zondag 31 december 2023

Goede voornemens voorstel

 

Op de radio zei degene die achter de microfoon zat en daar zijn bezorgdheid uitte; hij zei dat 20 % van de bevolking ervoor was het systeem, de overheid en de regering omver te halen, door de samenleving te ontwrichten. Het doet me denken aan die bullebak die na een toespraak met een handgebaar de menigte die hem aanhoorde naar het Capitool stuurde, om daar de boel omver te halen. Toen ik dat hoorde op de radio vanmorgen, bedacht ik dat woorden ertoe doen, ze zijn bepalend in de keuze die er gemaakt wordt. Dat moet zo’n man achter welke microfoon dan ook zich goed bewust zijn, dat zijn stem en woorden een behoorlijke reikwijdte hebben. Want 20% klinkt misschien niet veel, maar als een winkel een korting geeft van 20%, vliegt het de winkel uit.  Als je tot die 20% behoord, geeft het je toch het gevoel er niet alleen voor te staan, met zijn twintigen in een groep van honderd bent, kan je heel wat onrust veroorzaken. De boel ontwrichten en omvergooien. Het zou verstandiger geweest zijn als die man achter de radiomicrofoon gezegd had, dat 20% van de bevolking voor verandering van het systeem is. Dat haalt de agressie eruit, dat is het woord; verandering, die tot een betere beslissing kunnen leiden. Dan zou ik ook tot die 20% behoren.  Niets omvergooien, we hebben al genoeg rotzooi, maar veranderen ten goede. Daar komt intelligentie aan te pas.

Daarom pleit ik ook voor veranderingen in woordgebruik. Ik hoor de hele tijd dat iemand het maar over beesten heeft, terwijl ze dieren bedoelen. En voor het geval dat je denkt dat dat hetzelfde is, kijk dan eens naar hoe gevoelig het ligt, dat de mensen met een gekleurde huid niet aangesproken willen worden met het N woord. Zelfs hier durf ik dat woord ook niet voluit te schrijven en wil het ook niet, omdat het zo’n verkeerd woord is, dat uitlokt tot verkeerde keuzes. Ik krijg hetzelfde gevoel als er over beesten wordt gesproken. God heeft op de vijfde dag het gedierte of te wel, de dieren geschapen. Dat wat God als dieren schiep kunnen wij dat beesten noemen? Een dierenarts zet op zijn naamboord toch ook niet beestendokter. Op het bord bij de visboer staat dat hij schelpdieren verkoopt, geen mens zou ze eten als hij schelpbeesten verkocht. Het woord dier is een zuiverder woord dan beest en dat het dier, welk dier dan ook het verdient met respect te worden aangesproken. Ik wil een lans breken voor het woord “dier” en het woord  “beest’ in de ban te doen. Als het woord beest gebezigd wordt is het veelal van toepassing op onwenselijk menselijk gedrag. Misschien wel op die 20% die erop uit is de boel omver te halen.  

Ik hoef  mij dit niet voor te nemen, ik erger me al lange tijd aan dat woordgebruik dat de dieren met beesten worden aangeduid. Ik wil de boel niet omvergooien, maar voor een verandering pleiten. Zou een mooi voornemen op je lijstje van goede voornemens voor 2024 kunnen zijn.  De beste wensen en goede voornemens.

 

zaterdag 25 november 2023

Poldergoud

 

Onderweg naar de polder kom ik langs een akker, waar bieten in staan, maar overwoekert is door (on)kruiden. Lange stengels zwiepen boven het gewas uit en ik ben benieuwd hoe ze dit gaan oogsten. Groepjes Vinken en Ringmussen, waarvan opvallend veel mannetjes Ringmussen die daar met zijn allen in de stengels hingen. De witte wangen van de Ringmus lieten me het onderscheid met de Huismus herkennen. Telkens vlogen er groepjes uit om verderop weer tussen de planten te verdwijnen. Er zaten er tientallen, wellicht meer dan honderd of meer, die daar rondvlogen en neerstreken. Ik moest denken aan het verhaal uit het boek “Tien vogels die de wereld veranderden”, van Stephen Moss, dat ik onlangs gelezen heb. Waar een hoofdstuk aan de mus gewijd was. Mao Zedong had bedacht dat als een mus per jaar 4,5 kilo graan eet, vermenigvuldigd met het aantal mussen, dan zouden de mussen voor 60.000 mensen het brood uit de mond stoten. De mus moest worden uitgeroeid en vol overgave zette de Chinezen zich aan die taak. Ze werden uitgeroeid en dat is beschreven in het bovengenoemde boek en na te lezen hoe ze dat deden, en ze waren succesvol. Al hoewel…?  Wat Mao in zijn berekening vergeten was mee te nemen dat al die mussen hun jongen voeren met rupsen en larve van de sprinkhaan, die  nu vrij spel kregen toen de mus verdwenen was en de insecten zich te goed deden aan de gewassen. Oogsten mislukte en er was drie jaar een hongersnood, omdat de mussen er niet waren, die uiteraard hun deel van het graan namen, maar ook de insecten bestreden. Nu ik zo’n akker overwoekert zie met onkruiden, die vol zitten met zaden, daar had die Chinese meneer  ook niet aan gedacht, dat de mussen ook heel wat onkruidzaden eten. Dat bedacht ik me vanmiddag toen ik grote groepen daar in het veld bezig zag. Zaden die anders ook uitgezaaid worden en nog meer gewassen het volgende jaar kunnen overwoekeren. Ieder zaad gegeten komt straks niet meer op en de Mussen en de Vinken doen daarvoor hun best.

Er staat een stevige wind die ik recht in mijn snuitje heb en ik verkneukel me er nu al op dat ik hem straks in de rug heb. Maar eerst tegen de wind de polder in. Ik neem op de heenweg de weg door de weilanden en draai straks de dijk op en vanaf dat moment zal ik de wind in de rug hebben.  Op de weilanden groepen ganzen, Kolganzen, te herkennen aan de witte snavelbasis, Grauwe-, Canadese- en Brandganzen, over verschillende weilanden verspreid. Parmantig met hoog opgeheven kop loopt er een Grote Zilverreiger tussen door. Boven een akker waar het mais vanaf geoogst is en de karresporen vol regenwater staat, vliegt op brede wieken en trage slagen een Buizerd, die belaagd wordt door een Torenvalk die schijnaanvallen op hem doet. Een citaat van Wigman dat bij me opkwam toen ik vanaf de dijk om me heen keek. “Hoe statig varen de wolkenschepen als naar zelfbewust doel langs de hemel…,” Dikke wolken, wit gerand laten gaten open waar de Zon haar stralen door heenzendt en als een zoeklicht over het grauwe landschap beweegt. Als de bundel over de rietkraag gaat kleurt het geel op. De kale bomen krijgen het licht over zich heen en onverwachte kleuren lichten op, voor zolang de lichtbundel er over trekt om daarna weer ik het grauw te vervallen. De wind beweegt het riet en laat het ruizen en het zonlicht beweegt het landschap door de kleurwisselingen. De Rietpluimen weerkaatsen een zilveren glans. Mocht er dan niet veel gebeuren, dit gebeurt er wel en kan niet genegeerd worden. Het is één en al  beleving. Alles lijkt zich gedeisd te houden en de beschutting te zoeken, met de snavel in de veren, het af te wachten tot de wind wat gaat liggen, de Zilverreiger houdt zich ook op in de beschutting van het riet. De wind in de rug, zo rij ik de dijk weer af.

vrijdag 17 november 2023

Lispelde

 

Het woud lispelde, daar moest ik aan denken toen ik vanmorgen in de Haspel een rondje maakte. Het komt uit een boek dat ik jaren her eens gelezen heb over koning Arthur en de ridders. Het verhaalt over Parcival als kind, die samen met zijn vader op een paard een tocht door de wouden maakte en  daar in dat oude boek met legendes stond het:

                                                  “Het woud lispelde. “

 Zonder dat je weet wat het woord letterlijk betekent, weet je wel wat het met je doet. Woorden die een geheimzinnige klank hebben en daardoor zo’n herkenning geven… als het woud lispelt. Het lispelt als het iets blauw nevelig is, als de zonnestralen in bundels door de stammen schijnen, als er een stilte is, die je bijna kunt horen. Als het herfstblad kleurt, als paddenstoelen boven de grond uitsteken. Paddenstoelen als broze bloemen, vastgekleefd aan boomstronken,  uitsteeksels als Elfenbankje en Tonderzwammen aan dode boomstammen, tussen het dorre blad Vliegenzwammen, Eekhoorntjesbrood, Zwavelkopjes en Russula’s, in verschillende kleuren, vormen en maten, langs en tussen de kussens van het groene mos staan ze mooi te wezen. Ja, dan, dan lispelt het woud.



donderdag 9 november 2023

Conclusie

 

Een mat zonnetje  en een koude bries overal en op de dijk van de Arkemheen in het bijzonder. Toch niet onaangenaam, maar wel nodig de rits van de jas tot boven aan dicht te hebben en handschoenen aan. De wind ribbelt het water als matglas, alleen op de windluwe plekken is het glad. Het water kleurt blauw maar zit tegen het grijs aan. Hier en daar kleine groepjes eenden, daar een groepje Bergeenden, verderop een groep Slobeenden, in de rietkraag een paar Wilde eenden en nog wat Grauwe ganzen, maar de grote plekken op het water zijn leeg, ook geen Zilver van de reiger in de rietkraag. Het is stil op het water en op de weilanden met de plassen. Vanuit het riet klinkt af en toe een piepje, maar de pieper blijft onzichtbaar tussen de beschutting van de stengels. In de lucht is er weinig beweging. Het dichtstbijzijnde van een vogel is op dit ogenblijk het gebakken ei waarmee ik de boterham heb belegd, met een plak kaas en vega ham. Uit Putten halen we Waldcorn blond brood, een half bruinig brood met een lekker knapperige korst. Een warme kop koffie erbij en zo zit ik op een bankje mijn boterhammen te genieten. Niets mis mee om met pensioen te zijn en dit zomaar op  voorheen een werkdag, dit nu te kunnen doen. 

  Van de week had ik een oud collega op bezoek en dan gaat het al weer snel over het werk. De veranderingen die er zijn geweest de laatste tijd doen me bedenken dat ik blij ben dat ik er weg ben, ik ben er klaar mee. Het is er allemaal niet leuker op geworden en dat is niet zo omdat ik er niet meer ben. Nu hoef ik daar geen rekening meer mee te houden en me er druk over te maken. Ver weg zie ik het verkeer over de snelweg, een stroom waar ik nu alleen uit keuze aan kan deelnemen en dan nog op de tijdstippen dat de filekans het kleinst is.

Ik zit hier op dit stukje wereld en dit is nu gereserveerd voor mij. Een bankje op de dijk met vergezichten en ruisend riet. Een Grote Zilver reiger landt verderop het weiland  en een paar ganzen vliegen over. Mooi vliegbeeld. Op de tweede boterham zit pindakaas, ook lekker op dit brood. De conclusie is dat ik op dit moment het goed naar mijn zin heb, het is wel wat frisjes, maar ja, je moet er wel wat voor over hebben om tevreden te zijn.

vrijdag 20 oktober 2023

Expositie

 

Op zolder heb ik een atelier ingericht, de plek waar ik ijverig met verf en kwasten in de weer was. Het staat er in de verleden tijd en dat is het grotendeels ook zo. Op het schildersezel staat nog een schilderij die ik een tijd geleden afmaakte, maar er is de klad in gekomen, de witte canvassen, nog met plastic eromheen, staan te verstoffen in de hoek, opgedroogde verf op het pallet en de tubes verf liggen met de dopjes erop in de la. Het voornemen het weer op te pakken heeft nog steeds geen begin gekregen. Als ik kunstboeken doorblader of kunstenaars bekijk op You Tube of TV, begint het weer te kriebelen. Het atelier kan niet meer zo genoemd worden, er wordt niet meer geschilderd, toch zit ik hier vaak om te schrijven zoals dit blog. Om me te blijven inspireren heb ik me wel omgeven door boeken en schilderijen. Menig kunstboek staat in de kast, net als in de opslag van een museum, waar vele werken worden onttrokken aan het oog van de bezoeker. Zo staan er menig kunstboek met zijn schatten onzichtbaar tussen de twee kaften in een boekenkast geschoven. Alleen de rug van het boek verteld iets over het boek dat tussen anderen boeken staat. Sinds kort heb ik daar wat op gevonden. Er staat een muziekstandaard, waar een extra klein schilderij op kan prijken. Ik ben begonnen met
“ De ark van Noach” een boek van Rien Poortvliet. Het lijvige boek heb ik opengeslagen op de muziekstandaard gelegd en elke dag sla ik er een bladzijde van om.

Zo heb ik een mini expositie gecreëerd en komen de schatten die verborgen tussen de bladzijde van het boek, tot hun recht en zie ik elke dag een andere afbeelding uit het boek. Toen het boek ‘uit’ was heb ik een volgend boek gepakt, een vlinderboek, met prachtige foto’s van gekleurde en sierlijk gevormde vlinders van over de hele wereld. Wat anders bij het doorbladeren van zo’n boek in een moment aan je voorbijgaat, staat nu de afbeelding een hele dag op de standaard en elke keer als ik boven kom zie ik een vlinder, sla de bladzijde om voor een nieuwe afbeelding voor die dag. Dat boek werd weer opgevolgd door een ander boek met mooie platen en nu staat er een boek van Walty Dudock van Heel op de standaard. Elke dag wat nieuws, elke dag een prikkel en een inspiratie. Ik las in een aantekenschrift het volgende citaat: “Houdt ijzer een tijdje in contact met een magneet en het ijzer wordt magnetisch.”  Kom in aanraking om geïnspireerd te worden. Elke dag een nieuwe bladzijde open te slaan, brengt me in contact en maakt me magnetisch. Het schetsboek ging weer open en de potloden geslepen. De lijnen vulde de bladzijde weer en het was alsof ik weer thuiskwam. Uit de tube drukte ik weer verf op het pallet en er ontstond weer een nieuw schilderij. Daar heb ik lang op gewacht, of was het misschien dat het lang op mij heeft moeten wachten?

                                            


 









dinsdag 3 oktober 2023

Vissen

Bij de vijver drommen de vissen zich dicht bij de rand als ik langs de vijver loop. De bekjes van de oranje en witte Goudvissen en Shubukin’s prikken door het wateroppervlak en lijken lucht te happen. Dat is niet het geval, maar ze lijken mij te vertellen dat ze wachten op wat visvoer. Het moet voor een vis wel een vreemde gewaarwording zijn, net als de Israëlieten in de woestijn elke morgen manna op de grond te vinden, dat de vissen plots uit het niets voerkorrels op het water zien drijven, waar ze dan gulzig naar happen. Het aquarium dat boven staat en waar prachtig gekleurde Guppy’s in wonen, doen hetzelfde, als ik de kamer binnenkom en ze zien me, zwemmen ze met zijn allen boven in de bak tegen de glaswand aan. Ook hen stel ik niet teleur en gaat er wat visvoer op het wateroppervlak. Elke vis is een individu dat wat bij de Guppen heel goed te onderscheiden is. De wapperende lange staarten van de mannetjes hebben allemaal een unieke tekening en kleurenpatronen. Er zwemt er één met een zwarte staart met kleine witte vlakken en geel aan de basis. Ik ben geneigd deze het mooiste te vinden en ik zoek hem telkens op als ik de vissen wat voer geef, maar dat doet geen recht aan die Gup met de felrode staart, met kleine zwarte blokjes erin en gele lijntjes, of die  Gup met die gele staart en zwarte blokjes, je weet gewoon niet waar te kijken en welke pracht je het oog geeft om naar te kijken. Met die staarten wapperen ze de hele tijd om de wat bruin gekleurde vrouwtjes Guppen te verleiden en het resultaat liegt er ook niet om. De populatie is op zijn zachts gezegd, behoorlijk gegroeid en bevat vele kinderen en kleinkinderen. 



Zo’n vissen lichaam is strak gestroomlijnd en daarvoor al een lust voor het oog en omdat ik nooit in een kast heb gezeten en er ook niet uit hoefde te komen, kan ik oprecht zeggen dat ik in een vissenlijf de vrouwelijke vormen zie die  door mijn geaardheid toch wel zeer gewaardeerd worden. De oude zeevaarders op houten boten met bolle zeilen, voerden over verre zeeën, maanden, misschien wel jaren van huis en droomde van hun vrouwen die hen uitzwaaide op de kade. Zagen zij ook in de vissen die vrouwelijke vormen, dat ze er zeemeerminnen van maakte? Half vis, half vrouw.  De sierlijke vorm en beweging van de vissen hebben in mijn ogen ook iets vrouwelijks, iets van de vrouwelijke magie, alsof ze van een andere wereld komen, om deze te verfraaien.  


zondag 17 september 2023

Als de mist oplost...

 

Onderweg naar de polder, waar ik vanmorgen heenga, hoor ik weer op verschillende plekken de Roodborst . Ik begon me toch wel af te vragen of het wel zo’n goed idee is om vanmorgen naar de polder te willen, het is mistig en het zal in de polder wellicht nog mistiger zijn.

Een stroom van rode lichten naar de ene kant en vanaf de andere kant de witte lichten van de koplampen razen over de snelweg. Zoveel er naar de ene kant rijden, rijden er zoveel naar de andere kant. Hebben iets te doen en rijden vanavond in tegengestelde richting weer terug.  Een verkeerstroom waar ik jaren deel van uitmaakte en ook heen en weer reed naar een bestemming en weer terug. Iets dat zo nodig van hier naar daar gebracht moest worden en we waren met zovelen op de weg dat het  soms allemaal even in een file stil kwam te staan.
Als ik de dijk oprijd wordt ik begroet door de Cetti’s zanger, Krakeenden op het water, Zwanen en een Zilverreiger, die daar halverwege in het water staat en laat zien dat het daar niet erg diep is, een andere zit in de top van een boom aan de overkant. De dichtheid van de mist valt wel mee, het eilandje verderop lijkt in de mist boven het water te zweven en de mist geeft een mysterieuze sfeer boven het water, waarin de silhouetten van verschillende eenden rondwaren. Een Zilverreiger vliegt van de kant op en jaagt een andere Zilverreiger die verderop bij een eilandje staat, weg. Een rauwe kreet van een Blauwe reiger, die op zijn beurt naar de Zilverreiger vliegt en hem bijna omstoot en vlak bij hem in het water neerstrijkt. De Cetti’s zanger laat zich regelmatig horen op verschillende plekken en met lange tussenpozen.

 Gewoonte getrouw zoek ik het bankje op waar ik eerder heb gezeten. Het uitzicht is minder want het drasgebied staat er voor een deel droog bij en de modder is begroeid met groen. Langs de rand nog water van een brede sloot, waar zo nu en dan een Krakeend langs zwemt en op de kant loopt een Waterhoentje, schokkerig met zijn staart op en neer te wippen. Een grote groep spreeuwen vliegt over. Allerlei geluiden van Ganzen en eenden, een kreet van een Blauwe reiger en het verkeerslawaai van de snelweg dat ver doordringt. Ik zou willen het knopje te vinden dat het geluid van het verkeer zachter, of uit zou kunnen zetten. 

De Reiger die als een slanke gestalte, een dunne vogel is met een lange nek en snavel op het weiland staat, maar als hij dan zijn vleugels uitslaat neemt hij in volume toe tot een indrukwekkende verschijning. De rustige vleugelslag en de spanwijdte van de vleugels geven hem iets statigs. Het lijken zo twee verschillende vogels, zo’n dunne spriet als hij daar staat op het weiland en met ingetrokken nek en wijde vleugels in de lucht. Groepen Ganzen vliegen over en weer, druk gakkend in de lucht alsof ze met elkaar hun bestemming bespreken en waar ze zullen gaan landen. Ze zijn het met elkaar eens en landen op het weiland verderop.  De enen groep na de andere volgen elkaar op.
Een fietser begroet me en zegt in het voorbijgaan: “Mooi hier hé ?”  dat is het en ik heb er geen spijt van vanmorgen voor deze plek gekozen te hebben.

 

vrijdag 25 augustus 2023

Mul Zand

 

Het Hulshorsterzand is voor een groot deel alleen wandelend toegankelijk en voor fietsen verboden, alleen op daarvoor aangegeven paden. Ik negeer een bordje en rij een pad in. De gebiedsbordjes geven aan welk gebied het is en welke voorwaarde er gesteld worden om daar te zijn. Bordjes die ik voorbij rij omdat ik weet wat erop staat en eventuele meldingen die ik niet wil weten, kan negeren. Een mooi bankje aan de rand van een klein heidegebied, waar de hei paars op staat te bloeien, is mijn eerste pauzestop. Het is nevelig en de boomsilhouetten die verspreid op het veld staan tekenen zich af tegen de horizon die in de nevel vervaagd. Een zacht geruis van de A 28 die verderop loopt en door de nevel mogelijk in geluid wat gedempt wordt. Het Hulshortserzand en ook het Beekhuizerzand heeft nooit veel belangstelling van mij gehad, vanwege het troosteloze landschap met dat kale gele zand en gemartelde bomen die er staan, waarvan de wind ze hoog op hun wortels doet staan, door al het zand dat daartussen weg is gestoven.  Maar hier heb ik toch een andere aanblik, mooie pollen bloeiende hei en nergens dat gele zand te zien. Ik ga het gebied verder in… en dat was niet echt een goed idee. Ik vond een pad waar het wel toegestaan was met de fiets te komen, maar dat door het mulle zand onbegaanbaar was. Het grootste deel heb ik naast de fiets gelopen, want als je eenmaal met een scheef voorwiel vast kwam te zitten in het mulle zand, dan was er ook geen mogelijkheid meer om op te stappen en zat er niets anders op dat mulle stuk met de voet af te leggen. Ik voerde een constant gevecht tegen het mulle zand en het pad leek maar niet op te houden. Onaardige gedachten kwamen in mij op, dat het kwade opzet was om juist die paden voor fietsen open te stellen, die niet te fietsen zijn. Dan zal op den duur de moed er wel uit gaan en komt hier ook niemand meer op de fiets. Ik bedenk me nu ook wel  voor een volgende keer. Het maakte me behoorlijk chagrijnig en het is maar goed dat ik niemand van het toezicht tegenkwam, die had dan de wind van voren gekregen van mij. ( Alsof hij er wat aan kan doen ) De trui ging uit en het zweet plakte mijn T-shirt aan mijn rug, het zweet stond op mijn kop en bracht mijn humeur nog verder naar beneden. Telkens leek er weer een stukje berijdbaar, sloeg het voorwiel weer schuin in een mul stuk. Afstappen, lopen, weer een klein stukje kunnen fietsen en weer vast in het mulle zand. Het leek niet op te houden. 

Als ik dan toch zit te chagrijnen, ik had verderop de route me een bankje langs de beek bedacht om daar even een koffiepauze te houden. Staat dat bankje vijf meter van de kant van de beek en is het water net niet te zien als je op het bankje zit. Hadden ze het bankje drie- vier meter richting de beek gezet, dan had je mooie kijk op het stromende water. Nu kijk ik tegen de steile overkant met varens begroeid, maar is het water niet te zien. Hoe en wie verzint zoiets, om zo’n bankje op zo’n plek zo te plaatsen. De heerlijke warme koffie bracht mijn gemoederen wat tot bedaren. Al met al ben ik nu twee en een half uur onderweg en zeker nog een drie kwartier van huis.

 Het zachte kloppen van een specht hoog in één van de bomen die rondom mij staan. Een mees, die bij herhaling een vragend geluidje laat horen, alsof hij zeggen wil; hier ben ik, waar ben jij?  Verderop een ander meesje die zich hetzelfde afvraagt. Ik sta even bij de beek te kijken en bevestig dat het bankje veel beter op de plek zou staan waar ik nu sta.  Naar stromend water kijken is net zoiets als naar de vlammen in een open haard kijken, het geeft  een genoeglijk gevoel.  De specht is klaar met kloppen en zit nu hoger in de boom te tjikken en verteld daarmee dat dit stukje van de wereld hem toebehoort.Ik stap ook maar op en ga naar het plekje op de wereld dat mij toebehoort; thuis.

zondag 20 augustus 2023

Liesberg

 

Op het fietspad liepen militairen, vol bepakt en met een vervaarlijk uitziend wapen op hun buik meedragend. Iets wat ik ongepast vind om met wapens rond te lopen in het openbaar. Ze schoven op en lieten me door. Er liepen ook twee meisjes tussen, wat nog bedenkelijker is, omdat als we zo nodig de oorlog moeten leren betrek er dan geen vrouwen in. Een vrouw met een zwaar wapen in haar handen en een gevechtspakje aan, is haast een karikatuur. Als ik dit zo zie lopen bekruipt me het gevoel dat het niet deugd. Bij iedere fietspeddel raakte ik er verder vanaf en liet het ook maar achter me. Door het bos zocht ik me een weg om op de Stakenberg terecht te komen. Bospaden zijn op sommige plekken lastig te begaan met de fiets, boomwortels die uit het pad opsteken, mulle stukken, kuilen en hobbelige graspaden, het houdt de aandacht op het pad en weg van de omgeving. Het gebonk verveeld en ik verlang weer naar een glad stukje fietspad. Op de hei naar de Liesberg moet ik een paar keer afstappen omdat ik wegglij in het mulle zand, maar dan ben ik er eindelijk.

                                  

Een paar zwaluwen kwetteren en een Veldleeuwerik piept. In de verte hoor ik de klagende roep van een Zwarte Specht. De Zon is al een stuk boven de horizon geklommen en met haar gloed kleurt ze de nevels in de verte. Van dit punt kan ik ver weg kijken Het heet hier

“De Liesberg” wat op het bordje staat en het bankje is van Bas Mulder. Op de Paalberg staat net zo’n bankje. De naam staat verweert ingekerfd in de rugleuning te lezen. De geschiedenis van deze banken is me onbekend, maar ze zijn al behoorlijk verweerd en staan er al een poos.  Er komt iemand met de fiets deze kant op en we raken aan de praat. Tot het moment dat ik wens dat hij weer verder gaat, het gesprek gaat zo stroef en hij blijft maar staan. Eindelijk stapt hij dan op en rijdt verder. Onderweg hier naartoe zag ik al veel bijenkasten aan de rand van de hei staan, de hei begint al aardig te kleuren en het beloofd een mooie bloei te worden. Een bries gaat door mijn haren en fluistert iets in mijn oren, samen met de  koestering van de Zon, maakt het alles hier zeer aangenaam. De lucht is niet wolkeloos, maar de Zon krijgt genoeg ruimte om er door te komen. Van hier is het nog een eind fietsen naar huis. Thuis, ook een prima plek om te vertoeven.

zaterdag 12 augustus 2023

Bomenroute

 

De begraafplaats, niet bepaald een doel van een wandeling. De keren dat we er komen is om het graf van mijn ouders te bezoeken en dan is het op en neer naar het graf en verder kom ik er niet. Pas geleden maakte iemand me erop attent dat er een bomenroute  is van meer dan 100 verschillende bomen  die op de begraafplaats staan. Op internet vond ik de plattegrond met de route en de bomenlijst. De bomen worden met nummers aangegeven en zo kan er een route gevolgd worden langs de verschillende bomen. Dat ging ik vanmorgen eens doen, een route van twee en een halve kilometer, met overal bankjes om even te pauzeren voor de nog steeds opspelende rug. Ik zit  op een bankje bij boom nummer 6; een Weymoutden, met daar vlak in de buurt nummer 7 en 8 de Blauwe Douglasspar en de Douglasspar. Het is een plek met een aparte sfeer, zo’n kerkhof. Een bubbel in het leven dat zich buiten het hek van de begraafplaats afspeelt, daarvandaan komen de geluiden van een voorbij rijdende motor, zijn er de werkgeluiden van een bouw te horen, binnendringende geluiden op een plek waar niets en niemand soortgelijk lawaai maakt, er heerst een serene stilte, buiten is het leven hier staat het in het teken van de dood. Een Boomklever kwettert en een andere kwettert terug, een duif koert en vanuit de blauwe lucht schijnt de zon. Het is warm en ik doe mijn trui uit. Mijn ouderlijk huis was tegenover de begraafplaats. Dit oude gedeelte van de begraafplaats was de plek waar ik als jongen liep en de vogels opzocht die in het vogelboek stonden. Hier zag ik de eerste Bonte specht, hoorde ik de Groene specht, zag de eerste Gekraagde Roodstaart. We klommen in de boom waar een nestkastje aan hing en keken naar de eitjes en later naar de pas uitgekomen jongen. Ik had nog geen verrekijker en wilde ik de vogels van dichtbij zien, dan moest ik naar ze toe sluipen en gebruikte de grafzerken als dekking. Dit alles voordat de hovenier aan het werk ging, want die stuurde me altijd weg.


Ik had nooit gedacht dat er zoveel verschillende boomsoorten hier stonden, bomen met mooie namen, zoals de Levensboom, Hartjesboom en Honingboom, Mispel, de Goudbeuk, allemaal te vinden als de route gevolg wordt en de nummers op de lijst vertellen welke boom het is. Er komen zo zachtjes aan wolkjes door het blauw die de zon  belemmeren, twee witte vlinders dansen over het pad, een Specht tjikt. Een verscheidenheid aan vorm en grote van grafzerken, stenen die verweert zijn en waar een dikke laag korstmossen op groeien, het gladde marmer dat er staat alsof het er gisteren is neer gezet, maar toch een jaartal van sterven aangeeft van 1950. Het * dat de geboortedatum aangeeft, een streepje  en dan een kruisje dat het overlijden aangeeft. Duizenden mensen die hier liggen begraven, waarvan hun leven is gedaan. Wat overblijft zijn dorre beenderen in de grond, een schedel met holle oogkassen en een lege hersenpan. De namen op de Zerken hebben hun gedachtenis nog, maar velen zullen ook weer vergeten zijn.

 Een Boomkruiper kruipt tegen de stam van een  berk omhoog. In een cirkel van graven staat in het midden een Honingboom en overschaduwd de zerken. Een stemmige plek, met in het centrum zo’n mooie boom. Mensen waarom getreurd is, hun leven zit erop, het is gedaan. Ze verblijven nu op deze mooie sfeervolle begraafplaats, met tal van bomen en vogels die hier ongetwijfeld hun nesten in de dichte begroeiing maken. Van de week las ik de vraag: Wie ben ik ?  Het antwoord zou duidelijk aan je worden door vast te stellen wat je niet bent. Vanaf deze plek bedacht ik, ik ben niet dood, ik leef. Dat zeg ik niet triomfantelijk, want het leven is kwetsbaar en eindig, te zien aan al die graven hier.

 

woensdag 9 augustus 2023

Sprielderbos

 

Het is heiig en het bos tikkelt van de vallende druppels uit de bomen. Ik heb mijn driepoot uitgeklapt en zit nu op een kruispunt met ruim uitzicht op twee paden, één schuin voor me en één schuin rechts van me. Toen ik op deze plek aankwam, maakten een paar Vlaamse Gaaien veel misbaar in het bos, dat zou kunnen duiden dat daar iets loopt wat hen niet bevalt en het zou dan zomaar kunnen dat er iets op het pad verschijnt wat die herrie wil ontlopen. Ik hoop op een vos. De Gaaien zijn weer stil en nu is het een Winterkoninkje dat alarm slaat tussen de varens, maar zwijgt ook al weer. De kaarsrechte stammen roepen de sfeer van het sprookje van de Bramenplukker bij me op. De Bramenplukker die in het bos woonde en zich in een paleis waande  met hoge pilaren die het bewegende plafond van wolken ondersteunde.  ( Sprookjes van Godfried Bomans )

Het decor staat klaar en het ( éénmans ) publiek wacht. De Boomkruiper en het Winterkoninkje laten even van zich horen, verder is er alleen het gestaag getik van vallende druppels te horen. Het is stil zowel voor het oog als het oor. Een aangenaam moment en ik stel het opstappen nog even uit. De paddenstoelen toveren zich uit de grond en op sommige plekken zijn ze al weer aanwezig.



 

donderdag 20 juli 2023

Wedstrijdje

 

Het heeft wat geregend vannacht en dat geeft een nevel op de open plekken en het voelt fris aan. Ik begin het koud te krijgen, tot ik me besef dat ik gisterenmiddag de jas in de fietstas heb gedaan, voor de eventuele bui die er verwacht werd maar niet kwam. Jas aan en het voelt al wat aangenamer, voelde of ik toevallig de handschoenen nog in de jaszakken had zitten, maar zo mooi werd het dan weer niet. Ik moet het voortaan maar andersom doen, met de jas aan van huis gaan en dan kan ik hem eventueel alsnog in de fietstas stoppen. Een Merel zingt nog, zijn slotzang van dit seizoen zat ik me te bedenken, maar verderop op een bospad zongen nog twee Zanglijsters en een Merel volop. Ik zoek een bankje dat in de Zon staat, die langzaam opkomt en de eerste stralen over de aarde strooit. Ik vind een bankje aan de rand van een stukje hei en draai daar mijn thermosfles open. De vroege stralen van de zon geven nog niet veel warmte, maar het is wel lekker er me in te koesteren, met daarbij een warme slok koffie door mijn slokdarm te voelen. Een Merel begroet de zonsopkomst met zijn lied, welluidend, alsof het nog lente is. Ik luister naar zijn lied en vraag me af of hij nu een verhaal verteld of een gedicht voordraagt. De rustige weloverwogen zang van deze vogel voegt veel toe aan de sfeer van deze ochtend hier aan de rand van de hei met de opkomende zon, die de mistflarden langzaam doet verdampen. Misschien verteld de Merel daar wel zijn verhaal over, of gaat zijn gedicht over de Zon de mist en de hei. Ik zou wel eens willen weten wat hij te zeggen heeft wat hij in zulke zuivere klanken weergeeft.  Dan is het verhaal uit of het gedicht klaar en neemt hij een pauze.

 Een Buizerd is boven in een kale top van een Berk gaan zitten. Poetst daar zijn veren en ik besef me dat ik iets gemeenschappelijks heb met deze vogel; we hebben allebei een plekje in de zon opgezocht om ons daarin te koesteren. Ik spreek af een wedstijdje met hem te doen, wie het langst volhoud en het eerst opstapt, in zijn geval opvliegt. Ik zit lekker en de Merel heeft zijn zangpost weer ingenomen en gaat verder met zijn verhaal… of is het toch een gedicht?  Ik schrijf mijn bladzijde vol en houdt de Buizerd in de kijker. Hij zit op een kleine honderd meter bij me vandaan en net als ik heeft hij weinig aanleiding om uit de koestering van de steeds warme zonnestralen te gaan. Ik zit bijna drie kwartier te wachten en besluit het dan maar op te geven en de Buizerd deze wedstrijd te laten winnen. Met dat ik opstap komt er een Kraai bij de Buizerd langs en stoot hem van de tak. De Buizerd vliegt weg, zo bezien is de strijd toch nog onbeslist, we stapten tegelijkertijd op. Als ik wegfiets zingt de Merel nog steeds.

 

woensdag 19 juli 2023

Boeken

 

We verblijven in een huis dat vol met boeken staat. Boeken staan rug aan rug in de boekenkasten over het huis verspreid. De studeerkamer is een plek waar ik graag kom en me omgeven weet met boeken, veel natuurboeken en boeken met levenswijsheden, en ook oude boeken met bruine kaften. Er tussen te zitten geeft je al het gevoel, wijzer te zijn. Ieder boek is geschreven door iemand die een gedreven idee had om het op te schrijven. De schrijver  had jou in gedachten toen hij het boek schreef, heeft gewikt en gewogen en het verhaal dat hij zichzelf al zo vaak verteld had in zijn hoofd,  op papier overgebracht, om het wereldkundig te maken. Het boek over vlinders is tot stand gekomen door vele uren buiten te zijn en vlindersoorten te ontdekken, allerlei gebieden bezocht en het verlangen kreeg vorm in de aantekeningen om er een boek van te maken. Zijn belevenissen en foto’s deelt hij in het boek en dat boek is jou ter beschikking. De uren die eraan vooraf gaan aan observeren, en de reizen die ervoor gemaakt zijn, worden omgezet in woorden, een boek dat ook nog eens uitgegeven wordt.  Reken maar hoe  trots  de schrijver is als zo’n boek in de winkel komt te liggen. Dit soort boeken bevatten energie  die gestold in de boeken liggen opgeslagen, energie die weer vrijkomt door het open te slaan en te lezen.  Boeken brengen sfeer in het huis, zoals een kerk, vooral een oude kerk, met geur en akoestiek, met het licht door de gekleurde ramen. Als je daarin komt voelt het anders dan buiten. Als je weer naar buiten gaat blijft die sfeer nog aan je hangen en verdampt langzaam weer uit.


Zo ook als je een boek dichtslaat en nog een tijd in het verhaal blijft hangen. Ik lees nu een boek, een klein boekje, maar ik doe er lang over. Neem het mee op een wandeling en ga zitten, lees een bladzijde of twee, drie. Ik lees het voor de derde keer, elk afgelopen drie jaren een keer en nu weer. Bladzijde en letters lijken twee dimensionaal, dacht ik ook altijd, maar nu ik het voor de derde keer lees, merkt ik dat het diepte heeft, tegelijk kan het er ook uitspringen, je erin gezogen voelen, of als een buitenstaander even aan de zijlijn geplaatst voelt, om je een beter uitzicht te geven. Inzicht verschaft en prikkelde vragen stelt.  De laatste bladzijde naderen alweer en ik zie tegen het afscheid straks op, maar ik heb beloofd, over een  jaar, dat ik nog eens terug kom en dan begin ik weer van voor af aan.

 

maandag 10 juli 2023

Paradijs

 

Voor de één is het een vakantie en dat was aan ons de vraag of wij op hun huis wilde passen. Niet zozeer om het huis zelf, maar om de tuin en daar toe te zien, dat als het nodig is te sproeien en de planten in de tuin te begieten. Het huis is gelegen in het bosgebied " De Dellen" bij Epe en het idee trok ons wel daar een poosje te verblijven. In de tuin komen verschillende vogelsoorten en regelmatig wordt de tuin door twee hazen bezocht, Boerenzwaluwen cirkelen door de lucht en het is hier goed vertoeven. De Dellen is een prachtig bos en heide gebied, dat doorsneden is met fietspaden, iets wat wij als liefhebberij hebben, om einden te fietsen. Je kunt daar alle kanten op en daar was het ons ook om te doen. Het geeft een vakantie gevoel, terwijl het helemaal niet zo gek ver van huis is. Een eigenschap van het gebied is dat er veel bankjes staan en een aantal picknick tafels, iets waar ik graag gebruik van maak om wat te schrijven en te lezen. Na het eten zoek ik dan zo’n plek op en mijn favoriet die ik in de korte tijd die we hier zijn, al heb is een bergje met een bankje, waarvan uitzicht op een meertje. Het is een ruim meertje en links is een klein verval dat kabbelend in het meertje stroomt. Het zonlicht valt uiteen in honderden fonkelde kleine sterretjes die schitteren, op de rimpels van het water. Een bries duw kleine rimpels voor zich uit. Het beweegt en schittert en de strakblauwe lucht wordt in het water weerspiegeld. Met grote vaart komen libelle ’s langs  en met een lichtheid fladdert een vlinder voorbij. Een paar Meerkoeten hebben een toegewijde zorg over drie kuikens. Een andere eend met drie kuikens steken het meertje over en hoewel ik ze goed in de kijker heb, kan ik toch niet goed zien wat voor soort eendje dat is. De kuikens duiken zo nu en dan onder. Ik weet niet wat het is, zelfs het vogelboekje geeft geen naam aan deze vogel.

Het meertje glinstert in het zonlicht, alsof ze een grote parabool is die gericht is op de Hemel om boodschappen van daar naar de Aarde te kunnen zenden. Een klein stukje Paradijs, bewaakt door bordjes  met de mededeling het terrein niet te betreden, die als wakende engelen bij de poorten van dit Paradijs de wacht houden. Kleine fragmenten Paradijs die her en der over de wereld verspreid liggen om ons te herinneren dat er een groot Paradijs is, waar de wakende engel ons eens weer zal begroeten om naar binnen te gaan. Maar zover is het blijkbaar nog niet. Ik hoorde vanmorgen vanaf het militair oefenterrein verderop, zware explosies, en zolang we de oorlog leren en oefenen, blijft het Paradijs gesloten. Zo bezien strijden militairen niet voor de vrijheid, maar voorkomen die.  Wat zou het zijn zoals ergens in de Bijbel staat, dat ze de oorlog niet meer zullen leren en hun wapens omsmeden tot ploegscharen. Nelson Mandela riep zijn mensen op de wapens op te nemen,… en ze in de zee te gooien. Er was weinig voor nodig ons uit het Paradijs te weren, er is meer voor nodig ons weer toegang te geven tot het Paradijs. Elke goede stap is een stap in die richting en dan klinkt het ooit: bestemming bereikt.



woensdag 5 juli 2023

Voor wat het waard is,…

 

De wind doet de bladeren en de takken van de Beuken aan de overkant van het weiland sierlijk bewegen, als zijn het de handen van een oosterse danseres die haar handen door de lucht laat dansen. Het heeft zonet wat geregend en de wind trekt bij vlagen door het bos en over de wei, daardoor voelt het wat kil aan. Na dagen van droogte en veel te warme dagen, met een verzengende zon die het gras geel kleurde en de paden stoffig en mul maakte.  Op één van de bankjes die in de buurt en rondom de Villa Groevenbeek staan en allemaal uitzicht geven op de villa, ben ik gaan zitten. Op het weiland voor me en met een nis in de bosrand een stukje van de villa. Onrustige schooljeugd die luidruchtig over het pad verderop langskomen een vliegtuig dat ronkend overkomt, maar als dat weer voorbij is daalt de rust als een deken over deze plek. Een deken die weinig warmte geeft, maar toch ook weer wel. Dit plekje van de wereld even te bezitten, omsluit me met een ander soort warmte. Een Grote lijster beweegt zich schoksgewijs over het weiland, een paar stappen, dan weer stilstaan, weer een paar stappen en zo door. Alleen zijn kop steekt uit boven het gras en de gele bloempjes waarmee het hier mee vol staat. Een Roodborst vindt een plekje op een hoekpaal van het hek en beziet het van hoger af. De wind zindert door de grashamel langs het pad. Met de kijker volg ik de bewegingen die zich maar schaars voordoen, maar de langzame vleugelslagen van een overvliegende Buizerd en de snelle vlucht van een Boerenzwaluw over het weiland, houdt de aandacht erbij.

Overal waar ik ben en waar ik ga, voel ik die lege plek, daar waar de hond altijd was. Soms kijk ik naar de plek waar ze zou zitten als ik hier zit. Goh, wat mis ik mijn hondje. Het is alweer een maand dat ik zonder haar ben, toen ze er was, was het vanzelfsprekend, nu is het duidelijk hoe een bijzondere band we hadden. Gewoon is dan bijzonder geworden, terwijl het dat al die tijd al was. Iemand suggereerde dat ik nu tijd overhield nu ik de hond niet meer hoefde uit te laten, maar het is verre van dat, ik mis juist die tijd. Ik pak het boekje uit de tas, het boekje dat ik al eerder gelezen heb en daarvoor dit soort plekken zocht om te lezen, een paar bladzijde, fluisterend te lezen om het lezen te vertragen om niet over de woorden te struikelen, maar behoedzaam door de regels te gaan, vaak even stil te staan en terug te kijken op wat er nu eigenlijk gelezen is. Na een poos , deze plek heeft me opgenomen en ik ben er even zolang ik hier zit er een deel van geworden, kom ik in beweging en loop er van weg ik kijk nog een keer om, om te zien of ik er nog zit. De plek blijft maar moet het nu zonder mij doen, ik was er even… voor wat dat waard was.

 

zaterdag 3 juni 2023

Aanpakken

Het is nu een week geleden dat de ziel van Lisa uit haar lichaam ontsteeg en haar warme lichaam achter liet. Het is nu stil in huis, een lege plek waar ze op haar kleed lag in de hoek van de kamer, etensbak en drinkensbak staan opgeborgen in de schuur. Inmiddels hangt er aan de muur op de plek waar ze altijd lag een foto met haar afbeelding op canvas ( 40x60 cm ). Het plakje kaas dat we voor Lisa afsneden tussen de middag als ik mijn boterhammen smeerde, snij ik nu af en geef het aan de vogels in de tuin. Dit en meer dingen doen we om haar te gedenken. Er zijn jonge mussen in de tuin en wellicht zijn deze uit het ei gekropen in een nestje dat bekleed is met een pluk haar van Lisa. Haar dat ik bewaarde na het borstelen van de hond en in het voorjaar aan de vogels gaf, om hun nestjes mee te kunnen stofferen. Ook de  Kauwtjes, Koolmezen en Pimpelmezen die ook hun deel van de haren ophaalde om naar hun nest te brengen.

 Als ik nu een klein rondje omga en weer even op mijn leesbankje zit, vragen de mensen die langs lopen waar de hond is. Sommige verhalen dan van hun eigen verdriet, dat het verlies van hun huisdier bij hun teweeg bracht. Zo brengt mijn verhaal bij hun ook weer herinneringen op.  De Pimpelmeesjes die een nestje hebben in een holte van de Dennenboom die naast het bankje staat, vliegen af en aan, en duiken met een gevuld snaveltje het holletje in om even daarna weer met een leeg snaveltje eruit te komen. Ze zien er wat verfrommeld uit, na nu toch wel twee weken voor hun kroost gezorgd te hebben. Ze zullen straks wel opgelucht zijn als de kinderen straks de deur uit zijn. De spechten hebben ook jongen en die laten dat weten ook, ze bedelen met een constante roep vanuit de nestholte, en sporen hun ouders aan nog meer, nog meer en nog meer te halen. En zo zijn er op allerlei plekken nestjes en zijn ouders druk in de weer. De merel zoekt op het pad rupsjes die uit de Eiken zijn gevallen en als de snavel zo vol is dat er ook echt niets meer bij kan, zoekt hij zijn nest weer op en voert hij de jongen met de oogst aan rupsjes. Lente is in onze ogen een idyllisch jaargetijde, maar voor de dieren is het een jaargetijde van aanpakken.

  

zaterdag 27 mei 2023

Lisa


Lisa is gestorven op 26 mei rond één uur.  Ze ging liggen op het kleed wat we in de tuin gelegd hadden, waar ze de injectie kreeg die haar in slaap bracht, uit een slaap waar ze niet meer uit wakker zal worden. De tweede prik bezegelde het en bracht het hart tot stilstand. De zon scheen op haar vacht toen ze haar laatste adem uitblies en lag ze bewegingsloos om nooit meer te bewegen. De arts luisterde naar het hart en de longen en verklaarde dat ze nu dood was. De longen en het hart stonden stil,… voor altijd. Tranen en strelingen op haar vacht, alsof ik haar nog vast wilde houden. Haar ogen staarde, maar ze zag me niet meer. We hebben haar begraven dicht bij het graf van onze vorige hond Kiko, waar ze een jaar mee heeft samengeleefd. In een bostuin waar Kiko begraven ligt hebben we nu een nieuw graf gedolven om Lisa in te leggen. Op een kleed, waar ze altijd op lag in de huiskamer, haar speeltjes, een bal die piepte als ze erin beet en een pluche beestje dat van haar was, samen met de werpstok met tennisbal legde we haar dingen, naast haar neer in het graf. Het rubberen bandje dat ik om één of andere reden, om mijn rechterpols had gedaan en al jaren droeg, deed ik af en legde het op haar lichaam ter hoogte waar haar hart had geklopt. Zo gaat een stukje van mezelf met haar mee. Nog één keer streel ik met mijn hand over haar vacht en strijk haar over haar kop en sluit dan de deken over haar heen. Scheppen zand ploffen op de deken en de afstand wordt met elke schep groter. Nu is ze weg, ze heeft een plek in de aarde gekregen, vlak bij het huis waar ze dertien jaar geleden geboren is. Ik rouw om een dier dat bijna altijd bij me was en nu is ze weg. Elk bospad tot ver in de omtrek hebben we samen belopen, duizenden, waarschijnlijker; miljoenen van haar pootafdrukjes en mijn voetafdrukken naast elkaar over de paden door de vele gebieden die we in de jaren dat we samen waren hebben belopen.  

Na alles heb ik behoefte even alleen te zijn en ga het bos in, op een bospad draai ik me onwillekeurig even om, en kijk waar de hond blijft, zo gewoon de afgelopen dertien jaar, vooral de laatste maanden dat ze wat achter bleef.  Ik ga zitten op een stronk langs een pad waar de varens de bodem bedekken. De zon in de rug. Ik mis Liesje, de geur van haar vacht als ik haar knuffel, haar natte neus tegen mijn hand te voelen, haar tong waarmee ze me soms een lik over mijn gezicht gaf, de zachtheid van haar vacht, de fonkelende verwachtingsvolle bruine ogen die me zo diep konden aankijken. Achter me zingt een Roodborst, als wil hij me troosten. Mijn hart klopt zwaar in mijn borst en pompt golven van verdriet en weemoed door mijn lijf, dat zich verkrampt in mijn maag. Iemand zei eens, hoe gek het ook klinkt, geniet van je verdriet, want het is de maat van hoeveel je gehouden hebt van degene die je nu missen moet. Het is bitterzoet, bitter in de tranen die er worden vergoten en diezelfde tranen zoet omdat ze zoveel herinneringen bevatten. Goede herinneringen die door haar dood niet langer meer gemaakt kunnen worden en ik het te doen heb met de gemaakte momenten, die nu zo zwaar aanvoelen. Nu voelen ze bitter en straks zullen ze weer zoet worden, als het verdriet gaat slijten. De nu lege plek in de kamer waar ze op haar kleed lag, het zachte snurken en het gepiep als ze lag te dromen, is er niet meer, de begroeting ’s morgens als ik beneden kwam en ze met kwispelde staart me stond op te wachten in de keuken. We hebben een goede tijd gehad samen, ze was mijn derde hond en net als de andere heb ik zielsveel van haar gehouden. Ik moet het nu zonder je doen, ze was mijn schaduw die bij mij hoorde, overal waar ik ging was ze bij me. Ik heb nu geen schaduw meer. Ik mis je Lisa en wat ben ik er trots je in mijn leven te hebben gehad.






    

vrijdag 19 mei 2023

Indrukken

 

Ooit om een nieuw plekje te zoeken om onderweg er een middagpauze te houden en mijn benen even te strekken, vond ik een uithoekje in de polder. Ik stapte uit het busje en liep een soort speelbos in. Kleine smalle paadjes leidden naar stille hoekjes en naar een meertje, maar wat me er bovenal zo aantrok waren de Nachtegalen die daar zongen. Direct bij de parkeerplaats hoorde ik er toen al één. Menig keer ben ik daar langsgereden op weg, of terug van ergens en stapte daar even uit, om te luisteren en daar te wandelen. Dat was tijdens het werk en als het op de route lag.

Vanmorgen had ik deze plek voor ogen, voor de Nachtegaal en de Koekoek. Hond mee in de auto en ons doel was op dat bankje bij dat meertje een poos door te brengen. Het zonnetje vrolijkte de boel op, een Zwaan dobbert op het meertje en zijn wederhelft zit aan de andere kant van het meer op het nest. Een Meerkoetje trok een  V-vormige kielzog achter zich aan toen hij het meer overstak en een Visdiefje vliegt een paar rondjes boven het water. Met gracieuze haast in slow-motion bewegende vleugelslagen, de rode snavel naar beneden gericht, is het een pracht dier om door de kijker te volgen. Het dier verdient een betere naam dan Vis-Dief en dan nog het verkleinende – je, erachter. Het is een balletdanseres in de lucht, zijn zwaluwachtige voorkomen doet hem een betere naam toekennen. Iets met ballet of zwaluw erin en die misdadige naam die hij nu heeft, moeten we dan maar vergeten. Hij danst nog wat rondjes over het water en is dan weer verdwenen. En dan jawel, daar is hij dan; de Nachtegaal. De uitbundigheid die zijn zang zo kenmerkt ontbreekt, het is alsof hij zijn instrument nog aan het stemmen is, maar het komt er maar niet van dat hij echt gaat spelen. Ooit zag ik hier boven dit meertje een Visarend bidden en daar hoop ik nu ook op. Vissen drukken van onderaf rimpels op het oppervlak. Ik meen het gehomp van de Roerdomp te horen in de verte, maar het is de hond die zachtjes ligt te snurken, waarin ik even het geluid van een Roerdomp in meende te horen. De Meidoorn naast het bankje staat zo vol bloesem dat haast de takken ervan krom hangen. Af en toe vullen de bloesems de lucht met zoetige geuren en een briesje brengt het in pakketjes bij me. De alsmaar roepende Koekoek krijgt antwoord van een vrouwtje dat hem met een hinnikend geluid lokt. De toegesnelde Koekoek is zo bij haar en als het vrouwtje nog een keer hinnikt, slaat het gekoekoek helemaal door en is een haast schor geluid geworden. Daarna is het stil in die hoek en het laat zich wel raden wat daar gebeurt. De zwaan heeft een ommetje gemaakt en komt weer terug op het meertje. Een uurtje zo te zitten is een aanrader, vooral als de zon het er aangenaam bij maakt. Het is niet alleen het moment van nu, maar ook van alle eerdere keren. Er hoeft niet veel te gebeuren om toch aardig wat indrukken op te doen.

 

zaterdag 13 mei 2023

houdbaarheidsdatum

 

De dag wordt elke dag een paar minuten langer. De Merel begint elke morgen een paar minuten eerder te zingen. Vanmorgen was dat om 4.44 uur. Rond die tijd wil ik ook wakker zijn, aankleden en naar buiten. Het is nog donker tegen het schemeren aan. De Merel is de dirigent van de dag en als hij de eerste tonen  aangeeft, kan de dag beginnen. Al snel volgen vogels als de Roodborst zijn aanwijzingen op. De dag begint en langzaam wordt  het lichter. Een stil spektakel met veel geluid. De Tjiftjaf en de Zwatkop zetten in en de Zanglijster volgt, duiven koeren op de achtergrond, en zo wordt de dag begroet, elke ochtend en elke lente weer. Iets om bij te willen zijn en zo samen met de hond tussen door te slenteren. Het bos en de hei lijken dan even helemaal van ons. Een rijk bezit, zonder dat ik er de eigenaar van ben. Als de schemer oplost en het licht wordt legt de Merel zijn dirigentstokje weer neer, wat een manier om zo elke dag te beginnen, zowel voor hem als voor mij. Toch loop ik me daar ook zorgen te maken, er lijken minder vogels deel te nemen aan het ochtendconcert en op de hei is het veel stiller, op de Koekoek na die in de verte van zich laat horen, maar hij lijkt alleen.

Er gaat geen dag voorbij of je hoort wel meerdere keren het woord “klimaatverandering” ergens opduiken op radio of  TV. Iets waar we mee te maken hebben en waar we een dikke vinger in de pap over deze verandering in hebben. Van de week in een programma op TV: “Wat houdt ons tegen” bij Human TV gepresenteerd door o.a. Jeroen Smit. Een beter milieu begint met eten; we verspillen gemiddeld per jaar 2 miljoen ton voedsel. Dat is om er een plaatje bij te hebben een file vrachtwagens van Utrecht tot Barcelona en elke vrachtwagen die bumper aan bumper staan zit barstensvol weggegooid voedsel. Eén van de redenen is de houdbaarheidsdatum. Daar zijn er twee van, de Te Gebruiken Tot- datum, (TGT) een veiligheidsgarantie op producten die in de koeling staan  zuivel, vlees en vis. Dan staat er op elk ander product een Tenminste Houdbaar Tot – datum (THT) dat is een kwaliteitsgarantie. Voor beide producten is dat voor Supermarkten reden om het weg te gooien als het die datum bereikt en voor ons bij opruimen van onze keukenkastje  en de kelder om het in de vuilnisbak te gooien, wat dan op die denkbeeldige vrachtwagen terecht komt elk jaar weer opnieuw. Zo zijn we medeplichtig door een verkeerde interpretatie van een houdbaarheidsdatum. Veel artikelen zijn langer houdbaar en hoeven niet perse weggedaan te worden als de datum ervan verstreken is op de verpakking.  Het is een kwaliteitsgarantie. Kijk, ruik en proef, dat is een goede manier om een product te beoordelen of het nog te gebruiken is. Je gooit je fiets toch ook niet weg als het garantie termijn verlopen is? Vlees en vis wel, want daar kan je ziek van worden( veiligheidsgarantie)  maar een pak Macaroni gaat langer mee en daar krijg je niets van als die datum is overschreden, het schijnt zelf op zout te staan en zout gaat juist bederf tegen. Een beter milieu begint bij jezelf en dat blijkt weer een waarheid als een koe te zijn. Gewoon om niet zoveel en zo snel weg te gooien.  

zaterdag 6 mei 2023

Oude vriend

 

Hij pakte zijn gitaar en vroeg me of ik dit kende en begon te spelen. De beginklanken van de “ Starway to Heaven “van Led Zeppelin, klonken door de kamer. Natuurlijk herkende ik dat en ik bewonderde zijn vertolking op zijn gitaar. Ik was bij een jeugdvriend op bezoek en vanaf onze jeugd hebben we elkaar niet meer gezien, dan af en toe tussen de schappen van een supermarkt of een vluchtige ontmoeting in de winkelstraat, die elke keer afgesloten werd met dat we eens moeten afspreken, om bij elkaar op bezoek te gaan. Ik was daarna altijd teleurgesteld dat ik niets meer van hem hoorde en nu bedenk ik me dat hij misschien al die tijd wel op mij zat te wachten. Ondertussen zijn we jaren verder, onze ouders zijn gestorven en we hebben ons werk erop zitten, ons haar is grijs geworden de kinderen zijn de deur uit, er ligt een lange periode tussen toen en nu. Wat heb je elkaar nog te vertellen als je elkaar zo lang niet gezien en gesproken hebt, dan alleen die vluchtige momenten in de winkel of straat? 

Op een fietstochtje kwamen we elkaar tegen op de zandverstuiving en begonnen weer dat kleine gesprekje en toen hebben we toch eens doorgepakt en direct een afspraak gemaakt, ik zal op donderdagmorgen om tien uur bij hem zijn. En precies op tijd drukte ik op zijn deurbel. Eens kijken hoe het mijn oude jeugdvriend is vergaan, de deur ging open en ik werd hartelijk begroet en binnengelaten. In zijn eigen huis. Toen onze wegen scheidde als jeugdvrienden, woonden we nog thuis bij onze ouders op de Veldweg. Zo vergaat dat.

Ik zag de foto’s aan de muur van zijn kinderen, twee gitaren op een standaard en een prachtig onderhouden achtertuin. De zon scheen en we gingen buiten zitten. Ondanks de meer dan veertig jaar die ons van de vriendschap van toen van elkaar scheidde, hadden we elkaar juist een hele hoop te vertellen. We wisten elkaar te vertellen over de Nachtzwaluw die we toen in het Leuvenumse bos zagen en hoorde, iets wat we vaak deden lange wandelingen maken, langs de Hierdense Beek en door de bossen. Samen naar de hertenbronst luisteren op het Kroondomein, waar we op de brommers heen reden, naar het Aardhuis. Het bandje waar we in speelde, kwam nog helemaal niet ter sprake, want we hadden stof genoeg. Niet alleen van toen, maar ook de jaren dat we trouwde, kinderen kregen en werkte tot de leeftijd dat het genoeg was, bereikt werd. Wat er tussen toen en nu lag, onze herinnering aan onze jeugd waar we allebei fragmenten van wisten op te roepen. Als je toch terug kunt kijken op een leven dat toen het geleefd werd, je er weinig bij stil stond, maar dat elk aspect zijn waarde heeft, die in een ontmoeting met een jeugdvriend weer opgepoetst werden tot het weer begon te glanzen. Oude vrienden ze helpen je te herinneren. Nieuwe vrienden, je maakt er nieuwe herinneringen mee. We hebben voor een volgende keer weer afgesproken, misschien wordt die oude vriend weer een nieuwe vriend.

donderdag 27 april 2023

Gemis

 

De Krent op de hei is uitgedoofd. De witte gloed van de tienduizenden witte bloemetjes waaien er geleidelijk af en worden vervangen door het groen van het blad dat nu uit de knoppen komt. De jaarlijkse opwinding van de witte bloei van de Krent op de hei is weer verwelkt. De Krentenstruiken, eigenlijk zijn het boomgrote struiken, krijgen hun blad en daar waar de bloemetjes zaten groeien straks de bessen. De Tulpen in de potten die in de tuin staan met hun kleurrijke kelken op rechte stelen en samen met de knalgele Narcissen, geven kleur aan de vroege voorjaarstuin. De plukken haar die ik van het najaar bewaard heb, bij het uitborstelen van de vacht van de hond, steek ik nu in plukken in de Hedraheg en de vogels hebben er snavels vol uitgeplukt en vliegen ermee naar hun nesten. Overal in de buurt zijn nu Huismussen-, Kool- en Pimpelmeesnestje bekleed met het haar van de hond. De schalen van de eieren die we in de keuken gebruikte voor het bakken van een cake en de gebakken eitjes voor op de boterham, werden bewaard en als ik dan genoeg had, tot grit vermalen in een vijzel. Dat grit wordt dan vermengd met het vogelvoer, om zo wat extra’s voor de vogels te verschaffen om hun eitjes aan te maken, want het schijnt dat er een kalkgebrek is. Misschien kunnen we zo er een steentje aan bijdragen dat de vogels die hier op de voertafels komen wat extra kalk krijgen uit de gerecyclede eierschalen.

 

De Skimia, in de tuin is uitgegroeid tot een kleine struik en staat op de hoek van de vijver. Op dit moment staat het volop in bloei met lichtroze rechtopstaande trosjes waar een zachte geur vanaf komt. Geur en kleur dat de bijen en andere nectarliefhebbers zal aantrekken. Verleden jaar waren er Bijen en andere insecten die de struik deed zoemen. Het was lekker weer en we gingen tussen de middag met ons bordje naar buiten om lekker in het zonnetje te eten. Ooit las ik van Jac. P. Thijsse dat hij lange tijd bij een plant ging zitten om te kijken wat er allemaal gebeurde, welke insecten op die plant afkwamen. Dat leek me een goed idee en in navolging zette ik mijn stoel bij de struik en zou eens gaan bekijken wat er allemaal op de Skimia afkwam. Eén Bij scharrelde tussen de bloemetjes, een Zweefvlieg kwam even voor mijn neus hangen en nog een paar kleine kriebels die ik niet op naam kan brengen, klommen over de bloemtrosjes. Ik luisterde of ze misschien tussen de bloemen verstopt zaten, maar er klonk geen gezoem. Die ene bij vloog weg en ik hoop dat hij in de bijenkast dat bijendansje doet om te melden dat hier in mijn tuin wat te halen valt. Na een kwartier en heel af en toe een schaarse bezoeker, overviel me het gemis. Boek erbij open en daar staat toch echt dat de Skima veel Bijen aantrekt. Alsof je op een bus staat te wachten bij een buslijn die opgeheven is, kijk ik toch steeds tussen de bloemetjes of er toch nog iemand is. Zelf geen dikke Hommel, de struik staat met al zijn pracht en geur, net als ik, te wachten op iemand die niet komt. De Zon blijft schijnen maar in mijn stemming komen wolken binnendrijven, dit voelt niet goed en nu ik dit schrijf, een dag later, kijk ik naar buiten en zie de struik nog steeds eenzaam staan, een enkele Bij kruipt over de bloemen. Het is het lampje op het dashboard, een rood lampje geeft aan dat er wat mis is… wat er mis is, is wat ik mis, de Bijen op de Skimia.

 

 

vrijdag 21 april 2023

Tijd

Vandaag (woensdag 19 april) staat de Liesberg op het programma. Ik denk de auto langs de weg te parkeren en zo naar de Liesberg, een verhoging op de hei waar een bankje staat, te lopen. Maar ik vergis me, er is geen plek voor de auto, daar waar ik het bedacht had. Verderop is een grote parkeerplaats, maar dat is weer iets te ver lopen om vandaar naar de Liesberg te lopen. Ik zet de auto op die grote parkeerplaats bij de speelweide en ga naar het bankje op de hei waar ik twee weken geleden ook was. Het is zonnig en een strakblauwe lucht, maar nog wel een koude bries. Het beoogde bankje staat in het zonnetje en ik wil daar een poosje doorbrengen. De blauwe lucht is doortrokken van vliegtuigstrepen, opvallend veel. Tijdens de pandemie was de lucht veel zo goed als leeg, het lijkt nu een snelweg van elkaar kruisende vliegtuigen daar hoog in de lucht, maar toch is het een geruisloos gebeuren. Telkens komt er een nieuw vliegtuig en trekt er weer een nieuwe streep bij. 


In een Berk achter me zit een Kuifmees te roepen. Zo’n prachtig vogeltje met een koddig kuifje, alsof hij een maskertje draagt.  Boompieper en Boomleeuwerik laten zich horen en de Boompieper vliegt zo nu en dan zijn baltszang. Al zingend vliegt hij omhoog en laat zich met bolle vleugeltjes en hangende pootjes weer zakken, het laatste deel van zijn riedel met lange uithalen en zo zakt hij weer af naar de tak waar hij zonet zat of kiest een ander plekje. Om weer opnieuw zijn riedel en dan nog eens en nog eens te laten horen afgewisseld door zijn sierlijke baltsvlucht.  De wind doet het Pijpenstrootje heen en weer wiegen en dat geeft wat beweging op de toch wel bewegingloze heidevlakte. De Berken krijgen al een waas van groen, die om hen heen hangt als een aureool. De wind suist door de naalden van de dennen, de Zon brengt licht en als de wind wat luwt, voel ik de warme zonnegloed op me. Twee vinken vliegen over ons heen. 


Uit de thermosfles schenk ik me een kop koffie in en de hond krijgt een paar koekjes. De tijd gaat aan ons voorbij en we laten het passeren. De tijd die passeert in elke hartslag, in elke ademhaling, die voortkabbelt als een traag stromende beek. De tijd is de ruimte tussen twee slokken koffie, het moment dat de Boompieper erover doet om zijn baltsvlucht te maken, het vliegtuig dat zijn witte streep  achter zich aan trekt door de lucht. Het bankje is nu mijn plekje op de wereld, voor de tijd dat ik hier ben. Voor de hond is het de plek in het gras, waar ze in slaap is gevallen. In de spleten van de tijd valt iets op te maken, een mysterie, een gedachte die zomaar opkomt en ik me afvraag waar die vandaan komt, een herinnering opgeroepen door een geur of een kleur. 

Ik meen de fluistering van God te horen, ik luistert en dan … waarom eigenlijk, kijk ik op mijn horloge, het is tijd om weer te gaan. Een zwaluw vliegt langs, maar de Koekoek laat het nog steeds afweten. Zijn tijd komt nog. 

zaterdag 15 april 2023

Op de dijk

 

Voor de duur van de lente heb ik besloten elke vrijdag naar de Arkemheen polder te gaan. Vanaf de dijk, waar een fietspad overheen ligt en waar een paar bankjes staan die uitzicht geven over het water en het plas-dras gebied. Ik had het voor de vrijdag bedacht, als het weer ook meezit, dat wil zeggen, dat het niet te koud is of het regent. Ik wil er toch een uurtje doorbrengen en geen koude kont krijgen als ik op zo’n nat bankje zit. En laat het de eerste vrijdag van dat voornemen nou flink regenen, dus stel ik het uit tot maandag erop. Ook nog guur maar de Zon brengt telkens tussen de wolken door even wat vrolijkheid. Het zonlicht weet van een grauwe omgeving, het als bij toverslag, om te zetten in staalblauw water en het riet dat langs het water staat op te lichten in heldere goudgele stroken, die weerspiegelen in het water. Tot een wolk weer voor de Zon schuift en alles weer uitdooft in het grauwe. Gisteren was er een item op “Vroege Vogels “radio, over de Cettizanger, een rietvogel die nieuw is in ons land. Hij laat van zich horen door een zeer luidruchtige riedel, maar zorgt dat hijzelf niet te zien is door diep in het riet verborgen te blijven. Op de radio kreeg ik het geluid te horen.  Ik was nog maar net een stukje de dijk opgereden en ik hoorde een geluid dat ik gisteren op de radio hoorde. ’t Zou toch niet waar zijn, een Cettizanger. Vlak naast me in het riet, maar zoals beloofd onzichtbaar. Zijn harde zang of beter gezegd, riedel klonk inderdaad erg hard. Niet eerder gezien of gehoord en nu toevallig, nadat ik hem op de radio hoorde, kan ik ook nu zelf deze vogel op mijn lijstje bijschrijven van waargenomen vogels. Alleen het geluid telt ook als waarneming.

Twee Knobbelzwanen daagde elkaar uit op het water en vlogen elkaar in de veren. Dat ging er hard aan toe, het water spetterde hoog op en ze sloegen elkaar met de vleugels en beten zich vast in elkaars hals. Onwaardig voor zulke sierlijke vogels zich te verlagen tot zulk gewelddadig gedrag. De één drukte de ander onder en ik vreesde dat hij hem zou verdrinken, maar hij wist zich los te maken en het gevecht ging verder. Een gans bemoeide zich met die drukte en met wijduitstaande vleugels, zwom hij om de zwanen heen om ze tot stoppen te manen.  Andere zwanen kwamen naar het tumult en onderling verjoegen die elkaar ook weer. Het opstootje stopte toen het gevecht tussen die twee ophield omdat één van de twee er vandoor ging. Zo te zien ongehavend, hooguit met een gekwetste trots. De ander met een opgeblazen trots, omdat we nog steeds denken dat als iemand het gevecht wint als de verliezer verstandiger is en er uit weg gaat. . Het zien van die vechtende zwanen gaf me geen voldoening daarvan getuige te zijn, hoewel spectaculair, toch ook wel een gênante vertoning.

 Een baltsend paartje Futen die kopschuddend tegenover elkaar in het water liggen, alsof ze telkens ‘nee ‘tegen elkaar zeggen, maar waarschijnlijk ‘ja’ bedoelen.  In een braamstruik zit bovenop een stengel een kneu en een paartje Tjiftjaf zit in dezelfde struik, bij herhaling zijn riedel te tetteren. Wonderlijk hoe ze hun pootjes tussen die venijnige stekels van de braam zetten.
Verderop waren de Grutto’s druk in de weer, vlogen de Kieviten hun sierlijke baltsvluchten en vloog er zelfs die ene zwaluw die nog geen zomer maakt. Veel vogels houden zich op in paarvorm en hebben dezelfde neiging als die zwanen, om ieder die te dichtbij komt in de veren te vliegen. Het is lente en dat geeft nieuwe gevoelens die bij sommige hoog kunnen oplopen. Het blijft veelal bij dreigen en dat is ook vaak genoeg, waar wij een woordenschat voor hebben, vertonen de vogels dat door hun gedrag.

zaterdag 8 april 2023

Precies goed,…

 

De eerste dagen van april beginnen met koude ochtenden. Rijp op de velden. De auto parkeren we op bij de grote speelweide op de Stakenberg en de hond en ik steken de weg over de hei op. Op een dode tak aan een Eik zit een Buizerd na te dutten. Vanuit de bosrand roept een Raaf en een Merel zingt. De zon heeft ruim baan in een strak blauwe lucht, nog even en al die zilveren ijzige lijntjes op de takken en de twijgen worden door de warmte van de zon uitgeveegd. De grond die nu nog hard bevroren aanvoelt zal de warmte  opzuigen. De route die ik voor ogen heb, loopt als een grote cirkel over de hei, en dat is mijn doel voor vanochtend. Bekend terrein met halverwege een bankje waar we even stoppen. Dat is ook de plek waar een Boompieper een zangpost heeft. Herhaaldelijk klinkt een riedeltje die deze vogel vanaf een hoge tak maakt, met af en toe een baltsvlucht. Dan vliegt hij zingend omhoog en met holle vleugeltjes laat hij zich weet zakken, of naar hetzelfde plekje of een boom verderop. Hij is er maar druk mee.

Vanaf het bankje heb ik een weids uitzicht over een groot heide gebied en ik laat regelmatig de kijker over het veld gaan, in de hoop iets in de kijker te krijgen. Ik ben met alles tevreden, mogen Reeën zijn, Herten of Varkens, met een Vos zou ik dik tevreden zijn, maar nu de Wolf hier ook zit, zou ik die graag ook eens zien. In ons landschap, waar ook ooit eens de Beer en de Lynx  rondwaarde, is nu de Wolf terug, niet omdat wij dat willen, maar omdat hij, de Wolf het zelf zo heeft beslist. We zeggen vaak de natuur zijn gang te laten gaan, nou dan is dit een mooi voorbeeld daarvan. Wonderlijk. Hoewel ik de Wolf nog niet gezien heb, vraag ik me wel af hoe vaak de Wolf mij wel heeft gezien. Hoe die met zijn amberkleurige ogen me bespied hebben vanuit de dekking, zijn spitse oren op mij gericht en met een bewegelijk neusje om mijn geur op te pikken. Al zijn zintuigen op scherp om heel kundig ongezien te blijven. Zo dwaalt mijn blik en mijn gedachten over de heide, het stemt me ook wat bedrukt als ik opsom wat ik er allemaal mis. Iets wat ik besefte toen ik hem even hoorde; de Veldleeuwerik. Pas toen ik hem in die leegte even hoorde en het was ook maar eenmalig, besefte ik dat hij zo afwezig is, net zoals de Roodborst tapuit, de Tjiftjaf en de Fitis. Ook de Boompieper van zonet kreeg geen antwoord van een andere Boompieper en zat daar alleen te zingen zonder weerklank van een soortgenoot. Het decor staat klaar, de hei, het gele van het Pijpenstrootje, de schilhouten van de bomen verspreid over de hei, maar de meeste spelers blijven uit. Het is vreemd stil aan uitblijven van geluiden, maar ook van bewegingen.

Maar gezien de omstandigheden is het precies zoals het moet zijn, dat leerde ik van de week uit een verhaaltje dat ik las over de Azijnproevers.  Drie wijzen zitten om een vat met azijn en steken hun vinger in de azijn om het te proeven. De eerste trekt een zuur gezicht en neemt een slok water om het uit zijn mond te spoelen, de tweede trekt een nog zuurder gezicht en spuugt het direct uit en veegt zijn lippen af met een doek, de derde proeft en glimlacht en zegt over de azijn: precies goed, dit is hoe azijn hoort te zijn. En dat was het vanmorgen op de hei ook weer; precies goed.

woensdag 29 maart 2023

Wentelen in nostalgie

De tijd heeft een spoor nagelaten. Voor mij is dat spoor in de bossen daar waar ik ben opgegroeid en waar ik altijd gewoond heb. Vanaf mijn jeugd heb ik de bossen opgezocht, om er te kijken wat er woonde aan vogels en dieren. Later kwam daar ook de interesse voor planten en bomen bij. Op een zaterdagmorgen besloot ik een aantal van die plekken langs te gaan, waar ik als kind mijn eerste ontmoetingen en mijn belevenissen had. De eerste stop was achter de begraafplaats, waar toen een klein waterplekje was. Daar bouwde ik een kleine hut en daarvanuit zag ik de vogels heel dichtbij. Dat was nog in de tijd dat ik geen verrekijker had en de vogels observeerde om er zo dicht mogelijk bij ze te komen. Door het kleine kijkgat zag ik de vogels bij het water drinken of het water hoog op te spatteren als ze zich badderden. De plek is er niet meer, maar ik kan me het moment nog goed voor de geest halen en me de verwondering voorstellen die ik had, toen ik zo dicht bij mijn gevederde vrienden was. Zo dichtbij dat ik de gele kleur van de iris van de Houtduif zag en ik mijn adem inhield om mezelf niet te verraden in dat hutje. Het hutje werd vernield door pesterige vriendjes die het maar onzin vonden om weg te kruipen om vogels te gaan kijken, een afkeer om “ vogeltjes”  te kijken werd zelfs door de leraren op school een reden gevonden om me daarom te bespotten, maar die beleving zo dichtbij vogels te verkeren hebben ze me niet kunnen afnemen. 

 Verderop een klein smal pad, dat er toen was en nu nog steeds is, daar reed ik met de fiets in, want daar zat ooit een Notenkraker.  Nee, dat is niet dat ding dat in de keukenla ligt te wachten tot er eens een walnoot of hazelnoot gekraakt moet worden, maar een heuse zeldzame kraaiachtige vogel met een dikke snavel, waaraan hij zijn naam te danken heeft. Dagen achtereen liet hij zich op die plek bezoeken en deze weinig schuwe vogel liet zich goed benaderen. Een zeldzame wintergast die ik nadien ook niet meer gezien heb. Deze plek doet me altijd weer terugdenken aan dat verre verleden, dat ik daar met een blonde kop met haar ’s middags na school weer even ging kijken of hij er nog zat. Nu rijd ik er weer langs die plek, nu met een grijze kop met haar en liggen school en zelfs het werkzame leven achter mij. Wat er toen was, ontbreekt er nu, het verleden draagt een kleur in zich, die nu lijkt te zijn vervaagd. De vogel daar op die tak zat net buiten mijn handbereik, waar ik mijn hand naar uitstak om hem aan te raken, niet om te pakken, maar contact te maken met een wezen dat vleugels heeft en daarmee kan wat ik niet kan, maar wij beide toch dezelfde wereld bewonen. Ik zou die jongen willen optillen om hem de kans te geven de vogel aan te raken. Heimwee voelt bitter -zoet. Soms schud ik nee tegen een herinnering omdat ze pijn doet, weemoedig maakt en laat zien wat er tussen die kleine blonde jongen en de man met grijs haar allemaal is gebeurd. Leven dat geleefd is en waar er zoveel van tussen mijn vingers is door geglipt.

 

zaterdag 18 maart 2023

Mooi

 

Na de wandeling ’s morgens met de hond, stap ik op de fiets. Elke morgen is het weer de vraag, waar nu heen te gaan. Vandaag heb ik er voor gekozen naar de Arkemheen polder te gaan. Vanaf het fietspad dat over dijk loopt, heb ik mooi uitzicht, over het water aan de éne  kant en de weilanden aan de andere kant. Weilanden die verdrasd zijn en waar ook het een en ander te verwachten valt aan steltlopers. Er staat een koude strakke wind die het water doet ribbelen. Bergeenden, Brandganzen, Zwanen en Meerkoeten, op het water en op de weilanden en drassige plekken Kieviten en Grutto’s. Eén en al beweging en geluid. Een groepje van vier Brandganzen vliegt op van het water en vliegt recht over me heen, de Bergeenden in een groepje van acht, stijgen ook op en vliegen een paar rondjes, om verderop weer op het water te landen. Een paar  Grutto’s vliegen hun baltsvlucht en met hun roep vullen ze de lucht. Ganzen vliegen af en aan en even was de lucht vol met ganzen die van verderop kwamen. Strepen ganzen van hier tot de horizon. Geluiden en bewegingen, soms niet weten waar nu weer te kijken. In het beeld van de kijker volg ik de vlucht van de ganzen, hun bewegingen zijn als een dans door de lucht.

Er staan een paar bankjes langs het fietspad en vanaf daar laat ik de omgeving gebeuren. Iemand had met een stift wat op het bankje geschreven in een slordig handschrift. Koste me wat moeite om het te ontcijferen, maar wat ik daar op die plank van het bankje las deed me aan de andere kant van het bankje zitten om letterlijk en figuurlijk afstand te nemen van wat ik daar las. Er staat geschreven “ Allah, de wereld is een nutteloze planeet, uw dienaar, Om “ Ik keek nog eens om me heen en bedacht hoe deze ‘ Om’ zich vergist. Honderden in veren gehulde harten die daar kloppen in een verscheidenheid die de wereld juist tot zo’n mooie bijzonder plek maakt. Dat kan geen andere planeet in onze omgeving zeggen. Ik som de vogels op die ik zie en in die lijst komen de Pijlstaart en de Wintertaling voor, prachtige eenden met een prachtig verenkleed. Oogstrelend. Er loopt een vrouw met haar honden op de dijk en we raken aan de praat. Ze zei dat ze van plan was me te vragen of ik iets mooi gezien had en besefte dat dat een onnozele vraag zou zijn, want zo zei ze: alles is hier mooi. Kijk die heeft het begrepen dacht ik, ze zou dat met een stift op een bankje kunnen schrijven: God, wat is het hier mooi !

zaterdag 11 maart 2023

Beleef de lente

 

Bijna half maart, we hadden ons al rijk gerekend en een voorproefje genomen door 1 maart tot de meteorologische lente uit te roepen.  Maar dan op vrijdagmiddag gaat het sneeuwen, eerst wat van die fijne poedersneeuw en zo gaande weg worden de vlokken steeds dikker en de wind zwiept het tegen de takken, waar het blijft liggen en op de grond vormt zich ook een laagje sneeuw. Zou niet misstaan eind december of halverwege februari, maar nu met de lente in de kop, klopt het niet helemaal. Desondanks, misschien ook omdat we het steeds minder zien, is zo’n pak sneeuw weer oogstrelend en veranderd het landschap weer even in een kerstkaart. Voor zo lang het duurt, de vorst wil het nog even bewaren, maar straks als de temperatuur omhoog gaat zal het weer wegsmelten en ik verwacht dat rond de middag alles weer weg is. De zon komt al weer op in een wolkeloze hemel, dat ziet er weer goed uit. Het staartje van de winter kan nu weer in zijn holletje kruipen, tot de volgende winter. Een vliegtuig trekt een wit condens spoor door de blauwe lucht, er dwarrelt een donsveertje naar beneden die door een mus uit de lucht wordt gepikt, mooi voor zijn nestje en daar kan hij mee thuiskomen. De specht komt regelmatig een paar pinda’s uit de houder peuteren en de mussen en duiven doen zich te goed aan het voer op de voertafel. 

Al ruim een week heeft Vogelbescherming de camera’s van Beleef de lente weer aan gezet, intieme inkijkjes in de nesten van verschillende vogels. Alsof je er zelf bij bent. Mijn favoriet is de vijver, waar de vogels komen drinken en badderen. Zojuist keek ik even naar de webcam op de vijver die net als de vijver in mijn tuin bevroren is, maar de Merel, de vink en het Roodborstje weten het kleine stukje open water onder de stronk te vinden en nippen er een slokje uit. Het Roodborstje siert het geheel op door  vanuit de struiken te zingen.  Beleef de lente klinkt als een voornemen. Ik zou er een voorstander van zijn om het jaar te laten beginnen bij 21 maart, de echte datum van het begin van de lente. Nieuwjaarsdag op 21 maart. Denk je eens in een vuurwerk van ontluikend leven dat de belofte van elke lente is, een explosie dat zich vertraagd tot een lichtshow van spettende zingende vogels en blad wat zich straks weer uit de knoppen doet barsten. Beleef de lente niet alleen op het computerscherm, maar ook door erop uit te gaan. Ja, dat is mijn voornemen voor dit nieuwe lente jaar: Beleef de lente.  

zaterdag 4 maart 2023

Kusje

Afgelopen weken waren er twee planeten die steeds iets dichter bij elkaar kwamen te staan. Jupiter en Venus. Een heldere opvallende verschijning, die vanaf zonsondergang tot een uur of negen zijn te zien en zakken dan samen over de horizon heen. De NOS kopt met het bericht: “Twee heldere lichtpunten aan de hemel: Venus en Jupiter “ kussen” elkaar.” Vandaar die haast om samen achter de horizon weg te kruipen. Venus de godin van de liefde heeft een afspraakje met Jupiter. Elke avond staan ze wat dichterbij elkaar en dan staan ze zo dicht bij elkaar dat ze elkaar lijken te kussen. Het moet wel een handkus zijn, want de afstand tussen die twee is toch nog 700 miljoen kilometer, bijna 5 keer de afstand die er tussen de Zon en de Aarde is. Als ik mijn liefje een kus wil geven, moet ik toch wel wat dichter bij haar zijn. De volgende avond staan ze er weer en nu staat Venus boven Jupiter tot ze weer achter de horizon verdwijnen. Elke avond even kijken, want het is een gebeuren dat maar eens in de veertig jaar plaatsvindt. Ik herinner me veertig jaar geleden dit gebeuren niet meer en over veertig jaar, als alles goed gaat ben ik 107 jaar, of ik dat ga meemaken, zou kunnen, maar is niet waarschijnlijk. Of ik bekijk het vanaf hemels perspectief… of het is echt de laatste keer,… of bestaat er toch reïncarnatie en heb ik dan nog een kans om het te zien. Bij het laatste blijkt dat er moeilijk herinneringen van vorige levens zijn, dus beschouw ik het dan weer helemaal als nieuw. Het heelal zit vol met mysterie en we weten er nog maar een fractie van. Wat ik dan wel weer knap vind is, dat wat we nu zien, zich over veertig jaar nog eens herhaald. Komt nu, in het meest pessimistische idee bij me op, of we dan er nog wel zijn? De Aarde draait wel door als het onleefbaar is geworden, kijk maar naar al die andere planeten. Geen sprankje leven te bekennen, maar het draait en bestaat met of zonder ons. Dat we naar buiten gaan en even opkijken naar twee planeten die daar even samen rondhangen. Of het tot kussen is gekomen? Zo niet dan moeten die ook weer veertig jaar wachten. 

 

zaterdag 25 februari 2023

Ik vraag me af,…

 

Dat er meer is dan we tot nu toe gedacht hebben, is hoogstwaarschijnlijk. En het bestaat niet omdat wij het ontdekken, het was er al, maar we hadden het niet door. Elektriciteit was er al in de tijd van Mozes, alleen hadden ze er toen geen benul van, laat staan dat ze het konden toepassen. Nu is het ondenkbaar zonder te leven, wat bleek toen er eens een storing was en het licht uitging… en de kookplaat ermee stopte, de koelkast afsloeg en de modem uitging en de Wifi uitviel. Ik vraag me af hoe ze dat in de tijd van Mozes deden. We hebben heel wat voor elkaar gekregen in de loop van de tijd. Ik vraag me af wat we nu anders zouden doen als we het allemaal konden overdoen. Met de kennis van nu, wat zouden we schrappen uit onze ontwikkeling en waar zullen we dan uitkomen.  Stel dat we van het begin af aan de brandstof die we in de motoren gebruiken, dat we toen al doorhadden dat het te vervuilend zou zijn en in de toekomst grote gevolgen voor het milieu zou hebben. Zouden we dan ook zo diep naar olie hebben geboord of een andere manier verzonnen hebben om energie te gebruiken om ons te verplaatsen. Zou zomaar kunnen dat we als we de brandstofmotor konden ontdekken dat we ook iets anders hadden kunnen verzinnen. Als die olie in de grond was gebleven, hadden we ook geen plastic gehad, dat nu als grote solide plastic afvaleilanden in de oceanen dobberen. Hadden we direct duurzamer de dingen kunnen verpakken en schone zeeën gehad. Ik vraag me af wat als we wisten wat we nu weten en de gevolgen er van inzien, zouden we dan zoveel aandacht aan een wapenwedloop hebben gegeven. We zien nu weer dat het hele apparaat ten dienste staat van een dictator en al weer een jaar lang een land in de vernieling helpt, omdat hij ouderwets landje pik aan het spelen is. Hij is wat hij is door het grote arsenaal aan wapens die als we de gevolgen daarvan op langere termijn hadden onderkent, misschien nooit hadden ontwikkeld. Ik vraag me af als we het van tevoren hadden ingezien dat intensieve veeteelt zoveel dierenleed veroorzaakt, zouden we het dan nog een keer zo doen als we het overnieuw zouden kunnen doen?  Alles wat we doen heeft een impact op de Aarde en het milieu, als we alles wat we tot nu toe deden anders zouden doen…we zijn heel goed in staat daartoe. We kunnen het als we beginnen het ons af te vragen en daarbij de goede vragen te stellen. Vragen die verder reiken dan onze neus lang is.