Ik zit achter het raam op zolder en zie ze omhoogvliegen en om elkaar draaien. Misschien wel vijftig, of zestig vogels met hun rustige vleugelslagen, zwenkend en in glijvlucht, draaien ze een paar rondes in de lucht. Met de kijker kijk ik in de groep om hun avonddans voor het slapengaan en er als ware met hen mee te vliegen. Deze zwarte Kauwtjes zijn gepaard en blijven dat hun leven lang, niet alleen rondom hun nest, maar waar je ze ook ziet je kunt de paartjes er zo uit halen, zelfs als ze in zo’n grote groep vliegen blijven ze dicht bij elkaar, ze trekken samen op en zijn bij elkaar. Zo trouw als een kauwtje, zou een passende uitdrukking zijn. Ook in de grote groep die voor mijn raam vliegt, zijn de paartjes te onderscheiden, twee aan twee, alsof ze de opdracht van Noach nog steeds ter harte nemen. Zo gaan ze de nacht in zoals ze ooit eens in de Ark gingen. Twee aan twee.

De Eksters die de eetbak van de hond op restjes controleren komen vaak bedrogen uit, want de hond eet de bak vaak schoon leeg. Toch komen ze iedere keer even kijken, voor het geval. Om ze dan tegemoet te komen, strooi ik dan wat hondenbrokken voor ze op het gras. Vanmorgen zag ik een Ekster in de tuin en nam wat hondenbrokken en strooide die op het gras. De Ekster kwam erop af en verdween toen direct weer uit de tuin. Het duurde niet lang of hij was weer terug, maar had een stel andere Eksters bij zich. Er waren zo een stuk of zes, misschien wel zeven Eksters  die zich te goed deden aan de brokjes. Ik heb toch sterk de indruk dat die eerste Ekster zijn soortgenoten ophaalde en de brokjes niet voor hemzelf hield, maar ze deelde met de anderen. Zo snel de Eksters in de tuin waren, toen de brokjes op waren, waren ze ook zo weer verdwenen. Mij met de indruk achterlatend dat ze het elkaar verteld hebben, dat er wat te halen was. Gesproken in een taal die door observeren verstaan kan worden. Luister en leer.

zondag 20 november 2022

De eerste winterse dag

 

Zondagmorgen, er ligt een dun laagje ijs op de vijver en de thermometer geeft -7 aan. Een paar mussen testen het ijs op de vijver en voorzichtig wagen ze zich van de lage rand langs vijver, op het ijs. Het houdt, tenminste de mussen, die elkaar aftasten of het nu wel of niet kan, een paar waaghalzen bewijzen dat het kan.  Gisteren een paar vorstgevoelige planten naar binnen gehaald en een paar andere afgedekt. De hei ligt er wit berijpt bij en geeft een mooi aanzien, een frisse wandeling wat mij al snel koude voeten oplevert en dat moet ik juist voorkomen met de aanleg van wintertenen. Elk sprietje en twijgje heeft een zilveren ijsrandje en de grond voelt hard bevroren aan. Bij de ingang van een konijnenhol zijn door de condens vanuit het hol de grasstengels die voor het hol hangen zijn extra beslagen met een dikker laagje rijp. Wat duidelijk maakt dat dat hol bewoond is en het daaronder dus wel lekker warm zal zijn. Heeft de wind het verkleurde blad nog niet van de bomen gekregen, deze koude prikkelende vorst weet de bladeren van de takken af te ritselen en als sneeuwvlokken dwarrelt het blad in een windstille sfeer naar de bosbodem en bedekt de bosgrond met het gele en bruine blad. Het gevallen blad legt een deken rondom de stam van de boom waaruit het blad viel, als een warme laag rondom de wortels, alvast voor de volgende kou.

In de loop van de dag trekt het dicht en de temperatuur loop op net boven nul en er valt een heel, heel klein beetje sneeuw tussen de regendruppels. Het vliesdunne laagje ijs op de vijver is weer weg en de ijspret voor de mussen is voorbij. Om half vier nog een rondje met de hond door het bos. De paden die me zo vertrouwd zijn en toch is het door verschil van atmosfeer telkens weer iets anders. Nu met het goudgekleurde afgevallen blad dat het bospad onder de Beuken kleurt en zelfs door de heiige sfeer iets lijkt op te lichten. Het getokkel van de regendruppels op de bladeren op de grond. Er beweegt zich niets dan wij met z’n tweeën op het bospad. Ik steunend op een wandelstok en de hond er sjokkend achteraan en de tijd nemend hier en daar te snuffelen. De tekst van het liedje, “ Later” van Herman van Veen, kom in me op: “Zie je ons daar samen lopen, naast elkaar, zo diep bedaard, jij een lieve oude taart, ik nog kras,… dat is te hopen,… “. Het wordt al schemer en het bos krijgt een sprookjesachtige sfeer, een sfeer waar menigeen voor binnen blijft, want regen wordt laag gewaardeerd, maar brengt een o, zo mooie sfeer in het bos, zeker op deze late zondagmiddag.

 

zaterdag 19 november 2022

De heilige natuur

 

Ik zag het boek liggen in de boekhandel, nam het in de hand en las de achterkant, legde het weer terug, maar het bleef in gedachten. Ik zou dat boek wel willen lezen, maar ik ben al achter met mijn lezen en heb nog wel wat liggen thuis. Het volgende bezoek aan de winkel een week later, pakte ik het boek weer op en liep ermee naar de kassa. Het was een gok, want ik had niet eerder van deze schrijfster, Karen Armstrong gehoord, maar de subtitel op het kaft wekte mijn aandacht: “ Hoe we de relatie met onze natuurlijke omgeving kunnen herstellen.” Het boek ging in mijn rugtas en dat betekent dat het meegaat op mijn wandelingen. Op een bankje zittend sla ik het boek open en zo heb ik het boek gereserveerd om dat op die tijdstippen te lezen en als het weer het toelaat, wat meestal het geval is, lees ik een aantal bladzijde uit het boek. Zo heb ik afgelopen jaar verschillende boeken uitgelezen, maar nu is dit nieuwe boek aan de beurt. Wat is nou passender om een boek met de titel “De heilige natuur “ in het bos te lezen, met een groene markeerstift in de hand las ik zorgvuldig de bladzijde en markeerde sommige zinnen. Iets wat ik eerder nooit deed om mijn boeken netjes te houden, maar een boek is een gereedschap, iets om van te leren en een citaat te onthouden valt telkens weer tegen en dan is het markeren van enkele zinnen toch wel nuttig om het nog eens terug te vinden. Het boek brengt me in contact met allerlei denkwijze uit allerlei religies en filosofieën. 

Het leerde me het woord Antropocentrisme, dat is het idee dat de mens het middelpunt van het bestaan is, de norm en waarde waar al het andere, de levende natuur en de niet levende natuur, wordt afgemeten en het nut dat het de mens dient. Iets wat ons vervreemd heeft van misschien wel ons werkelijk bestaan dat we niet los staan van de natuur, maar er een onderdeel van zijn. Hoe verschillende religies daar invulling aan geven en deze naast elkaar te zien is verhelderend.  Verder kunnen kijken dan je religieuze neus lang is. Een goed boek dat ik gedoseerd elke dag op het bankje in het bos las en waar menig gedeelte groen is gekleurd door de markeerstift. Gisteren las ik het laatste hoofdstukje en nam afscheid van het boek dat een paar weken mijn metgezel was. Een boek waarin wijsgeren, dichters en filosofen met of zonder hun religie een antwoord op ons bestaan hebben proberen te geven. Wijsheid is toegepaste kennis en de wijsheid uit zo’n boek dat ik heb mogen lezen, voegt weer wat toe. Daarom wil ik lezen en daarvoor ook bijzondere plekken uitkiezen, zoals het bankje in het bos. De laatste zin uit het boek is ook groen gemarkeerd: Het is nu aan ons om die kennis en toewijding nieuw leven in te blazen en onze band met de natuurlijke wereld te herstellen.

zaterdag 5 november 2022

Optie

 

De wandeling met de hond, begint in de tuin, een Roodborst zingt zijn herfstliedje in het perkje naast het huis, ergens onzichtbaar tussen de hulsttakken heeft hij zich daar een plekje gemaakt om zijn wonderlijk mooie lied uit te voeren. Ik zeg wel een hij, maar het kan evengoed een zij zijn, want het vrouwtje zingt in de herfst ook. We lopen de tuin uit en nog een stuk verder kan ik hem nog steeds horen. Op de hei staan de bomen in een gefilterde zonlicht, de groene kleur is uit de bladeren getrokken en een pastelkleurige gloed omgeeft de bomen alsof ze in een aquarel zijn geschilderd. Een heerlijke sfeer die aan een herfstdag zijn gloed geeft. De subtiele kleurverschillen, de ronde vormen, de schaduw en lichtplekken, maken van de bosrand een plek waar het oog een poos blijft dralen. Het leven trekt de aandacht in de vele vormen waarmee de herfst zich uit. Aandacht dat als je er aandacht voor hebt steeds mooier lijkt te worden.

Ondertussen cirkelt boven het bos al lange tijd een helikopter, vast een onderdeel van een militaire oefening. Als een dreinerig jengelig kind dat zijn zin niet krijgt, klapt het geluid van de wieken door tot ver in de omgeving. Alsof wij er telkens aan herinnert moeten worden dat oorlog altijd nog een optie is en dat er veel te dure apparatuur en kostbare energie aan besteed moet worden. Ook al worden we er mee geconfronteerd dat dat nog steeds aan de orde is en meld het journaal dagelijks nieuws uit nog steeds bestaande oorlogsgebieden. Een leger in de handen van een dictator en extreme geloofsfanaten, die deze ellende veroorzaken en het geloof om een geweldsapparaat in stand te houden wordt door deze lieden weer bevestigd. De menselijke natuur is een kwetsbare en beelden van oorlogshandelingen die de vernieling en terreur die legers elkaar aandoen en vooral de bevolking onder die conflicten laat lijden, tonen de bevolking op zijn kwetsbaars, want tegen zoveel militair geweld is de normale mens niet bestand.

 Eindelijk gaat de helikopter er weer vandoor en wordt het weer rustig in de lucht. De opgehoopte ergernis die het geluid veroorzaakte maakt weer plaats voor de geluidjes uit de omgeving, die ik verre verkies boven het drammerige helikopter gewiek . Alles lijkt zich weer langzaam te herstellen bij de afwezigheid van die herrie en het grauwe krijgt weer kleur. Verondersteld wordt dat oorlog voorkomen wordt door militairen, die zo nodig moeten oefenen en hun aanwezigheid laten gelden,  maar zou het kunnen dat het de aanwezigheid van een militair apparaat oorlog juist mogelijk maakt? Journaalbeelden tonen de vernietiging die militaire acties teweeg brengen. Kapotte gebouwen, verwoeste steden, ontredderde mensen, leed en verwoesting… en daar wordt voor geoefend. We zijn toch wel beter dan dat? Dezelfde zon die over de verwoestingen daar schijnt, verlicht ook mijn vredig tafereel op de hei, dat een moment verstoord werd en een moment van onrust dat we nog steeds niet in staat zijn zonder de optie van oorlog open te houden. Als we nu eens de energie die we nu in geweldsmiddelen zouden gebruiken om met net zoveel ijver voor vrede zouden inzetten. Er gaan miljarden om in het budget van defensie, daar valt heel wat goeds mee te doen. Een spreuk van Loesje is misschien het antwoord:  “Stel je zou een oorlog beginnen en er komt niemand opdagen… “

 

zaterdag 29 oktober 2022

Besef

 

Als het ’s morgens nog zo donker is, lokt het niet om er vroeg uit te blijven komen. Het is bijna een tijdverschil van anderhalf uur van de zomer toen bij het licht worden ik al buiten liep en nu als ik dan in het donker om zes uur, een klein rondje maak om de hond uit te laten. De Bosuil roept in de bosrand zijn mysterieuze geluid die het donkere silhouet van de bomen aan de rand van de hei benadrukken. Het is een andere wereld die van de uilen die het donker juist verkiezen, ik ben een mens die het liefst in het licht leeft. De levenswijze van de uil en die van mij raken even verweven als ik daar ik het donker op de hei naar de roep van de uil luister.

 Het boek dat nu open ligt gaat over een Engelse vrouw die haar tuin en huis voor de vogels die daar komen, heeft opengesteld en waarmee ze een vertrouwensband mee heeft opgebouwd. Ze observeert de vogels en trekt haar conclusies, ze praat met ze en heeft fysiek contact met ze, niet door ze in de hand te nemen, maar door ze op haar hand en schouders  te laten landen. Ik krijg altijd de kriebels als vogels in het veld gevangen worden, een ring omgeschoven krijgen, wat nog niet eens het grootste bezwaar is, maar dan moeten er allerlei metingen aan de lengte van de snavel, de slagpennen die gemeten worden, daarna gewogen en al die tijd gaat het hartje van het vogeltje daar tekeer en wil weer weg. Schiet toch een beetje op, schreeuw ik haast naar het scherm, maar de onderzoeker moet de kijker nog het één en ander uitleggen met de vogel nog in de hand. Eindelijk laat hij dan de vogel weer vliegen… Vogels die het symbool zijn van vrijheid, vliegen in een patroon en om aandachtig dit patroon te bestuderen en open staat voor ideeën en gedachte die wetenschappelijk niet erkend worden, komen er toch dingen aan het licht die de starheid van vooringenomen ideeën, kunnen verhelderen.. Vaak herkennen we een dier als soort en leggen het een vast patroon van gedragingen op. Maar  de schrijfster Len Howard van het boek, “ Vogels als huisgenoten “, deed wat Jane Goodall ook deed, zocht de persoonlijkheid van een individu op en leerde zo de individuen van elkaar te onderscheiden en gaf ze namen. Iets waar wetenschap wars van is, omdat onderzoeksobjecten met cijfers moeten worden aangegeven. Ze zijn erg huiverig voor het dier te vermenselijken en houden afstand. Daar is een woord voor dat door de onuitsprekelijkheid al erg wetenschappelijk klinkt: antropomorfisme, een woord waar ik eerst mijn tong voor moet scherpen om het uit te kunnen spreken, maar wat betekent dat het niet kan, dieren menselijke eigenschappen toe te kennen en dat waar wij onze intelligentie gebruiken, een dier het heeft te doen met een instinct, een automatisch voorgeprogrammeerd gedrag.

 Daarom ben ik blij met mensen als Frans de Waal, Jane Goodall, Cesar Milan, Monty Robbins en nu dan ook Len Howard en zo zijn er meer namen te noemen die door hun afwijkende boodschap ons leren zien dat het anders kan.  Soms komt het besef door de ogen van iemand anders, die hun bevindingen opgeschreven hebben en toegankelijk maken door de prachtige verhalen die ze erover op schrijven. Ik lees graag hun boeken en leer meer over de dieren kennen, zo tot een beter besef te komen van de levens die ons omringen en wellicht niet zoveel van ons verschillen. In onze tuin heb ik ook een plekje gereserveerd waar ik de vogels uitnodig met een handje voer op de voerplank en zo de tuin vol leven te laten zijn.

vrijdag 21 oktober 2022

Attentie, attentie

 

Het regent en de druppels op de ramen biggelen naar beneden, water waar we van de zomer zo’n behoefte aan hadden. Nu zijn bomen en struiken verdroogd en sommige lieten vroegtijdig hun blad vallen. Overal staan verdroogde bruine stuikjes op de hei die het te verduren hebben gekregen, omdat de regen van de zomer uitbleef. Gisteren zag ik de laatste, van een serie van vijf afleveringen “ Frozen Planet  2 “ op BBC1. Waren de vier ervoor nog met de prachtige beelden waar de BBC wel raad mee weet, geheimenissen hoe het dierenleven in de koude delen van de wereld leven en ons met verbazingwekkende beelden ervan getuige doet zijn. De laatste aflevering toonde de afschrikwekkende beelden van een pinguïn kolonie die doordat het niet sneeuwde, waar de kuikens van de pinguïn met hun dons kleed uitstekend tegen bestand waren, maar door de stijging van temperatuur, het nu in plaats daarvan regende en modder en het nat het dons doorweekte en de kuikens rilde en stierven van de kou. De onderzoeker die al jaren onderzoek deed aan deze vogels stond met tranen in de ogen en moest zijn betoog afbreken omdat zijn tranen zijn stem brak. Hij liep over een strand waar voorheen honderden van deze vogels broedde en er was er geen één meer. Gletsjers die in hoog tempo afkalven en langzaam het zeeniveau verhogen. IJsberen die hun toevlucht zoeken op vuilnisbelten omdat hun leefgebied, het ijszee, onder hun poten weg is gesmolten. Het stemt me droevig, temeer wij er mogelijk de oorzaak van zijn en ook al zou het niet zo zijn, zoals sommige beweren, dan nog kunnen we er niet omheen dat onze bijdrage eraan niet gering is. Zo galant zijn we niet omgegaan met de grondstoffen, de planten en de dieren.  We kunnen niet onverschillig zijn en al lijkt het maar weinig te helpen, doen wat we kunnen doen, want ergens is een kantelpunt en eenmaal daaroverheen is er misschien geen weg meer terug.

Er zijn er die er erg nonchalant over kunnen doen en het als een gegeven beschouwen
“ dat we eraan gaan “ , een onverschilligheid waar ik van huiver, temeer dat ik kinderen om me heen zie spelen, waarvan wij hun toekomst afnemen door ons zelfzuchtig gedrag. Onze ouders hadden het beste met ons voor, hebben we dat ook met onze kinderen? Het is onze generatie die de zee volgegooid heeft met plastic, leeggevist, dieren in erbarmelijke omstandigheden laten opgroeien voor een overdaad aan vlees te consumeren. Sturen vliegtuigen in de lucht die enorme uitstoot geven voor een vakantie aan het strand en scheuren met auto’s rond in wedstrijdjes waarvan we de coureurs als helden eren. Boeren en bedrijven die meer dan alleen een product produceren, maar wat er uit de uitlaat komt de atmosfeer besmetten. Het moet allemaal kunnen, maar het zou verstandiger moeten gaan. Een besef dat langzamer gaat dan de gletsjers smelten.  De documentaire roept ons op, blijf bij de les. We kunnen het ons niet meer permitteren oorlog te voeren, doorgeslagen politici aan het woord te laten, voetbalwedstrijden boven elk menselijk belang te stellen. Onze aandacht is kapot, zei iemand op TV, en als dat zo is laten we dat herstellen. Aandacht te hebben voor de dingen waar het echt om gaat. Misschien loopt het niet zo’n vaart als we in onze slechtste scenario’s kunnen bedenken, maar als het allemaal meevalt is het toch een teken aan de wand dat het zo kan gaan als voorspelt wordt en dat ziet er niet best uit. De Aarde is te prachtig, om pinguïns te laten verkommeren en ijsberen hun leefgebied te laten wegsmelten. Wie rommel maakt, moet het ook opruimen.

 

 

donderdag 13 oktober 2022

Geestdrift

Nog steeds is het engelenboekje mijn metgezel op de wandeling. De bladzijde slaan maar langzaam om en de woorden laten zich in een traag tempo lezen. Het geeft niet, het is een aangenaam gezelschap, en vanwaar de haast. Maar het boekje nadert zijn laatste bladzijde en daarom keer ik nog eens terug naar de  onderstreepte gedeeltes, onthoud, dat het een gesprek is van een engel met de schrijver van het boekje.  Het is juist door de woorden die niet alledaags klinken is het in een setting die het bijzonder maakt. Ik zou het hele boekje willen onderstrepen, maar toch, wat zou daar de meerwaarde van zijn. Het zijn juist de hoogtepunten in een zin die het hele verhaal zo doet glanzen. Ergens in het begin staat een regel : “ Wat jij van de dingen en de levende wezens ziet, is slechts de waarneembare oppervlakte van die diepte, een soort deksel die maar zelden wordt opgelicht,…”, is dat iets wat we altijd hopen, dat er meer is om te doorgronden en dat ons leven rijker maakt?  Er is meer tussen Hemel en Aarde, stellen we dan vast, maar blijven daarbij toch op afstand, onthullen deze gedachte maar oppervlakkig en voorkomen de diepte ervan. We hebben misschien de indruk dat er speciale toestemming voor nodig is om voorbij het oppervlak te gaan, zoals Mozes zijn schoenen uitdeed, omdat hij op heilige grond stond. De schaapskudde die hij hoedde, zijn dagelijkse bezigheden, leidde hem naar de plek waar hij een ontmoeting had,  een brandende braamstruik, op een niet gangbare maar direct herkenbare manier.  Een ander citaat, dat daar op aansluit:  “Die God in jou wacht erop dat jij hem met je voetsporen doorkruist “ en verderop:  “Ik weet ook dat, hoe verder ik doordring in het mysterie van de mens en God, hoe meer ik terugdeins, maar ik troost mezelf met de gedachte dat ik terwijl ik terugdeinsde het gevoel had verder te zijn gekomen. “

Zo is dit boekje, dat ik speciaal reserveerde om op een bankje in het bos te lezen en wat ik alleen daar las, de slechts 104  bladzijde tellende boekje, waar ik toch een paar weken mee bezig was, heb ik nu uit. Het bankje, mijn plekje in het bos, de brandende braamstruik waar een engel aan mij verscheen door dit bescheiden boekje, is gedaan, voorbij en toch ook weer niet, de schatten die ik erin heb opgedaan zijn nu een deel van mij geworden en om dit verhaal met nog één citaat af te sluiten: “Ik werd oud van wijsheid en jong van geestdrift. 

zaterdag 1 oktober 2022

Tafereel

 

Gisterenmiddag kwamen twee vrouwen langs het bankje waarop ik zat te lezen, Lisa lag voor me om haar heen te kijken, één van de vrouwen stond stil en keek naar Lisa, glimlachte en maakte met haar handen een wijds gebaar, alsof ze het geheel omvatte in een onzichtbare lijst eromheen en zei: “een mooi tafereel jullie zo te zien.” Mooie vriendelijke woorden en ik bedankte haar ervoor, ze liepen weer door en ik gloeide nog wat na van dat vriendelijke moment. Ik lees nog steeds in het engelenboekje en lees aandachtig om me de mooie momenten uit dat boekje me niet te laten ontgaan. Net als die vrouw met een ronde handgebaar te zeggen dat het een mooi tafereel  is, waar de engel en de schrijver weer een bladzijde vullen. Het boekje bevat net iets meer dan honderd bladzijden, maar de kleinheid van de omvang van het boekje, wordt overtroffen door een rijke inhoud, die het zoveel groter maakt. En daar getuige van te zijn van de engel en de schrijver. Ik las over schoonheid:
“ De schoonheid is de stuwkracht van het leven in alle dingen. Men kan de schoonheid slechts zien en aanbidden met het licht van de ziel. “     
… een mooi tafereel.

Schoonheid die de liefde in je openbaart. Iets wat je aandacht op een speciale manier vraagt. De kleur en de geur van een bloem die nog in de knop droomt, te herkennen en bijna klaar is dat het zich opent, wacht tot het zich openbaart in een toekomstig tijdstip waar je hoopt getuige van te zijn. En wanneer het dan schittert in kleur en bedwelmt met geur, je alles zo subtiel en aanwezig voor je ontvouwt, dat de ziel daarvoor nodig is om het werkelijk te zien.  Als je ooit twijfelt aan de ziel, op zulke momenten is die er dan.
Tegenover schoonheid staat lelijkheid, maar toch als de bloem is uitgebloeid, de kleuren zijn vervaagt en de geur is vervluchtigd, de bloem lelijk wordt en uitgeleefd, dan is er in die dorre verwelkte bloem, een andere schoonheid die zich ontvouwt tussen die dorre kelkbladeren.  In het liefdesspel tussen de bloem en het insect is het zaad bevrucht en sluimert daarin een nieuwe plant met nieuwe bloemen. Geconcentreerde schoonheid, die zich onzichtbaar ophoudt in het zaad. Om in een ander seizoen uit de kiemkracht gedreven een nieuw voorjaar, of een nieuwe zomer tevoorschijn kan komen.
 … een mooi tafereel.

Alles lijkt een moeiteloos proces en toch zijn er vele dingen voor nodig het tot stand te brengen. Zoals die vriendelijk mevrouw, die de hond en mij, de omgeving en de plek, de vogels, de bomen, de wolken in de lucht, als één plaatje gezien, een plaatje waarin ik en de hond zitten en de schoonheid ervan in een rond handgebaar omvat,
… een mooi tafereel.

 

zaterdag 24 september 2022

Gesprek

 

Mijn metgezel is de engel uit het boekje dat ik lees in het bos, voor op mijn leesbankje. Het boekje “Gesprekken met mijn engel “ is wat er in mijn rugtas meegaat als ik een rondje maak met de hond. De komende weken lees ik dit boekje dat ik gereserveerd heb voor die momenten in het bos, op mijn leesbankje sla ik het open en lees een half uur, als het kan elke dag.  Het is een gesprek met een engel en de schrijver van het kleine boekje, niet een gesprek aan mijn gericht, maar waarmee ik meeluister door het boekje te lezen. Het leest niet vlot, maar misschien is het dat ik te traag luister en ik wordt ook veel in beslag genomen door de zinnen die ik onderstreep en nog eens lees, omdat ze een klank of een ritme hebben die ik nog eens wil horen. Een deel van een zin die ik met de gekleurde stift heb onderstreept is deze:  “als de ziel ergens naar zou smaken dan zou het suiker zijn “. Bij de ziel had ik me wel voorstellingen gemaakt waar de ziel dan zou zijn, maar dat het ergens naar zou smaken, dat heb ik me niet eerder afgevraagd. Dit fragment zo te lezen houdt op, want je wacht even tot de woorden bij je komen en misschien wel doordringen tot de ziel.
Een ander citaat dat groen gekleurd is onderstreept door mij, is :  “De vreugde is een reservevoorraad zonlicht die men in zich heeft en die, zelfs als men meent alles kwijt te zijn, aanwezig blijft en niets liever wil dan geven.” Prachtige woorden die zo’n mysterieuze klank hebben en zou willen dat ik ze zelf verzonnen had, of dat een engel mij dat persoonlijk tegen mij had gezegd. En misschien ook juist daarom dat dit soort woorden en volle zinnen tot me komt terwijl ik de woorden, die door het zonlicht beschenen, tot me komen, dat de hoeveelheid zonlicht zich in me opslaat  en zoals de broden die ooit gebroken werden en er een menigte mee voedde, mij op zo’n moment een brok aanreiken.

Zoals me ook gebeurt als ik een schilderij zie die naar mijn zin geschilderd is en ik me daardoor geïnspireerd voel om zelfs de verfspullen weer op te zoeken, het zijn voorraden zonlicht die zich in mij opslaan. Of prachtige woorden die ik lees die het latente talent in mijzelf aanspreken, om zelf een dichter, een schrijver en zelfs een schilder te willen zijn. Woorden te schrijven die de diepte van het wezen aanspreken en de ziel naar suiker doet smaken. Het  is het fijne, de vibratie, de toon die het maakt wat het is, maar niet altijd direct gezien wordt, omdat het misschien wel wenst gevonden te worden en het tijd nodig heeft, voor dat het doordringt. Van de week las ik een paar van mijn honderd woorden verhaaltjes voor in de kring, om het verlangen te bevredigen om mijn pennenvruchten te delen. Dat wat je geschreven heb, hardop voor te lezen en met die kleine verhaaltjes een sleutel aan te bieden om het hart te openen. Net als wanneer ik geïnspireerd ben om schoonheid te laten glanzen in het licht, door iets wat in mij ontstond voor te lezen, als ware het gestold zonlicht, dat dan weer even smelt. Toen ik het boekje “Gesprekken met mijn engel “ voor het eerst las, wat 25 jaar geleden was, inspireerde het me toen om mijn Nachtparels te schrijven, om als in het voorbeeld waarmee het boekje begint, er ’s nachts even uit te komen om een bladzijde te schrijven, wat uiteindelijk een gebundeld boekje is geworden, met de titel “Nachtparels “. Nu is het boekje weer opengeslagen en lees ik gedoceerd elke dag een klein stukje.  Op een bankje in het bos in aanwezigheid van een engel die zich ophoudt tussen de bladzijde van het boekje.

zaterdag 17 september 2022

Dialoog met de natuur

 

De regen brengt ook kou mee, maar toch is dat meer normaal dan de afgelopen droge weken, die warm en droog waren. Het was aangenaam toeven op mijn leesbankje in het bos. Korte broek en T-shirt, blote voeten in de teenslippers en daar dagelijks op dat bankje een aantal bladzijde lezen in het boek “ De dialoog met de Natuur “ van Irene van Lippe- Biesterfeld, die ik speciaal gereserveerd heb om op dat bankje te lezen en daar dagelijks met de hond heenloop. Kan de hond even uithijgen van het rennen achter de bal en ligt ze voor mijn voeten lekker om haar heen te kijken. De verrekijker bij de hand, om de vogels die zich om me heen roeren, maar zich moeilijk laten zien, eventueel met de kijker toch even in beeld te krijgen. Het half uur, soms drie kwartier dat ik daar doorbreng is een dagelijks ritueel en waar af en toe een groet aan iemand die langsloopt en een heel enkele keer een praatje met iemand die stopt. De zon dringt niet door tot die plek door het bladerdek van de Beuk waar het bankje onder staat en dat was tijdens die warme dagen wel aangenaam. Maar gisteren zat ik er ook weer, het was rond de 15 graden, strakke wind en het regende af en toe. Toen gaf het bladerdek genoeg afscherming om er droog onder te blijven en kan doorlezen. Ik had mijn trui en mijn schoenen weer aan en toch had ik het koud, zo stil te zitten.  De volgende keer toch maar weer de jas erbij aan. 

Ik las het gedeelte dat Irene met de Dolfijnen zwom in de Oceaan en haar indrukken ervan deelde in het boek. Ooit heb ik de gelegenheid gehad om achter de schermen bij het Dolfinarium dicht bij de Dolfijnen te zijn. Met een duikpak in het water waar we moesten wachten tot de dolfijnen bij je kwamen, maar het was ondiep water, zwemmen met de Dolfijnen, waarover ik las in het boek van Irene, werd door het Dolfinarium niet toegestaan. Op een flodder staand, riep de trainer een Dolfijn en liet het langszij liggen, zodat we de Dolfijn konden aanraken. Om beurten legde we voorzichtig de hand op de Dolfijn en toen ik aan de beurt was keek ik in het oog van dat prachtige dier en ze keek terug, iets wat de trainer opmerkte en zei dat ze mij zo doordringend aankeek. Een moment van contact huiverde door me heen. Toch ook met wat weemoed, want het dier hoort thuis in de Oceaan, daar waar Irene met ze zwom en die op eigen beweging naar haar toe kwam en niet op een fluitsignaal gehoorzaamde om op de zij te gaan liggen om aangeraakt te worden. Desalniettemin was het wel bijzonder om zo dichtbij zo’n mooi dier te komen is hoe dan ook zeldzaam. Daarom grijp ik de gelegenheden aan om naar de vogels te kijken in mijn omgeving en het contact met ze te onderhouden. Zo voer ik mijn dialoog met de natuur. Door met de kijker ze dichterbij te halen. Door niet met mijn handen, maar het met de ogen zachtjes aan te raken.  

zaterdag 10 september 2022

Water



Drie uur s ‘nachts, een donderslag maakte me wakker gevolgd door het geruis van de regen. Het is een opluchting, want de droogte werd zorgelijk, bladeren verwelken, het stuift en het ruikt zelfs droog, erg droog. Regelmatig onweerde het de afgelopen dagen, maar daarbij bleef de regen telkens uit. Witte beaderde flitsen trokken grillig door de lucht, gevolgd door een dreunende donder. Zowel de flitsen als de donder zijn een geweldig indrukwekkend schouw- en hoorspel.  De echo die nadreunt, een geluid dat resoneert in de borstkas, maar de wolken losten weer op of dreven weer af, maar nu is het dan weer zover; regen. Het is op dit moment voor de hand liggend om te zeggen dat regen rijmt op zegen. Op de bospadden glinsteren weer zilveren plassen waarin de bomen en de lucht weerspiegelt worden en waar de hond weer lekker doorheen banjert. Het ruikt fris en er is water in overvloed voor de dieren in het bos. De paar drinkplekjes die ik in het bos heb gemaakt door een klein afwasteiltje in de grond in te graven en deze haast dagelijks met een paar flessen water bij te vullen, voldeden natuurlijk niet genoeg en was maar op beperkte schaal door mij toegepast. Als ik dan op afstand even stond te kijken en zag dat er al snel vogels op die drinkbakjes afkwamen, gaf het mij een gevoel dat ik in ieder geval een kleine bijdrage aan deze dieren heb kunnen geven. Maar nu even geen zorg meer en geen gesjouw met flessen water in mijn rugtas, om de bakjes bij te vullen. Ik hoopte naast de vogels waarvan ik zag dat ze er gebruik van maakte, ook dat een vos, een ree, een eekhoorn, misschien een marter, ja een varken mag natuurlijk ook een slok eruit halen, maar de bak die ik op de Haspel heb staan is overhoop gehaald, waarschijnlijk door een varken, of was het een Das die de bak omkeerde? 

 De plassen voorzien nu ruim voldoende en meer en op grotere schaal dan ik ooit kan doen. Maar ik kon toch niet machteloos toekijken en me afvragen waar ze hun drinken vandaan moesten halen toen het zo droog was.  Het kwam door een fragment uit de film “ Evan Almighty “ waarin God die door Morgan Freeman zo meesterlijk vertolkt wordt, in gesprek met Evan, die zijn zorg uitsprak dat hij de wereld wilde verbeteren, maar niet wist hoe dat te doen. Dit gesprek vond plaats in een tuin en God bukte zich, pakte een schaal van de grond, veegde het blad eruit en vulde de schaal met een gieter. Een hond die verderop in de tuin stond, kwam direct op het water af en dronk ervan. God keek Evan aan en met die warme donkere stem van Morgan, die ik benijd, zei hij: “ one act of random kindness” dat is wat de wereld verandert, stap voor stap een daad van liefde en uit liefde. One act of random kindness. Dat inspireerde mij om die waterbakjes in het bos te plaatsen en Ik hoop dat mijn waterbakjes voor de vogels daarbij ook bijdragen.






zaterdag 3 september 2022

Boerenzwaluw

 

De zwaluwen, met name de Boerenzwaluwen, vliegen met tientallen boven de hei en zwenken uit tot boven ons huis. Nog een paar weken en ze vertrekken weer, helemaal naar Zuid Afrika. Voor een vogel van rond de twintig gram een prestatie, temeer dat ze ook nog de Sahara over moeten steken. Het schijnt dat de jongen die hier geboren zijn, zelfstandig deze route afleggen. De ouder vogels vertrekken eerder dan de jongere. De mysterie van de trek, dat een vogel weet wat te doen en waar het langs moet. Lastig om dat af te doen met instinct en al is het dat misschien wel, dan is het ingenieus. Wij hebben het te doen met vijf zintuigen, maar dieren en met name de zwaluw heeft er meer, die hem helpen zijn weg te vinden. Ik las over ze in een boek dat helemaal gewijd is aan de Boerenzwaluw, een zogeheten monografie; een beschrijving van één vogelsoort.  In het voorjaar komen ze hier en we hebben er zelfs een spreekwoord aan gewijd, dat één zwaluw nog geen zomer maakt, maar het is wel de lentebode. Als dan begin april de eerste in mijn zicht veld komt, vrolijkt dat mijn geest op in het verlangen naar de komende lente. Andere voorbode hebben zich al eerder aangekondigd, zoals de zingende Merel, maar als de zwaluw er weer is dan komen in zijn kielzog ook de andere zomergasten, als de Fitis, de Nachtegaal, de Zwartkop, de Bonte Vliegenvanger en later in de laatste week van april, de Gierzwaluw.  Maar nu is het omgekeerde, zo stiekem aan komt de dag dichterbij dat het luchtruim weer zonder de Boerenzwaluw zal zijn. 

Vroeger begreep men het niet waar de zwaluw dan opeens bleef, er werd gedacht dat, net als de vleermuizen dat doet, ze een winterslaap hielden. Omdat ze zich tijdens de nazomer veel bij water ophouden, werd er gedacht dat ze op de bodem van een meer, in grote kluiten zich lieten afzakken en daar in een winterslaap bleven, tot het volgende voorjaar. Of er werd zelfs gedacht dat deze sierlijke vliegers, naar de maan vlogen en daar de winter afwachten om in de lente dan weer af te dalen. Er waren toentertijd vissers die beweerde dat ze ballen met overwinterende zwaluwen opviste, maar deze dan weer snel terugzette om de zwaluwen niet te verstoren. Een staaltje visserslatijn van de bovenste plank, want zo galant zijn vissers over het algemeen niet. We kunnen bij dit soort verhalen meewarig glimlachen, maar dat zullen hun ook gedaan hebben als ze onze beweringen zouden horen, dat ze helemaal naar de andere kant van de wereld vliegen, om daar te overwinteren. Het zijn bijzondere vogels die ons eraan herinneren, dat wij niet de enige soort zijn die tot bijzondere dingen in staat zijn. Wij zijn er uiteindelijk toch maar achter gekomen, dat ze naar Zuid Afrika vliegen. Door het mysterie te onthullen, maakt het er niet minder bijzonder op.

vrijdag 26 augustus 2022

Ontbijt

 

De nachten zijn weer langer, rondom zes uur is het nog meer donker dan schemer. Als we dan toch maar in het donkere muisgrijze van de nacht de hei opwandelen, ligt de mist als een grijze deken, als ware het een dikke laag stof, over de hei. De punten van de struiken steken er nog bovenuit en de bomen lijken erboven te zweven.  We lopen de dag tegemoet. Het is nu allemaal wat eenkleurig en grauw door het ontbreken van het licht. Boven het pad cirkelen een paar vleermuizen geruisloos hen en weer en maken de scherpste bochten en zwenkingen die je niet zou verwachten van een dier met zo’n weinig licht om daarin te navigeren, maar toch, ze hebben een andere manier om de wereld te beschouwen en zijn daar harstikke goed in. Soms gaan ze vlak langs mijn gezicht, maar zonder dat ik zorgen heb dat ze tegen me aan zullen vliegen en ik hou een poosje stil op het pad om deze dieren te bekijken. Ze zijn alleen te zien als ze langs de lucht vliegen, een paar seconden lang, maar verdwijnen dan telkens weer in het zwart van de bosrand  en in de silhouetten van de bomen, om dan verderop weer tevoorschijn te komen. Het is een geruisloos spektakel, zelfs als hij vlak voor mijn neus vliegt, hoor ik geen geruis van de vleugels en het geluid dat ze maken om te navigeren is voor mij te hoog om te kunnen horen. Al een paar keer maak ik aanstalten om weer door te lopen, maar ik stel het telkens even uit om deze dieren nog wat langer te bekijken. Inmiddels schuift het licht langzaam de sluiers van het donker opzij.  De kreet van de uil in de bosrand wordt vervangen door een heel  iel zingende Roodborst en een ander slaat ergens alarm over. De eerste dag geluidjes vanuit het bos. De Roodborsttapuit op de hei is ook wakker geworden en laat zijn geklik horen. Een nieuwe dag breekt aan en we hopen op regen vandaag, want het is zo droog de laatste tijd dat er al veel  blad aan de bomen is verdroogd en het als een tapijt van dorre bladeren op de grond is gevallen. Het ruikt een beetje verdord en als je over het pad loopt knispert het droge blad onder de voeten. Prima voor half oktober, maar nu is het nog wat aan de vroege kant.  Er hangen zware wolken in de lucht en het zou zo maar kunnen dat de belofte voor wat regen in vervulling kan gaan. De wandeling gaat verder, zonder haast of doel. Het landschap is me zo vertrouwd geworden door bijna dagelijks er te zijn en op allerlei tijdstippen en omstandigheden. Op de terugweg is het al lichter geworden en de ruimte waar de vleermuizen vlogen wordt nu ingenomen door de Boerenzwaluw die de laatste tijd zich wat meer op de hei laat zien. In de bosrand hoor ik Goudvinken.  Het landschap is een pakket van smaken, geuren, kleuren en indrukken, waarmee het lichaam doordrenkt wordt. Een ontbijtje met hoge voedingswaarde.

zaterdag 20 augustus 2022

Lezen

 

Voor dit jaar heb ik me voorgenomen boeken te gaan herlezen. Er staan inmiddels heel wat boeken in mijn kasten, zowel de kast in de kamer als in de digitale boekenkast. Als ik de kaften zie en me het boek probeer te herinneren, kom ik vaak niet veel verder dan wat flarden en wat indrukken. Het lezen van een boek vraagt toch wel de nodige inspanning en doorzetting, daarom heb ik mezelf opgelegd een uur per dag te lezen. Iets wat, als ik digitaal lees door de IPad wordt bijgehouden en als ik een uur gelezen heb, er een venstertje verschijnt met daar op de melding dat ik mijn leesdoel voor vandaag hebt bereikt. En het aantal boeken wat ik dit jaar wil lezen daar heb ik van de week ook mijn doel mee bereikt. Het gaat niet om de kwantiteit van het aantal boeken dat ik lees en gelezen wil hebben, maar uiteraard om de kwaliteit. De nog resterende maanden voor dit jaar en het tempo van lezen wat ik me inmiddels eigen heb gemaakt, voegen nog wel een paar boeken toe aan de gelezen stapel. Telkens als ik een bladzijde lees en soms gefascineerd raak door wat ik lees en vol verwachting dan de bladzijde omsla om te zien wat die me te vertellen heeft. Stay hungry, is het motto dat ik iemand eens hoorde zeggen, stay foolisch of te wel nieuwsgierig, een motto die ik niet zelf heb verzonnen, maar me wel eigen heb gemaakt. Door het herlezen van boeken, bespaar ik me heel wat want ik heb de afgelopen tijd geen nieuwe boeken meer aangeschaft. Sommige boeken die ik herlees verbazen me dat ik ze op de lijst van herlezen boeken heb gezet, het enthousiasme waarmee ik de eerste keer het boek had gelezen, herken ik niet meer en dan kan een boek wel lang duren voor je het uit hebt. Maar soms klikt het weer en dan is die 60 minuten leesdoel, vaak een grens die ik ver overschrijdt.

Het zijn soms de mooie dingen die je kunnen boeien, maar van de week las ik over een Tonijnenvisser, die zo onverschillig omging met het idee dat hij bijdroeg aan het overbevissing van de soort en dat hij met het grootste gemak overging op het vissen van een andere soort vis, omdat de tonijnenvangst zoveel achteruit ging. Of over die jager die verteld van zijn Hazenjacht en de nostalgie die hem daarvoor een reden gaf om te gaan jagen op deze dieren. De visserij en de jacht zijn beide de hoofdoorzaken voor het verdwijnen van diersoorten, hoewel ze zelf anders beweren. De impact die deze mensen hebben wordt vergoelijkt  door stoer geklets. Ze gaan gewoon over op een ander vissoort als de andere opraakt. En zo dragen ze bij dat de zee leeggevist wordt, met schepen die te duur zijn om werkeloos aan de wal te liggen en steeds meer eisen stellen aan de opbrengsten. Tot het op is, maar dat boeit ze weinig, ze hebben er goed aan verdient al die tijd. Lezen maakt me ook boos. Maar het merendeel van de boeken, bevatten levenslessen, beschrijven de pracht van de natuur en nemen me mee op hun belevenissen. Het biedt je een keur aan gedachten en ideeën en je hebt ze voor het uitkiezen. Wat mij betreft is het boek één van de beste uitvindingen die er gedaan zijn.

zaterdag 13 augustus 2022

Supermaan

 

In alle vroegte gaan we de deur uit, het is voorlopig nog niet licht en als ik op de hei kom staat hij daar. De Supermaan. Als een oranje bol die veel groter dan anders lijkt. Dat is niet zo, want de Maan verandert niet zomaar in grote, maar kan wel even dichterbij staan. Staat de Maan anders zo’n 383.000 kilometer van de Aarde, nu staat het een kleine 4000 kilometer dichterbij en dat maakt het verschil. En en de Maan ook dichterbij de horizon staat lijkt het sowieso wel groter. De oranje gloed die deze Maan kenmerkt als Supermaan, brengt een aparte sfeer op de hei. Alsof een grote schermerlamp met een gekleurde kap de omgeving in een oranje gloed zet. Het geeft een beetje de sfeer weer die ik in mijn dromen ook zie, half schemer en een beetje getint. Het gaat snel in korte tijd is het al bij de horizon en helemaal als het in een nis van de boomtoppen hangt, lijkt het nog groter. Het doen me aan een verhaaltje denken dat ik van de week las; Mol zag de Maan in de lucht en zei tegen zichzelf: “Wat een mooi ding, die wil ik wel hebben “ en strekte zijn korte pootjes uit om de Maan te pakken. Hij kon er niet bij en ging toen op de grootste molshoop staan die hij onlangs nog maakte, maar nog steeds kon hij er niet bij, zelfs als hij en sprongetje maakte, lukte het niet. Konijn die net langs kwam en zag wat mol probeerde, zei: “Dat lukt je nooit die staat veelte hoog.” Toen mol teleurgesteld langs de vijver liep zag hij tot zijn verassing de Maan in het water liggen. hij strekte zijn pootjes uit om de  Maan uit het water te tillen, met dat hij het water raakte, spatte de Maan in honderd stukjes uiteen.
Ondertussen is mijn Maan achter de horizon gezakt. Na vandaag neemt de Maan zijn “gemiddelde” positie weer in, en voorlopig zullen we het niet meer in deze omvang zien.

Voor vannacht  is er een sterrenregen voorspelt, om kwart over vier zou het hoogtepunt zijn. Ik klapte de tuinstoel in de ligstand en tuurde de noordoostelijke hemel af. Er zijn weinig sterren te zien en daarover las ik van de week, dat van elke ster die we zien, zien we er negen niet. Door het vele kunstlicht vervuilen we de donkere nacht en vallen veel sterren in dat licht weg. Niet letterlijk, maar voor onze ogen. Af en toe komt er een satelliet langs, met hoge snelheid, of hangen ze stil en draait de Aarde onder hun door?  Apparaten die we zo vanzelfsprekend houden, die onze navigatie helpen en daar honderden kilometers boven de Aarde ons naar onze bestemmingen gidsen. De sterrenregen valt tegen in een uur tijd tel ik er twee strepen. Korte lichtstrepen die er zijn er ook weer zo weg zijn. Te kort, maar net lang genoeg ze te zien. Dat was het, daar lig ik nu een uur voor naar boven te staren. Een Bosuil roept een Ree keft vanuit het bos verderop, de Vleermuis dwarrelt als een schim door de tuin tot vlak over mijn hoofd en over de vijver, geritsel in het perkje naast het huis. Om tien voor half zes, roep ik de hond naar buiten.  Nog donker, maar licht genoeg om met de ochtendwandeling te beginnen, lopen we de hei op. Het was vannacht volle maan en weer hangt de Maan boven de hei in een zilver schijnsel en een stukje kleiner ogend dan gisteren.  Het beweegt naar de horizon door de wolkeloze lucht. Het belooft weer een warme dag te worden en zoals ik vannacht op een sterrenregen wachtte, hopen we nu ook op regen, want het is door de aanhoudende warmte erg droog. Denk je eens in, als een flinke regenbui de Aarde nat maakt, dan geurt de aarde en de grond, petrichor; de geur die ontstaat wanneer de regen de droge aarde nat maakt. Als dat gebeurt ga ik weer in mijn tuinstoel liggen, om de regen op mijn gezicht te voelen en de geur op te snuiven. Laat maar komen die bui.

zaterdag 6 augustus 2022

Museum

 

Dan is het opeens zo ver,… ze zijn weg. De Gierzwaluw, die in groepjes door de lucht zwierden en af en toe hun gierende geluid lieten horen terwijl ze rondscheurde door de lucht, zijn weer vertrokken. Gisteren zag ik er nog een paar en vergat afscheid van ze te nemen in de verwachting ze vandaag weer te zien, zo vertrouwd was hun aanblik in de lucht boven de huizen inmiddels geworden de afgelopen drie maanden, maar vandaag zijn ze vertrokken. Zonder poespas, zonder afscheid, ze richten hun snaveltje op hun volgende bestemming en weg zijn ze. Geen koffer te pakken, ze kunnen zo op reis, overal waar ze zijn, zijn ze thuis en dat is in de lucht. Daar wonen ze, continu, op hun altijd gestrekte vleugels. Wonderlijke vogels die drie maanden hier verblijven, ongeveer honderd dagen. Dat is het ritme van deze zwaluw en volgend jaar zullen ze er weer zijn, rondom eind april. Ze komen hier nestelen, wat elke Gierzwaluw die hier geboren wordt tot een Nederlander maakt. Dan als we weer weg zijn is de lucht weer leeg, het spektakel weer verdwenen,…en toch ook weer niet.

Het was op een vroege ochtend van de week, de hemel helder en bijna onbewolkt. In het oosten vier of vijf wolkenslierten die, als ware het met zware aangebrachte penseelstreken op een canvas , hangend in de ochtendlucht. Gekleurd door het oranje-rode licht van de opkomende zon, die naar het lijkt, onder tegen de wolkenslierten schijnt. Zelf is de zon nog niet over de rand van de horizon, maar zendt als herauten de eerste stralen licht over de kim. Een abstract lijkend kunstwerk dat daar hoog in de lucht langzaam van kleur verandert, maar zo abstract is het niet, het zijn immers wolken en wolken zijn niet abstract. Het is vroeg, zelfs de zon is er nog niet op, als op de hei ik naar die wolken kijk. Verder waan ik me alleen en ik heb niet de indruk dat de hond er iets om geeft wat zich daar in de lucht afspeelt. Hoe meer licht er van de opkomede zon komt, hoe valer de kleuren en kort erop zijn het weer witte wolken. De voorstelling is weer voorbij en ik weet niet wie er nog meer getuige van was maar ik was daar in dat grote open lucht museum, met één groot canvas  en een tijdelijke expositie van vorm en kleur, de toegang was gratis, de enige prijs ervoor te betalen, is dat je er op tijd bij bent.

vrijdag 29 juli 2022

Beleven

Op de rand van het schuur dak probeert een Houtduif een vrouwtje het hof te maken. Met opgebolde krop en de kop helemaal naar beneden gebogen, koert hij op zijn meest indrukwekkende manier. Het vrouwtje staat er een beetje onhandig bij en besluit toch maar weg te vliegen. Deze duif loopt niet zo goed. Eén van de pootjes is verminkt en door deze handicap is hij goed te herkennen. Hij komt al een paar jaar bij ons in de tuin op de voertafel en weert de Kauwtjes van de voertafel , met of zonder verschrompelt pootje staat hij zijn mannetje. Een paar jaar geleden zag ik regelmatig een Reebok lopen op drie poten, de linker voorpoot bungelde er wat bij, maar hij leek zich goed te redden. Toch maakte ik me zorgen over hem, want als een jager hem in de smiezen kreeg was die verminkte poot reden tot afschot. Blijkbaar is hij buiten schot gebleven, want een jaar later zag ik hem achter een Reegeit drijven, zoals Reeën dat doen tijdens hun bronst. Op drie poten rende hij dwars door het bos achter de  geit aan. In het paadje op de hei zitten kleine ronde gaatjes met eromheen een kring van zandkorrels die door een graafwesp of bij in de keiharde grond zijn uitgegraven.  Wonderlijk hoe een klein insect, te meten aan het ronde gaatje dat hij heeft gemaakt in de grond, daar een gangetje heeft uitgegraven en korrel voor korrel zich dieper ingraaft. Aan de hoeveelheid zand dat er rondom het holletje ligt zeker een paar centimeter diep moet zijn. De peultje van de Brem zijn verkleurd van donzig groen naar donkere bijna zwarte peultjes en bij warm weer maken de openknapende peultjes een ritselend geluid. Een mechanisme van de plant om op het meest geschikte moment de zaden los te laten. Zomaar wat willekeurige gebeurtenissen die op een wandeling zijn waar te nemen, zoals de Roodborst die aan de rand van het Solse gat zat te zingen en de diepe kuil als een klankkast gebruikt om het volume van zijn lied te versterken. Het klonk alsof hij in een kathedraal zong, met een galm in zijn lied.  De rondcirkelende meeuwen die opeens in een grote groep boven het huis verscheen, waarschijnlijk achter de vliegende mieren aan, die massaal uit de nesten komen en gaan vliegen. Door de meeuwen opgemerkt en ze weten deze insecten te vinden in de grote blauwe lucht. De thermiek waar de Buizerd zich omhoog laat schroeven, zowel hem als mij daarvan laat genieten. Wanneer de Gierzwaluwen  die boven de huizen foerageren rondvliegen en meestal met tweeën vliegen om dan in een groep bij elkaar te komen en rondcirkelend het uitgieren, of in kleine groepje langskomen scheuren  op dakgoothoogte. Snelheid en met de eenvoudige vorm die deze vogel hebben een aangenaam schouwspel waar ik geen genoeg van kan krijgen. Het zijn tijdelijke optredens, want ze vertrekken binnenkort alweer. Zo gaat het hele jaar door en als je er opmerkzaam op bent of door iemand erop gewezen wordt is er wel het één en ander te beleven. 

donderdag 21 juli 2022

Ode

 

Het leven neemt een ander tempo aan als je op vakantie bent, op een andere plek dan je vertrouwde omgeving thuis. Niet alleen de omgeving, maar ook de tijd doet anders aan, maar op een aangename manier. We passen voor een week op het huis van mijn zwager en schoonzus op het Drentse land. Een afgelegen huisje verborgen in de landerijen met een ruime tuin. Het uitlaten met de hond stelt niet zo veel voor, we lopen de lange oprit een stukje op en neer, maar verder kan ze overal in de tuin lekker liggen en rondgaan.  Vanmorgen heb ik eens een lijstje gemaakt van dieren die hier rondom dit huis en tuin te vinden zijn. Lijstjes lezen niet makkelijk, maar geven wel een goede indruk van wat er hier zo waar te nemen is.

Aan vogels: De Bonte specht, de Boerenzwaluw, kwetterend vliegen ze af en aan en hebben hun nesten in de naastgelegen boerderij, de Spreeuw, de Houtduif, het Roodborstje, de Pimpelmees, de Koolmees, de Tjiftjaf, het Winterkoninkje, het eigenwijsie, dat hoe klein hij ook is, op vol volume laat weten dat hij er is, de Kraai, een Vlaamse Gaai popt op en zit even op een hekpaaltje en weg is hij al weer, de Ekster, de Zwartkop die volop zingt en sfeer brengt vanuit de begroeiing, de Merel die nog late concerten geeft en de Huismus die hun nesten onder de dakpannen hebben . Op het weiland, de Blauwe Reiger en de Ooievaar en de Buizerd die met rustige vleugelslagen langs vliegt. De Sperwer zal deze plek ook kennen, maar die waant zich graag ongezien en blijft dat ook.  Verder hoorde ik de Staartmees en de Vink. De Putter heb ik nu niet gehoord of gezien, maar zal hier ook voorkomen. Het Haas en het Ree met kalf, ook op het weiland en in de eiken aan de rand van het maisveld zingt de Geelgors het korte riedeltje dat Beethoven inspireerde tot de Vijfde Symfonie. Tatatadaaa…!  ( Op You Tube is de zang van de Geelgors te beluisteren en zal je de vier beginnoten van de Vijfde kunnen herkennen )

Aan vlinders: Bont zandoogje, Koevinkje, Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde Aurelia, Landkaartje, Bruin zandoogje, Groot Koolwitje, Citroenvlinder, Blauwtje en nog een vlindertje dat ik niet kon thuisbrengen. Dan zijn er nog de bijensoorten die rondom de bloemen dartelen, de zweefvliegen, de wespen, de vliegen en muggen, ik zag een schorpioenvlieg en libelle ’s. Veel ken ik niet bij naam en toch als ik een lijstje zou maken van elk soort die ik waarneem dan kom ik daar ook op een aantal dat me zal verwonderen. Nou heb ik het nog niet over de verscheidenheid aan planten gehad die hier voorkomen. Het geruis van het blad aan de bomen, als er de  wind het beweegt. Het geheel en alles bij elkaar maakt van elk plekje een paradijsje, maar in het bijzonder deze plek waar we nu zijn. Ode aan deze tuin in het Drentse Landschap.


 

zondag 26 juni 2022

Monsters

 

Als kind was ik van één ding overtuigd, er zat s ‘nachts een monster onder mijn bed. En monsters, zoals bekend hebben niets veel goeds van zins, met kleine kinderen. Eerder werd je door vader of moeder naar bed gebracht en dan durfde de monsters niet in je kamer te komen, maar als je groot genoeg was om alleen naar bed te gaan, dan kwamen ze stiekem in je kamer en verstopte zich onder je bed, in afwachting dat je in slaap bent gevallen. Maar zover liet ik het niet komen, ik zou hem betrappen en hem onder het bed wegjagen. Ik heb hem nooit gezien, maar toch werd het een ritueel om ’s avonds eerst onder het bed te kijken.

Een poppenkast met Jan Klaassen heeft me een ander jeugdtrauma bezorgd. Een krokodil kwam telkens uit een holle boom, terwijl Jan Klaassen net de andere kant op keek en de krokodil zijn kaken wijd opensperde. Wij als kinderpubliek, gilde het uit om Jan te waarschuwen en telkens als hij omkeek verschool de krokodil zich snel in de holle boom. Dat ging zo op en af en de gemoederen van de zaal liepen hoog op. Welke pedagoog dit verzonnen heeft…?  Het is allemaal goed gekomen met Jan Klaassen, maar niet met mij, want die krokodil in bij ons in de WC pot gaan wonen. Daar wachtte hij op mij, dat ik een grote boodschap kwam doen en dan zou hij toehappen. Als ik dan nodig moest, na het eerst lang op te houden, liet ik de Wc-deur op een kier staan, om eventueel snel weg te kunnen, hing boven de pot en plonsde de boodschap in de WC pot, snel, zeer snel om die krokodil voor te zijn. Veegde snel de billen schoon met in de andere hand de deurkruk vast en trok dan door. Toch heb ik een monster ontmoet zittende op de WC, daar stak ik stiekem mijn eerste sigaret op… en dat bleek een waar monster te zijn, die me nog jaren heeft achtervolgt. Met die eerste sigaret heeft zijn kaken diep in mijn vastgebeten en ik kon er voorlopig niet meer van af komen. Terwijl de eerste sigaret me best misselijk maakte, liet het monster me die waarschuwing negeren en beloofde dat als ik meer rookte er gewend aan zou raken en dat het dan ook lekker werd. Ik heb misschien wel tien jaar in die klauwen vast gezeten, voor ik me na veel moeite eruit los kon maken. Het monster in de WC en onder mijn bed zat waren kinderfantasieën, maar dat rookmonster, dat was wel een werkelijk monster.

 

donderdag 23 juni 2022

Een mooie dag

Een strakblauwe lucht, waar de zon ongehinderd straalt en waar de plukjes wolken verdampen voordat ze in de buurt van de zon komen. Een zomerse dag zoals een zomerse dag, eruit behoort te zien. Ik zit op een lommerrijk pad in het bos; ik weet niet precies wat lommerrijk *) betekent, maar het lijkt me wel passend bij de sfeer hier in het bos. Ik zit in de schaduw van een Eik op mijn meegebrachte opklapstoeltje en de hond ligt genoeglijk op het pad en kijk wat in het rond. Vanaf dat ik hier zit, zingt er een Roodborst en dat is nu al bijna drie kwartier en hij zingt nog steeds. In de omgeving zitten er nog twee die zingen en af en toe laat een Vink zijn vinkenslag horen, dichtbij en ook verderop. Geristel aan de andere kant van het pad trekt mijn aandacht en ik pak de verrekijker erbij. Uit het geritsel steekt een Eekhoorntje zijn kop tussen het blad  op en klimt weer in de boom ernaast. De hond die wel van wat reuring maken houdt als ze een kat of een Eekhoorntje ziet, kijkt er nu loom naar, maar heeft geen zin er verder aandacht aan te besteden, ze geloofd het nu wel. Ik kijk naar het bewegelijke dier door de kijker en zo snel hij er was, zo snel is hij ook weer vertrokken. Verderop zie ik hem nog het pad oversteken. Een rustige windvlaag ruist door de bladeren en de overrijpe dennenappels die nog aan een dun steeltje aan de takken hangen, vallen door die zucht wind naar beneden en ploffen om me heen uit de dennenbomen.

Als ik na vijf kwartier het stoeltje weer opklap en verder ga, zingt dezelfde Roodborst nog steeds. Het doet me denken aan een fragment uit één van de verhalen van Winnie de Pooh toen hij de radio uitzette waar het nieuws op te horen was. Een ramp hier een ongeluk daar, …klik de radio ging uit. Janneman Robinson vroeg aan Pooh of hij niet op de hoogte van het nieuws gehouden wilde worden. “O Jawel “, zei Pooh, “ daarom zit ik hier en luister naar de vogels. “Wat zeggen die dan? “ wilde Janneman weten. “Ze zeggen dat het een mooie dag is vandaag”: zei Pooh. Volgens mij zegt de Roodborst al die tijd dat ook tegen mij en ik ben het helemaal met hem eens.

*) Lommerrijk zegt het woordenboek, betekent schaduwrijk en daar zat ik dan met mijn stoeltje door de zon omgegeven op een lommerrijke plek. 

dinsdag 21 juni 2022

Wolken

 

De wolken luchten zie ik maar dikwijls kijk ik er onderdoor en heb er weinig besef van, hoewel ze aanwezig zijn en haast niet over het hoofd te zien zijn. Het is net als een schilderij aan de muur, als het nieuw is valt het oog erop, maar op den duur zie je het niet meer. Zo heb ik in een lange gang, waar ik dagelijks langskwam voor mijn werk, daar op een middag een paar schilderijen op z’n kop gehangen en die hebben een paar dagen zo gehangen, voor dat het werd opgemerkt en weer recht gehangen werden.  

Langs het fietspad bij een groot veld zat een man die zijn camera ergens op gericht had en hijzelf zat er een paar meter vanaf.  Ik vroeg hem of hij wat bijzonders zag en hij vertelde dat hij een timelaps maakte van de wolkenlucht, grote witte wolken hingen in de blauwe lucht en de beweging maakte hij door zijn opnames zichtbaar door om de zoveel tijd een opname te maken. Ik had die wolken al die tijd ook wel gezien, maar door de belangstelling van die man voor de wolken, werden ze me ook bewust. Soms heb je iemand nodig die het tegen je zegt.

 Net als de Nachtzwaluw op de hei die ik elke avond even een bezoekje breng om even naar zijn zang te luisteren. Zang is een groot woord, want het houdt niet veel meer in, dan een ratelend gesnor, wat wel iets weg heeft van gekwaak van kikkers. Naast dat ik hem beluister zou ik hem ook graag zien en daar ga ik dan met de fiets in het donker de hei op. Zolang hij zingt vliegt hij niet, het is juist wanneer hij stil is, dat de kans bestaat dat hij rondvliegt. Dan kijk ik de horizon af of daar zijn silhouet misschien zichtbaar wordt. De klagende roep van een uilenjong klinkt verderop en het vliegbeeld van een uil door de donkere lucht te zien zou ook bijzonder zijn, maar beide laten ze het afweten. De man die zijn hond uitliet had geen idee dat de Nachtzwaluw daar riep, tot ik het hem vertelde. Net als die wolkenluchten, je ziet ze of in dit geval hoor je een apart geluid en dringt het toch blijkbaar niet door omdat het niet een geluid is dat te plaatsen is en lijken we het dan niet te horen. Dan heb je iemand nodig die je erop wijst, net als die man dat deed die de wolken aan het fotograferen was, bij mij.

  

 

zaterdag 18 juni 2022

Boodschap

 

Als je zo vroeg als ik in het bos ben, heb je het idee dat wat er plaats vindt aan beweging het een uitvoering is voor mijn genoegen. Van de week was ik op zowel het Kroondomein als op het Nationaal Park de Hoge Veluwe, grote gebieden die ooit een particulier, Kröller heeft aangekocht om daar zijn jachtgeweer leeg te kunnen schieten en voor het Kroondomein was dat gereserveerd voor het koningshuis die daar hun jachtterrein hebben. Zij hebben misschien ook het idee gehad dat het er allemaal voor hun genoegen en vermaak bestond. Ik ken die arrogantie ook wel maar dan met wat meer terughoudendheid. Als ik het over mijn bos heb, wordt ik al snel gecorrigeerd dat het niet “mijn bos “ is. Daar hebben anderen zeggenschap over en de Natuurorganisaties doen goed werk om te behouden wat anders verloren dreigt te gaan. Zij zijn nu de grootgrondbezitters en stellen de belangen van de natuur voorop.

Maar ik dwaal af, ik sta op een vroege ochtend op een pad en hoor de Zwartkop zingen, een helder druk liedje, een beetje een rap maar dan niet met zo’n rauwe stem, maar in zuivere tonen gevat en waarschijnlijk ook niet zo agressief in taalgebruik. Alhoewel ik zou wel willen weten wat hij zegt als het in woorden te vatten was. Wat ik hoor die ochtend daar in het bos, kwam het me haast overweldigend over, alsof in je gehoor een extra deurtje is geopend om het beter te horen. De tonen kwamen zo zuiver en helder over dat ik me bevoorrecht voelde en alleen al dat, zou het idee geven dat hij daar voor mij zit te zingen. Ik was er ook alleen en wat de hond ervan vind weet ik ook al niet, maar toen hoorde ik verderop een tweede Zwartkop zingen en drong het tot me door dat hij niet voor mij zingt, maar waarschijnlijk voor die andere Zwartkop, maar dan toch met een wat minder vriendelijke boodschap als dan die ik hem zou toedichten; hij zingt zo helder om de ander duidelijk te maken, dat dit zijn gebied is en dat die ander het maar niet moet wagen deze kant op te komen. Laat dat duidelijk zijn en dat gevat in zo’n mooi helder lied. Het is maar net hoe je  het zegt, dat de boodschap overkomt. Dan is de boodschap wel niet voor mij, maar ik geniet er wel van.

  

zaterdag 11 juni 2022

Pinda’s

 

De pindahouder die aan de carport hangt wordt regelmatig door de Grote Bonte Specht bezocht, maar afgelopen weken was hij er niet zo vaak. Waarschijnlijk had hij het te druk met zijn kroost die in een holle boom door de oudervogels met insecten gevoerd worden, die kuikens hebben niet veel aan pinda’s als ze opgroeien. Er was een rijk aanbod van rupsen die gezonder voeding voor de snelgroeiende jonge spechten zijn. Net als de mezen weten deze vogels hun nestgedrag zo af te stemmen dat als de kuikens uit de eieren breken, het hoogseizoen is aan rupsen. Hoe ze dat weten en hoe ze dat afstemmen, weet ik niet, maar het is een goede timing. Uilen schijnen zo ook de grote van hun broedsel af te stemmen op de hoeveelheid aanwezige prooi van dat moment, wat misschien wel beter af te stemmen is, maar dan nog, bij overvloed meer en bij schaarste minder eieren te leggen, is toch wel bijzonder.

Wij hebben die afweging niet, terwijl we onszelf tot de intelligentste soorten beschouwen, presteren we het om het te laten aanstevenen op overbevolking met een instelling om daarbij de nodige vervuiling in lucht, grond en water te veroorzaken. Dan toch hebben we onze mond er vol van als een dier of een plantensoort ergens succesvol is, dan spreken we onze zorg uit dat er teveel van komt. Hoor, hoor wie dat zegt.

Ondertussen zit het mannetje van de Grote Bonte Specht regelmatig bij de pindahouder, maar nu aangemoedigd door een jong dat met opdringerige gekekker wat van die pinda’s wil. Pa vliegt op en neer van de pinda’s naar zijn jong. Propt hem wat in de snavel en gaat weer nieuwe halen. Het jong kijkt toe en roept bijna constant. Maar vanmorgen, goed voorbeeld doet goed volgen, hing het jong zelf aan de pindahouder en peuterde zelf zijn stukjes pinda eruit.

  

 

zaterdag 4 juni 2022

Inspirerend lezen

 

Een Holenduif hompt, hoewel hij erg veel op een Houtduif lijkt , klinkt hij anders. De zon heeft ruim baan in de strakblauwe lucht die doortrokken wordt met hier en daar witte vliegtuigstrepen. Het zachte zonlicht gefilterd door de takken streelt het groen van de bladeren die zachtjes bewegen door het briesje dat ook de grashalmen doet wiegen. De Merel en de Zwartkop vullen de atmosfeer met hun heldere tonen.  Insecten die al dan niet zoemen vliegen tussen de lage begroeiing, hun vleugels glanzen in het licht, het vingerhoedskruid met zijn rits kelkachtige bloemen wachten op de hommels waar ze wat nectar voor hebben bewaard en de witte schermen van de bloeiende vlier brengen een licht aroma om me heen. Een plek waar na een korte wandeling het even goed rusten is, de hond vlijt zich in het gras en ik zit tegen de stam van een boom in de zon.

 Het is bijna een dagelijks doel geworden deze plek op te zoeken om dan een gedeelte uit het boek te lezen waarin ik bezig ben. Ik lees de laatste hoofdstukken van het boek   “Onbegaanbare paden “ van Sylvian Tesson. Die na een lelijke val van een dak lange tijd in het ziekenhuis heeft gelegen, maar toen de dokter hem een revalidatie voorstelde hij een beter plan voor hemzelf had. Hij ging bij wijze van herstel door Frankrijk lopen. Letterlijk van zuid Frankrijk, dwars door het land naar het noorden. Hij geloofde dat dat zijn rug zou herstellen als hij dagelijks zijn wandeling langs ongebaande paden zou maken. Want dat was ook zijn idee om juist die paden op te zoeken en niet langs de wegen, maar de zandpaden en door de landerijen  lopen. Met behulp van een stafkaart zocht hij zijn routes uit en vermeed de drukte. Hij “ voorvoelde dat er een wind van vrijheid op die wegen waaide” en hij “ genoot, want ik voelde mijn krachten terug komen. Genezing was een soort plantaardig proces: gezondheid verspreidde zich al kruipend en groeiend door elke vezel van mijn gestel “ zo schrijft hij.  Door alleen te wandelen en zo ook met je gedachten alleen te zijn, schrijft hij over :
“Wandelen was net vissen: de uren verstreken en opeens voelde je iets bewegen, had je beet? Er had een mooie gedachte toegehapt.” Zo volg ik zijn tocht die hij in dagboekvorm omschrijft in het boek, waarvan de bladzijde zich omslaan en langzaam naar het doel van zijn wandeling, zijn herstel en het eindpunt. De rest van de hoofdstukken bewaar ik nog even voor een volgende keer en wie weet ga ik weer tegen de boom zitten het boek verder uit te lezen.





donderdag 26 mei 2022

Glijvlucht

 

Als er geen vermaak voor je verzonnen is zoals pretparken met gillende achtbanen en ronddraaiend vertier, dan moet je het zelf maar maken. Iets waar de Buizerd goed in geslaagd lijkt te zijn. Deze grote roofvogel cirkelt zonder veel met zijn vleugels te slaan, rondje na rondje, steeds hoger en hoger op een thermiek. Om zich dan op grote hoogte er weer uit los te maken, om dan in een glijvlucht naar beneden te komen, tot hij weer een thermiek voelt en zich weer rondgaande laat opstijgen. Jaloers makend volg ik de Buizerd daar in de lucht. Vanmorgen, Hemelvaartsdag, staat er een behoorlijke bries en nu speelt de vogel daarmee. Het lukt hem af en toe als hij goed op de wind staat, helemaal stil te hangen in de lucht, zoals een Torenvalk dat ook kan, maar dan met bijna geen vleugelslag. 

Met gestrekte vleugels zie ik hem daar hoog in de lucht, maar nu wordt hij vergezeld door een Kraai. Waarschijnlijk net zo jaloers op dat kunnen als ik, en dat is misschien de rede dat hij de Buizerd aan het pesten is, door vlak voor hem, langs hem en onder door te vliegen. Zo’n wappie die telkens voor een politicus gaat staan om hen de pas af te snijden. De buizend reageert door zijn vleugel in te trekken en het lager op te zoeken, waar hij direct weer door de Kraai gevolg wordt. Dat treiteren houdt een poosje aan, maar dan geeft de Kraai het op. Het luchtruim is weer voor de Buizerd en alsof er niets is gebeurt, vliegt hij op een ogenschijnlijk gemak zijn rondjes. Een lust om naar te kijken en inspirerend in de eenvoud ervan. Kost niets en maakt geen lawaai.

  

dinsdag 24 mei 2022

Wentelteefje

 

Een poes stak het pad over toen de hond en ik de hei opliepen. De hond had hem niet gezien en liep achter me te snuffelen, maar toen we op de plek kwamen waar de poes was overgestoken, ging zijn staart omhoog, neus op de grond en hij volgde het geurspoor waar de poes gelopen had die nu op een veilige afstand de hond in de gaten hield. De hond wist wat er gaande was, wat zijn neus zichtbaar maakte, maar met een ander orgaan dan het oog, de neus verteld het verhaal. Zoals de oren bij de vleermuis dat doen met de echolocatie en daarmee een beeld in dat kleine koppetje van de vleermuis maakt waarmee hij de wereld ziet met zijn oren. Zoals die hoorapparaten reclame het zo mooi verwoord in de leus; horen zoals je nog nooit hebt gezien.

Zo hebben wij de mogelijkheid om ons iets te verbeelden, iets te zien wat er niet is, maar door een mentaal beeld te vormen; het voor de geest te halen. Dagdromen of als je in bed ligt te dromen verhalen meemaakt zonder te bewegen, maar blijkbaar op een ander niveau, want bij het wakker worden verdampen de meeste dromen, tenzij  jezelf snel het verhaal verteld om je droom naar het wakende niveau te brengen. Verbeelding en inspiratie liggen dicht bij elkaar en ook dat laatste moet direct worden aangepakt, anders valt het weer weg in de vergetelheid. Het is als het gist in het brooddeeg, het moet gekneed worden, rijssen, nog eens kneden, nog een keer rijssen voor het in de oven gebakken kan worden. Dat doe ik de laatste tijd op zondag, een vers eigengebakken brood bakken. Lekkere  geur van vers gebakken brood in huis en wat is nou lekkerder dan iets wat je zelf gemaakt hebt.  Zo’n brood gaat twee dagen mee, maar de derde dag,... ik vind dat brood niet oud moet zijn, maar weggooien is geen optie. Wat is het dan lekker om er wentelteefjes van te bakken. Met lekker veel suiker en kaneel. Daar gaan dan de goede gezondheidsbedoelingen en gaat de suikerpot open die vaak gesloten blijft. Maar wel lekker.

  


maandag 23 mei 2022

De lente op dreef

De Brem is uitgebloeid, de gele bloempjes die deze struik een dikke twee weken hebben gesierd, als ware het vlammetjes van honderden kaarsjes op een altaar waar gelovigen een kaarsje branden; ieder vlammetje een gebed. Op de plek waar het bloemetje zat heeft zich nu een peultje gevormd, met een zilverkleurige beharing erop. In dat peultje rijpen de zaden en de struik hangt er net zo veel vol mee als er bloemetjes aan bloeide. Het vindt haast ongemerkt plaats en de ene gebeurtenis volgt op de andere, dat het je bijna zal zijn ontgaan als je er niet even bij stilstaat. Veel vindt er plaats onder onze neuzen en toch zien we er weinig van. Als zo’n struik volop staat te bloeien met zijn gele bloempjes, dat valt op, maar valt dat weg dan gaat het bijna ongemerkt. Tenzij je de aandacht kunt opbrengen die Jac. P. Thijsse kon opbrengen om lange tijd bij een plant te gaan zitten kijken wat er allemaal gebeurde met en rondom een plant, welke insecten erop af kwamen en zelfs stadia van hun groei kon observeren. Ik neem het me vaak voor, maar tot nu toe heb ik het nog niet zo uitgebreid gedaan. 

Alles zit nu volop in blad en het frisse lentegroen is ook weer bijgekleurd tot een dieper groen. De stuifmeelkaarsen van de den zijn ook alweer leeg gewaaid en dat gaf dat er grote wolken geel stuifmeel rond geblazen werd, dat de auto er onder zat en een wasbeurt nodig had. Alles in een rijke overvloed en met zo’n levenskracht voortgestuwd, dat elke korrel stuifmeel op de goede plek komt een levensverwekker is en de boom straks weer vol met dennenappels hangt. Het gras pluimt overal en doet hetzelfde en zo vult de atmosfeer zich met stuifmeel en elke korrel moet maar op goed geluk zijn bestemming vinden. Dat het meeste ernaast valt zag ik op het dak van de auto en aan de randen van de regenplassen die een geel randje hebben. Dat alles heeft onze bemoeienis niet nodig, sterker, tenzij je last van hooikoorts hebt, zal het je misschien wel ontgaan. 

  

zaterdag 21 mei 2022

Nachtzwaluw

 

Om half elf nog een keer met de hond naar buiten, een frisse neus voor mij en een plas van de hond. Als ik dan de donkere vlakte van de hei op kijk omzoomd met het pikzwarte silhouet van het massief van de bosrand, nodigt het niet uit om het donker in te lopen. Af en toe roept de Bosuil vanuit de bosrand, verder is het stil, als je de menselijke geluiden uitsluit, want we maken toch een bak herrie de hele dag en nacht. Regelmatig rijdt een hulpdienst met sirenes over de verbindingsweg, zware motoren dreunen hun motorgeluid de atmosfeer is, een voorbijgaande trein, vliegtuigen in de lucht, een knetterende brommer,…het is nooit stil lijkt het.

 Dan toch, als ik de donkere hei opkijk en mijn oog laat gaan langs de donkere bosrand komen daar geen geluiden vandaan, daar heerst diepe rust, maar het komt niet vredig over eerder bedreigend. Het nodigt niet uit om daar te gaan lopen in het donker, hoewel ik het me telkens wel voorneem om een nachtwandeling in het bos te maken, stel ik het uit. De keren dat ik in het bos in de nacht was, was toen er sneeuw lag, of bij heldere volle maan. Het donker is de dekmantel voor, wat mijn geliefde schrijver* over de Veluwse bossen noemt, het oord waar “de verbeelding loerende monsters ziet, met uitgedoofde ogen, kwade geesten met boze bedoelingen, sombere gestalten in haveloze kleding,..” en ja, dat houdt mij misschien ook uit het donkere bos. Waar ik overdag moeiteloos over de paden wandel, zie ik in het duister een gestalte, het lijkt of ik bekeken wordt, de gestalte vervormd zich al snel tot een struik waar ik al zo vaak langsgelopen ben in daglicht en die nu opeens een dreiging door zijn duistere contouren overbrengt. Het geritsel komt me over als een sluipend onraad en een plotseling geluid van een vallende tak doet met kippenvel op mijn arm krijgen. Dat ik deze gevoelens heb, ben ik niet alleen in, want er zijn er maar weinig die het duister opzoeken, hooguit zij die ook niet met goede bedoelingen bezig zijn. Het dievenpad gaat ook langs donkere paden. 

Zo dwalen de schimmen door ons hoofd en houdt ons op de meest veilige plek. Tenzij er een goede aanleiding is, en die was er van de week. Toen ik daar op de grens van het duister stond en de hond uitliet, hoorde ik op de hei in de verte het geluid van een Nachtzwaluw. Het monotone geratel dat deze vogel bij herhaling laat horen is hier door mij niet eerder gehoord. Hond naar binnen gebracht en op de fiets de hei op. Trotserend alle angsten, angst is het dieet waarop demonen leven. Ik besloot ze op dat moment geen voedsel te geven, voor het belang dichter  bij de Nachtzwaluw te komen, om het geluid dat hij maakt beter te kunnen beluisteren. Met mijn handen maakte ik kommetjes achter mijn oren en dat hielp om het geluid nog beter te horen en te bepalen waar hij zich bevond. Ik hoopte op het silhouet van de rondvliegende vogel als bonus ook nog te zien. Ik hoorde geknars van voetstappen op het leempad, maar zag niemand, zou het dan toch… , even later doemde er een man met een hond uit het donker voor me op en die schrok misschien net zo van mij als ik van hem. Ik groette hem en we raakte wat aan de praat over de Nachtzwaluw, die hij ook herkend had. De Nachtzwaluw liet zich meerde keren horen, maar ik heb zijn rondvlucht, die ook zo typisch is voor deze vogel, waarbij hij soms met zijn vleugeltoppen een soort zweepslag geeft, dat heb ik gemist die avond. Daar moet ik dan nog maar eens een keer de hei voor op. Maar vanavond moet ik het met het geluid en de wetenschap doen, dat er op onze hei een Nachtzwaluw woont.

*Uiteraard is die Veluwse schrijver: A.B. Wigman.